SYM Fiddle II Gebruikers Handleiding (pdf)
SYM Fiddle II Gebruikers Handleiding (pdf)
SYM Fiddle II Gebruikers Handleiding (pdf)
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>Handleiding</strong><br />
<strong>Fiddle</strong> <strong>II</strong>
INHOUDSOPGAVE<br />
1. Inhoudsopgave .............................................................................................................. 1<br />
2. Locatie bedieningsorganen ........................................................................................... 3<br />
3. Voor het rijden ............................................................................................................... 4<br />
4. Veilig rijden .................................................................................................................... 4<br />
5. Rijden ............................................................................................................................ 5<br />
6. Gebruik originele onderdelen ........................................................................................ 5<br />
7. Aflezen van het instrumentenpaneel ............................................................................. 6<br />
Meters ............................................................................................................................ 6<br />
Contactslot ..................................................................................................................... 7<br />
Stuurslot ........................................................................................................................ 7<br />
Openen zadel ................................................................................................................ 7<br />
Schakelaars ................................................................................................................... 7<br />
Opbergruimte .................................................................................................................. 9<br />
Helmhaak ..................................................................................................................... 10<br />
Tankdop ....................................................................................................................... 10<br />
Remmen........................................................................................................................ 10<br />
8. Aandachtspunten bij het starten .................................................................................. 11<br />
9. De beste manier om te vertrekken .............................................................................. 12<br />
Controle over het gashendel ....................................................................................... 12<br />
Parkeren .................................................................................................................... 12<br />
10.Inspectie en onderhoud voor het rijden ........................................................................ 13<br />
Dagelijkse inspectie ..................................................................................................... 13<br />
Motorolie nakijken en vervangen ................................................................................. 13<br />
Benzineniveau controleren............................................................................................ 14<br />
Transmissieolie controleren en vervangen .................................................................. 14<br />
Vrije slag (speling) van de remmen controleren en afstellen ....................................... 15<br />
Schijfremmen controleren (afhankelijk van het model) ................................................ 16<br />
Afstellen van het gashendel ........................................................................................ 17<br />
Controle en onderhoud van de batterij ........................................................................ 17<br />
Banden controleren ..................................................................................................... 18<br />
Stuur en voorvork controleren ..................................................................................... 18<br />
Controleren en vervangen van de zekeringen ............................................................. 19<br />
Controleren van de richtingaanwijzers en het claxon .................................................. 19<br />
Voor- en achterlichten controleren .............................................................................. 19<br />
Remlicht controleren .................................................................................................... 19<br />
1
1. INHOUDSOPGAVE<br />
Benzinelek controleren ................................................................................................ 20<br />
Smeerpunten van verschillende mechanismen controleren ........................................ 20<br />
Ontstekingskaars (bougie) controleren ........................................................................ 20<br />
Luchtfilter controleren .................................................................................................. 20<br />
11. Storings-diagnose-schema .......................................................................................... 21<br />
Diagnose wanneer de motor niet start ......................................................................... 21<br />
12. C.D.I. elektronisch ontstekingssysteem ....................................................................... 21<br />
13. Suggesties inzake benzine .......................................................................................... 21<br />
14. Transmissieolie ............................................................................................................ 21<br />
15. Voorzorgsmaatregelen voor het berijden van een scooter .......................................... 22<br />
16. Periodiek onderhoudsschema........................................................................................ 23<br />
17. Specificaties ................................................................................................................ 24<br />
18. Garantiebepalingen……………………………………………………………………………..25<br />
2
2. LOCATIE BEDIENINGSORGANEN<br />
MODEL: AW05W-6/AW05W1-6/AW05W-D/AW05W-S/AW05W-F<br />
Koplamp/<br />
Positie licht<br />
Hendel<br />
achterrem<br />
Richtingaanwijzers<br />
vooraan<br />
Opbergvak<br />
Achterlicht/Stoplicht<br />
Licht / Startschakelaar<br />
Uitlaat<br />
Zijsteun<br />
Startonderbreker<br />
Olieniveau<br />
Centrale stand<br />
3<br />
Grootlicht & dimlicht/<br />
Richtingaanwijzers/Claxon /<br />
Inhaallicht<br />
Helmhaak<br />
Benzinetankdop<br />
Richtingaanwijzers<br />
achteraan<br />
Luchtfilter<br />
Kick start pedaal<br />
Hendel voorrem<br />
Contactslot<br />
Zekeringen/<br />
batterij en CDI<br />
Battery
3. VOOR HET RIJDEN<br />
Deze handleiding beschrijft het correcte gebruik van deze scooter. Ook worden veilig rijden,<br />
eenvoudige inspectiemethodes en controles van de scooter in deze handleiding besproken.<br />
Voor een veiliger en comfortabeler gebruik van de scooter is het noodzakelijk deze<br />
handleiding goed door te lezen.<br />
Vraag uw <strong>SYM</strong> dealer om de handleiding van uw scooter en lees de volgende hoofdstukken zorgvuldig:<br />
• het juiste gebruik van de scooter<br />
• inspectie en onderhoud voor aflevering<br />
Bedankt voor uw keuze<br />
Om de prestaties van uw scooter op het juiste niveau te houden, is het belangrijk om periodiek<br />
onderhoud en controles door uw dealer te laten uitvoeren. Wij adviseren u om na 300 km rijden met uw<br />
nieuwe scooter naar de <strong>SYM</strong> dealer te gaan voor een controle en afstelling van uw scooter. Na de<br />
eerste beurt dient u om de 1000 km naar de dealer te gaan voor periodiek onderhoud.<br />
• Wanneer de specificaties en de constructie van de scooter anders zijn dan de in deze<br />
handleiding afgebeelde scooter, horen de diagrammen en gegevens bij de afgebeelde<br />
scooter.<br />
4. VEILIG RIJDEN<br />
Het is belangrijk dat u ontspannen en juist gekleed bent voordat u op de scooter stapt. Houd<br />
u aan de geldende verkeersregels, denk na bij de acties die u in het verkeer doet en wees<br />
voorzichtig wanneer u medeweggebruikers inhaalt.<br />
De meeste mensen rijden erg voorzichtig met een nieuwe scooter, maar worden snel<br />
roekelozer naarmate ze meer gewend raken aan de scooter. Dit roekeloze gedrag kan<br />
ongelukken veroorzaken.<br />
֠ Ter herinnering:<br />
Draag altijd een goedgekeurde helm en draag deze op de correcte manier.<br />
Draag stevige en praktische kledij of motorkledij. Loszittende kledij kan door de wind<br />
openwaaien en in de weg zitten bij de hendels, wat het veilig rijden kan beïnvloeden.<br />
Dus, draag kledij met aansluitende mouwen.<br />
Houd het stuur met 2 handen vast wanneer u rijdt. Rijd nooit met 1 hand.<br />
Houd u aan de snelheidslimieten opgelegd in het land waar u rijdt.<br />
Draag geschikt schoeisel met lage hakken.<br />
Zorg voor uw scooter zoals het onderhoudsschema voorschrijft<br />
LET OP!!<br />
Tijdens en na het rijden wordt de uitlaat heet. U of anderen kunnen zich hieraan branden. Let er<br />
op wanneer er een passagier mee rijdt, dat hij/zij de voeten op de pedalen zet.<br />
Let ook op als u een inspectie uitvoert of onderhoud pleegt als de scooter net uit staat.<br />
Na het rijden wordt de uitlaat heet, kies een geschikte plaats om uw scooter te parkeren om te<br />
vermijden dat anderen zich kunnen verbranden aan de uitlaat.<br />
LET OP:<br />
Het ombouwen van de scooter zal de structuur en het vermogen beïnvloeden en resulteren in een<br />
slecht werkend blok of een luide uitlaat, waardoor de scooter minder lang zal meegaan.<br />
Bovendien zijn ombouwingen illegaal en niet conform met het originele design en de specificaties.<br />
Een verbouwde scooter wordt niet gedekt door de fabrieksgarantie,<br />
4
5. HET RIJDEN<br />
• Houd uw armen en benen in een voor u comfortabele houding. Zorg er wel voor dat u toch<br />
snel bij de bedieningsorganen kunt om snel te reageren op veranderende verkeerssituaties.<br />
De houding van de rijder is van groot belang voor de veiligheid. Zit altijd recht op de scooter.<br />
Wanneer u te ver achterop zit, neemt de druk en daarmee de grip op het voorwiel af en zal het<br />
stuur beginnen schudden. Het is gevaarlijk om een scooter met een onstabiel stuur te bereiden.<br />
Het zal veel makkelijker zijn om een bocht te nemen wanneer de rijder zijn lichaam naar binnen<br />
helt bij het nemen van de bocht. Anderzijds zal de rijder een instabiel gevoel krijgen wanneer zijn<br />
lichaam en de scooter niet hellen.<br />
Op ongelijke wegen met kuilen en hobbels kan uw scooter onstabiel worden. Tracht de<br />
omstandigheden van de wegen op voorhand te achterhalen, minder snelheid en gebruik de<br />
kracht van uw schouders om het stuur te controleren.<br />
Suggestie: laad geen bagage op de treeplank, om onnodig beïnvloeden van de veiligheid en het<br />
stuurgedrag te vermijden.<br />
6. GEBRUIK ORIGINELE ONDERDELEN<br />
Om de beste prestaties van uw scooter te behouden is het belangrijk om kwaliteitsonderdelen te<br />
gebruiken. Originele <strong>SYM</strong> onderdelen zijn met dezelfde precisie geproduceerd als de rest van uw<br />
scooter. Gebruik daarom altijd originele <strong>SYM</strong> onderdelen. Deze kunt u laten monteren bij de <strong>SYM</strong><br />
dealer.<br />
Het gebruik van niet originele onderdelen kan de kwaliteit van uw scooter schaden. De kwaliteit van<br />
uw scooter kan dan ook niet langer gegarandeerd worden door de fabriek. De garantie op uw<br />
scooter komt te vervallen.<br />
Niet originele onderdelen kunnen onverwachte problemen veroorzaken en verlagen de prestaties<br />
van de scooter.<br />
<br />
LET OP:<br />
Het gevoel van de rijder aan het stuur is verschillend met of zonder lading. Wanneer u teveel<br />
gewicht op de scooter laadt zal deze onstabiel stuurgedrag vertonen wat de veiligheid beïnvloedt.<br />
Let dus op uw scooter niet te overladen.<br />
LET OP:<br />
Plaats geen ontvlambare materialen zoals doeken tussen de buddy bak en de motor om<br />
beschadiging door ontbranding te voorkomen.<br />
Laad geen bagage waar geen voorziening is getroffen voor het laden om schade te vermijden.<br />
AANBEVELING<br />
Om de prestaties van uw scooter te maximaliseren en het leven van de scooter te verlengen: de<br />
eerste 1000 km is de inrijd-periode, geef niet meteen volgas maar laat de scooter rustig op toeren<br />
komen.<br />
Gebruik altijd originele <strong>SYM</strong> onderdelen om de maximale prestaties en levensduur van uw<br />
scooter te waarborgen.<br />
5
7. AFLEZEN VAN HET INSTRUMENTENPANEEL<br />
(Het volgende voorbeeld betreft <strong>SYM</strong> 4-takt luchtgekoelde 50cc scooters. Tussen de<br />
verschillende modellen kunnen variaties voorkomen. Kijk ook achteraan in deze<br />
manual.<br />
METERS<br />
De snelheidsmeter kan verschillen van model tot model, maar de locatie is meestal dezelfde.<br />
Linker<br />
richtingaanwijzerlampje<br />
Snelheidsmeter<br />
Kilometerteller<br />
LET OP:<br />
Gebruik geen organische oplosmiddelen (vb. benzine, ...) op plastiek onderdelen zoals het<br />
instrumentenbord, de koplamp, etc om beschadiging te vermijden.<br />
Snelheidsmeter:<br />
Toont de snelheid in km/uur.<br />
Kilometerteller:<br />
Geeft het totaal aantal gereden kilometers weer.<br />
Grootlicht lampje:<br />
Dit lampje brandt wanneer u uw grootlicht ontsteekt.<br />
(linker/rechter) richtingaanwijzerlampje :<br />
Dit lampje zal opflikkeren waneer de linker- of rechter richtingaanwijzer wordt gehanteerd,<br />
respectievelijk links of rechts.<br />
Brandstofmeter :<br />
De wijzer van deze meter geeft weer hoeveel benzine er nog in de tank is.<br />
Deze gaat automatisch naar de “E” stand wanneer het contact uit staat (“OFF”).<br />
6<br />
Grootlicht<br />
lampje<br />
Rechter<br />
richtingaanwijzerlampje<br />
Brandstofmeter
CONTACTSLOT<br />
STUURSLOT<br />
“ON” stand:<br />
De motor kan gestart worden.<br />
De contactsleutel kan niet verwijderd worden.<br />
“OFF” stand:<br />
De motor staat uit en kan niet gestart worden in deze<br />
stand.<br />
De contactsleutel kan verwijderd worden.<br />
“SLOT” stand (stuurslot)<br />
Draai het stuur naar links en steek de sleutel in het<br />
contactslot, druk de contactsleutel in de richting van<br />
de klok en keer dan zachtjes naar links naar de<br />
“slot” stand.<br />
In deze stand is het stuur geblokkeerd.<br />
De contactsleutel kan verwijderd worden.<br />
Om het slot te openen volstaat het de sleutel van de<br />
“SLOT” stand naar de “OFF” stand te draaien.<br />
OPENEN ZADEL<br />
Steek de contactsleutel in het hoofdcontactslot.<br />
Draai de sleutel tegen de klok in naar de “zadel open” stand.<br />
Het zadel is open.<br />
LET OP:<br />
Gebruik de contactsleutel niet wanneer de motor draait. Het contact naar “OFF” en “LOCK”<br />
draaien tijdens het draaien van de motor zou het elektrisch systeem afsluiten wat kan<br />
resulteren in een zwaar ongeval. Daarom mag het contact alleen afgezet worden wanneer de<br />
scooter volledig stilstaat.<br />
Verwijder steeds de sleutel en neem de sleutel altijd mee nadat u het stuurslot heb opgezet<br />
en u uw scooter achterlaat.<br />
Wanneer het contact in de “ON” stand blijft staan gedurende lange tijd wanneer uw scooter<br />
stilstaat, zal de capaciteit van de batterij afnemen en dit kan het starten van de motor<br />
beïnvloeden.<br />
Zorg ervoor dat u uw sleutel hebt verwijderd vooraleer u het zadel afsluit.<br />
SCHAKELAARS<br />
Schakelaar<br />
grootlicht/dimlicht<br />
Richtingaanwijzer<br />
Claxon<br />
Inhaallicht schakelaar<br />
7<br />
CONTACTSLOT<br />
LET OP:<br />
Zorg ervoor dat u de<br />
sleutel verwijdert voor<br />
u het zadel afsluit.<br />
Lichtschakelaar<br />
Elektrische<br />
startknop
Lichtschakelaar<br />
Wanneer de schakelaar in deze stand staat bij het starten van de motor zullen de koplamp,<br />
het licht van het dashboard en het standlicht ontsteken. Dit is de grootlicht functie van de<br />
lichtschakelaar.<br />
Wanneer de schakelaar in deze stand staat bij het starten van de motor zullen het<br />
achterlicht, het licht van het instrumentenpaneel en het standlicht ontsteken.<br />
Wanneer de schakelaar in deze stand staat zullen alle lichten uitgaan.<br />
Elektrische startknop<br />
Dit is de startknop om de motor te starten.<br />
Met de hoofdschakelaar op “ON”, drukt u op deze knop om de motor te starten terwijl u de<br />
voor- of achterrem dichthoudt.<br />
LET OP:<br />
Laat deze knop meteen los na het starten van de motor, druk er niet meer op terwijl de motor<br />
draait om schade aan het blok te vermijden.<br />
Dit mechanisme is beveiligd. Het blok kan enkel gestart worden wanneer de voor- of<br />
achterrem worden dichtgehouden.<br />
Zet geen lichten aan. Zet de lichtschakelaar en de richtingaanwijzers in de ‘OFF’ stand<br />
wanneer u de motor start.<br />
Lichtschakelaar<br />
Dit is de schakelaar voor grootlicht en dimlicht. Druk op deze schakelaar om van grootlicht naar<br />
dimlicht en terug te schakelen.<br />
Dit symbool staat voor het grootlicht.<br />
Dit symbool staat voor het dimlicht (gebruik deze stand wanneer u in de bebouwde kom<br />
rijdt).<br />
Inhaallicht schakelaar<br />
Seinlicht<br />
Draai het contactslot naar de “ON” stand en druk deze knop in. Het grootlicht zal dan<br />
meteen aangaan zodat u het voertuig voor u kan verwittigen dat u zal inhalen. Wanneer<br />
u deze knop loslaat zal het licht weer naar zijn originele stand terugkeren.<br />
8
Startonderbreker schakelaar<br />
Deze schakelaar bevindt zich onder het zadel.<br />
“ ON” stand: De motor is geblokkeerd en kan niet gestart worden.<br />
<br />
“OFF” stand: Wanneer het contact in de “ON” stand staat en de<br />
startonderbreker in de “OFF” stand, drukt u op<br />
de elektrische startschakelaar terwijl u de voor-<br />
of achterrem dichthoudt om de motor te<br />
starten.<br />
Druk op deze knop wanneer het contact op “ON” staat en de claxon zal weerklinken.<br />
Richtingaanwijzer schakelaar<br />
Wanneer u links of rechts afdraait of een straat indraait moet u dit melden door gebruik van uw<br />
richtingaanwijzers.<br />
Draai het contact op “ON”, schuif de richtingaanwijzerschakelaar naar links of naar rechts. De<br />
richtingaanwijzers zullen opflikkeren, respectievelijk links of rechts.<br />
Om ze uit te zetten zet u de schakelaar gewoon weer in de originele stand.<br />
Wanneer dit lampje oplicht betekent dit dat u links wil afdraaien.<br />
Wanneer dit lampje oplicht betekent dit dat u rechts wil afdraaien.<br />
OPBERGRUIMTE<br />
Deze ruimte bevindt zich onder het zadel.<br />
Maximum laadgewicht : 10kg.<br />
Berg geen waardevolle spullen op in deze ruimte.<br />
Controleer of het zadel afgesloten is nadat u het hebt<br />
dichtgeklapt.<br />
Haal waardevolle spullen uit deze ruimte voor u uw<br />
scooter wast.<br />
Plaats geen warmtegevoelige zaken in deze ruimte<br />
want deze wordt warm door de temperatuur van de<br />
motor.<br />
9<br />
Startonderbreker<br />
schakelaar<br />
Opbergruimte
HELMHAAK<br />
Breng de scooter tot stilstand en hang uw helm<br />
met het sluitingsbandje aan de haak.<br />
LET OP:<br />
Maak geen gebruik van de helmhaak wanneer<br />
u rijdt. Uw scooter en helm kunnen hierdoor<br />
schade oplopen.<br />
BENZINETANKDOP<br />
1.Steek de sleutel in het slot van de buddyseat en open het zadel. Draai de benzinetankdop tegen<br />
de klok in. De dop kan nu verwijderd worden.<br />
2. Let op dat u niet meer tankt dan de maximum limiet.<br />
3. Om de tank te sluiten zet u het “△ ” teken van de dop ter hoogte van het “△ ” teken op de tank,<br />
draai de dop met de klok mee om te sluiten en sluit ook het zadel opnieuw af.<br />
LET OP:<br />
Bij het tanken moet de scooter op de centrale standaard staan met de motor uit en mogen er<br />
geen vlammen gemaakt worden.<br />
Vul niet meer dan de maximum limiet. Anders zal de benzine afgevoerd worden door een gat<br />
op de tank en kan de verf beschadigd worden. In ergere gevallen kan dit leiden tot brand en<br />
kan uw scooter vlam vatten.<br />
Zorg ervoor dat u de benzinedop na het tanken goed afsluit.<br />
REMMEN<br />
Vermijd onnodig plots remmen.<br />
Gebruik bij het remmen zowel de voor- als de achterrem.<br />
Vermijd langdurig remmen want dit kan de remmen oververhitten en hun efficiëntie beïnvloeden.<br />
Minder tijdig vaart en rem op tijd bij regenweer of op een glad wegdek. Maak geen plotse<br />
remmanoeuvres om slippen en vallen te voorkomen.<br />
Gebruik van enkel de voor- of de achterrem verhoogt het risico op vallen doordat de scooter naar<br />
één kant zal overhellen.<br />
《Motorrem》<br />
Draai het gashendel dicht tot zijn originele positie en gebruik de motorrem. Bij het afdalen van een<br />
lange of steile helling is het noodzakelijk om zowel de handrem als de motorrem te gebruiken.<br />
Voor het achterwiel<br />
10<br />
Voor het voorwiel<br />
Haak
8. AANDACHTSPUNTEN BIJ HET STARTEN<br />
LET OP:<br />
Controleer het olie- en benzinepeil voor u de scooter start.<br />
Om de scooter te starten moet hij op de centrale stand staan met het achterwiel van de<br />
grond. De achterrem moet ingehouden worden om te voorkomen dat de scooter plots naar<br />
voor zou schieten.<br />
1.Draai de contactsleutel naar de ”ON”stand.<br />
2.Houd de (hand) rem in.<br />
3.Geef geen gas, druk pas op de startknop wanneer u de rem inhoudt.<br />
[Wij geven om uw welzijn ! Houd de (achter)rem in voor u start.]<br />
LET OP:<br />
Wanneer de motor na 3 tot 5 pogingen niet start, draai dan het gashendel 1/8-1/4 open en<br />
druk dan op de startknop.<br />
Om schade aan de startmotor te vermijden verzoeken wij u de starknop niet langer dan 15<br />
keer in te drukken.<br />
Wanneer na 15 pogingen de motor nog steeds niet start, wacht dan 10 seconden voor u<br />
opnieuw probeert.<br />
Het is moeilijker om de motor te starten nadat hij een lange tijd stationair heeft gedraaid of<br />
wanneer u pas tankt nadat de tank volledig leeg was. U moet dan meermaals starten en het<br />
gas dichthouden om de motor te starten.<br />
Bij een koude start kan het een aantal minuten duren voor de motor opwarmt.<br />
De uitstoot bevat schadelijke gassen (CO), start daarom u scooter enkel op een goed<br />
verluchte plaats.<br />
【Wanneer u start met de kick-start.】<br />
Wanneer u stappen 1 tot 5 hebt gedaan, trap dan krachtig op de kick-starter met uw voet en<br />
houd het gashendel dicht.<br />
Wanneer de motor moeilijk start met de kick-starter bij een koude start, draait u best het<br />
gashendel 1/8 tot 1/4 draai open om makkelijker te starten.<br />
Plaats de kick-starter terug in zijn originele positie nadat de motor is gestart.<br />
LET OP:<br />
Voor u de scooter start met de kick-starter moet hij eerst stabiel op de centrale stand gezet<br />
worden.<br />
Start uw motor geregeld eens met de kick-starter opdat deze mechaniek niet zou falen door<br />
langdurig niet gebruik.<br />
11<br />
1/4<br />
1/8
9. DE BESTE MANIER OM TE VERTREKKEN<br />
Zet uw richtingaanwijzer aan voor u zich in beweging zet en let op dat er geen voertuig van achter u<br />
komt. Dan kan u vertrekken.<br />
§CONTROLE OVER HET GASHENDEL§<br />
Acceleratie : Snelheid opvoeren. Wanneer u op een hellend vlak rijdt draait u zachtjes aan het<br />
gashendel om de motor toe te laten rustig zijn kracht vrij te geven.<br />
Deceleratie : Snelheid minderen<br />
PARKEREN<br />
Bij het naderen van een parkeerplaats:<br />
1. Zet tijdig uw richtingaanwijzer aan en let op de voertuigen voor en achter en links en rechts van u,<br />
nader dan rustig uw parkeerplaats.<br />
2. Draai het gashendel dicht en gebruik de remmen (de remlichten zullen oplichten om naderend<br />
verkeer te waarschuwen.)<br />
Bij stilstand:<br />
3. Zet de richtingaanwijzer uit en draai de contactsleutel naar de “OFF” stand om de motor uit te<br />
zetten.<br />
4. Stap van de scooter langs de linker kant nadat u de motor hebt uitgeschakeld. Kies een<br />
parkeerplaats uit waar de scooter het verkeer niet hindert en het grondoppervlak effen is. Zet de<br />
scooter op zijn centrale stand.<br />
Deceleratie<br />
Acceleratie<br />
5. Houd het stuur met uw linkerhand vast en duw het voorste uiteind van het zadel naar beneden of<br />
neem de parkeerhendel linksonder het zadel vast met de rechter hand.<br />
6. Duw op de centrale stand met uw rechter voet en zet hem stevig op de grond.<br />
Ter herinnering: Zet het stuurslot op en verwijder de contactsleutel na het parkeren om te<br />
vermijden dat uw scooter wordt gestolen.<br />
LET OP:<br />
Parkeer uw scooter op een veilige plaats waar hij het verkeer niet hindert.<br />
12
10. INSPECTIE EN ONDERHOUD VOOR HET RIJDEN<br />
(Sla de tekening erop na om de volgende zaken te localiseren)<br />
§DAGELIJKSE INSPECTIE§<br />
Controle items Controlepunten<br />
Motorolie Is er voldoende motorolie beschikbaar?<br />
Benzine Hebt u voldoende benzine? Is het 90 Octaan of meer?<br />
Rem<br />
Band<br />
Voor<br />
Achter<br />
Voor<br />
Achter<br />
Staat van de remmen?<br />
(Vrije slag: 10~20mm)<br />
Staat van de remmen?<br />
(Vrije slag: 10~20mm)<br />
Is de bandendruk goed?<br />
(Standaard: 1.75kg/cm 2 )<br />
Is de bandendruk goed?<br />
(Standaard: 2.0 kg/cm 2 voor 1 pers. 2. 25 kg/cm 2 voor 2 pers.)<br />
Stuur Vibreert het stuur abnormaal of draait het moeilijk?<br />
Snelheidsmeter, lichten en<br />
achteruitkijkspiegel<br />
Werken deze correct?<br />
Gaan de lichten aan? Is de achterkant goed zichtbaar?<br />
Montage van onderdelen Zijn er geen losse schroeven of moeren?<br />
Abnormaliteiten Zijn oude problemen opgelost?<br />
LET OP:<br />
Wanneer u op een probleem botst tijdens de routinecontrole, los dit dan eerst op voor u gaat<br />
rijden, laat indien nodig uw scooter nakijken en herstellen door een officiële “<strong>SYM</strong> dealer”.<br />
INSPECTIE EN VERVANGEN VAN DE MOTOROLIE<br />
INSPECTIE:<br />
1. Zet de scooter op een stabiele ondergrond op zijn<br />
centrale stand. Nadat de motor 3 tot 5 minuten<br />
uitstaat kunt u de peilstok verwijderen. Veeg deze<br />
schoon en plaats hem opnieuw in de peilstokhouder<br />
(zonder hem te draaien).<br />
2. Haal de peilstok eruit en check of het oliepeil tussen<br />
de minimum en maximum limiet staat.<br />
Wanneer het oliepeil te laag is, vul dan bij tot de<br />
maximale limiet. (controleer cilinder, carter, etc. op<br />
lekken).<br />
13
OLIE VERVANGEN:<br />
Vervang de olie na de eerste 300km en herhaal dit nadien<br />
om de 1000 km.<br />
Om steeds over het maximaal vermogen te beschikken<br />
controleert u om de 500 km het oliepeil. Wanneer er<br />
niet genoeg olie is vult u bij tot aan de maximum limiet.<br />
Motorolie : Gebruik (API) SH/CD SAE 10W-40 grade of<br />
beter. Zoniet zal eventuele schade niet meer onder de<br />
garantie vallen.<br />
※Wij raden deze olie aan: <strong>SYM</strong> Motul 5100.<br />
Olieverbruik : 0.8 liter (0.75 liter voor routine check).<br />
【Kuisen van de oliefilter】<br />
Draai de filterschroef open en verwijder ze. Verwijder vuil<br />
van de filter met een benzine- of lucht spuitpistool.<br />
LET OP:<br />
Het oliepeil zal niet correct weergegeven worden<br />
wanneer u de scooter op een oneffen oppervlak<br />
parkeert of meteen na het uitzetten van de motor.<br />
Wanneer u de motor uitzet zullen het blok en de uitlaat<br />
nog heet zijn. Let erop u niet te verbranden bij het<br />
controleren of het vervangen van de motorolie.<br />
Wanneer na het bijvullen het peil nog steeds op de<br />
minimale limiet staat controleer dan eerst of de motor<br />
ergens lekt voor u opnieuw bijvult.<br />
Vermijd vlammen en ontstekingen tijdens het vullen.<br />
BENZINENIVEAU CONTROLEREN<br />
Draai de contactsleutel naar de “ON” stand en controleer de indicatienaald op de benzinemeter<br />
om te zien of u nog voldoende benzine hebt.<br />
De motor van deze scooter is voorzien op loodvrije benzine van 90 Octaan of meer.<br />
Zet de scooter stabiel op zijn centrale stand, zet de motor uit en houd vlammen weg van de<br />
scooter tijdens het vullen.<br />
Vul niet meer dan maximaal toegelaten.<br />
Zorg dat de tankdop correct is afgesloten.<br />
TRANSMISSIEOLIE CONTROLEREN EN VERVANGEN<br />
CONTROLE:<br />
Zet de scooter stabiel op zijn centrale stand na het uitzetten van de motor. Wacht 3 tot 5<br />
minuten. Verwijder de bout van de vulopening. Zet een maatbeker onder de aftapbout en<br />
verwijder deze dan. Laat de olie in de maatbeker lopen en controleer of deze verminderd is (bij<br />
demontage 100-105cc / bij vervangen 90-100cc).<br />
VERVANGEN OLIE:<br />
Zet de motor uit en plaats de scooter op zijn centrale stand of een effen oppervlak. Verwijder de<br />
bout van de vulopening en de aftapbout en laat de olie weglopen.<br />
Monteer de aftapbout opnieuw en zet ze vast. Vul met nieuwe transmissieolie (90-100cc) en sluit<br />
de bout van de vulopening opnieuw (controleer of de bouten goed vaststaan en of er geen lekken<br />
zijn).<br />
Wij raden deze olie aan: Motul Scooter Gear. SAE-W90).<br />
Gebruik SAE85-90 anneer het vriest (buitentemperatuur onder 0°) .<br />
14<br />
Filterschroef<br />
max. limiet<br />
min. limiet<br />
Oliefilter
VRIJE SLAG (SPELING) VAN DE REMMEN CONTROLEREN EN AFSTELLEN<br />
CONTROLEREN: (Om de speling van de remmen te controleren moet de motor uitgeschakeld zijn).<br />
Speling van de handrem voor voorwiel en achterwiel.<br />
◆ Bij het controleren van de handrem voor het voorwiel moet de speling (de afstand van het<br />
remhendel vanuit niet-remstand naar uiterste remstand) 10-20mm bedragen. Het is niet normaal<br />
wanneer het volledig dichtknijpen van de rem sponsachtig aanvoelt.<br />
AFSTELLEN: Trommelrem<br />
De indeuking van de afstelmoer moet uitgelijnd worden met de ‘pin’. (zie figuur hieronder)<br />
Afstelmoer<br />
Pin<br />
Draai de afstelmoer van de remkabel om de speling van het remhendel aan te passen.<br />
Na het afstellen houdt u beide remmen dicht tot u de werking van de remmen voelt.<br />
Meet de speling met een liniaal.<br />
Afstelmoer<br />
LET OP:<br />
Wanneer de speling tussen de 10 en de 20mm is,<br />
controleer dan de slijtage indicator op de<br />
remtrommel. Dat is het “△ ” teken dat u op de<br />
remschijf terugvindt. Wanneer u dit teken ziet wil dit<br />
zeggen dat de remvoering versleten is en<br />
vervangen moeten worden.<br />
Achterwiel, trommelrem<br />
15<br />
Minder<br />
speling<br />
Meer speling
SCHIJFREMMEN CONTROLEREN (enkel van toepassing op modellen met schijfremmen)<br />
Controleer de remvoering op lekken of schade,<br />
controleer of de aansluitpunten van de remvoering<br />
vastzitten met een schroefsleutel of een geschikt<br />
gereedschap en controleer of de remkabels beschadigd<br />
zijn door de vibraties van het stuur of enig ander onderdeel.<br />
Als dat het geval is brengt u uw scooter naar een officiële<br />
<strong>SYM</strong> dealer voor herstelling of onderhoud.<br />
(lek, schade, loszittende remvoering)<br />
Remschijf<br />
(Controle van de remvoering vooraan)<br />
controleer de rem achter de remklauw. De<br />
remblokken moeten vervangen worden<br />
wanneer de limiet is bereikt.<br />
Remklauw<br />
Indicatie slijtagelimiet<br />
van de remblokken<br />
(Vullen van de remvloeistof van het voorwiel)<br />
1.Maak de schroeven los en verwijder het deksel van de rempomp.<br />
2.Verwijder vuil van rond het reservoir, let op dat er geen vuil in het<br />
reservoir valt.<br />
3. Verwijder het deksel van het membraan en het membraan.<br />
4. Vul remvloeistof bij tot de max. limiet.<br />
LET OP:<br />
Controleer het functioneren van de remmen<br />
tijdens het rijden op een droog wegdek en aan<br />
een lage snelheid zodat u zeker bent dat uw<br />
scooter in prima staat is en u veilig de baan op<br />
kunt.<br />
5.Monteer membraan, membraandeksel en deksel rempomp terug op hun plaats.<br />
6.Let op dat het membraan op dezelfde manier wordt<br />
teruggeplaatst en dat er niets in het reservoir valt. Zet het<br />
deksel van de rempomp correct vast.<br />
16<br />
(Remvloeistofpeil controleren)<br />
Parkeer de scooter op een effen<br />
ondergrond en controleer of het vloeistof<br />
peil onder het “LOWER” teken staat. Wij<br />
raden deze remvloeistof aan: WELL RUN<br />
BRAKE OIL (DOT 3).<br />
Deksel<br />
rempomp<br />
Membraan<br />
Bouten<br />
Max. limiet<br />
LET OP:<br />
Om chemische reacties te vermijden gebruikt u beter geen andere remvloeistof dan de<br />
aanbevolen vloeistof.<br />
Zorg er bij het vullen voor dat u de max. limiet niet overschrijdt en u niet morst op de gelakte of<br />
plastiek onderdelen om schade te vermijden.<br />
Remvloeistof
AFSTELLEN VAN DE GASHENDEL<br />
Bij een correcte afstelling heeft de gashendel een<br />
vrije slag van 2~6mm.<br />
Draai de borgmoer los, zet de afstelmoer in de<br />
gewenste positie en draai de borgmoer weer goed<br />
vast.<br />
Check de volgende punten:<br />
1. Controleer of het draaien en terugkomen van het<br />
gashendel soepel gebeurt.<br />
2. Controleer of bij stuurslag naar beide zijden het<br />
gashendel goed blijft functioneren.<br />
3. Controleer of de gaskabel door andere kabels<br />
gehinderd wordt om soepel te functioneren.<br />
CONTROLE EN ONDERHOUD VAN DE BATTERIJ<br />
Deze scooter is uitgerust met een onderhoudsvrije batterij dus u hoeft deze niet te controleren en<br />
elektrolyt toe te voegen. Laat uw scooter controleren door een officiële <strong>SYM</strong> dealer mocht u<br />
abnormaliteiten opmerken.<br />
( Kuisen van de polen van de batterij )<br />
Verwijder de polen en kuis ze wanneer ze verroest of<br />
vuil zijn.<br />
De procedure om de batterij te verwijderen:<br />
Zet het contact in de “OFF” stand, Draai eerst de<br />
schroef van de negatieve kabel los en verwijder de Negatief<br />
kabel. Draai vervolgens de schroef van de positieve<br />
Positief<br />
kabel los en verwijder de kabel.<br />
Deze scooter is uitgerust met een onderhoudsvrije batterij dus u hoeft deze niet te controleren en<br />
elektrolyt toe te voegen. Laat uw scooter controleren door een officiële <strong>SYM</strong> dealer mocht u<br />
abnormaliteiten opmerken.<br />
17<br />
Afstelmoer<br />
2~6 mm<br />
Borgmoer<br />
LET OP:<br />
Maak de buitenkant van de batterij schoon met wat warm water.<br />
Als er duidelijke aanslag is op de polen, koppel dan de kabels af en verwijder de aanslag met<br />
een stalen borstel of schuurpapier.<br />
Sluit de kabels weer aan na het kuisen en doe wat vet op de polen.<br />
Sluit de kabels terug aan in de omgekeerde volgorde van het afkoppelen.<br />
LET OP:<br />
Dit is een gesloten batterij, verwijder nooit het deksel.<br />
Om te vermijden dat er verlies op de batterij komt of dat ze leegloopt tijdens lange periodes van<br />
inactiviteit, verwijdert u best de batterij van de scooter en bewaart u deze op een goed<br />
geventileerde donkere plaats nadat ze volledig is opgeladen. Wanneer u de batterij in de<br />
scooter laat, koppel dan de negatieve pool af.<br />
Wanneer de batterij moet vervangen worden, vervang deze dan door een batterij van hetzelfde<br />
gesloten type (onderhoudsvrij).
BANDEN CONTROLEREN<br />
Banden moeten gecontroleerd en opgeblazen worden wanneer de motor uitgeschakeld is.<br />
Als een band niet de correcte spanning heeft is de contactcurve van de band met de grond niet<br />
goed, controleer dit met een geijkte bandenspanningsmeter en blaas op tot de aangegeven druk.<br />
Het controleren van de banden met een bandenspanningsmeter moet gebeuren als ze koud staan.<br />
CONTROLEER A.U.B. DE VOORGESCHREVEN BANDENSPANNING<br />
Vreemde materialen<br />
(spijkers, stenen)<br />
Bescha-<br />
diging<br />
STUUR- EN VOORVORK CONTROLEREN<br />
Voer deze controle uit met uitgeschakelde motor en verwijder<br />
de contactsleutel.<br />
Controleer de schokbrekers vooraan op beschadiging.<br />
Druk op de voorvering door het stuur op en neer te bewegen<br />
en controleer op vreemde geluiden.<br />
Controleer of de bouten en moeren van de voorvork goed<br />
vastzitten.<br />
Beweeg het stuur op en neer, links en rechts, voor en achter<br />
om te controleren of het los zit, te veel weerstand biedt of<br />
naar één kant trekt.<br />
Controleer of het stuur niet gehinderd wordt door de<br />
remkabels.<br />
Wanneer u iets abnormaals opmerkt, breng dan uw scooter<br />
naar een officiële <strong>SYM</strong> dealer om deze te controleren of aan<br />
te passen.<br />
Controleer de banden op scheuren en andere<br />
beschadiging.<br />
Controleer of er scherpe voorwerpen in het loopvlak<br />
zitten.<br />
Controleer de slijtage indicator van de band.<br />
Een band waarvan de slijtagebalk zichtbaar is moet<br />
vervangen worden.<br />
Profiel slijtage<br />
indicator<br />
LET OP:<br />
Een foute bandendruk, slijtage of beschadigingen zijn de voornaamste oorzaak van<br />
controleverlies over het stuur en kapotte banden.<br />
18
ZEKERINGEN CONTROLEREN EN VERVANGEN<br />
Zet het contact uit en controleer of de zekeringen intact zijn. Vervang de gesprongen zekering door een<br />
nieuwe van hetzelfde type en dezelfde ampèrage (10A&15A). Een zekering van meer dan 10 of 15 ampère<br />
gebruiken is strikt verboden om schade aan het elektrische systeem en haar componenten te vermijden.<br />
Verwijder het batterijdeksel. De zekeringhouder en de zekeringen bevinden zich in de ruimte onder<br />
het deksel.<br />
Open het deksel van de zekeringskast en controleer of een zekering beschadigd is.<br />
Zekeringen moeten stevig in de zekeringhouder zitten. Loszittende zekeringen leiden tot oververhitting<br />
en beschadiging.<br />
Gebruik steeds elektrische onderdelen met de originele verbruikswaarden. Zoals een te vervangen<br />
lamp. Het gebruik van lampen met andere waarden kan resulteren in een kapotte zekering of een<br />
overladen batterij.<br />
Vermijd bij het wassen van de scooter dat water direct op de zekeringen en de houder komt.<br />
Wanneer bij het vervangen de zekering opnieuw snel springt, zoek dan eerst naar de oorzaak.<br />
Wanneer u iets vreemds opmerkt brengt u uw scooter best naar een officiële <strong>SYM</strong> dealer.<br />
【VERWIJDEREN】<br />
Draad<br />
Zekeringhouders<br />
CONTROLEREN VAN DE RICHTINGAANWIJZERS EN HET CLAXON<br />
Draai de contactsleutel naar de ‘ON’ stand.<br />
Zet de richtingaanwijzer aan en controleer of voor- en achter richtingaanwijzers werken en luister ook<br />
of het claxon werkt.<br />
Controleer de covers van de richtingaanwijzers op vuil en scheuren en kijk of ze niet los zitten.<br />
Druk op het claxon om te controleren of het werkt.<br />
LET OP:<br />
Gebruik de correcte lampen voor de richtingaanwijzers om de werking niet te beïnvloeden.<br />
Zet uw richtingaanwijzer aan voor u van richting verandert of een straat inslaat zodat het<br />
opkomend en achterkomend verkeer verwittigd is van uw geplande manoeuvre.<br />
Zet nadien meteen uw richtingaanwijzer weer uit door de knop nogmaals in te drukken, dit om<br />
andere bestuurders niet te verwarren over uw intenties.<br />
VOOR- EN ACHTERLICHTEN CONTROLEREN<br />
Zet de motor aan en zet het licht aan. Controleer of voor- en achterlicht werken.<br />
Controleer de afstelling van de koplamp door ze op een muur te richten (op effen ondergrond).<br />
Controleer de cover van de koplamp op vuil en scheuren en kijk of deze niet los zit.<br />
REMLICHT CONTROLEREN<br />
Draai de contactsleutel naar de ‘ON’ stand, knijp de remhendels van de voor- en achterrem dicht en<br />
controleer of het remlicht functioneert.<br />
Controleer de cover van het remlicht op vuil en scheuren en kijk of deze niet los zit.<br />
LET OP:<br />
Gebruik enkel de voorgeschreven lampen om schade aan het elektrische systeem,<br />
uitbranden van de lampen en leeglopen van de batterij te vermijden.<br />
Verander geen elektronische componenten of voeg er geen toe om overlading van het<br />
elektrische circuit en/of kortsluiting te vermijden, dit kan resulteren in brand.<br />
19<br />
【INSTALLATIE】<br />
Van bovenaf insteken
BENZINELEK CONTROLEREN<br />
Controleer de tank, de tankdop, de brandstofleiding en de carburator op een lek.<br />
SMEERPUNTEN CONTROLEREN<br />
Controleer of de scharnierende onderdelen voldoende gesmeerd zijn.<br />
(vb. het scharnierpunt van de centrale stand, de zijsteun, het remhendel, etc).<br />
ONTSTEKINGSKAARS (BOUGIE) CONTROLEREN<br />
Verwijder de dop van de ontstekingskaars (verwijder de<br />
ontstekingskaars met behulp van de speciale tool in de tool kit).<br />
Controleer de elektrode op vuil of koolstofaanslag.<br />
Verwijder de koolstof met een staalborstel, schuurpapier of een doek.<br />
Maak de ontstekingskaars schoon met benzine en droog met een doek.<br />
Controleer de afstand tot de elektrode, deze moet tussen de 0.6~0.7<br />
mm bedragen (gebruik hiervoor een voelermaat)<br />
Draai de ontstekingskaars zo ver mogelijk dicht en draai dan nog eens<br />
1/2~3/4 draaien vaster met een sleutel.<br />
LET OP:<br />
Na het rijden is de motor heet. Let op dat u zich niet verbrandt.<br />
※Gebruik enkel de voorgeschreven ontstekingskaarsen (Controleer de lijst met de specificaties).<br />
LUCHTFILTER CONTROLEREN<br />
《PROCEDURE DEMONTAGE》<br />
1. Verwijder de schroeven van het luchtfilterdeksel.<br />
2. Verwijder het luchtfilterdeksel, de schroeven van de filter<br />
en de filter.<br />
3.Reinig of vervang de filter (check het onderhoudsschema<br />
voor het controle-interval).<br />
《PROCEDURE MONTAGE》<br />
Monteer de luchtfilter in de omgekeerde volgorde van de demontage.<br />
LET OP:<br />
Stof is de grootste oorzaak van vermogensverlies of een verhoogd brandstofverbruik.<br />
Om de levensduur van de scooter te verlengen is het aangewezen de luchtfilter vaker te<br />
vervangen wanneer u dikwijls op stoffige wegen rijdt.<br />
Wanneer de luchtfilter niet goed is gemonteerd zal stof in de cilinders komen, wat kan<br />
resulteren in vermogensverlies en een kortere levensduur van de motor.<br />
Zorg ervoor dat u de luchtfilter niet te nat maakt bij het wassen van de scooter. Dit kan<br />
resulteren in een moeilijk te starten motor.<br />
20<br />
Schroeven<br />
0.6~0.7 mm<br />
Element
11. STORINGS-DIAGNOSE-SCHEMA<br />
WANNEER DE SCOOTER NIET START<br />
(1). Staat het contactslot in de<br />
‘ON’ stand?<br />
1/8<br />
1/4<br />
(4). Draait u het gas open bij het starten?<br />
(2). Is er voldoende benzine in de<br />
tank?<br />
21<br />
(3). Houdt u de voor- of<br />
achterrem dicht bij het<br />
starten?<br />
(5). Draai het contact naar de “ON” stand en druk<br />
op het claxon. Wanneer deze niet gaat kan<br />
de zekering gesprongen zijn.<br />
【Wanneer u al het bovenstaande hebt gecontroleerd en de scooter start nog steeds niet, laat hem dan<br />
controleren door een officiële <strong>SYM</strong> dealer.】<br />
12. C.D.I. ELEKTRONISCH ONTSTEKINGSSYSTEEM<br />
Het C.D.I. systeem zorgt ervoor dat er elektrische energie gegenereerd wordt. In samenwerking met de<br />
ontstekingskaars zal er op het juiste moment een vonk geproduceerd worden.<br />
13. SUGGESTIES INZAKE BENZINE<br />
Deze scooter werd ontworpen voor het gebruik van ONGELODE benzine van 90 Octaan of meer.<br />
Wanneer de scooter op een hoogte wordt gebruikt (waar de luchtdruk lager is) dient de<br />
lucht/benzine verhouding aangepast te worden voor een optimaal vermogen.<br />
14. TRANSMISSIEOLIE<br />
Schakelaar<br />
richtingaanwijzers<br />
Claxon<br />
Wij raden deze olie aan: Motul Scooter Gear. SAE-W90).<br />
Gebruik SAE85-90 bij vriesweer (onder 0℃).<br />
Achterwiel Voorwiel
15. VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET BERIJDEN VAN EEN SCOOTER<br />
1. Zet de scooter op de centrale stand en ga op het zadel zitten.<br />
Duw de scooter naar voor om de centrale stand in te klappen.<br />
LET OP:<br />
Draai nooit aan het gashendel om de toeren op drijven voor u vertrekt.<br />
2. Stap langs de linkerkant op uw scooter en zet u behoorlijk op het zadel, houd uw rechtervoet goed op<br />
de grond om te vermijden dat de scooter valt.<br />
LET OP:<br />
Houd de achterrem dicht voor u vertrekt.<br />
3. Draai zachtjes het gas open en de scooter zal zich in beweging zetten.<br />
LET OP:<br />
Het snel opendraaien van het gas of het prompt loslaten van het ontkoppelingshendel kan<br />
resulteren in het plots naar voor schieten van de scooter en dit is heel gevaarlijk.<br />
Controleer of uw zijstand volledig is ingeklapt voor u vertrekt.<br />
【Ga niet plots remmen of draai niet scherp af】<br />
Plots remmen en scherp afdraaien kan resulteren in een slip- en/of valpartij.<br />
Plots remmen en scherp afdraaien kan vooral bij regenweer resulteren in slip-, glijd- en/of<br />
valpartijen.<br />
【Wees uitermate voorzichtig bij regenweer】<br />
De remafstand bij regenweer of op een nat wegdek is groter dan op een droog wegdek. Minder dus<br />
vaart en houd er rekening mee dat u vroeger moet remmen.<br />
Bij het afdalen van een helling moet het gashendel losgelaten worden en moet u remmen zoals<br />
tijdens het minderen van vaart.<br />
22
16. PERIODIEK ONDERHOUDSSCHEMA<br />
Item<br />
Check Items<br />
Onderhoud<br />
kilometer<br />
Onderhoudsinterval<br />
300KM<br />
Elke<br />
1000KM<br />
23<br />
Elke<br />
3000KM<br />
Elke<br />
6000KM<br />
Elke<br />
12000KM<br />
NIEUW 1 Maand 3 Maanden 6 Maanden 1 Jaar<br />
1 Luchtfilterelement (Opmerking) I C R(papier) R(spons)<br />
2 Luchtfilter I<br />
3 Oliefilter (zie handleiding) C C<br />
4 Motorolie R I Elke 3000KM vervangen<br />
5 Bandenspanning I I<br />
6 Batterij I I<br />
7 Ontstekingskaars I I R<br />
8 Carburator (stationair draaien) I I<br />
9 Stuurbevestiging en hendels I I<br />
10 Controle transmissie op lekken I I<br />
11 Controle carter op lekken I I<br />
12 Transmissieolie R Elke 5000KM(5 Maanden) vervangen<br />
13 Aandrijfriem en rollen I R<br />
14 Brandstofsensor en leiding I I<br />
15 Werking gashendel en gaskabel I I<br />
16 Bouten en moeren van motor I I<br />
17 Cilinderkop, cilinder en zuigers I<br />
18 Uitlaatsysteem I<br />
19 Ketting nokkenas / timing ontsteking I I<br />
20 Kleppenspeling I I<br />
21 Schokdempers I I<br />
22 Ophanging voor en achter I I<br />
23 Centrale stand en zijsteun I I/L<br />
24 Carterontluchting (PCV) I I<br />
25 Koppeling I<br />
26 Remmen / Remblokken I I<br />
27 Alle bouten en moeren I I<br />
Opmerking<br />
☆ Het bovenstaande schema is gebaseerd op maandelijks onderhoud om de 1000 km, afhankelijk van<br />
wat eerst komt.<br />
※Laat uw scooter geregeld controleren en onderhouden door een officiële <strong>SYM</strong> dealer om hem in<br />
optimale conditie te houden.<br />
Code: I ~ Inspectie, schoonmaken en aanpassen R ~ Vervangen<br />
C ~ Schoonmaken (indien nodig vervangen) L ~ Smeren<br />
Opmerking: 1.Maak de luchtfilter vaker schoon of vervang hem vaker wanneer u dikwijls op een stoffige<br />
ondergrond of in een vuile omgeving rijdt.<br />
2. U moet de scooter vaker een onderhoud geven wanneer deze dikwijls aan hoge snelheid rijdt<br />
en naarmate hij meer kilometers op de teller heeft.<br />
【De nota’s in de opmerkingen dienen om de betrokken modellen aan te duiden.】
17. SPECIFICATIES<br />
Item<br />
Model<br />
Specificaties<br />
AW05W-6/AW05W1-6/AW05W-D/AW05W-S/AW05W-F<br />
Lengte 1870mm<br />
Breedte 698mm<br />
Hoogte 1140mm<br />
Wielbasis 1325mm<br />
Drooggewicht 99kg (Voor:40kg Achter:59kg)<br />
Motor Monocilinder,4- takt, luchtgekoeld<br />
Benzine Ongelode benzine<br />
Cilinderinhoud 49.5 cm 3<br />
Compressie 11.8 :1<br />
Max. vermogen 2.35 kw/8500 tpm<br />
Max. koppel 2.91 Nm/6500 tpm<br />
Stationair draaien 2100±100 tpm<br />
Kleppenspeling IN/EX 0.03/0.05(±0.02) mm<br />
Starter Kick & elektrische starter<br />
Vering vooraan Telescopische vork<br />
Vering achteraan Unit swing<br />
Koppeling Automatische centrifugaalkoppeling<br />
Transmissie CVT automaat<br />
Band vooraan 110/70-12(47J)<br />
Band achteraan 120/70-12(51J)<br />
Velg Aluminium<br />
Bandendruk<br />
Vooraan: STD 2.00 kg/cm 2 ,<br />
Achteraan: STD 2.00kg/cm 2 voor 1 pers., 2.25kg/cm 2 voor 2 pers.<br />
Rem vooraan Schijfrem (Ø 190 mm)<br />
Rem achteraan Trommelrem (Ø 110 mm)<br />
Koplamp HS1 12V 35/35W<br />
Lamp vooraan (groot/dim) 12V 5W<br />
Lamp richtingaanwijzers 12V 10W<br />
Lamp achterlicht/stoplicht 12V 5W/12V 21W<br />
Licht nummerplaathouder 12V 5W<br />
Motorolie niveau 0.80 L (0.75 L bij vervangen)<br />
Transmissieolie niveau 100±5cc (90cc bij vervangen)<br />
Inhoud benzinetank 5.0L<br />
Zekering 10A & 15A<br />
Ontstekingskaars A7RC<br />
Capaciteit batterij 12V 6Ah (gesloten, onderhoudsvrij)<br />
Luchtfilter<br />
Papiertype<br />
24
Garantiebepalingen <strong>SYM</strong>:<br />
25<br />
Veenendaal, 01-01-2006<br />
1 De bromfietsen worden gewaarborgd tegen elke materiaal- of fabricagefout gedurende een<br />
periode van 24 maanden, welke ingaat op de datum van aflevering van het product aan de<br />
eerste gebruiker.<br />
2 De garantie beperkt zich tot het vervangen of herstellen van elk defect onderdeel. Deze<br />
vervanging of herstellen onder garantie mag enkel gebeuren door een <strong>SYM</strong> erkende dealer.<br />
3 De aansprakelijkheid van de fabrikant of de importeur beperkt zich uitsluitend tot de garantie<br />
zoals omschreven in punt 2. De koper kan op geen enkele wijze aanspraak maken op<br />
vergoeding van materiële of lichamelijke schade, genot- of inkomstenverlies, transport,<br />
verblijfkosten, sleep- of verzendkosten of ontbinding van het aankoopcontract.<br />
4 De garantie vervalt indien:<br />
A) Het product niet gebruikt, behandeld of onderhouden wordt volgens de<br />
voorgeschreven onderhoudsbeurten, vermeld in de handleiding van het betrokken<br />
product.<br />
B) Als productonderhoud of herstel niet door een Sym erkende dealer wordt uitgevoerd, of<br />
met gebruik van niet originele onderdelen.<br />
C) Andere brandstoffen, smeermiddelen of onderhoudsproducten worden gebruikt, dan<br />
door de fabrikant voorgeschreven.<br />
D) Het product wordt verhuurd of gebruikt voor commerciële doeleinden.<br />
E) Een ombouwing of verandering wordt uitgevoerd aan het product of indien het<br />
betrokken was in het ongeval.<br />
F) Het product gebruik wordt voor sportwedstrijden of voor doeleinden waarvoor het niet<br />
ontworpen is.<br />
5 Normale slijtage en beschadiging veroorzaakt door gebruik van het voertuig, is geen materiaal-<br />
of constructiefout, deze zijn niet gedekt door de garantie. Hieronder vallen: de vervanging van<br />
binnen-en buitenbanden, lampen, bougies, contactpunten, zekeringen, rubberen onderdelen,<br />
rem- en koppelingsbekleding, oliekering, remschijven of trommels, riemen, filters, kettingen,<br />
tandwielen, wielspaken, enz.<br />
6 Op plastic onderdelen of kuiponderdelen wordt enkel garantie toegestaan als er<br />
constructiefouten of fabricagefouten worden geconstateerd voor de aflevering van het nieuwe<br />
voertuig aan de klant.<br />
7 Corrosie of oxidatie aan het oppervlak van het chassis, chroom delen,schroeven, uitlaat en alle<br />
overige behandelde of onbehandelde onderdelen worden niet gedekt door de garantie.<br />
8 Bij wijziging van deconstructie, waardoor de gehomologeerde snelheids-<br />
limiet van 25 km/h of 45 km/h worden overschreden zal alle aanspraak op<br />
garantie vervallen.<br />
9· De importeur behoudt zich het recht op de uiteindelijke beslissing bij elke aanvraag.
Speciale garantie onderdelen<br />
1 jaar garantie:<br />
Uitlaat (op verf/roest 6 maanden)<br />
Olie-keerring<br />
6 maanden garantie:<br />
26<br />
Veenendaal, 01-01-2006<br />
Accu Velgen<br />
Onderstandaard Lak<br />
Zijstandaard Stickers en emblemen<br />
Zadel<br />
Uitgezonderd van garantie:<br />
Bougies Koppelingsplaats<br />
Contactpunten Lampen<br />
Brandstoffilter Zekeringen<br />
Oliefilter Pakkingen<br />
Aandrijfketting Banden<br />
Luchtfilter Rubber slangen<br />
Remblokken Afdichtingen<br />
Remschoenen Rubberen stootkussens<br />
Riemen Rubber op voetplaat<br />
Garantie alleen indien voldaan wordt aan de garantiebepalingen.