GLOBAAL PREVENTIEPLAN - Preventie & Interim
GLOBAAL PREVENTIEPLAN - Preventie & Interim
GLOBAAL PREVENTIEPLAN - Preventie & Interim
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>GLOBAAL</strong> <strong>PREVENTIEPLAN</strong><br />
Uitgave 2007<br />
Model van globaal preventieplan met betrekking tot het eigen<br />
personeel van een uitzendbureau<br />
Havenlaan 86 bus 302 1000 BRUSSEL<br />
Tel. 02/204.56.80<br />
E-mail: info@p-i.be www.p-i.be
1. Inleiding<br />
Inhoud<br />
1. Doelstelling en gebruik van deze brochure<br />
2. Waarom een globaal preventieplan opstellen?<br />
3. Algemene werkwijze voor het opstellen van een globaal preventieplan?<br />
4. Hoe een globaal preventieplan opstellen?<br />
5. Welke zijn de belangrijkste risico’s voor het personeel van een uitzendkantoor?<br />
2. Checklist<br />
1. Toegang gebouw<br />
2. Risico’s verbonden aan de werkpost<br />
3. Inrichting van de arbeidsplaats<br />
4. Bijzondere ruimtes:<br />
a. EHBO-voorzieningen<br />
b. Sanitaire voorzieningen<br />
c. Kopieerruimte (verzending, archief)<br />
d. Opslagruimte<br />
e. Rookkamer<br />
5. Apparaten, machines, elektrische risico’s<br />
6. Brandrisico<br />
7. Hygiëne, netheid en afval<br />
8. Veilig gedrag van de werknemers<br />
9. Stress, psychosociale belasting, pesten op het werk<br />
10. Externe verplaatsingen<br />
11. Gezondheidstoezicht van de werknemers<br />
12. Onthaal werknemers<br />
3. Toelichting bij checklist<br />
4. Actieplan<br />
1. Blanco tabel<br />
2. Uitgewerkt voorbeeld<br />
Globaal preventieplan 2007 april 2007
Doelstelling en gebruik van deze brochure<br />
Het administratief personeel en de uitzendconsulenten van een uitzendkantoor werken in<br />
een kantoorgebouw waar geen grote technische risico’s aanwezig zijn. Nochtans zijn er<br />
heel wat factoren die het welzijn en de efficiëntie van het werk beïnvloeden. De<br />
preventieadviseur van een uitzendbureau dient de werkgever te informeren en te adviseren<br />
om het welzijn van het eigen personeel te bevorderen. Het globaal preventieplan en het<br />
jaarlijks actieplan zijn essentiële onderdelen voor de opbouw van een preventiebeleid.<br />
Deze brochure is een handleiding voor de preventieadviseur bij het opstellen van zijn<br />
globaal preventieplan in een kantooromgeving. Aan de hand van de checklists en de<br />
bijkomende informatie kan opgespoord worden welke risico’s aanwezig zijn en welke<br />
preventiemaatregelen kunnen getroffen worden.<br />
Deze brochure is eveneens nuttig voor alle ondernemingen met kantoorruimtes.<br />
Aan de hand van deze inhoud werd door Kluwer-uitgeverij een software “OfficeSCAN”<br />
opgesteld, waarmede het globaal preventieplan, het jaarlijks actieplan en de opvolging van<br />
de uitvoering van de maatregelen kan opgevolgd worden. Meer inlichtingen:<br />
www.kluwer.be, gratis telefoonnummer klantendienst 0800/30.144.<br />
Waarom een globaal preventieplan opstellen?<br />
In de wetgeving betreffende het welzijn van de werknemers tijdens de uitvoering van hun<br />
werk, werd een dynamisch risicobeheersingssysteem gedefinieerd. Dit is in feite een<br />
dynamische aanpak, dwz. die beweegt en evolueert, van de risico’s binnen de<br />
onderneming.<br />
Om dit te realiseren vraagt de wetgeving een globaal preventieplan vast te leggen voor een<br />
periode van 5 jaar. Dit plan moet volgende verschillende punten bevatten:<br />
1° het resultaat van de identificatie van de risico’s en de bepaling, de omschrijving en<br />
de evaluatie van de risico’s<br />
2° de te nemen preventiemaatregelen<br />
3° de belangrijkste te bereiken doelstellingen<br />
4° de te ontwikkelen activiteiten en uit te voeren opdrachten om deze doelstellingen<br />
te bereiken<br />
5° de toe te wijzen organisatorische, materiële en financiële middelen<br />
6° de opdrachten, de verplichtingen en de hulpmiddelen van alle betrokken personen<br />
7° de wijze waarop het globaal preventieplan kan aangepast worden bij verandering<br />
van omstandigheden<br />
8° de evaluatiecriteria van het welzijnsbeleid ten opzichte van de werknemers tijdens<br />
de uitvoering van hun werk 1<br />
1 Codex over het Welzijn op het Werk, Titel I, Hoofdstuk III<br />
Globaal preventieplan 2007 april 2007
Algemene werkwijze voor het opstellen van een globaal preventieplan?<br />
1. Analyseren van de risico’s op basis van:<br />
- onderzoek van de werkpost<br />
- statistieken van de arbeidsongevallen<br />
Het personeel bevragen – werkgroep, ideeënbus – over de verbeteringen die<br />
kunnen aangebracht worden aan het welzijnsniveau.<br />
i. Welke zijn de risico’s?<br />
ii. Voor wie?<br />
iii. Welk is hun belang? - ernst<br />
minder - meer – zeer belangrijk<br />
- frequentie<br />
2. Bepalen van de doelstellingen<br />
iv. Volgens prioriteit - belang<br />
- uitvoeringstermijn<br />
v. Eerst algemene doelstellingen vastleggen<br />
Dan de concrete te bereiken doelstellingen<br />
3. Hoe de doelstellingen bereiken?<br />
vi. De te nemen maatregelen vastleggen, in volgende rangorde:<br />
- het risico voorkomen of, indien dit onmogelijk is<br />
- de schade voorkomen of, indien dit onmogelijk is<br />
- de schade beperken<br />
vii. Een verantwoordelijke bepalen<br />
- die de uitvoerder aanduidt<br />
- die de uitvoeringstermijnen laat respecteren<br />
- die de nodige middelen geeft<br />
- die controleert<br />
4. Bij wijziging, hoe het preventieplan aanpassen?<br />
viii. de procedure en de aan te wenden criteria<br />
Globaal preventieplan 2007 april 2007
Praktisch:<br />
Hoe een globaal preventieplan opstellen?<br />
Om een globaal preventieplan op te stellen is het noodzakelijk de risico’s op de werkplaats<br />
te kennen, daarom moet onderzocht worden:<br />
- of er risico’s zijn<br />
- of deze risico’s gevaren met zich kunnen meebrengen<br />
- of er maatregelen kunnen genomen worden om de werknemer te<br />
beschermen tegen deze risico’s<br />
- welke preventiemaatregelen zullen genomen worden<br />
Een analyse van de risico’s moet uitgevoerd worden op volgende niveaus:<br />
- de organisatie<br />
- de werkpost<br />
- het individu (werknemer)<br />
Het globaal preventieplan bestaat uit:<br />
1. De checklist<br />
2. De tabel «globaal preventieplan»<br />
Globaal preventieplan - Jaaractieplan - Aanpassing van het globaal preventieplan<br />
Hoe te werk gaan?<br />
1. De checklist<br />
1. Een persoon wordt aangeduid om de checklist in te vullen<br />
2. De punten waarvoor onvoldoende overeenstemming is worden overgebracht in de<br />
tabel “globaal preventieplan”, kolom «Dysfunctie»<br />
3. Er zullen gevaarlijke situaties vastgesteld worden die onmiddellijk kunnen verholpen<br />
worden, andere zullen een aanpassing of correctie op langere termijn vragen.<br />
Aan de verschillende punten wordt een gewichtsfactor tussen een en vijf gegeven in<br />
functie van zijn belang en graad van hoogdringendheid.<br />
Voor deze gewichtsfactor wordt rekening gehouden met volgende criteria:<br />
Welke en hoeveel personen zijn blootgesteld?<br />
De frequentie van de blootstelling van deze personen aan het risico, de<br />
mogelijke gevolgen. Bv. een brand komt niet veel voor maar heeft zeer grote<br />
gevolgen.<br />
Vergeet niet bij de uitwerking van het globaal preventieplan en de planning van de<br />
preventiemaatregelen rekening te houden met de budgettaire consequenties. Grote<br />
en dure aanpassingen kunnen niet onmiddellijk uitgevoerd worden. Ga na of de<br />
maatregel dringend is – zeer gevaarlijke situatie - en de mogelijkheden om aan het<br />
probleem een oplossing te geven dat rekening houdt met het budget. Het vervullen<br />
van de minimale wettelijke eisen mag niet naar later verschoven worden.<br />
4. Verschillende kolommen van de tabel worden aangevuld (zie uitgewerkt voorbeeld)<br />
en vervolgens besproken met de betrokken werknemers.<br />
Globaal preventieplan 2007 april 2007
2. Het jaaractieplan<br />
5. Om het jaaractieplan op te stellen, volstaat het alle punten te hernemen waarvoor<br />
de uitvoeringstermijn voorzien is voor het jaar 2008<br />
3. Aanpassing van het globaal preventieplan<br />
6. Er moet eveneens voorzien worden hoe te werk gegaan wordt om een globaal<br />
preventieplan aan te passen ingeval van wijzigende omstandigheden. Ter<br />
gelegenheid van een verhuis, aankoop van een nieuw toestel, uitbreiding van het<br />
personeel, wijziging van de bestaande wetgeving ... is het noodzakelijk bepaalde<br />
checklisten te verifiëren en de tabel «globaal preventieplan» aan te passen. Na een<br />
arbeidsongeval kan op basis van de analyse van het ongeval het globaal<br />
preventieplan eveneens aangepast worden.<br />
7. De checklist wordt minimaal éénmaal per jaar herzien vóór 1 november.<br />
8. De tabel globaal preventieplan wordt aan de hand van de vorige wijzigingen<br />
aangepast.<br />
9. Het jaaractieplan van het verlopen jaar wordt gecontroleerd. De punten die een<br />
oplossing gevonden hebben worden geschrapt; voor andere wordt de<br />
uitvoeringstermijn aangepast, en dergelijke meer.<br />
10. Vertrekkend van deze aanpassing kan het jaaractieplan voor het volgende werkjaar<br />
opgesteld worden.<br />
Belangrijke opmerking:<br />
Het globaal preventieplan en het jaaractieplan 2 moeten op schrift gesteld worden en<br />
ter beschikking gehouden worden van de bevoegde ambtenaar (Federale<br />
Overheidsdienst “Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg – directie toezicht Welzijn<br />
op het Werk”, adressen http://www.p-i.be/p/5T8L7M-02).<br />
2 Het jaaractieplan moet klaar zijn vóór 1 november 2007, en voorgelegd worden aan het Comité PBW dat advies moet<br />
geven vóór 1 januari 2008, indien in de onderneming een Comité bestaat. In de andere gevallen wordt het met de<br />
syndicale afvaardiging of de werknemers besproken.<br />
Globaal preventieplan 2007 april 2007
Globaal preventieplan - Checklist<br />
In een uitzendbureau komen hoofdzakelijk volgende functies voor:<br />
- administratieve bediende<br />
- commerciële medewerker<br />
- uitzendconsulenten<br />
Het globaal preventieplan heeft dus betrekking op kantoorwerk en verplaatsingen naar<br />
klanten.<br />
Indien in de onderneming meer specifieke functies of activiteiten bestaan dienen deze aan<br />
de analyse toegevoegd te worden (bv. keuken, magazijn …).<br />
Het is duidelijk dat de inherente risico’s aan kantoorwerk beperkt zijn maar niettemin<br />
bestaande.<br />
Welke zijn de belangrijkste risico’s voor het personeel van een uitzendkantoor?<br />
1. Toegang gebouw<br />
2. Risico’s verbonden aan de werkpost<br />
3. Inrichting van de arbeidsplaats<br />
4. Bijzondere ruimtes:<br />
a. EHBO-voorzieningen<br />
b. Sanitaire voorzieningen<br />
c. Kopieerruimte (verzending, archief)<br />
d. Opslagruimte<br />
e. Rookkamer<br />
5. Apparaten, machines, elektrische risico’s<br />
6. Brandrisico<br />
7. Hygiëne, netheid en afval<br />
8. Veilig gedrag van de werknemers<br />
9. Stress, psychosociale belasting, pesten op het werk<br />
10. Externe verplaatsingen<br />
11. Gezondheidstoezicht van de werknemers<br />
12. Onthaal werknemers<br />
Deze verschillende punten worden hierna besproken aan de hand van een checklist.<br />
Noot:<br />
de minimale vereisten opgenomen in deze lijst slaan op de wettelijke vereisten waarvoor<br />
documenten moeten voorhanden zijn<br />
Globaal preventieplan 2007 april 2007
1. Toegang gebouw<br />
nvt OK NOK prior wetgeving<br />
Verkeersveilige toegang<br />
Voetpad, beschadiging, hindernissen<br />
Toegang mindervaliden<br />
Sneew- en ijzelvrij<br />
Geen stockage van materialen, bouwmaterialen,<br />
vuilniszakken ... op voetpaden, parkeerplaatsen<br />
Afgebakende plaats voor afvalzakken, containers<br />
(gescheiden ophaling)<br />
Verlichting (50 lux) ARAB art. 62<br />
Parkeerplaats<br />
Veilige toegang<br />
Aanduiding parkeerstroken<br />
Buitenverlichting (25 lux) ARAB art. 62<br />
Pictogrammen aanwezig<br />
Toegangsbewaking: menselijke, elektronische<br />
Toegankelijk voor LPG-wagens<br />
Fietsenstalling<br />
Overdekt, beveiligd<br />
Voldoende dicht bij toegangsdeur<br />
Lokaal om natte kederen te drogen<br />
Douche, kleedruimte<br />
Toegangsplan<br />
Web<br />
Plannetje<br />
Openbaar vervoer<br />
Info over haltes, verbindingen, uren<br />
Receptie<br />
Duidelijke aanduiding<br />
Beveiligd tegen agressie<br />
Bezoekers: afgehaald, badge, inschrijving<br />
Pictogram "verboden te roken" aan ingang gebouw<br />
Vervoersplan<br />
Carpooling
Werkpostanalyse (beeldscherm)<br />
2. Risico's verbonden aan de werkpost<br />
nvt OK NOK prior wetgeving<br />
Omgevingsfactoren<br />
VERLICHTING<br />
ARAB art. 59-<br />
Werkblad: voldoende verlichting (300 lux)<br />
63bis<br />
Er is geen verblindende lichtbron in de werkomgeving<br />
Het licht flikkert niet<br />
Er is geen reflectie op het scherm<br />
Het flikkeren van het scherm stoort niet<br />
De vensters hebben afscherming tegen direct invallend<br />
zonlicht ARAB art. 68<br />
LAWAAI<br />
Geluidsniveau Leq < 55 dBa<br />
De afdrukeenheden (printer, fax, ..) zijn geluidsarm of<br />
bevinden zich in een afzonderlijke ruimte<br />
VERLUCHTING<br />
Verluchting voldoende (CO2 waarde lager dan 800<br />
ppm) ARAB art. 58<br />
Er zijn geen hinderlijke luchtstromen (richtwaarde<br />
0,15m/sec in de winter en 0,25m/sec in de zomer) of<br />
tocht (ten gevolge van de inplanting van de burelen of<br />
de airconditionning). ARAB art. 58<br />
TEMPERATUUR<br />
Voldoende verwarming<br />
De temperatuur bedraagt minimum 20°C 'in de winter<br />
en max 26°C in de zomer ARAB art. 64<br />
De relatieve vochtigheid is voldoende (bij voorkeur<br />
tussen 40 en 70%) ARAB art. 57<br />
WERKRUIMTE<br />
De minimumhoogte van alle werkruimtes is 2,5 m ARAB art. 56<br />
Elke werknemer beschikt over een werkelijke ruimte van<br />
min. 10 m³ en een vrije oppervlakte van 2 m² ARAB art. 56<br />
Niet giftige planten aanwezig<br />
PC en toebehoren<br />
Het scherm is horizontaal en verticaal oriënteerbaar<br />
Het contrast en de luminantie van het scherm zijn<br />
regelbaar en aangepast aan de omgeving<br />
Het scherm wordt regelmatig onderhouden<br />
De afstand tussen het scherm en de gebruiker is<br />
minstens 45 cm<br />
Het toetsenbord is los van het scherm<br />
Het toestenbord is plat (max. 4 cm in het midden)<br />
De helling van het toetsenbord kan ingesteld worden<br />
Het toetsenbord is mat van kleur<br />
Codex, Titel VI<br />
Hoofdstuk II,<br />
afdeling 1, bijlage
Draden en kabels zijn samengebonden, liggen in<br />
kabelgoten<br />
Draagbare PC heeft speciale standaard, extern<br />
toetsenbord, muis<br />
Bureau, stoel<br />
De meubels hebben geen scherpe hoeken<br />
2. Risico's verbonden aan de werkpost<br />
De hoogte van de stoel kan aangepast worden aan de<br />
grootte van de persoon (dijen en voorarmen horizontaal)<br />
De voeten kunnen horizontaal op de grond rusten, in het<br />
ander geval is een voetensteun voorzien<br />
De rugleuning van de stoel reikt tot aan de hoogte van<br />
het schouderblad<br />
De rugsteun volgt de vorm van de wervelkolom<br />
De stoel is uitgerust met 5 wieltjes die aangepast zijn<br />
aan de vloerbekleding<br />
De bovenkant van het scherm bevindt zich op dezelfde<br />
hoogte of lager dan de hoogte van de ogen<br />
De ruimte voor het toestenbord is voldoende om de<br />
polsen te laten rusten op het bureau<br />
De armen zijn ontspannen wanneer het toetsenbord<br />
gebruikt wordt<br />
Toestellen<br />
Het aangekocht materiaal (PC, fotokopieermachine,<br />
afdrukeenheid,…) draagt het CE-merk en bij elk van<br />
deze apparaten is een gebruiksaanwijzing of instructie<br />
beschikbaar in de taal van de gebruiker<br />
De werkmiddelen (rekenmachine, telefoon, ...) bevinden<br />
zich binnen handbereik<br />
Kasten<br />
Er bevindt zich geen zwaar materiaal boven op de<br />
kasten<br />
De zwaardere voorwerpen en materialen bevinden zich<br />
beneden in de kast, of de kasten werden vastgemaakt<br />
aan de muur<br />
De legplanken en de kasten zijn niet overbeladen<br />
De legplanken en de kasten zijn stabiel<br />
De kasten zijn zo geplaatst dat geopende deuren of<br />
laden de doorgang niet blokkeren<br />
Ladenkasten<br />
De laagste laden zijn het meest belast<br />
De laden worden na gebruik onmiddellijk gesloten<br />
Omgeving<br />
Voldoende papiermanden<br />
Codex, Titel VI<br />
Hoofdstuk I,<br />
algemene<br />
bepalingen
Doorgangen<br />
3. Inrichting van de arbeidsplaats<br />
De doorgangen hebben een minimumbreedte van 80 cm<br />
De doorgangen zijn ontruimd<br />
De verlengdraden voor telefoon en elektrische<br />
apparaten liggen niet verspreid over de grond of in<br />
doorgangen zonder enige afscherming<br />
Verlichting min. 50 lux<br />
Aanwezigheid van lichtschakelgroepen (apart aan- en<br />
uitzetten)<br />
Aanwezigheidsdetector<br />
Pictogrammen uitgang en nooduitgang zijn aangebracht<br />
Ramen of vensters kunnen niet in geopende toestand de<br />
doorgang belemmeren (vergrendeling venster met<br />
sleutel)<br />
Trapladder, opstapkruk<br />
Er is een stabiele trapladder om voorwerpen in de<br />
hoogte te bereiken<br />
Er worden geen stoelen, vooral stoelen op wieltjes of<br />
tafels als opstap gebruikt<br />
Vloeren<br />
De bodem is effen en in goede staat (geen loskomend<br />
tapijt, putten, …)<br />
De vloer is niet glad<br />
Eventuele werkzones (herstellingen,<br />
onderhoudswerkzaamheden) zijn duidelijk afgebakend<br />
en gesignaleerd<br />
Deuren<br />
Glazen wanden en deuren worden aangeduid met een<br />
decoratie-element<br />
De glazen deuren zijn gemaakt uit veiligheidsglas<br />
Vensters<br />
De venster op verdiepingen zijn vergrendeld (met sleutel<br />
) zodat zij niet volledig kunnen geopend worden<br />
nvt OK NOK prior wetgeving<br />
ARAB art.<br />
52.5.3<br />
ARAB art. 62,<br />
punt d<br />
ARAB 41<br />
quater + 70<br />
Codex, Titel<br />
III, Hoofdstuk<br />
I, bijlage 1<br />
ARAB art. 40<br />
bis<br />
ARAB art. 40<br />
bis<br />
Trappen ARAB art. 43<br />
Trappen hebben een leuning met een minimumhoogte<br />
van 0.75 m<br />
De trappen zijn goed: max. helling 75%, aantrede min.<br />
20 cm, hoogte trede max. 18 cm, bruikbare breedte min.<br />
82 cm, staat van de treden<br />
De treden zijn voldoende verlicht en zichtbaar
Verlichting min. 50 lux<br />
3. Inrichting van de arbeidsplaats<br />
Liften<br />
Veiligheidsdossier personenliften bevat de<br />
risocoanalyses, de verslagen van de driemaandelijkse<br />
(zesmaandelijkse) inspecties door de Externe Dienst<br />
voor Technische Controle, de uitvoeringstermijnen voor<br />
uitvoering werken<br />
Contractuele verbintenis met beheerder van gebouw<br />
voor bekomen van kopie van risicoanalyses en<br />
preventieve inspecties<br />
Asbestinventaris<br />
Asbestinventaris beschikbaar voor alle voor werknemers<br />
toegankelijke ruimtes<br />
ARAB art. 62,<br />
punt d<br />
toelichting KB<br />
9/3/2003 art. 6-<br />
8<br />
ARAB<br />
148decies 5.2.
EHBO-koffer<br />
Samenstelling beantwoordt aan ARAB art. 178 bijlage<br />
Advies preventieadviseur-arbeidsgeneesheer over<br />
EHBO-voorzieningen<br />
Pictogrammen<br />
4.a EHBO-voorzieningen<br />
nvt OK NOK prior wetgeving<br />
ARAB art. 178 -<br />
183<br />
EHBO-lokaal ARAB art. 175<br />
Verwarmd en verlucht<br />
Pictogrammen aan ingang<br />
Zuiver warm water<br />
Hulpverlener<br />
Eén hulpverlener met opleidingsattest per 50<br />
werknemers<br />
ARAB art. 176 -<br />
177
Kleedkamer, bergplaats voor kleding<br />
Zijn er kapstokken, kleerhangers of persoonlijke<br />
kleerkasten voor het opbergen van kledij?<br />
Refter, rustruimte<br />
Is er een afzonderlijke refter?<br />
Indien ja, is er drinkwatervoorziening, opwarmtoestel<br />
voor eten en drinken, ijskast, gootsteen met afvoer,<br />
voorzieningen voor de vaat, afvalbak met deksel<br />
Is er een verpozingslokaal?<br />
Toiletten<br />
Aparte toiletten voor mannen en vrouwen<br />
Zijn de gepaste pictogrammen "Man"<br />
"Vrouw"aangebracht?<br />
Zijn er voldoende wastafels (1 per 4 toiletten of<br />
urinoirs)?<br />
Zijn de wastafels in goede staat?<br />
Lekken de kranen?<br />
Is er een zeepdispenser?<br />
4.b Sanitaire voorzieningen<br />
Zijn er papieren handdoeken of warme luchthanddroger?<br />
Is een kleerhaak voorzien in de toiletten?<br />
Zijn er afvalemmers in de damestoiletten?<br />
De toiletten geven niet uit op een werkruimte, noch refter<br />
of vestiaire. De deuren openen enkel in gangen,<br />
tussenruimte, hal, overloop<br />
Drank<br />
Wordt er gratis drinbaar leidingwater ter beschikking<br />
gesteld?<br />
Onderhoud<br />
Onderhoudsprogramma beschikbaar<br />
nvt OK NOK prior wetgeving<br />
ARAB art. 74 -<br />
79<br />
ARAB art. 88 -<br />
90<br />
ARAB art. 92 -<br />
96 + art. 87<br />
ARAB art. 97 -<br />
99
4.c Kopieerruimte<br />
Kopieerruimte, verzending, …<br />
De fotokopieermachine (grote hoeveelheden) bevindt<br />
zich in een afzonderlijk lokaal<br />
De fotokopieermachine bevindt zich in een goed<br />
verlucht lokaal<br />
Nieuwe apparaten, CE-kenmerk, zijn uitgerust met een<br />
ozonfilter<br />
Gebruiksaanwijzing of instructie is beschikbaar in de taal<br />
van de gebruiker<br />
De fotokopieermachine is geïnstalleerd volgens de<br />
instructies van de leverancier of de fabrikant<br />
De hoeveelheden papier, folders, brochures, ... zijn<br />
beperkt gehouden<br />
Stevige trapladder, opstap<br />
Voldoende beweegruimte en toegang tot toestellen voor<br />
aanvullen papier<br />
Veiligheidsmes, schaar beschikbaar<br />
Chemische producten (fotokopieermachine,<br />
afdrukeenheden, faxen) zijn veilig opgeslagen<br />
De aanwijzigingen op de veiligheidskaart van de<br />
fabrikanten worden gerespecteerd bij het wisselen van<br />
het druklint, de inkt, ...<br />
Bij het vullen van inktpatronen worden handschoenen<br />
gedragen<br />
Gemorste poeder (toner) wordt onmiddellijk verwijderd<br />
met een natte doek om te vermijden dat het poeder zich<br />
in de lucht verspreidt<br />
Transportkarretjes voor papiervoorraad, post<br />
,...beschikbaar<br />
nvt OK NOK prior wetgeving<br />
Codex, Titel VI<br />
Hoofdstuk I,<br />
algemene<br />
bepalingen<br />
Codex, Titel V,<br />
Hoofdstuk I,<br />
chemische agentia
Stevige rekken<br />
Afgesloten kasten voor chemische producten (printer,<br />
toner, reinigingsmateriaal, …)<br />
Stevige opstaptrap, toegang tot elk niveau<br />
Brandblusapparaat<br />
Geen materiaal op vloer of in dooorgangen<br />
Zwaar en volumineus materiaal onderaan<br />
Legplanken zijn niet overladen<br />
Voldoende verlichting (50 lux)<br />
4.d Opslagruimte<br />
nvt OK NOK prior wetgeving<br />
Codex, Titel V,<br />
Hoofdstuk I,<br />
chemische<br />
agentia<br />
ARAB art. 62<br />
punt d
Rookbeleid<br />
Is het algemeen rookverbod opgelegd?<br />
Duidelijke pictogrammen en informatie bij toegang van<br />
de ruimtes toegankelijk voor derden of het publiek<br />
Rookkamer<br />
Voldoende verlucht, rook wordt rechtstreeks naar buiten<br />
afgezogen<br />
Geen vervuiling aanpalende ruimtes<br />
Schriftelijke regeling ivm toegang en gebuik rookkamer<br />
door werknemers<br />
De voorziene asbakken worden niet geledigd in de<br />
papiermanden noch in andere brandbare vaten<br />
Aanwezigheid van vlamdovende asbakken<br />
Reglement voor toegang en gebruik rooklokaal<br />
4.e Rookkamer<br />
nvt OK NOK prior wetgeving<br />
Codex, Titel III, Hoofdstuk<br />
I, afd.II<br />
Codex, Titel III, Hoofdstuk<br />
I, afd.II art. 6 en KB<br />
13/12/2005 (BS<br />
22/12/2005)<br />
Codex, Titel III, Hoofdstuk<br />
I, afd.II art.5
5. Apparaten, machines, elektrische risico's<br />
De stekkers en de draden van de apparaten zijn in<br />
goede staat, dwz. ongeschonden<br />
De elektrische verlengdraden zijn onbeschadigd<br />
Er zijn niet teveel machines aangesloten op eenzelfde<br />
circuit. Bij twijfel raadpleeg uw elektriciteitsinstallateur<br />
De wijzigingen aan de elektrische installatie zijn<br />
uitgevoerd door een gekwalificeerd elektricien<br />
Contactdozen<br />
De contactdozen zijn correct en stevig bevestigd in de<br />
muur en onbeschadigd<br />
De contactdozen zijn voorzien van een schakelaar<br />
Elektrische kasten<br />
De elektrische kasten zijn voorzien van een elektrisch<br />
schema<br />
De elektrische kasten zijn dicht<br />
De elektrische kasten zijn voorzien van pictogram,<br />
spanningsaanduiding<br />
Toestellen<br />
Beschadigde en defecte toestellen worden onmiddellijk<br />
afgekoppeld en naar herstelling of afvoer gebracht<br />
De elektrische toestellen dragen het CE-merk en een<br />
gebruiksaanwijzing of instructie is beschikbaar in de taal<br />
van de gebruiker<br />
De elektrische toestellen zijn geïnstalleerd volgens de<br />
instructies van de leverancier of de fabrikant<br />
De toestellen worden hersteld door een gekwalificeerd<br />
elektricien<br />
nvt OK NOK prior wetgeving<br />
Codex, Titel VI<br />
Hoofdstuk I,<br />
algemene<br />
bepalingen<br />
Er is geen probleem van statische elektriciteit<br />
Er is een procedure om de onderhoudsdienst, op te<br />
roepen bij elektriciteitspanne, stroomonderbreking,<br />
defecte lamp, beschadigde draad, losgekomen<br />
contactdoos, .…<br />
Het proces-verbaal van het laatste controleonderzeok<br />
van de electrische installatie is aanwezig<br />
PV controle-onderzoek laagspanningsinstallatie is<br />
maximaal 5 jaar oud AREI 271 en 273<br />
PV controle-onderzoek hoogspanningsingsinstallatie is<br />
maximaal 1 jaar oud AREI 272 en 273
6. Brandrisico<br />
nvt OK NOK prior wetgeving<br />
<strong>Preventie</strong>maatregelen ARAB art. 52<br />
Er bevindt zich geen opslag van brandbaar materiaal<br />
(papier, karton, hout) in de stookplaats<br />
De vuilbakken zijn vervaardigd uit moeilijk ontbrandbaar<br />
of zelfdovend materiaal.<br />
De papierbakken worden dagelijks geledigd<br />
De elektrische apparaten worden uitgeschakeld bij<br />
langdurige periode van niet-gebruik<br />
Normale uitgangen én nooduitgangen zijn vrij<br />
Indien het gebouw uitgerust is met brandwerende<br />
deuren (die deuren zijn aangeduid met het teken " RF" +<br />
gevolgd door een getal"), zijn deze steeds gesloten of<br />
ze worden opengehouden door een systeem dat bij<br />
brandalarm het automatisch sluiten van de deuren<br />
toelaat<br />
De nooduitgangen kunnen ter allertijde gemakkelijk<br />
geopend worden<br />
De deuren van de nooduitgang draaien open in de<br />
richting van de uitgang<br />
De gas- en de verwarmingsinstallatie worden jaarlijks<br />
gecontroleerd en de verslagen zijn beschikbaar<br />
De veiligheidsborden voor de aanduiding van de<br />
uitgangen, de nooduitgangen, het<br />
brandbestrijdingsmateriaal zijn correct aangebracht<br />
Informatie en instructies over de noodmaatregelen zijn<br />
beschibaar<br />
Noodverlichting aanwezig + getest<br />
Detectiesysteem aanwezig + getest en periodieke<br />
controle<br />
De waarschuwings- en de communicatiemiddelen<br />
Telefoon, of andere waarschuwingmiddelen aanwezig<br />
Evacuatiesignaal + regelmatig uitgetest en periodieke<br />
controle<br />
De richtlijnen bij brand<br />
Noodplan bevat<br />
- Richtlijnen over waarschuwing en communicatie<br />
- Inhoud evacuatieoefeningen en richtlijnen over eerste<br />
interventie<br />
- Richtlijnen over gebruik eerste hulpmiddelen<br />
ARAB art.<br />
52.5.9<br />
ARAB<br />
art.52.5.9<br />
ARAB<br />
art.52.5.11<br />
ARAB<br />
art.52.11<br />
ARAB<br />
art.52.12
6. Brandrisico<br />
De instructies in geval van brand zijn uitgehangen en<br />
goed bekend en begrepen - vraag het personeel of ze<br />
weten wat ze moeten doen bij brand en niet of ze de<br />
instructies kennen<br />
Evacuatie<br />
Afspraken met andere bewoners gebouw ivm<br />
evacuatieprocedure en -oefening<br />
Elk jaar wordt een evacuatieoefening georganiseerd<br />
Brandbestrijdingsmateriaal<br />
Brandblusapparaten zijn in voldoende aantal aanwezig,<br />
minimum twee per verdieping, bij voorkeur in de gang<br />
op een gemakkelijk bereikbare plaats<br />
Er is een brandblusapparaat (poederblusser ABC of<br />
schuimblusser) in het lokaal waar documenten of papier<br />
opgeslagen wordt en CO2 blusser in de buurt van<br />
elektrische toestellen, PC, kopieer-, fax-apparaat<br />
Het brandbestrijdingsmateriaal wordt periodiek<br />
gecontroleerd en de uitvoering van de controles wordt<br />
bijgehouden<br />
richtlijnen<br />
assuralia
7. Hygiëne, netheid, afval<br />
nvt OK NOK prior wetgeving<br />
De werkruimtes en bijbehorende lokalen worden goed<br />
onderhouden en regelmatig gereinigd<br />
Glazen oppervlakken worden gereinigd en doorzichtig<br />
gehouden<br />
De ramen buiten (verdiepingen) worden gereinigd door<br />
gespecialiseerde firma die alle veiligheidsregels in acht<br />
neemt<br />
Onderhoudsschema voor de verschillende ruimtes<br />
(kantoren, gangen, vergaderzalen, toiletten,<br />
binnenramen, buitenramen, …)<br />
Zijn er controlelijsten voor onderhoud van de<br />
verschillende lokalen (toiletten, eetgelegenheid, ...)?<br />
Wordt het onderhoud toevertrouwd aan een externe<br />
organisatie? Zijn de onderhoudsschema's opgenomen in<br />
het onderhoudscontract?<br />
Voor afval worden recipiënten voorzien die dagelijks<br />
ARAB art. 69<br />
geledigd worden<br />
Kapotte buislampen, verf, inkt, toner en lijmresten zijn<br />
klein gevaarlijk afval (KGA) en worden apart verzameld<br />
en verwijderd naar KGA-depot<br />
ARAB art. 69<br />
Gescheiden inzameling van papier, glas, GFT en<br />
restafval
8. Veilig gedrag van de werknemers<br />
Werknemers dragen documenten en voorwerpen zodat<br />
het evenwicht niet in gevaar wordt gebracht of het zicht<br />
niet wordt belemmerd<br />
Lopen in gangen en trappen wordt vermeden<br />
Documenten worden niet gelezen terwijl men zich naar<br />
een collega begeeft<br />
Men leunt niet tegen deuren die kunnen geopend<br />
worden, men bevindt zich niet in geopende deuren of<br />
men plaatst de handen niet op de deurlijst (tocht kan<br />
een deur doen dicht slaan en vingers kneuzen)<br />
Messen en scharen worden enkel gebruikt om te<br />
knippen, te snijden<br />
De stoelen worden in normale positie gebruikt (alle<br />
poten op de grond!)<br />
Hoog opstapelen van voorwerpen wordt vermeden<br />
Volgen van interne afspraken, zoals:<br />
Respect rookverbod en gebruik rookkamer<br />
Klasseren van documenten na gebruik<br />
Gebruik van de refter<br />
Andere: …..<br />
nvt OK NOK prior wetgeving
9. Stress, psychosociale belasting, pesten op het werk<br />
nvt OK NOK prior wetgeving<br />
CAO 72 van<br />
30/03/1999:<br />
voorkoming van<br />
Er bestaat een duidelijke functiebeschrijving voor elk<br />
stress (KB<br />
personeelslid<br />
De toegang tot gemeenschappelijke documenten is<br />
praktisch en duidelijk<br />
De organisatie van de documenten en het klassement is<br />
praktisch voor iedereen<br />
Het gebruikte materieel is in goede staat, goed<br />
onderhouden<br />
De hulpmiddelen werken<br />
Indien een personeelslid afwezig is, bestaan er<br />
afspraken om het werk over te nemen<br />
Iedereen heeft zelf een impact op zijn tempo,<br />
organisatie, volgorde van het eigen werk<br />
De vooropgestelde planning kan in werkelijkheid<br />
gehaald worden<br />
1/06/1999)<br />
Iedereen kan zijn werk op het gestelde uur beëindigen<br />
Bij introductie van nieuw materiaal, nieuwe software<br />
wordt er een opleiding voorzien<br />
Er worden duidelijke doelstellingen vastgelegd en<br />
beoordelingscriteria. Is daarover een regelmatig<br />
evaluatiegesprek?<br />
Er hebben regelmatig werkvergaderingen plaats<br />
Pesten op het werk<br />
De procedure voor behandeling van klachten ivm pesten<br />
op het werk is opgenomen in het arbeidsreglement en<br />
bekend bij elk personeelslid (ook nieuwe werknemers en<br />
uitzendkrachten)<br />
De naam van de preventieadviseur psycho-sociale<br />
belasting (en eventueel van de vertrouwenspersoon) is<br />
bekend. Deze persoon is bereikbaar voor alle<br />
werknemers<br />
De vertrouwenspersoon (ongewenst sexueel gedrag -<br />
KB van 18/09/1992) is gekend en gemakkelijk<br />
bereikbaar<br />
Er bestaan instructies wat betreft geweld in de<br />
onderneming, veroorzaakt door een bezoeker, een klant<br />
Er is iemand aangeduid voor het opvangen van<br />
slachtoffers van gewelddaden<br />
Codex, Titel VIII,<br />
Hoofdstuk VI,<br />
afdeling V, art. 8 +<br />
omzendbrief<br />
11/07/2002<br />
Codex, Titel VIII,<br />
Hoofdstuk VI,<br />
afdeling III, art. 6
10. Externe verplaatsingen<br />
Worden de afspraken gepland, zodat geen overhaaste<br />
verplaatsingen nodig zijn tussen twee afspraken?<br />
De nodige documenten zijn voorbereid en liggen klaar<br />
voor het vertrek<br />
Het traject wordt op voorhand bekeken en niet op het<br />
laatste ogenblik in de wagen<br />
Het voertuig wordt goed onderhouden en is in goede<br />
staat (EHBO-doos, signalisatievest, brandblusser,<br />
gevarendriehoek)<br />
Indien een GSM voorzien is wordt deze gebruikt met een<br />
'hands free' installatie (vergeet niet dat men dan meer<br />
verstrooid is)<br />
De verkeerswetgeving wordt gerespecteerd<br />
(overtredingen)<br />
Indien een afspraak niet kan gehaald worden of men te<br />
laat zal zijn, wordt dit telefonisch gemeld aan de<br />
bestemmeling. Zo rijdt men niet gestresseerd en kalmer<br />
Bij maaltijden buitenuit wordt alcohol vermeden<br />
Uitzendconsulenten die regelmatig uitzendkrachten met<br />
de wagen (van of geleasd door het uitzendbureau)<br />
vervoeren hebben een rijgeschiktheidsattest<br />
Werknemers die op verplaatsing gaan bij klanten of een<br />
'werf' bezoeken dragen de persoonlijke<br />
beschermingsmiddelen die hen door de klant ter<br />
beschikking worden gesteld of beschikken over een<br />
eigen veiligheidsuitrusting (veiligheidsschoenen, helm,<br />
beschermkledij)<br />
nvt OK NOK prior wetgeving
De lijst van de werknemers onderworpen aan<br />
gezondheidstoezicht is beschikbaar<br />
11. Gezondheidstoezicht van de werknemers<br />
De gezondheidsbeoordeling van de werknemer die een<br />
beeldscherm gebruikt vindt plaats<br />
De gezondheidsbeoordeling van de werknemer die<br />
jonger is dan 18 jaar en eerste tewerkstelling vindt<br />
plaats<br />
De gezondheidsbeoordeling van stagiairs vindt plaats<br />
Maatregelen worden genomen voor zwangere of<br />
zogende werkneemsters: verbod om lasten te dragen,<br />
geen bezoek aan onderneming met biologisch risico<br />
nvt OK NOK prior wetgeving<br />
Codex, Titel I,<br />
Hoofdstuk IV,<br />
afdeling 3, artikel<br />
6<br />
Codex, Titel VI,<br />
Hoofdstuk II,<br />
Afdeling 1<br />
beeldschermwer<br />
k artikel 7<br />
Codex, Titel VIII,<br />
Hoofdstuk II, art.<br />
12<br />
Codex, Titel VIII,<br />
Hoofdstuk II<br />
Codex, Titel VIII,<br />
Hoofdstuk 1,<br />
artikel 7 +<br />
Arbeidswet<br />
16/03/1971,<br />
artikels 42 -<br />
43bis
12. Onthaal werknemers<br />
Nieuwe werknemers<br />
Er bestaat een onthaalbrochure<br />
Bijlage: inhoud van een onthaalbrochure<br />
Veiligheid en gezondheid komen aan bod tijdens het<br />
onthaalprogramma<br />
Er is een registratie van het onthaal (wie heeft wanneer het<br />
onthaal verzorgd)<br />
Er is een peterschap<br />
Bijzondere groepen werknemers<br />
Stagiairs<br />
Er is een stagemeester<br />
Er is een contract met de school<br />
Er gebeurde een specifieke risicoanalyse<br />
Het gezondheidstoezicht is georganiseerd<br />
Uitzendkrachten<br />
Er is een werkpostfiche voor de werkposten waarop<br />
uitzendkrachten worden tewerkgesteld<br />
Meer info: website PI www.p-i.be<br />
Er is een registratie van het onthaal (wie heeft wanneer het<br />
onthaal verzorgd)<br />
Er is een peterschap<br />
nvt OK OK prior wetgeving
1. Toegang gebouw<br />
1.1 Bereikbaarheid gebouw<br />
COMMENTAAR<br />
Voor een bedrijf is de bereikbaarheid van haar vestiging(en) van groot belang. De<br />
laatste jaren zijn er dan ook steeds meer bedrijven die werken aan de opmaak van<br />
een bedrijfsvervoerplan. Hierbij staat vooral het promoten van alternatieven voor het<br />
autosolisme centraal.<br />
Daarnaast is echter ook de problematiek van de verkeers(on)veiligheid de laatste<br />
jaren op de agenda van het bedrijfsleven komen te staan, vooral vanwege de eraan<br />
verbonden kost. Verkeersongevallen op weg van en naar het werk vormen immers<br />
10% van alle arbeidsongevallen en maar liefst 45% van alle arbeidsongevallen met<br />
dodelijke afloop (cijfers 2001: Steunpunt Verkeersveiligheid). Het woon-werkverkeer<br />
doet de kost van de arbeidsongevallen oplopen: een arbeidsongeval kost gemiddeld<br />
4279 euro, bij een verkeersongeval is dit gemiddeld 9772 euro (cijfers Prevent vzw<br />
van 1997).<br />
Met het inschakelen van veilige vervoersalternatieven zoals openbaar vervoer en<br />
collectief bedrijfsvervoer, of door het werken aan veilige fietsinfrastructuur,<br />
vermindert de kans dat de werknemer betrokken geraakt in een arbeidsongeval in<br />
het woon-werkverkeer. Er wordt, terecht, veel belang gehecht aan de veiligheid op<br />
het werk, maar er wordt zelden of nooit een inspanning geleverd voor de veiligheid<br />
op weg van en naar het werk.<br />
Een ongeval van en naar het werk wordt door de arbeidsongevallenverzekering<br />
beschouwd als een arbeidsongeval en wordt dus als dusdanig verzekerd. Personen<br />
die via eigen vervoer, openbaar vervoer of carpooling naar werk komen zijn<br />
verzekerd.<br />
1.2 Bedrijfsvervoerplan<br />
• Brengt woon-werkverkeer van bedrijf (of groep van bedrijven) in kaart<br />
• Geeft aan welke wijze van verplaatsing beste is uit oogpunt van:<br />
- kostenbesparing<br />
- duur van reistijd<br />
- vermindering van autokilometers<br />
• Welzijn (veiligheid, gezondheid, ...) van werknemers kan daarbij aan bod<br />
komen.<br />
Bedrijven en overheidsdiensten met meer dan 100 werknemers moeten elke drie jaar<br />
een diagnoseverslag woon-werkverplaatsingen van personeel opstellen<br />
(Programmawet 8/04/2003 – (BS 17/04/2003, artikel 161-170):<br />
• Voor elke vestiging van minimum 30 werknemers<br />
• Eerste verslag vóór 30/06/2004<br />
• Wordt medegedeeld aan de ondernemingsraad (of vakbondsafvaardiging)<br />
toelichting – 11/04/2007
• Die binnen 2 maand advies uitbrengt<br />
• Wordt vóór 31 december aan FOD Mobiliteit en Vervoer bezorgd<br />
• FOD Mobiliteit beheert de databank met de resultaten<br />
Diagnoseverslag bevat volgende elementen:<br />
• Organisatie van arbeidstijd<br />
• Indeling werknemers volgens woonplaats<br />
• Bereikbaarheid versus verplaatsingsmogelijkheden (auto, bus…)<br />
• Genomen maatregelen op vlak mobiliteitsbeheer<br />
• Specifieke mobiliteitsproblemen<br />
• Verplaatsingstijd<br />
• Afstand<br />
• Veiligheid bij verplaatsing<br />
• Verplaatsingscomfort<br />
• Verplaatsingskosten<br />
• Verkeersinfrastructuur<br />
Belangrijk is antwoord op volgende vragen:<br />
• In hoeverre zijn werkgever en werknemers goed geïnformeerd over de<br />
verschillende vervoersmogelijkheden?<br />
• In hoeverre is er juist kostenbesef bij werkgever en werknemers m.b.t. de<br />
verschillende vervoermiddelen?<br />
• Welke motieven bepalen keuze van vervoermiddel van werknemers, en wat<br />
zou hen ertoe aanzetten om een verplaatsingswijze te kiezen die veiliger,<br />
gezonder en milieuvriendelijker is?<br />
Meer info:<br />
• Zie technische documentatie PI “wegwerkverkeer”: fiches verkeersveiligheid<br />
en de documenten op de DVD<br />
- Check-list voor de fietser<br />
- Check-list openbaar vervoer<br />
- Check-list voor de bromfietser<br />
- Check-list voor de motorrijder<br />
- Check-list voor de autobestuurder<br />
- 10 tips voor geslaagd carpoolen<br />
- Carsharing of autodelen<br />
- Screening motorrijder<br />
• Carpool: Vlaamse carpoolbank tel. 09/224 31 44<br />
• Website: http://www.taxistop.be<br />
• FOD Mobiliteit: http//www.mobilit.fgov.be<br />
toelichting – 11/04/2007
1.3 Toegankelijkheid gebouwen<br />
Meer info:<br />
De vzw Toegankelijkheidsbureau<br />
Koorstraat 1, 3510 KERMT - tel.: 011/87 41 38 - fax: 011/87 41 39<br />
Noorderlaan 4, 1731 ZELLIK - tel.: 02/465 55 25 - fax: 02/465 55 26<br />
e-mail: info@toegankelijkheidsbureau.be<br />
website: http://www.toegankelijkheidsbureau.be<br />
1.3.1 Ingang<br />
- De toegang is duidelijk zichtbaar en er is een verstaanbare, logische<br />
signalisatie aangebracht<br />
- De bedieningselementen aan de deur staan opgesteld tussen 90 cm en<br />
140 cm. Deurontgrendelingen worden voorzien van geluids- en<br />
lichtsignaal<br />
- Een inkompartij met luifel geeft bescherming tot de deur wordt geopend<br />
- De drempels aan de inkom bedragen niet meer dan 2 cm<br />
- De vrije doorgangsbreedte van de deur is minstens 100 cm<br />
- Glazen deuren krijgen onderaan en op ooghoogte een contrasterende<br />
kleurmarkering<br />
- Manueel bedienbare deuren hebben een lage weerstand en voldoende<br />
vrije ruimte om met een rolstoel te kunnen manoeuvreren<br />
- Matten aan de ingang mogen geen obstakel vormen. Ze hebben korte<br />
haartjes en een antisliponderlaag. Beter nog liggen ze verzonken in de<br />
vloer. In de hal kan een rolstoelgebruiker een draaicirkel van 150 cm<br />
maken<br />
- Er is een duidelijke looproute naar de ontvangst- en vergaderruimte<br />
1.3.2 Parkeerplaatsen en toegangspad<br />
- Als er bij het kantoor geen parkeermogelijkheid is, kan er in samenspraak<br />
met de politie gezocht worden naar een oplossing op het openbaar<br />
domein<br />
- De parkeerplaatsen worden aangeduid met duidelijk gemarkeerde<br />
randen, en een officieel verkeersbord<br />
- De plaatsen zijn minstens 3,50 m breed en 5 m lang (minstens 6 m bij het<br />
achter elkaar parkeren), en liggen liefst op minder dan 25 m van de<br />
ingang van het gebouw<br />
- Aansluitende voetpaden en trottoirafritten zijn goed bereikbaar. De<br />
prefaboplossingen hebben een té hoge hellingsgraad waardoor deze niet<br />
zelfstandig bruikbaar zijn<br />
- Het toegangspad en de parkeerplaats zijn stroef, aaneengesloten, effen<br />
en goed verlicht<br />
- Het toegangspad is minstens 1,50 m breed, bij obstakels minstens 90 cm<br />
en 2,10 m hoog. Drempels zijn niet hoger dan 2 cm. Het pad contrasteert<br />
tactiel en visueel met de omliggende omgeving<br />
toelichting – 11/04/2007
- De dwarshelling van het parkeervak en het toegangspad is kleiner dan<br />
2%<br />
- Niveauverschillen worden opgevangen door een hellingsbaan en een trap<br />
- Als bij een garage een parlofoon is geplaatst, moet deze ook door dove<br />
en slechthorende personen kunnen gebruikt worden (bv. ondersteuning<br />
door tekst).<br />
- Een fietsenstalling voorziet men buiten de looplijn naar de inkom<br />
1.4 Verlichting<br />
• Aanwezigheidsdetectoren<br />
• Minimale verlichting (ARAB artikel 62):<br />
- doorgang: 50 lux<br />
- parking: 20 lux<br />
1.5 Voet- en fietspad<br />
• Goed onderhouden voetpad<br />
• Geen losliggende tegels<br />
• Gesnoeide struiken zodat ze niet over voet- of fietspad hangen<br />
1.6 Toegankelijkheid voor minder-validen<br />
Om de integratie in de maatschappij zo vlot mogelijk te laten verlopen, is het van het<br />
grootste belang dat personen met een handicap ook ingeschakeld worden in het<br />
arbeidsproces.<br />
Werkgevers kunnen o.a. een tegemoetkoming ontvangen van het Vlaams Fonds<br />
voor de Sociale Integratie van Personen met een Handicap als ze een persoon met<br />
een handicap tewerkstellen. Deze ondersteuning bestaat uit een terugbetaling van<br />
de meerkosten voor de aanpassing van de arbeidspost en uit het toegankelijk maken<br />
van de infrastructuur, maar ook uit een eventuele tegemoetkoming voor het<br />
rendementsverlies dat men heeft bij het aanwerven van een persoon met een<br />
beperking.<br />
Bijkomende informatie kan u opvragen op onderstaand adres:<br />
Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met een Handicap (VFSIPH)<br />
Voorlichtingsdienst<br />
Sterrenkundelaan 30<br />
1210 BRUSSEL<br />
tel.: 02/225.85.97<br />
fax: 02/225.84.05 (t.a.v. voorlichtingsdienst)<br />
e-mail: informatie@vlafo.be<br />
toelichting – 11/04/2007
2. Risico’s van de werkpost<br />
2.1 Beeldschermwerkpost<br />
• De bijlage aan Codex,Titel VI, Hoofdstuk II, Afd. I “Beeldschermen” geeft<br />
een uitvoerige omschrijving van de minimumvoorschriften met betrekking tot<br />
beeldschermapparatuur. De checklist behandelt de belangrijkste punten van<br />
deze bijlage zodat aan de minimale wettelijke eisen wordt voldaan<br />
• U kan uw externe dienst PBW informatie vragen en de metingen betreffende<br />
licht en beeldscherm laten uitvoeren<br />
2.1.1 Beeldscherm<br />
- scherm helt (10 à 20°) naar achter<br />
- er zijn geen reflecties<br />
- juiste hoogte van het scherm: blik op hoogte van bovenrand scherm<br />
- minimum 50 cm afstand tussen ogen en scherm<br />
- goed leesbare tekens (lichte achtergrond, donker en goed leesbaar<br />
lettertype)<br />
- scherm wordt gereinigd om reflectie door vetvlekken te vermijden<br />
! Laptop: een laptopsteun wordt gebruikt om het scherm op de goede hoogte in te<br />
stellen samen met een toetsenbord en een muis los van de laptop<br />
2.1.2 Toetsenbord<br />
2.1.3 Muis<br />
- los van het scherm, licht hellend en niet te hoog<br />
- voldoende plaats om de handen en de armen te laten rusten<br />
(geen toetsenbord op rand van het werkvlak)<br />
- lichte en constante toetsaanslag<br />
- de grootte van de muis is aangepast aan de hand<br />
- de muis is zo plat mogelijk<br />
- de muis wordt in de nabijheid van het toetsenbord geplaatst<br />
- er is voldoende plaats voorzien om de muis te kunnen verplaatsen<br />
- bij het gebruiken van de muis wordt de gehele onderarm bewogen en niet<br />
alleen de pols<br />
- de «sneltoets»-functies (short cuts) worden gebruikt in plaats van «muis»functies<br />
- gebruik een degelijke muismat<br />
toelichting – 11/04/2007
2.1.4 Werktafel en –blad<br />
- het werkblad komt ongeveer ter hoogte van de ellebogen wanneer de<br />
armen loshangen<br />
- er is voldoende ruimte om alles (documenten, materiaal) binnen<br />
handbereik te hebben<br />
- de armen rusten in een hoek van 90° op het werkblad<br />
2.1.5 Bureaustoel<br />
- is regelbaar, wat hoogte zitoppervlak, armsteunen en rugleuning betreft<br />
- is voorzien van 5 wieltjes, om zich gemakkelijker te kunnen verplaatsen<br />
en natuurlijk te bewegen<br />
- steunt de rug (de rugleuning moet het onderste deel van de rug<br />
ondersteunen en voldoende druk geven door goed aan te sluiten bij de<br />
rug)<br />
- is een dynamische stoel (het zitvlak kantelt naar voren en naar achteren<br />
volgens de taak)<br />
Hoogte van de zitting<br />
- de hoogte is zo ingesteld dat de hoek gevormd tussen dij en been 90° is<br />
en dat de ellebogen ongeveer ter hoogte van het werkblad komen<br />
- bij het zitten kunnen de handen onder de dijen glijden zonder dat er een<br />
te hoge druk is<br />
- de voeten raken de grond horizontaal (indien niet: voetensteun gebruiken)<br />
Hoogte rugleuning<br />
- in hoogte verstelbaar in functie van zitoppervlak<br />
- convex/bol in de lendenstreek<br />
- verstelbaar<br />
Weerstand van de rugleuning (synchroon mechanisme – dynamische stoel)<br />
- de druk van de rugleuning mag niet te groot zijn<br />
- de voeten steunen stevig op de grond<br />
2.1.6 Zitdiepte<br />
- de rugleuning duwt goed tegen de rug<br />
Armsteunen (indien aanwezig)<br />
- instelbaar in hoogte, breedte en diepte<br />
- gemakkelijke toegang tot werkblad<br />
- voorarmen op armsteunen plaatsen<br />
toelichting – 11/04/2007
2.2 Kantoor<br />
ARAB, artikel. 56: De werklokalen moeten ten minste 2,5 m hoog zijn. Iedere<br />
werknemer moet over een werkelijke ruimte van 10m³ en een vrije oppervlak van 2m²<br />
beschikken. De afmetingen van het vrije, ongemeubileerd oppervlakte van de<br />
werkpost moet zodanig worden berekend dat het personeel bij zijn taakuitoefening<br />
over voldoende bewegingsruimte beschikt. Indien om redenen die specifiek zijn voor<br />
de werkpost, niet aan deze eisen kan worden voldaan, moet de werknemer op een<br />
andere plaats dicht bij zijn werkpost over voldoende vrije ruimte kunnen beschikken.<br />
Verlichting (ARAB artikel 59 tot 63bis)<br />
Minimumverlichting bedraagt voor:<br />
- doorgangen 50 lux<br />
- kantoren 300 lux/500 lux (permanent typewerk)<br />
De temperatuur bedraagt minimum 20° Celsius in de winter en maximum 26° Celsius<br />
in de zomer (ARAB artikel 64)<br />
De vensters hebben afscherming tegen direct invallend licht (ARAB artikel 68:<br />
zonnestraling)<br />
Kunstmatige luchtverversing (ARAB artikel 58): geen hinderlijke luchtstromingen<br />
(richtwaarde 0,5 m/sec) noch tocht en een relatieve luchtvochtigheid van 40 tot 70%<br />
wordt aangehouden.<br />
Opgelet:<br />
- onvoldoende luchtverversing kan leiden tot een hogere concentratie<br />
koolstofdioxide met hoofdpijn en misselijkheid tot gevolg<br />
- de lucht mag ook niet te droog zijn (droge ogen, contactlensdragers zijn<br />
er gevoelig voor)<br />
Lawaai: een kantoor kan lawaaierig zijn door geluid van printers, fotokopieermachine,<br />
rinkelende telefoons, pratende collega’s, ... maar ook door lawaai van buitenaf bv.<br />
druk verkeer.<br />
3. De inrichting van de arbeidsplaats<br />
3.1 Doorgangen<br />
- - Noodverlichting (ARAB artikel 63bis)<br />
3.2 Trappen (ARAB artikel 43)<br />
- Stevige leuning op minimum 0,75 m<br />
- Optrede tussen 14 en 20 cm (ideaal 17 cm)<br />
- Aantrede tussen 26 en 32 cm (ideaal 29 cm)<br />
- Bruikbare breedte: minimum 82 cm<br />
- Treden in goede staat<br />
toelichting – 11/04/2007
- Verlichting: 50 lux (ARAB artikel 62)<br />
3.3 Deuren<br />
Brandwerende deuren<br />
3.4 Liften (KB 9/03/2003 (BS 30/04/2003))<br />
De beheerder van het gebouw moet de lift laten onderhouden, volgens de instructies<br />
en minimaal tweemaal per jaar moet een preventief onderhoud plaats vinden.<br />
De beheerder laat een preventieve inspectie uitvoeren door een erkende Externe<br />
Dienst voor Technische Controle (EDTC):<br />
• Jaarlijks indien het preventief onderhoud van de lift gebeurt door een<br />
gecertificeerd onderhoudsbedrijf<br />
• Om de drie maanden in de andere gevallen<br />
Het EDTC stelt een verslag op met de termijnen waarbinnen ernstige gevaren<br />
moeten verholpen worden.<br />
De beheerder houdt een veiligheidsdossier bij dat het volgende bevat:<br />
• Verslagen van de risicoanalyses<br />
• Modernisatieprogramma’s<br />
• Registratie preventief onderhoud<br />
• Verslagen inspecties EDTC<br />
Speciale gevallen:<br />
Uw kantoor bevindt zich in een gebouw met verdiepingen, waar nog andere<br />
bewoners en/of ondernemingen gevestigd zijn.<br />
1. Uw lokalen bevinden zich op éénzelfde verdieping: alle verplichtingen zijn<br />
ten laste van de beheerder<br />
2. Uw lokalen bezetten meer dan één verdieping (gelijkvloers en kelder): indien<br />
de lift uw beide verdiepingen bedient moet u een bewijs hebben dat de lift<br />
gecontroleerd wordt<br />
Indien in hetzelfde gebouw zich verschillende ondernemingen bevinden en in<br />
hetzelfde geval bv. 2 verdiepingen voor 2 ondernemingen stelt zich de vraag wie<br />
instaat voor de uiteindelijke uitvoering en de onkosten.<br />
In het contract dat met de beheerder is afgesloten moet de verbintenis worden<br />
opgenomen dat u een kopie krijgt van elke risicoanalyse en van elk verslag van de<br />
inspecties door de EDTC.<br />
De kosten worden dan verdeeld over de ondernemingen die zich in het gebouw<br />
bevinden.<br />
De lijst van de externe diensten (EDTC) die de periodieke inspecties mogen<br />
uitvoeren zijn opgenomen op de website van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid,en<br />
Sociaal Overleg (WASO)<br />
http://www.werk.belgie.be/moduleTab.aspx?id=556&idM=237<br />
toelichting – 11/04/2007
Asbestinventaris (Codex Welzijn op het werk, Titel V, Hoofdstuk IV): de werkgever<br />
maakt een inventaris op van alle asbest en asbesthoudende materialen voor alle<br />
ruimtes die toegankelijk zijn voor de werknemers.<br />
4. Bijzondere ruimtes<br />
4.1 EHBO-voorzieningen<br />
Eerste hulp instructies, verplichtingen werkgever, inhoud EHBO-koffer en lijst van de<br />
erkende instellingen voor het organiseren van cursussen voor eerste hulpverlener,<br />
zie website PI (zoek op “EHBO”)<br />
Meer info:<br />
Zie DVD “Technische documentatie PI”<br />
- Eersthulpboekje<br />
- Check-list uitzendconsulent(e)<br />
- Check-list uitzendkracht<br />
- Signalisatie<br />
- Verplichtingen werkgever<br />
- Inhoud EHBO-koffer<br />
- Cursus hulpverlener: lijst instellingen<br />
4.2 Sanitaire ruimtes<br />
Verlichting (ARAB artikel 59 tot 63bis)<br />
Minimumverlichting voor:<br />
- doorgang 50 lux<br />
ARAB artikel 73 tot 103<br />
- Bergplaats voor kleding<br />
- Refter<br />
- Verpozingslokaal<br />
- Toiletten<br />
- Drank<br />
- Onderhoud<br />
ARAB artikel. 69 (zindelijkheid)<br />
4.3 Kopie, verzending, archief<br />
4.3.1 Opstelling van kopieermachines en printers<br />
• Kopieermachines, printers en faxapparaten bevinden zich het best in een<br />
afzonderlijk lokaal om de werknemers af te schermen van geluidshinder,<br />
warmteproductie en ozonproductie<br />
• Dit lokaal wordt goed verlucht<br />
• Nieuwe apparaten dragen een CE-markering<br />
• Recente kopieermachines en printers hebben een ozonfilter<br />
toelichting – 11/04/2007
• De machines worden geïnstalleerd volgens de instructies van de leverancier<br />
of de fabrikant<br />
• Omwille van brandveiligheid wordt de hoeveelheid papier beperkt gehouden<br />
• Om het papier aan te vullen, moet er voldoende beweegruimte aanwezig<br />
zijn. Dit voorkomt ergonomisch ongemak<br />
4.3.2 Correct gebruik van kopieermachines en printers<br />
• De aanwijzingen op de veiligheidskaart van de fabrikanten worden<br />
gerespecteerd bij het wisselen van het druklint en de inkt<br />
• Bij het vullen van de inktpatronen worden het best handschoenen gedragen<br />
• Als er poeder van de toner gemorst wordt, moet dit onmiddellijk verwijderd<br />
worden met een natte doek om te vermijden dat het poeder zich in de lucht<br />
verspreidt.<br />
• De werkgever zorgt dat de gebruiksaanwijzing of de instructie beschikbaar is<br />
in de taal van de gebruiker.<br />
4.3.3 Hanteren van lasten<br />
In een kantooromgeving moet o.a. de post verdeeld en de papiervoorraad van<br />
printers, kopieeraaparaten aangevuld worden.<br />
• In verband met de voorkoming van manueel hanteren van lasten moet de<br />
werkgever:<br />
- passende organisatorische maatregelen nemen<br />
- passende middelen gebruiken of die middelen aan de werknemers<br />
bezorgen, bv. transportkarren, om te voorkomen dat de werknemers<br />
lasten manueel moeten hanteren<br />
• Transportkarretjes helpen de werknemers bij het hanteren van de papieren<br />
lasten<br />
• Voorzie voldoende ruimte zodat de werknemers een correcte houding<br />
kunnen aannemen om bijvoorbeeld het papier aan te vullen<br />
• De werkgever zorgt voor opleiding en informatie van de werknemers i.v.m.:<br />
- tilmethodes<br />
- gewicht<br />
- zwaartikelepunt<br />
- risico’s die zij lopen ten gevolge van hun fysieke conditie, verkeerde<br />
houding, schoeisel, onvoldoende kennis of opleiding<br />
4.4 Opslagruimte<br />
• In een opslagruimte kan zich papier (archieven), kledij, promotiemateriaal en<br />
chemische producten (reinigingsmateriaal en toners) bevinden<br />
• Er zijn verschillende risico’s aanwezig: zoals brand, chemische, manueel<br />
hanteren van lasten en vallen van voorwerpen<br />
• De rekken of kasten moeten stevig zijn<br />
• De legplanken mogen niet overladen worden<br />
• Chemische producten bevinden zich met een correcte etikettering in<br />
afgesloten kasten<br />
toelichting – 11/04/2007
• Er zijn trapladders en opstapkrukken aanwezig, zodat elk niveau bereikt kan<br />
worden<br />
• Er zijn aangepaste brandblusapparaten aanwezig. In lokalen waar zich veel<br />
papier bevindt, gebruikt men het best een poederblusser brandklasse ABC<br />
of een schuimblusser<br />
• Er mag geen materiaal op de vloer of in de doorgangen liggen.<br />
• Er moet voldoende verlichting aanwezig zijn. Voor magazijnen is een<br />
geringe waarneming voldoende: 100 lux.<br />
4.5 Rookbeleid<br />
Rookverbod op werkplaats, o.a. rookkamer (KB 19/01/2005) en rookverbod in<br />
openbare plaatsen (KB 13/12/2005).<br />
De binnenruimte van het gebouw moet steeds vrij blijven van tabaksrook.<br />
• Asbakken geplaatst in een ingangsnis of aan een buitendeur waardoor de<br />
inkomhal of een gang in de rook worden gezet, kan dus niet. Dat geldt ook<br />
voor de toegang tot publieke gebouwen (ziekenhuizen, administraties …)<br />
• In de inkomhal van die gebouwen mogen geen rookslierten terechtkomen,<br />
noch van bezoekers noch van personeel, die voor de ingang staan te roken<br />
• Uit het KB volgt dat een rookzone bij een ingang op een zodanige afstand<br />
moet geplaatst worden dat de ingang gevrijwaard blijft van rook.<br />
Uitdoofasbakken in het sas van een ingang kunnen ook niet<br />
Rookkamer (KB 19/01/2005 artikel. 5)<br />
• De rookkamer wordt afdoende verlucht zodat geen rook in de andere<br />
ruimtes kan komen<br />
• De toegang tot de rookkamer tijdens de werkuren is vastgelegd<br />
- uren, tijdens pauzes? ..<br />
- de regeling geeft geen ongelijke behandeling tussen rokers en niet-rokers<br />
- Comité PBW heeft voorafgaand advies uitgebracht over de regeling<br />
5. Apparaten, machines, elektrische risico’s<br />
5.1 Stopcontacten, verlengdraden<br />
• De stekkers en de draden van de apparaten zijn in goede staat, dwz.<br />
ongeschonden. De contactdozen zijn correct en stevig bevestigd in de muur<br />
en onbeschadigd<br />
• De contactdozen zijn voorzien van een schakelaar<br />
• De elektrische verlengdraden zijn onbeschadigd<br />
toelichting – 11/04/2007
5.2 Overbelasting van de stopcontacten<br />
• Het is verboden domino’s te gebruiken. Men moet een verlengdraad met<br />
verdeeldoos gebruiken, die idealiter uitgerust is met een schakelaar.<br />
• Indien een zekering (automatische zekering) afspringt, moet altijd nagegaan<br />
worden of er een overbelasting van het circuit is of te veel apparaten op<br />
hetzelfde circuit. In dat geval schakelt u aan op een ander stopcontact. Blijft<br />
het probleem zich voordoen omdat u op hetzelfde net zit, of er is een defect<br />
toestel, contacteer dan een elektricien.<br />
In de winter zal dit probleem zich meer voordoen, indien men bijkomende<br />
elektrische verwarmingvuurtjes gebruikt<br />
5.3 Elektriciteitskast<br />
• De elektrische kasten worden dicht gehouden<br />
• De elektrische kasten zijn voorzien van een pictogram, spanningsaanduiding<br />
enz<br />
• Wijzigingen aan de elektrische installatie worden uitgevoerd door een<br />
gekwalificeerd elektricien.<br />
5.4 Elektrische toestellen<br />
• Beschadigde en defecte toestellen worden onmiddellijk afgekoppeld en naar<br />
de herstelling gebracht of afgevoerd<br />
• De toestellen worden hersteld door een gekwalificeerd elektricien<br />
• Er is een procedure om de onderhoudsdienst op te roepen bij<br />
elektriciteitspanne, stroomonderbreking, defecte lamp, beschadigde draad,<br />
losgekomen contactdoos, enz.<br />
• Dragen de elektrische toestellen het CE-merk en is er een<br />
gebruiksaanwijzing of instructie beschikbaar in de taal van de gebruiker?<br />
(Codex, Titel VI, Hoofdstuk I, algemene bepalingen)<br />
• Zijn de elektrische toestellen geïnstalleerd volgens de instructies van de<br />
leverancier of de fabrikant?<br />
5.5 Statische elektriciteit<br />
De energie bij statische elektriciteit is uiterst klein, maar het potentiaalverschil kan<br />
heel erg hoog zijn.<br />
In kantooromgevingen is er absoluut geen gevaar voor de veiligheid. Maar het is<br />
uiterst vervelend als u een voorwerp aanraakt en een pijnscheut voelt. Door het<br />
terugtrekken, zou u wel eens uw arm ergens tegenaan kunnen slaan.<br />
In kantoorruimtes houdt men het best de luchtvochtigheid in de gaten. Door de<br />
aanwezigheid van tapijt worden mensen constant ‘opgeladen. Het is slechts in droge<br />
omstandigheden dat er overslag is (geleiding is dan beter).<br />
toelichting – 11/04/2007
5.6 Elektrische installatie<br />
Periodieke controles van de elektrische installatie door een erkend organisme.<br />
AREI, artikel 271: elke laagspanningsinstallatie moet om de vijf jaar aan een controle<br />
onderworpen worden hetzij door een erkend organisme, hetzij door de overheid<br />
hiervoor bevoegd of ermee belast<br />
AREI, artikel 272: elke hoogspanningsinstallatie moet om het jaar aan een controle<br />
onderworpen worden hetzij door een erkend organisme, hetzij door de overheid<br />
hiervoor bevoegd of ermee belast<br />
Lijst van de erkende organismen voor de controle van elektrische installaties, zie<br />
website PI http://www.p-i.be/p/list-02 of via homepage NaviCode “LIST”<br />
6. Brandrisico<br />
6.1 Verplichtingen werkgever: samenvatting<br />
• Afsluiten brandverzekering voor gebouwen en machines (roerende en<br />
onroerende goederen)<br />
• Zorgen voor brandbestrijdingsmiddelen in de gebouwen: blusapparaten en<br />
haspels<br />
• Aanduiden en verlichten vluchtwegen en nooduitgangen<br />
• Vastleggen meldingsprocedure<br />
• Zorgen voor evacuatiealarm<br />
• Opstellen evacuatieplan/interventieplan<br />
• Personeel informeren over evacuatieplan /interventieplan<br />
• Personeel jaarlijks laten oefenen met de brandbestrijdingsmiddelen<br />
• Jaarlijks evacuatie-oefening houden<br />
6.2 Bouwvoorschriften<br />
ARAB, artikel 52.5.12<br />
De deuren van de nooduitgangen moeten in de richting van de uitgang draaien. Zij<br />
mogen niet op zodanige wijze vergrendeld worden dat zij niet gemakkelijk en<br />
onmiddellijk kunnen worden geopend door iedereen die ze in geval van nood zou<br />
moeten gebruiken. Schuif- en draaideuren mogen niet als deuren van nooduitgangen<br />
gebruikt worden.<br />
ARAB, artikel 52.5.13<br />
De deuren in de uitgangswegen die twee uitgangen verbinden moeten in beide<br />
richtingen opendraaien.<br />
ARAB, artikel 52.5.16<br />
Elke deur met automatische sluitinrichting die niet gemakkelijk met de hand kan<br />
geopend worden, moet uitgerust zijn met een inrichting die zodanig werkt dat,<br />
wanneer de energiebron die de deur in werking stelt wegvalt de deur automatisch<br />
opendraait en de totale breedte van de deuropening vrijmaakt. Het gebruik van<br />
toelichting – 11/04/2007
automatische schuifdeuren is slechts toegelaten voor de uitgangen die rechtstreeks<br />
buiten uitgeven.<br />
6.3 Waarschuwings- en alarmmiddelen<br />
ARAB, artikel 52.10<br />
De werkgever moet waarschuwings- en alarmmiddelen aanbrengen:<br />
1. als hij tenminste 50 werknemers tewerkstelt in éénzelfde gebouw of in<br />
verscheidene naburige gebouwen die een geheel vormen<br />
2. als het gebouw of een gedeelte van het gebouw dat hij bezet een lokaal van<br />
de eerste groep(*) omvat<br />
3. als hij verscheidene verdiepingen van een gebouw bezet.<br />
Onder waarschuwing moet verstaan worden de inlichting gegeven aan bepaalde<br />
personen van het bestaan van het begin van brand of van gevaar.<br />
Onder alarm moet verstaan worden de verwittiging gegeven aan het geheel van de<br />
personen die in een bepaalde plaats verblijven om deze plaats te ontruimen.<br />
(*) Een lokaal van groep 1 wordt gedefinieerd in het ARAB artikel 52 punt 2.1: het<br />
betreft de opslag van ontvlambare producten en gassen en winkels en<br />
grootwarenhuizen.<br />
6.4 Informatie personeel<br />
ARAB, artikel 52.12<br />
Informatie van het personeel: onderrichtingen in voldoende aantal aangeplakt op<br />
zichtbare plaatsen die gemakkelijk te bereiken zijn, lichten het personeel in over de<br />
gedragslijn die moet gevolgd worden in geval van brand, onder meer wat betreft:<br />
1. Waarschuwing van de directie van de aangestelden voor de brandbestrijding<br />
2. Waarschuwing van de bevoegde brandweer<br />
3. De schikkingen die moeten getroffen worden om het alarm te geven<br />
4. De schikkingen die moeten getroffen worden om de veiligheid of de<br />
ontruiming van de personen te waarborgen<br />
5. Het aanwenden van de middelen voor brandbestrijding die beschikbaar zijn<br />
in de inrichting<br />
6. De te nemen beschikkingen om het optreden van de bevoegde brandweer<br />
te vergemakkelijken<br />
ARAB, artikel 52.5.11<br />
De plaats van elke uitgang en van elke nooduitgang, evenals de richting van de<br />
wegen, doorlopen en trappen die naar deze uitgangen leiden, worden aangeduid<br />
door de reddingsborden die voldoen aan de bepalingen betreffende de veiligheids-<br />
en gezondheidssignalering op het werk.<br />
toelichting – 11/04/2007
6.5 Brandbestrijdingsmaterieel<br />
ARAB, artikel 52.9.1<br />
De werkgever moet een uitrusting aanbrengen die voldoende is en aangepast aan de<br />
omstandigheden om brand te bestrijden.<br />
Voor de vaststelling van die uitrusting raadpleegt hij de bevoegde brandweer.<br />
ARAB, artikel 52.9.2<br />
Het brandbestrijdingsmaterieel moet in goede staat van onderhoud verkeren,<br />
beschermd zijn tegen vorst, gemakkelijk bereikbaar, oordeelkundig verdeeld en<br />
doelmatig gesignaleerd. Het moet onmiddellijk in werking kunnen gebracht worden.<br />
ARAB, artikel 52.11<br />
Periodieke controle. Het materieel voor brandbestrijding, detectie en alarm alsmede<br />
de elektrische installatie, de gas- en de verwarmingsinstallaties moeten geregeld<br />
door de werkgever, zijn aangestelde of zijn afgevaardigde onderzocht worden. De<br />
data van deze onderzoekingen en de vaststellingen die tijdens deze onderzoekingen<br />
gedaan worden, worden in een notitieboekje ingeschreven, dat ter beschikking van<br />
de burgemeester en van de bevoegde ambtenaar gehouden wordt.<br />
Assuralia, de beroepsvereniging der verzekeringsondernemingen, heeft voorschriften<br />
opgesteld:<br />
• Het vereiste aantal bluseenheden is een bluseenheid per 150 m² te<br />
beschermen oppervlakte, met een minimum van 2 bluseenheden per<br />
constructieniveau<br />
• De beveiliging wordt versterkt voor de gevaarlijke zones volgens de<br />
specificaties van de verzekeraar<br />
• Een bluseenheid is het blusvermogen van een brandblusapparaat in functie<br />
van het soort brand dat moet geblust worden<br />
- Een CO2 brandblusapparaat = ½ bluseenheid<br />
- Een blusapparaat met poeder of verstoven water van 6 kg = 1<br />
bluseenheid<br />
- Een blusapparaat met poeder of verstoven water van 9 kg = 1 ½<br />
bluseenheid<br />
6.6 Evacuatieoefeningen<br />
ARAB, artikel 52.10.6 laatste alinea<br />
Waarschuwings-, alarm- en ontruimingsoefeningen moeten ten minste eenmaal per<br />
jaar georganiseerd worden.<br />
Elke onderneming dient minimum 1x per jaar een evacuatieoefening te organiseren.<br />
toelichting – 11/04/2007
6.7 Wat is evacueren?<br />
Op een teken of bevel verlaat men onmiddellijk de ruimte en gaat men op een snelle<br />
en veilige manier naar een verzamelplaats.<br />
Interventieplan:<br />
1. De plannen van de gebouwen (ligging, inplanting, niveaus) aangevuld met<br />
de genormaliseerde veiligheidssignalisatie<br />
2. De technische plannen met de watervoorzieningen, gasleidingen,<br />
elektrische installaties onder hoogspanning en laagspanning<br />
3. De lijst van de brandbare stoffen en de calorische belasting die ze<br />
vertegenwoordigen<br />
4. De beschrijving van alle mogelijke gevaren voortkomend hetzij van de<br />
stoffen, hetzij van de bestaande infrastructuren<br />
5. De opsomming en opsporing van de actieve (die een menselijke<br />
tussenkomst vereisen) en passieve (volledig geautomatiseerde)<br />
veiligheidsmaatregelen die in het kader van de brandpreventie ingevoerd<br />
werden.<br />
6. De interne instructies betreffende de samenwerking met de regionale<br />
brandweerdienst<br />
7. De veiligheidssteekkaartikelen van de voornaamste gevaarlijke producten.<br />
Evacuatieprocedure:<br />
Beschrijving van de verschillende fasen:<br />
• De melding<br />
• De waarschuwing<br />
• Het alarm<br />
• De evacuatie:<br />
- uitgangswegen: aantal reglementair bepaald, bouwkundige voorschriften,<br />
vrijhouden, open houden van deuren en poorten<br />
- evacuatiemiddelen: brandladder, glijbaan<br />
- signalisatie: uitgangen en nooduitgangen, brandbestrijdingsmiddelen<br />
- veiligheidsverlichting<br />
- de controle en het onthaal van de brandweerlieden<br />
• Organisatie van de eerste evacuatie-oefening<br />
• Analyse van de resultaten<br />
• Voorbereiding van de volgende oefeningen<br />
De evacuatie kan onderverdeeld worden in vijf stappen:<br />
1. Waarschuwing: het ontdekken van elke brand wordt gemeld aan de<br />
aangeduide personen, die de brandweer moeten verwittigen<br />
2. Alarm: een signaal dat door de bevoegde persoon wordt aangezet om alle<br />
aanwezige personen in het gebouw te verwittigen dat zij het gebouw moeten<br />
verlaten<br />
3. Evacuatie en ontruiming: alle personen moeten het gebouw onmiddellijk<br />
ontruimen en zich naar een vooraf afgesproken plaats begeven<br />
toelichting – 11/04/2007
4. Controle: een voorafgaand aangeduide persoon verifieert of alle aanwezige<br />
personen in het gebouw zich op de afgesproken plaats bevinden en of alle<br />
richtlijnen werden gevolgd<br />
5. Onthaal van de brandweer: de brandweer wordt geïnformeerd over de<br />
plaats van de brand<br />
Belangrijk bij evacuatie<br />
• Ken de uitgangen<br />
• Weet welke uitgang u moet gebruiken<br />
• Blijf kalm<br />
• Volg de bevelen op<br />
• Vorm vlug een rang<br />
• Neem niets mee<br />
• Volg de evacuatieverantwoordelijke en blijf achter hem/haar<br />
• Stap vlug, maar loop niet<br />
• Spreek of schreeuw niet<br />
Meer info: zie website PI, publicaties, technische documentatie: “Brand” of de DVD<br />
technische documentatie PI<br />
• Algemene informatie<br />
• Veiligheidsinstructies<br />
• Checklist consulent(e)<br />
• Checklist uitzendkracht<br />
• Signalisatie brandbestrijding<br />
• Verplichtingen werkgever<br />
• Kantoren: brandpreventie<br />
• Opstellen evacuatieplan<br />
7. Hygiëne, netheid en afval<br />
1. Papier, karton: recycleerbaar, cfr. www.emis.vito.be<br />
2. Schoonmaakmiddelen<br />
3. Energie:<br />
- Verlichting: ARAB artikel 62 – gebruik van spaarlampen –<br />
spiegeloptiekarmatuur – lichtschakelgroepen (apart aan- en uitzetten) –<br />
aanwezigheidsdetector voor traphal, magazijn – gebruik van zonlicht<br />
- Verwarming: ARAB artikel 64 – regelen, afstellen van verwarming in<br />
gebouw – isolatie gebouw – gebruik van zonlicht - ventilatie<br />
- Kantoorapparaten<br />
- Transport<br />
- Dranken: geen warme drankautomaat naast een koelkast<br />
4. Waterverbruik:<br />
- Sanitair (lekkende kranen, staat wastafel, …)<br />
- Toiletten (spaarspoelingssyteem, vlotter aanpassen, …)<br />
- Schoonmaak<br />
- Vaatwasser: gebruiken wanneer hij volledig vol is<br />
toelichting – 11/04/2007
8. Gedrag van de werknemers<br />
8.1 Veilig gedrag<br />
Het is belangrijk om veiligheid als een belangrijke pijler van de bedrijfscultuur voor te<br />
stellen. Dit kan bijvoorbeeld door veilig gedrag te nemen als criterium voor<br />
bevorderingen en evaluaties. Verder moeten de werknemers op de hoogte zijn van<br />
wat als onveilig gedrag beschouwd wordt.<br />
Voorbeelden zijn:<br />
• rennen door gangen en op de trappen kan niet<br />
• een werknemer draagt geen documenten of voorwerpen die hem uit zijn<br />
evenwicht brengen of die zijn zicht belemmeren<br />
• al wandelend worden geen documenten gelezen<br />
• leunen tegen gesloten deuren,staan in een deurgat of handen plaatsen op<br />
deurlijsten, brengt onnodige risico's en verwondingen met zich mee:<br />
omvervallen, deur in aangezicht of gekneusde vingers als de deur door de<br />
tocht dichtslaat<br />
• stoelen dienen niet om te wiebelen of voorwerpen van de kast te nemen<br />
• voorwerpen hoog opstapelen wordt vermeden<br />
Deze regels voor veilig gedrag kunnen bijvoorbeeld opgenomen worden in de<br />
onthaalbrochure voor nieuwe werknemers. Ook het onthaal van nieuwe werknemers<br />
moet goed doordacht gebeuren, zodat zij van de eerste dag doordrongen worden<br />
van de bedrijfscultuur. Om de continuïteit te verzekeren kan peterschap helpen.<br />
Als er regelmatig incidenten gebeuren omwille van het negeren van deze regels,<br />
moet dit in het actieplan opgenomen worden. Op deze manier kan de werkgever<br />
overtuigd worden om concrete acties te ondernemen.<br />
8.2 Interne afspraken<br />
Werknemers hebben nood aan concrete, strak omlijnde afspraken om ongelijke<br />
behandelingen en om betwistingen van schending van privacy en van ontslag om<br />
b.v. een dringende reden te vermijden. Respect voor interne afspraken afdwingen<br />
kan maar als ze ook door de kaderleden gevolgd worden<br />
In het arbeidsreglement kunnen duidelijk regels opgenomen worden i.v.m. de<br />
volgende items:<br />
• E-mail en internet-policy (en de controle op misbruik en mogelijke sancties)<br />
• (Flexibele) arbeidsduur en thuisarbeid<br />
• Car policy (bv. promoten van veilig gedrag in het dagelijks verkeer)<br />
• Alcohol- en drugsbeleid op de werkvloer<br />
• Rookbeleid (pauzes, toegangsregeling van rookkamer,…)<br />
• Cameratoezicht;…<br />
toelichting – 11/04/2007
9. Stress, psycho-sociale belasting en pesten op het werk<br />
9.1 Stress<br />
Stress is een verschijnsel dat verschillende oorzaken kan hebben, zowel verbonden<br />
aan het werk of aan het privé leven. Samenvallen van verschillende stressfactoren<br />
kunnen een stresssituatie veroorzaken.<br />
Bij het werk moeten verschillende punten nagegaan worden om te weten of een<br />
werknemer zich in een overdreven stresssituatie bevindt.<br />
1 JUNI 1999. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de<br />
collectieve arbeidsovereenkomst nr. 72 van 30 maart 1999, gesloten in de Nationale<br />
Arbeidsraad, betreffende het beleid ter voorkoming van stress door het werk (BS<br />
9/7/19899)<br />
Enkele uittreksels:<br />
Artikel 1<br />
Voor de toepassing van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst moet verstaan<br />
worden onder stress: door een groep van werknemers als negatief ervaren toestand<br />
die gepaard gaat met klachten of disfunctioneren in lichamelijk, psychisch en/of<br />
sociaal opzicht en die het gevolg is van het feit dat werknemers niet in staat zijn om<br />
aan de eisen en verwachtingen die hen vanuit de werksituatie gesteld worden te<br />
voldoen;<br />
Artikel 2<br />
Deze overeenkomst strekt ertoe een regeling te treffen om de stress, veroorzaakt<br />
door het werk, te voorkomen en/of te verhelpen.<br />
Die regeling is bedoeld om collectieve problemen, die tot uiting komen in het kader<br />
van de risicoanalyse, te voorkomen en/of te verhelpen.<br />
Artikel 3<br />
Bij toepassing van de wet welzijn en zijn uitvoeringsbesluiten is de werkgever ertoe<br />
gehouden een beleid te voeren om stress, die door het werk wordt veroorzaakt,<br />
collectief te voorkomen en/of te verhelpen.<br />
Om dit stressbeleid te voeren, moet de werkgever overeenkomstig de bepalingen<br />
van de wet welzijn en van afdeling II van het koninklijk besluit inzake het<br />
welzijnsbeleid:<br />
- bij de algemene analyse van de werksituatie de eventuele stressrisico’s<br />
opsporen. Die analyse heeft betrekking op de taak, de<br />
arbeidsomstandigheden, de arbeidsvoorwaarden en de<br />
arbeidsverhoudingen<br />
- aan de hand van de analyse van de werksituatie een evaluatie van die<br />
risico's uitvoeren<br />
- op grond van die evaluatie passende maatregelen nemen om de risico's<br />
te voorkomen of te verhelpen<br />
toelichting – 11/04/2007
9.2 Pesten op het werk<br />
De wet van 11 juni 2002 betreffende de bescherming tegen geweld, pesterijen en<br />
ongewenst seksueel gedrag op het werk (BS 22 juni 2002). KB van 11 juli 2002 (BS<br />
18 juli 2002) met de uitvoeringsmodaliteiten en een omzendbrief van 11 juli 2002 (BS<br />
18 juli 2002) geven meer duidelijkheid over de verplichtingen van de werkgever<br />
(Codex, Titel VIII, Hoofdstuk VI). De wetgeving trad in voege op 1 juli 2002.<br />
9.2.1 Maatregelen i.v.m. geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op<br />
het werk<br />
1. Uitvoering van een risicoanalyse over de ingediende klachten en de feiten<br />
opgenomen in het register (zie verder contact met publiek)<br />
2. Beschermingsmaatregelen:<br />
• De organisatie van de onderneming<br />
• De materiële inrichting van de werkplaatsen<br />
• De middelen waarover de slachtoffers beschikken om zich te richten tot<br />
de vertrouwenspersoon of de PA<br />
• Het onpartijdig onderzoek van de feiten<br />
• Het onthaal van en de hulp aan de slachtoffers (passende<br />
psychologische begeleiding door gespecialiseerde diensten)<br />
• De maatregelen van opvang en van wedertewerkstelling van de<br />
slachtoffers<br />
• Taken, houding en opleiding van de hiërarchische lijn<br />
3. Voorlichting en opleiding van werknemers en comité over:<br />
• De resultaten van de risicoanalyse<br />
• De te volgen procedures<br />
• Het recht om een klacht of verklaring te doen acteren<br />
• De diensten waarop een beroep kan gedaan worden<br />
• De maatregelen die genomen werden tengevolge van een klacht<br />
• De verplichting van elke werknemer zich te onthouden van geweld,<br />
pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk<br />
4. Ondernemingen en instellingen waar werknemers in contact komen met het<br />
publiek:<br />
• Een register bijhouden van de verklaringen van de werknemers die<br />
menen het slachtoffer te zijn van feiten extern aan de onderneming<br />
• De PA op de hoogte brengen van deze verklaringen<br />
• Bewaartermijn: vijf jaar vanaf de dag van de verklaring<br />
• Een risicoanalyse uitvoeren van deze feiten<br />
• Register is enkel toegankelijk voor werkgever, bevoegde PA,<br />
vertrouwenspersoon en arbeidsinspectie<br />
5. De preventieadviseur-arbeidsgeneesheer die via het medisch onderzoek op<br />
de hoogte gebracht wordt van feiten of klachten verwijst het slachtoffer naar<br />
de bevoegde PA, of informeert zelf de PA indien het slachtoffer dit wenst.<br />
toelichting – 11/04/2007
De maatregelen en procedures moeten worden opgenomen in het arbeidsreglement.<br />
9.2.2 Vertrouwenspersoon en preventieadviseur<br />
Opmerking: de term vertrouwenspersoon is reeds bekend uit een vorige wetgeving<br />
betreffende seksuele intimidatie op het werk zonder dat in de basiswet naar deze<br />
wetgeving verwezen wordt. Het is dan ook niet duidelijk wat de functie en de taak zijn<br />
van deze vertrouwenspersoon, een functie die nu meestal wordt waargenomen door<br />
de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer of een personeelsverantwoordelijke.<br />
1. Aanduiding<br />
• De werkgever heeft na voorafgaand akkoord van alle afgevaardigden<br />
van de werknemers in het comité PBW (of bij ontstentenis daarvan van<br />
de syndicale afvaardiging) een PA aangeduid, die gespecialiseerd is in<br />
de psychosociale aspecten op het werk. Deze PA maakt deel uit van de<br />
interne of externe dienst PBW. Ondernemingen met minder dan 50<br />
werknemers moeten een beroep doen op de PA van de externe dienst<br />
• De werkgever kan, na voorafgaand akkoord van alle afgevaardigden van<br />
de werknemers in het comité PBW (of bij ontstentenis daarvan van de<br />
syndicale afvaardiging) een vertrouwenspersoon aanduiden die de PA<br />
bijstaat<br />
• De preventieadviseur-arbeidsgeneesheer van het personeel mag deze<br />
PA niet zijn (de arbeidsgeneesheer mag wel de vertrouwenspersoon zijn)<br />
• De arbeidsinspectie heeft een verzoeningsrol, indien het Comité niet<br />
akkoord gaat met de aanduiding door de werkgever<br />
2. Taak van de vertrouwenspersoon:<br />
• Staat werkgever en werknemer bij voor de toepassing van het beleid<br />
• Geeft raad, biedt hulp aan slachtoffers<br />
• Ontvangt de met reden omklede klachten en bezorgt deze aan de<br />
bevoegde PA<br />
3. Taak van de bevoegde preventieadviseur:<br />
• Taken van vertrouwenspersoon (zie hoger)<br />
• Werkt mee aan de risicoanalyse en stelt preventiemaatregelen voor aan<br />
de werkgever en neemt deel aan de uitwerking van de procedures<br />
• Onderzoekt de klacht en stelt maatregelen voor om een einde te stellen<br />
aan de feiten<br />
• Adviseert i.v.m. verdere gespecialiseerde hulp<br />
• Stelt individueel klachtendossier op (inhoud en bewaring verder<br />
gedetailleerd in KB)<br />
• Stelt collectief (anoniem) verslag op van de klachten<br />
4. Opleiding:<br />
• Vertrouwenspersoon – geen eisen (niet zo duidelijk in het KB)<br />
• Bevoegde PA:<br />
- de opleiding van de reeds bestaande preventieadviseurpsychosociale<br />
aspecten<br />
toelichting – 11/04/2007
- voor de ondernemingen die een beroep doen op een interne dienst<br />
bestaan er verschillende alternatieven<br />
9.2.3 Te volgen procedure bij feiten van geweld, pesterijen en ongewenst<br />
seksueel gedrag op het werk<br />
• Het slachtoffer kan zich wenden tot ofwel de vertrouwenspersoon, ofwel de<br />
PA voor psychosociale aspecten ofwel tot de arbeidsinspectie<br />
• De vertrouwenspersoon hoort de klacht, stelt vast of er sprake is van<br />
ongewenst gedrag en bemiddelt op verzoek van het slachtoffer bij de dader.<br />
Indien dit tot niks leidt neemt hij de met reden omklede klacht in ontvangst<br />
en stuurt deze door (met akkoord van het slachtoffer) naar de PA<br />
• De PA vervult de hoger beschreven taak indien het slachtoffer zich<br />
rechtstreeks tot hem/haar richt. Indien de bemiddeling tot geen resultaat leidt<br />
neemt de PA de klacht op in een gedateerd document aangevuld met<br />
eventuele getuigenverslagen en het resultaat van de bemiddeling<br />
• De PA geeft onmiddellijk een afschrift van dit document aan de werkgever,<br />
onderzoekt de klacht en doet een voorstel met passende maatregelen<br />
• De werkgever moet, wanneer hij op de hoogte gebracht wordt van feiten van<br />
geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk, geschikte<br />
maatregelen treffen<br />
• Indien de maatregelen geen einde stellen aan de feiten, of indien de<br />
werkgever nalaat maatregelen te nemen wendt de PA, in overleg met het<br />
slachtoffer, zich tot de arbeidsinspectie<br />
• Het slachtoffer kan zich steeds rechtstreeks richten tot de arbeidsinspectie<br />
(de rol of taak van de inspectie bestaat er vooral in na te gaan of de<br />
opgelegde procedure via PA voorzien zijn en opgevolgd worden)<br />
• Het slachtoffer maar ook organisaties, bv. vakbonden, kunnen ter<br />
verdediging van de rechten van het slachtoffer in alle geschillen, in rechte<br />
optreden of een gerechtelijke procedure startikelen om de toepassing van de<br />
wetgeving at te dwingen, bvb. om een einde te laten stellen aan de feiten<br />
i.v.m. geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk<br />
9.2.4 Bescherming van de slachtoffers<br />
• Al wie een belang kan aantonen, kan voor de bevoegde arbeidsrechtbank<br />
een vordering instellen om de naleving van de wet af te dwingen<br />
• De bewijslast is ten laste van de verweerder<br />
• Ter verdediging van de slachtoffers of de werkgevers kunnen de<br />
representatieve werknemers- en werkgeversorganisaties en bepaalde<br />
instellingen van openbaar nut optreden<br />
• Een slachtoffer dat een klacht indient volgens de omschreven procedures<br />
wordt beschermd tegen ontslag (zeer gedetailleerde procedures voorzien in<br />
de wet)<br />
Meer info: dossier “agressie”. Zie website www.p-i.be, thema “Pesten op het werk”.<br />
toelichting – 11/04/2007
10. Externe verplaatsingen<br />
Gezond gsm-gebruik<br />
• Beperken van het aantal telefoontjes met gsm<br />
• Bellen op plaatsen waar men goed bereikbaar is<br />
• Zoveel mogelijk gebruik maken van een vast toestel als er een voor handen<br />
is<br />
• Afstand tussen lichaam en stralingsbron vergroten door bv. Een oortje te<br />
gebruiken<br />
• Geen gsm in vestzak (opgelet voor personen met hartimplantaat) noch<br />
broekzak voor de heren ((vermindert de vruchtbaarheid)<br />
Beletiquette:<br />
• Gsm uitzetten of trilfunctie gebruiken tijdens vergaderingen, opleidingen,<br />
zakenlunch<br />
• Discrete en neutrale beltoon kiezen<br />
11. Gezondheidstoezicht van de werknemers<br />
Codex,Titel VI, Hoofdstuk II, Afd. I Beeldschermen, Artikel 7<br />
Voor de werknemers die gewoonlijk en gedurende een aanzienlijk deel van hun<br />
normale werktijd (*) gebruik maken van beeldschermapparatuur moet de werkgever<br />
er over waken dat volgende maatregelen genomen worden:<br />
1. Alvorens aangesteld te worden aan het werken met een beeldscherm wordt<br />
de betrokken werknemer onderworpen aan een voorafgaande<br />
gezondheidsbeoordeling, die zal worden aangevuld met een gepast<br />
onderzoek van de ogen en van het gezichtsvermogen, alsook een<br />
onderzoek van de spieren en het beendergestel.<br />
Om de vijf jaar wordt de werknemer aan een nieuwe evaluatie onderworpen<br />
en dit zolang de affectatie duurt.<br />
Voor werknemers die vijftig jaar zijn of ouder, moet de evaluatie om de drie<br />
jaar worden hernieuwd.<br />
2. Indien de resultaten van de evaluatie bepaald in 1 het vereisen en indien de<br />
normale correctiemiddelen de uitoefening van het werk op het beeldscherm<br />
niet mogelijk maakt, moet de werknemer beschikken over een speciaal<br />
correctiemiddel dat uitsluitend met het betrokken werk verband houdt. De<br />
kosten van dit speciale middel vallen ten laste van de werkgever. (**)<br />
(*) In de praktijk, neemt men vier uur per dag als minimum duurtijd om een medisch<br />
onderzoek op te leggen.<br />
(**) Indien de werknemer reeds een bril dient te dragen voor normaal werk, is de<br />
werkgever niet verplicht een bijkomend correctiemiddel ter beschikking te stellen.<br />
Indien de werknemer enkel voor het beeldscherm een speciaal correctiemiddel «bril»<br />
nodig heeft, dan dient de werkgever dit ter beschikking te stellen van de werknemer.<br />
toelichting – 11/04/2007
Opmerking: het rijbewijs voor bezoldigd vervoer heeft een beperkte geldigheid<br />
(5 jaar) en is vereist voor personen die personeel vervoeren met een wagen van de<br />
werkgever (van bedrijf of in leasing) en in diens opdracht (bv. uitzendkrachten naar<br />
klant-inlener brengen). De preventieadviseur-arbeidsgeneesheer is bevoegd het<br />
gevraagde rijgeschiktheidsattest te geven, mits een specifiek medisch onderzoek. Dit<br />
attest is noodzakelijk om een verlenging van het rijbewijs te bekomen. Meer<br />
informatie op website <strong>Preventie</strong> en <strong>Interim</strong>.<br />
12. Onthaal<br />
12.1 Onthaal nieuwe werknemers<br />
• Er is een onthaalbrochure voorzien<br />
• Veiligheid en gezondheid komen aan bod tijdens het onthaalprogramma<br />
• Er is een registratie van het onthaal (wie heeft wanneer het onthaal<br />
verzorgd)<br />
• Er is een peter aangeduid<br />
12.2 Stagiairs<br />
• Er is een stagemeester<br />
• Er wordt contact gehouden met de school<br />
• Er gebeurt een risicoanalyse en gezondheidstoezicht (link naar vorige fiche -<br />
gezondheidstoezicht)<br />
12.3 Uitzendkrachten<br />
• Er is een werkpostfiche voor de werkposten waarop uitzendkrachten worden<br />
tewerkgesteld (Meer info: website PI www.p-i.be)<br />
• Het onthaal wordt geregistreerd (wie heeft wanneer het onthaal verzorgd)<br />
• Er is een peter aangeduid<br />
toelichting – 11/04/2007
Dysfunctie<br />
Graad hoogdringendheid<br />
(1 tot 5)<br />
<strong>GLOBAAL</strong> <strong>PREVENTIEPLAN</strong> - TABEL<br />
Graad<br />
belangrijkheid<br />
(1 tot 5)<br />
Algemene doelstelling Concrete () oplossing(en) Verantwoordelijke<br />
Uitvoerings<br />
termijn
Dysfunctie<br />
Draden en kabels<br />
die slingeren<br />
Onvoldoende<br />
verlichting<br />
Graad hoogdringendheid<br />
(1 tot 5)<br />
Graad<br />
belangrijkheid<br />
(1 tot 5)<br />
1 3 Draden die de doorgang<br />
niet belemmeren<br />
2 4 Verhogen van het<br />
verlichtingsniveau<br />
Luidruchtige printer 2 4 De lawaaiklachten van het<br />
personeel verminderen<br />
Globaal preventieplan 2007 april 2007<br />
Algemene doelstelling Concrete () oplossing(en) Verantwoordelijke<br />
1. Verplaatsen van draden (bureau<br />
van aa en bb)<br />
2. Verstoppen van draden (bureau<br />
van xx en yy)<br />
Noot: voor de 2 oplossingen een<br />
beroep doen op een elektricien<br />
- Tijdelijk bijkomende individuele<br />
lampen plaatsen<br />
- Een meting vragen aan de<br />
externe preventiedienst en dan<br />
beslissen welke de nodige<br />
maatregelen zijn<br />
- De vooropgestelde maatregelen<br />
treffen<br />
Oplossing 1: printer verplaatsen<br />
naar archieflokaal<br />
Oplossing 2: nieuwe printer<br />
aanschaffen<br />
Getroffen maatregelen: oplossing 1<br />
tot het budget de aanschaf van een<br />
andere printer toelaat (oplossing 2)<br />
Noot: in budget 2008 een post<br />
printer voorzien<br />
Mevrouw<br />
Die<br />
Uitvoerings<br />
termijn<br />
31/5/2008<br />
Dhr XX 15/1/2008<br />
Mevrouw<br />
YY<br />
15/3/2008<br />
15/8/2008<br />
1/1/2008<br />
15/1/2009<br />
Noot: budget<br />
2008
Wie zijn wij?<br />
<strong>Preventie</strong> en <strong>Interim</strong><br />
<strong>Preventie</strong> en <strong>Interim</strong> (PI), de Centrale <strong>Preventie</strong>dienst voor de Sector van de<br />
Uitzendarbeid, is een vzw die werd opgericht in 1998 en tot taak heeft het<br />
aantal arbeidsongevallen te verminderen door veiligheidssensibilisatie op de<br />
werkplaats. PI wendt zich dus tot alle privé en publieke uitzendbureaus, tot<br />
alle uitzendkrachten en ook tot alle ondernemingen waar deze een opdracht<br />
vervullen.<br />
Wat doen wij?<br />
PI heeft tot doel het aantal en de ernst van de arbeidsongevallen van<br />
uitzendkrachten te verminderen, het gezondheidstoezicht voor de<br />
uitzendkrachten te verbeteren wanneer hun opdracht risico’s inhoudt, zich<br />
ervan te vergewissen dat zij niet meer blootgesteld worden aan risico’s dan<br />
de vaste werknemers en tenslotte, praktische en efficiënte<br />
preventiemaatregelen voor te stellen die hun welzijn op het werk moeten<br />
bevorderen.<br />
Daartoe verricht PI onderzoek naar de steeds terugkerende gevaren en<br />
tekorten in de preventiemaatregelen, maakt en analyseert zij statistieken over<br />
arbeidsongevallen, geeft raad aan de uitzendbureaus, ontwikkelt vormingen<br />
en organiseert veiligheidscampagnes. Een groot deel van het werk van PI<br />
bestaat erin didactische ondersteuning (documenten, folders, brochures,<br />
informatieboekjes, video’s, cd-roms, affiches, website, ...) te bieden aan de<br />
uitzendkantoren, de uitzendkrachten en de inlenende bedrijven.<br />
En “last but not least” verzekert PI een dagelijkse permanentie om de vragen<br />
van de verschillende actoren uit de uitzendsector betreffende veiligheid en<br />
gezondheid op het werk te beantwoorden, namelijk via het groene nummer.<br />
Hoe bereikt u ons? 0800/23 999