Hoorzitting 19 april 2012 door Paul Vansteelandt - t Groot Gedelf
Hoorzitting 19 april 2012 door Paul Vansteelandt - t Groot Gedelf
Hoorzitting 19 april 2012 door Paul Vansteelandt - t Groot Gedelf
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
4.2.3 Zeeschelde<br />
Het saldo van het in de Ringvaart toevloeiend debiet, dus het debiet dat overblijft wanneer aan de<br />
verplichting aan Nederland is voldaan, wordt naar de natuurlijke stroom namelijk de Zeeschelde<br />
afgevoerd. De netto <strong>door</strong>voeren naar de Zeeschelde zijn gekend. Hierbij baseert men zich op de<br />
gemeten afvoerdebieten in het meetstation te Melle (figuur 38). Het is duidelijk dat elke extra<br />
afname op het <strong>Groot</strong> Pand ten koste is van de <strong>door</strong>voer naar de Zeeschelde.<br />
De minimumbehoeften, die vooral <strong>door</strong> ecologische overwegingen gedicteerd worden, worden op 10<br />
m³/s geraamd. Met lage bovendebieten bestaat de kans op het creëren van stagnerende ecologische<br />
omstandigheden op de Bovenschelde tot de monding van de Rupel (prof. Patrick Meire). Bovendien<br />
heeft het wegvallen van een bovendebiet een belangrijke impact op de trek van de vissen.<br />
Daarenboven wordt er algemeen aangenomen dat een bovendebiet een gunstige invloed heeft op de<br />
aanslibbing in de Zeeschelde. Een bovendebiet is cruciaal om het sediment af te voeren. Dit minimaal<br />
vereist afvoerdebiet van 10 m³/s werd in 2011 tijdens maar liefst 174 dagen niet gewaarborgd. Te<br />
vermelden is echter dat de <strong>door</strong> het HIC ter beschikking gestelde data te Melle niet-‐gevalideerde<br />
data zijn.<br />
Figuur38: daggemiddelde debieten in m³/s te Melle met behoefte van 10 m³/s<br />
4.2.4 Schipdonkkanaal (zie eveneens 3)<br />
30