15.09.2013 Views

Intervisie voor Register Marketeers - Nima

Intervisie voor Register Marketeers - Nima

Intervisie voor Register Marketeers - Nima

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>Intervisie</strong> <strong>voor</strong> <strong>Register</strong> <strong>Marketeers</strong><br />

T.b.v. intervisiebijeenkomsten<br />

<strong>voor</strong> <strong>Register</strong> <strong>Marketeers</strong><br />

NIMA<br />

januari 2012<br />

versie 1.0


Inhoudsopgave:<br />

1. Het waarom van intervisie<br />

1.1 Uitgangspunten<br />

1.2 Professionaliseringsinstrument<br />

1.3 Permanente Educatie punten<br />

2. Het intervisie proces<br />

2.1 Fasen in het intervisieproces<br />

2.2 Invalshoeken<br />

3. Bijdrage van de deelnemers van een intervisiegroep<br />

3.1 Casusinbrenger<br />

3.2 Groepsdeelnemer<br />

3.3 Gespreksleider / facilitator / coach: de facilitator<br />

4. Sheetpresentatie <strong>voor</strong> een snelle eerste indruk


1: Het waarom van intervisie<br />

1.1 Uitgangspunten<br />

Een marketeer vormt zich tijdens zijn/haar werk een persoonlijke visie op het functioneren van de<br />

marketing in een organisatie. Hij/zij ontwikkelt professionele opvattingen over tal van functioneringsaspecten.<br />

Bij<strong>voor</strong>beeld over de gebruikte theorieën, methoden en technieken, maar ook over de<br />

wijze van functioneren van organisaties, over de relatie tussen marketingstrategie en andere aspecten<br />

van de bedrijfsvoering en over het sturen van besluitvormingsprocessen rond marketing.<br />

Zijn/haar professionele opvattingen en stijl zijn ten dele gebaseerd op marketingtheorieën en op (vaak<br />

jarenlange) professionele ervaring, maar komen ook <strong>voor</strong>t uit persoonlijke waarden en normen en<br />

karaktereigenschappen van de betreffende marketeer. Voortbouwend op diens eigen opvattingen,<br />

waarden en normen en eigenschappen ontwikkelt iedere marketeer in de loop der tijd een eigen stijl<br />

met een aantal kenmerkende elementen.<br />

In het kader van intervisie kunnen vanuit deze veronderstelling twee uitgangspunten worden geformuleerd:<br />

a. Een professional dient inzicht te hebben in zowel de relatie tussen zijn professionele<br />

opvattingen en handelen als de meer persoonsgebonden elementen zoals: persoonlijke stijl,<br />

persoonlijke opvattingen, persoonlijke eigenschappen en eigen waarden en normen.<br />

b. Professionals kunnen elkaar helpen bij het ontdekken en expliciteren van de hierboven<br />

genoemde punten en kunnen elkaar steunen bij reflectie op en verbetering van hun professioneel<br />

handelen.<br />

<strong>Intervisie</strong> is gericht op 'professionaliseren'. Doel van intervisie is de professionals ruimer inzicht te<br />

verschaffen in de achtergronden van hun besluiten en aanpakken. Het expliciteren, bespreekbaar<br />

maken en relativeren van deze achtergronden is uiteindelijk zeer leerzaam.<br />

Het toetsen van individuele professionals aan het profiel van de „excellente marketeer‟ -de zogeheten<br />

profielaanpak- is <strong>voor</strong> intervisie niet geëigend. De 'competentieaanpak' daarentegen is uitermate<br />

geschikt. Hierbij wordt gelet op de bijzondere vermogens en condities van de specifieke professional<br />

en wordt bekeken in hoeverre deze kunnen worden verbeterd o.a. door het <strong>voor</strong>tdurend en<br />

systematisch bijhouden van vakkennis en door te reflecteren op eigen advies- en<br />

besluitvormingsgedrag in relatie tot de eisen die specifieke werksituaties stellen. Geen blauwdruk dus,<br />

maar concentratie op individuele bijzonderheden en op het 'leren leren' waardoor de marketeer steeds<br />

beter kan inspelen op nieuwe situaties en eisen.<br />

1.2 Professionaliseringsinstrument<br />

<strong>Intervisie</strong> is een methode die in meerdere professionele beroepsgroepen wordt gehanteerd. Het is een<br />

van de instrumenten die de kwaliteitszorg rond de beroepsuitoefening van professionals bevordert en<br />

kan ook op het marketingvak worden toegepast. Het is dus de bedoeling van intervisie dat ze bijdraagt<br />

aan de verdere professionalisering van de register marketeers (RM-ers).<br />

<strong>Intervisie</strong> past in de permanente educatie activiteiten die de RM-ers ontplooien na hun (initiële)<br />

certificatie. Er worden in de loop van vijf jaar onderstaande activiteiten ondernomen die bijdragen aan<br />

de permanente educatie (PE) en de hercertificering.<br />

Kennisvermeerdering: m.n. nieuwe, frontier, <strong>voor</strong>hoede kennis<br />

<strong>Intervisie</strong>: kennisuitwisseling a.d.h.v. individuele casuïstiek<br />

Conferenties: interactieve kennisuitwisseling a.d.h.v. actueel wetenschappelijk,<br />

maatschappelijk of professioneel thema.<br />

Werk op strategisch marketing niveau of senior consultant niveau.<br />

Bijdrage aan de recognition in the market door gastdocentschappen / gastcolleges in<br />

postdoctorale opleidingen, het publiceren van artikelen, bijdrage aan examens op academisch<br />

niveau.


In verband met de noodzaak de professionaliteit van RM-ers <strong>voor</strong>tdurend te verbeteren, worden met<br />

de intervisiedeelnemers tweejaarlijks de resultaten, gebruikte methoden en werkwijzen geëvalueerd<br />

en, indien nodig, verbeterd.<br />

1.3. PE-punten<br />

RM-ers die aan intervisie deelnemen voldoen daarmee aan één der verplichtingen in het kader van de<br />

vijfjaarlijkse hercertificering. Een intervisiesessie duurt ongeveer 1,5 uur. Tijdens een intervisiesessie<br />

wordt een (1) casus behandeld. De casus wordt aangedragen door een deelnemer, en is van tevoren<br />

op schrift gesteld (zie paragraaf 3.1). Een intervisiegroep bestaat uit maximaal zeven deelnemers<br />

waarvan een deelnemer de casus zal inbrengen (de casuseigenaar) en de overige deelnemers zullen<br />

open, kritisch en professioneel meedenken met de ingebrachte casus.<br />

Het deelnemen aan vier intervisiesessies is 10 PE-punten waard <strong>voor</strong> kennisuitwisseling. De<br />

deelnemer die aan vier intervisiesessies deelneemt, moet wel een casus inbrengen die in een sessie<br />

behandeld wordt. Dit betekent dat een deelnemer die aan vier intervisiesessies deelneemt in een<br />

sessie zijn of haar casus inbrengt en bespreekt en aan drie sessies deelneemt waar hij of zij actief<br />

meedenkt met een casus van een collega RM-er.<br />

RM-ers die zijn opgeleid tot facilitator/coach, ontvangen <strong>voor</strong> het faciliteren van intervisiesessies 10<br />

PE punt per 2 sessies.<br />

2. Het intervisie proces<br />

2.1 Fasen in het intervisieproces<br />

Bij intervisie werkt men in kleine groepen aan de hand van een casus die de groepsleden bij toerbeurt<br />

inbrengen. De casus betreft een werksituatie die de professional als een probleem/puzzel/vraagstuk<br />

ervaart. Hij/zij dubt over te verrichten of reeds verrichte aanpak. Het betreft hier bij<strong>voor</strong>beeld een<br />

diagnose, een <strong>voor</strong>genomen aanpak of een incident tijdens een project. De medegroepsleden helpen<br />

de casusinbrenger met het in kaart brengen van de achtergronden van zijn/haar vraagstuk, maar<br />

lossen het probleem niet <strong>voor</strong> hem/haar op. De intervisiegroep buigt zich over de “aard van de<br />

problematiek” van hun collega.<br />

Wat beweegt hem/haar? Welke theoretische overwegingen en opvattingen heeft hij/zij? Welke<br />

persoonlijke motieven gaan schuil achter zijn/haar handelen / <strong>voor</strong>stellen / aanpak? Er worden geen<br />

oplossingen gegeven of oordelen geveld, er wordt slechts interesse getoond. Het is een gezamenlijke<br />

zoektocht, waarbij de casusinbrenger zonodig wordt geconfronteerd met discrepanties tussen<br />

uitgesproken theorieën, opvattingen en vertoond gedrag. De casus, die de collega inbrengt, is<br />

uitsluitend bedoeld als leersituatie <strong>voor</strong> hemzelf en de andere intervisie deelnemers en is dus niet<br />

bedoeld <strong>voor</strong> acquisitie of publiek debat. Met andere woorden: de casus is vertrouwelijk en geheim.<br />

Ter bespreking van zo‟n casus kunnen diverse gespreksmethoden worden gehanteerd, op hoofdlijnen<br />

blijft de structuur van het intervisieproces echter steeds hetzelfde. In het intervisieproces zijn globaal<br />

vier fasen te onderscheiden.<br />

Fase 1: Het vormen van een beeld van de casusinbrenger en diens vraagstuk<br />

a. Het beeld vanuit de casusinbrenger gezien:<br />

Om te beginnen vertelt de casusinbrenger over zijn/haar indrukken, overwegingen en<br />

oordelen in relatie tot zijn/haar klant. Hij/zij verstrekt informatie over de opdrachtsituatie. Hij/zij<br />

belicht zijn/haar feitelijke waarnemingen en bewuste ervaringen en verstrekt helderheid over<br />

zijn/haar handelen als marketeer in die specifieke situatie. Hij/zij beschrijft zijn denken, doen<br />

en voelen. De medegroepsleden helpen de casusinbrenger zijn situatie in beeld te brengen.<br />

Het is een gezamenlijke zoektocht naar zoveel mogelijk aspecten die een rol spelen.<br />

b. Het beeld vanuit de medegroepsleden gezien:<br />

De groepsleden, buitenstaanders in die situatie, vormen zich een beeld van het functioneren<br />

van de casusinbrenger. Zij assisteren bij het definiëren van zijn/haar rol, zijn/haar handelen en


positie en confronteren hem/haar daar ook mee. Het accent ligt hierbij op de casusinbrenger<br />

en niet (of minder) op de inhoud van de casus. De casusinbrenger verkrijgt dus inzicht in<br />

zijn/haar manier van waarnemen en gedrag.<br />

Fase 2: Stijl en achtergronden casusinbrenger<br />

De groep zoekt met de casusinbrenger naar de veelal onbewuste achtergronden van zijn/haar<br />

waarnemen, denken en doen. Welke professionele opvattingen hanteert hij/zij? Wat is zijn/haar<br />

kenmerkende stijl? Waarom veroorzaakt deze in die casus (of wellicht ook vaker) een probleem/puzzel/vraagstuk?<br />

Groepsleden helpen de casusinbrenger verholen, onbewuste aspecten te<br />

ontdekken die zijn wijze van omgaan met de klant en diens vraag beïnvloeden. Door dergelijke<br />

achtergronden te expliciteren kan de casusinbrenger vervolgens bewuster kiezen in welke mate hij/zij<br />

er eigenlijk door gestuurd wil worden. Specifieke eigenschappen en persoonlijke waarden worden<br />

blootgelegd. De casusinbrenger ontdekt zo nieuwe verbanden tussen zijn wijze van functioneren als<br />

marketeer en zijn dieper gelegen opvattingen, waarden, normen en eigenschappen.<br />

Fase 3: De casusinbrenger herwaardeert<br />

Het inzicht van de casusinbrenger is nu vergroot. Hij/zij kan de wijze waarop zijn/haar persoonlijke<br />

waarden en eigenschappen de wijze van omgaan met de klant en diens vraag meebepalen<br />

herwaarderen. Bovendien is hij/zij in staat rekening te houden met deze achtergronden en te kiezen<br />

<strong>voor</strong> de mate waarin hij/zij zijn/haar professioneel handelen erdoor wil laten sturen. In deze fase<br />

herformuleert de casusinbrenger zijn/haar vraagstuk/puzzel. Hij/zij kan beoordelen wat in de<br />

aangedragen werksituatie functioneel en professioneel handelen is.<br />

Fase 4: Nieuwe werkwijze<br />

De casusinbrenger slaagt er beter in dan <strong>voor</strong>heen zijn/haar gewenste handelen en rollen ook<br />

daadwerkelijk te benoemen. Hierdoor kan hij/zij <strong>voor</strong> zichzelf 'leerpunten' formuleren. Waar wil ik<br />

<strong>voor</strong>taan op letten? Wat wil ik anders doen? Wat wil ik bijleren? Een en ander heeft tot resultaat dat<br />

de casusinbrenger in het vervolg beter kan bepalen welk type opdrachten of werkzaamheden wel of<br />

niet bij hem/haar passen. De casusinbrenger kan nu met zijn nieuwe werkwijze gaan experimenteren.<br />

Na fase 3 is de tijd van de intervisiesessie meestal om (meestal 1,5 uur) en is de energie op. De<br />

casusinbrenger heeft hierna tijd en rust nodig om een en ander te verwerken en te overdenken. Het<br />

<strong>Intervisie</strong>proces blijft zo echter vaak onvoltooid. Doorgaans wordt de casusinbrenger bij aanvang van<br />

de volgende sessie gevraagd hoe hij/zij terugblikt op 'zijn/haar‟ sessie. Wat is ervan blijven hangen,<br />

wat heeft hij/zij ermee gedaan of wat zijn/haar plannen naar de toekomst.<br />

De ervaring leert dat zo'n korte terugblik niet voldoende is om verankering van het geleerde te<br />

bewerkstelligen. Veel intervisiegroepen gaan dan ook vaak intercollegiaal door op zelfgekozen<br />

momenten en plaatsen.<br />

2.2 Invalshoeken<br />

Een casus kan meestal vanuit drie invalshoeken bekeken worden namelijk vanuit;<br />

a. het vraagstuk van de klant<br />

Centraal staat een specifieke opdracht van een interne of externe klant en het beste resultaat <strong>voor</strong> zijn<br />

vraag. Een groep collega‟s helpt een collega marketeer door mee te denken over vragen rond<br />

bij<strong>voor</strong>beeld de diagnose of mogelijke oplossingen en plannen van aanpak.<br />

b. de professional<br />

Centraal staat het professionele handelen van de marketeer en de achtergronden die daarbij een rol<br />

spelen, die hem bij zijn handelen beïnvloeden. Een groep collega‟s helpt de marketeer meer inzicht te<br />

krijgen in hoe hij zijn eigen professionele handelen aanstuurt.<br />

c. het beroep<br />

Centraal staan professionele opvattingen en normen die in de marketingpraktijk veelvuldig gehanteerd<br />

worden en veel <strong>voor</strong>komende dilemma‟s of ethische vragen waar marketeers <strong>voor</strong> komen te staan.<br />

Een intervisiegroep onderzoekt deze door ze gericht te bespreken als collega‟s onder elkaar.


Bij intervisie gaat het in eerste instantie met name om invalshoek 2, dat van het professionele<br />

handelen van de marketeer en de theoretische, persoonlijke, politieke en ethische achtergronden<br />

daarvan. Dat gebeurt aan de hand van een concreet geval uit de werksituatie, waarbij een marketeer<br />

geholpen wordt te expliciteren hoe zijn/haar gedrag en handelen „eruit ziet‟ in die concrete situatie en<br />

in het verlengde hiervan in meer vergelijkbare situaties. Daarna wordt gekeken hoe zijn/haar handelen<br />

tot stand kwam, „wat zijn de achterliggende opvattingen, waarden en normen van de marketeer?‟<br />

Invalshoek 3 kan bereikt worden na een veelvuldig doorlopen van invalshoek 2. Invalshoek 1 is niet de<br />

invalshoek die gebruikt wordt bij intervisie <strong>voor</strong> marketeers. Bij deze invalshoek gaat het om de<br />

opdracht van de klant, mogelijke oplossingen <strong>voor</strong> de specifieke vraag en situatie bij de klant. Deze<br />

invalshoek is bruikbaar bij werkbesprekingen, echter dit streeft intervisie niet na, daar zijn andere<br />

instrumenten <strong>voor</strong>.<br />

3: Bijdrage van de deelnemers van een intervisiegroep<br />

3.1 Casusinbrenger<br />

De casusinbrenger kiest bij <strong>voor</strong>keur een recente situatie tot casus die hij/zij als “vraagstuk” of<br />

probleem ervaart. Criterium <strong>voor</strong> die keuze is dat de casusinbrenger zijn/haar handelen en subjectieve<br />

<strong>voor</strong>keuren of opvattingen in die situatie enigszins objectief kan en wil bekijken. Het is belangrijk dat<br />

de casus feitelijk wordt beschreven. Informatie over de klant blijft zoveel mogelijk achterwege, de<br />

nadruk ligt op het eigen aandeel van de casusinbrenger in die betreffende situatie.<br />

De volgende vragen kunnen de casusinbrenger hierbij helpen.<br />

Wat is de aard van het project / opdracht?<br />

Waarover gaat het? Wat is het onderwerp? Hoe is de situatie te omschrijven?<br />

Wat zijn de vragen van de opdrachtgever en de organisatie waar<strong>voor</strong> hij/zij werkt?<br />

Wat was nodig?<br />

Wat mankeerde er, welke discrepantie mocht niet langer <strong>voor</strong>tbestaan, waar vroegen<br />

bepaalde mensen om, op welke klachten/ambities moest worden gereageerd? (een klacht is<br />

een negatief geformuleerde wens/behoefte/ambitie)<br />

Waar<strong>voor</strong> nam ik verantwoordelijkheid?<br />

Wat bewoog me om zo te handelen? Wat zijn mijn bevoegdheden?<br />

Wat wilde ik tot stand brengen?<br />

Welke resultaten beoogde ik?<br />

Hoe kwam de formulering van de doelstelling tot stand?<br />

Wat verwachtte ik van anderen?<br />

Wat heb ik gedaan?<br />

Welke activiteiten heb ik ondernomen? Hoe heb ik precies gehandeld?<br />

Wat deed ik toen? Welke gedachten en gevoelens had ik daarbij?<br />

Wat werkte <strong>voor</strong> en tegen?<br />

Welke ongunstige condities zijn opgetreden, wat <strong>voor</strong> weerstanden hebben andere<br />

betrokkenen aan de dag gelegd? Wat beleefde ik als belemmering?<br />

Wat waren mogelijkheden en tegenwerkingen?<br />

Wat was mijn reactie toen ik ermee geconfronteerd werd?<br />

Hoe stel ik me op wanneer ik niet meer weet hoe verder te gaan, wanneer ik onzeker ben<br />

en/of in de war raak?<br />

Het is aan te bevelen dat de casusinbrenger deze informatie <strong>voor</strong>af op schrift stelt (maximaal 1 A4tje).<br />

Irrelevante gegevens worden zoveel mogelijk achterwege gelaten. Het <strong>voor</strong>deel van een<br />

dergelijke werkwijze is dat de casusinbrenger zich reeds tevoren bezint op de kern van de situatie.<br />

Hier ook begint reeds het proces van reflectie. Voor de casusinbrenger kan het leereffect worden<br />

vergroot door na afloop van de casusbespreking een logboek aan te leggen. Hierin noteert hij/zij<br />

periodiek hoe hij in zijn/haar functioneren de inzichten integreert die hij/zij heeft opgedaan gedurende<br />

de sessies. Tevens kan het houvast bieden om met een groepslid/leden eenmalig of regelmatig van


gedachten te wisselen over de aspecten die tijdens de intervisiesessies naar voren zijn gekomen. In<br />

feite zet men de intervisie dan <strong>voor</strong>t op eigen kracht, eigen plaats, in eigen tempo en zelf gekozen<br />

samenstelling.<br />

3.2 Groepsdeelnemer<br />

Groepsdeelnemers zijn gezamenlijk verantwoordelijk <strong>voor</strong> het goede verloop van het intervisieproces.<br />

De wijze van bevragen is hierbij erg belangrijk. Stel je een vraag, vertel dan primair welke gedachten<br />

of overwegingen daaraan ten grondslag liggen.<br />

Probeer slechts dat te vragen en te zeggen wat jou werkelijk beweegt en negeer wat de groep<br />

eventueel van je verwacht. Verder is belangrijk dat de groepsdeelnemer zich niet als 'adviseur' van de<br />

casusinbrenger opstelt maar helpt de casusinbrenger -vanuit interesse in de wijze waarop hij/zij werkt-<br />

om zélf te ontdekken wat meespeelde in de te onderzoeken situatie. Het meest stimulerend is als de<br />

groepsdeelnemers een „beter-weten‟ houding‟ weten te vermijden en nieuwsgierig zijn naar de manier<br />

waarop de casusinbrenger tot zijn/haar keuzes komt. Wees terughoudend met interpretaties en<br />

algemeenheden, vertel liever je eigen reactie, mening of gevoel op een open manier, zonder dubbele<br />

bodem. Zeg de ander niet wat hij/zij moet voelen, maar stel daarentegen vragen als „hoe is dat <strong>voor</strong><br />

je?‟ of „welke betekenis heeft dat <strong>voor</strong> je?‟<br />

De groepsdeelnemers besteden meer aandacht aan het denken en doen van de casusinbrenger zelf<br />

dan aan het probleem van de casus. Laat zien en horen dat er naar de casusinbrenger wordt<br />

geluisterd. Wees geïnteresseerd in zijn handelen, opvattingen en eigenschappen. Toon medeleven.<br />

Een <strong>voor</strong>beeld: „stond ik in jouw plaats, dan zou ik wellicht ook dit of dat ervaren‟. Laat merken dat je<br />

het gevoel van de casusinbrenger als echt en oprecht opvat, maar geef ook blijk van je verbazing<br />

waaróm hij /zij dat zo voelde. Wees warm, nieuwsgierig en bemoedigend. Maak gebruik van positieve<br />

feedback.<br />

Overige tips ter versterking van het noodzakelijke onderlinge vertrouwen:<br />

spreek in de „ik-vorm‟ en niet in de „men‟ of „wij-vorm‟ of „in het algemeen‟ of „onderzoek heeft<br />

uitgewezen‟.<br />

let op signalen van het lichaam, bij jezelf en bij anderen.<br />

3.3 Gespreksleider / facilitator / coach: de facilitator<br />

Bij iedere sessie fungeert een groepsdeelnemer als facilitator. Het geniet de <strong>voor</strong>keur dat die rol in de<br />

eerste sessie(s) wordt vervuld door een externe facilitator. Hierna kan deze functie door RM-ers zelf<br />

worden overgenomen( na opleiding en opdoen van ervaring). In zijn algemeenheid is de taak van de<br />

facilitator het bevorderen van een goed verloop van de sessie. Zijn/haar belangrijkste taken zijn het<br />

verzorgen en het bewaken van de casusbespreking.<br />

Andere specifieke taken:<br />

Voorafgaand aan de sessie: zorgen <strong>voor</strong> afspraken over zowel de volgende casusinbrenger<br />

als de volgende sessie-verslaglegger, zorgen <strong>voor</strong> keuze van de gespreksmethode;<br />

Zorgdragen <strong>voor</strong> geolied verloop van de doelen en stappen van de gespreksmethode;<br />

Bewaken van de tijdsplanning en de afspraken;<br />

Afronden en evalueren van de sessie, mede tot genoegdoening van de casusinbrenger;<br />

Indien nodig, afspraken maken <strong>voor</strong> de volgende keer.<br />

De facilitator heeft ook verantwoordelijkheden en taken ten aanzien van het bevorderen van het<br />

onderlinge proces. Te denken valt aan:<br />

Stimuleren van een bevraging die gericht is op het handelen van de casusinbrenger, op de<br />

professionele opvattingen en op de persoonlijke waarden;<br />

Bewaken van het geven van zorgvuldige feedback;<br />

Zodanig zorgdragen <strong>voor</strong> een goede afhandeling van vragen of opmerkingen dat deze elkaar


niet doorkruisen.<br />

Storingen hebben altijd <strong>voor</strong>rang. De bespreking mag worden onderbroken wanneer bepaalde<br />

groepsleden niet meer participeren, wanneer zij zich vervelen, zich ergeren of om andere redenen niet<br />

geconcentreerd zijn. Door te zorgen dat de groep goed functioneert, draagt de facilitator direct bij aan<br />

'het leren' van de casusinbrenger. Check eventueel bij de casusinbrenger of bepaalde vragen hem<br />

inderdaad helpen en vraag hem regelmatig „of we op de goede weg zitten‟.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!