15.09.2013 Views

JG 18 nr 3 - Reynaertgenootschap

JG 18 nr 3 - Reynaertgenootschap

JG 18 nr 3 - Reynaertgenootschap

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

naar Malpertuis, zijn vossenburcht<br />

waar hij niemand vreest of ducht.<br />

Hij heeft me toen gemaltraiteerd,<br />

mishandeld en getormenteerd<br />

zoals ge trouwens nog kunt zien<br />

en loochenen kan hij het niet,<br />

want indien de vos dat zou doen<br />

werp ik hem mijn handschoen toe.<br />

Ik val hem aan in een tweestrijd<br />

tot hij bekend heeft of bezwijkt.<br />

– Gij doet maar, zei Reynaert de vos,<br />

maar wat een duel is dit, mijn God?<br />

Gij zijt groot en sterk als een eik<br />

en ik helaas tenger en klein<br />

en bovendien nog oud en grijs.<br />

Wie u brengt tot zo’n duel,<br />

brengt u geen eer, weet dat wel.<br />

Ik ben niet gekomen naar dit gerecht<br />

voor een ordale of tweegevecht,<br />

want dan had ik voor dit duel<br />

mij gewend tot de heer Roönel.<br />

Ik kwam hier om mijn heer te spreken<br />

en hem in naam van God te smeken<br />

te aanvaarden mijn genegenheid<br />

en mijn totale loyauteit.<br />

– Reynaert, Reynaert, zei de koning,<br />

wat een schand en vernedering,<br />

toen ge beledigd hebt mijn gezanten<br />

en bebloed, vernederd en vol schande<br />

naar mij hebt teruggezonden,<br />

Bruin, de beer, één en al wonden<br />

en d’eerbiedwaardige Tybaert.<br />

Weet dat ik geen vrijkoop aanvaard.<br />

Zijt ge schuldig aan die misdaad<br />

dan zult ge hangen vroeg of laat.<br />

– Neen, geloof niet, edele Vorst,<br />

– ik smeek het u bij de liefde Gods –<br />

dat ik zo dwaas zou zijn of dom<br />

of onderworpen aan de demon,<br />

dat ik niet zou knielen op de grond<br />

voor een bode die ge mij zondt?<br />

Ik zal u een verklaring geven.<br />

Het is heus waar dat Bruin, de bere,<br />

naar mijn stulp Malpertuis is gekomen<br />

om als uw afgezant en bode<br />

mij te sommeren in uw naam<br />

om te verschijnen voor uw raad.<br />

Ik dacht dat Bruin daar stond te liegen<br />

want hij had zegel noch missive.<br />

223<br />

Hij smeekte mij bij d’Hemelse Koning<br />

om hem te helpen aan wat honing<br />

of hem te brengen waar honing was.<br />

Ik bracht hem doorheen struikgewas<br />

tot we aan de bijenkorven kwamen<br />

waar Bruin, de bere, zich kon laven.<br />

Misschien staken hem daar de bijen<br />

want op die plaats wou ik niet blijven.<br />

– Bruin, vraagt Nobel, raakte Rein u<br />

aan?<br />

– Neen, maar hij kende goed de plaats<br />

waar de strik lag die me strikte.<br />

– Verduiveld, is dat even schrikken!<br />

Bruin, vraagt Rein, waarom dat weerleggen?<br />

Ge zoudt beter de waarheid zeggen.<br />

Dat God hem met schande overlade<br />

en hem in ‘t hellevuur laat braden,<br />

die zo dwaas en roekeloos leeft.<br />

Bruin, de beer, hem als antwoord geeft:<br />

– Bij God, gij vertelt dwaze praat<br />

en hoopt zo uw straf te ontgaan.<br />

Gij hebt verklaard over de boomstronk,<br />

waarin zich de valstrik bevond<br />

dat daar honing zat verscholen.<br />

– Liet de vos u dat geloven?<br />

– Er stak echt honing in de stam<br />

en, zei Rein, Lanfroot die wist dat<br />

en hij was u kwalijk gezind.<br />

Ik was daar droevig om, mijn vriend,<br />

en kon ik u houden daar vandaan,<br />

ik had het vast en zeker gedaan,<br />

maar om weer uw genegenheid<br />

te winnen, vorst, en uw loyauteit,<br />

wil ik u onderdanig eren<br />

en bij al de heiligen zweren<br />

dat ik de dorper nooit liet weten<br />

dat Bruin zijn honing wou opeten.<br />

Hoezeer uw leed en smart mij treffen,<br />

kan ik, baron, u moeilijk zeggen.<br />

Ik betreur dat ik u die nacht<br />

naar pachter Lanfroot heb gebracht.<br />

Ik was voor u een slechte gids,<br />

maar helpen zal ik u gewis<br />

om u op Lanfroot te wreken<br />

als ik hem kan te grazen nemen.<br />

Dan vergaderden de raadsleden,<br />

de voorname en ook de geringe heren,<br />

integere mannen en loyaal,<br />

Tiecelijn, <strong>18</strong>, 2005

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!