Richtlijnen voor de auteurs in de spelenderwijs

Richtlijnen voor de auteurs in de spelenderwijs
Inleiding
Bedankt, dat je een bijdrage wilt leveren aan de Spelenderwijs. Om ervoor te zorgen dat je
stuk goed en snel geplaatst wordt geeft de redactie je enkele richtlijnen.
Als er iets onduidelijk is neem dan contact op met de redactie van de Spelenderwijs, zodat
we samen tot een oplossing kunnen komen.
Voordat de ingeleverde bijdrage in de Spelenderwijs gepubliceerd wordt, wordt het door de
redactie gelezen. Er wordt gelet op: het belang van het onderwerp en de inhoud – is deze
helder en logisch en bevat deze relevante informatie.
De redactie streeft er naar om binnen één week een ontvangstbevestiging te sturen. Binnen
enkele weken laat de redactie weten of de tekst voor publicatie in de spelenderwijs geschikt
is. Bijdragen zijn meestal niet in één keer af: de schrijver kan gevraagd worden om zijn of
haar bijdrage nog wat bij te stellen.
Aanleveren van kopij
De redactie ontvangt de kopij per e-mail. Vermeld in de email; je naam zoals je deze bij het
artikel geplaatst wilt hebben, functie en werkkring, emailadres.
Voor een snelle plaatsing in de Spelenderwijs is het belangrijk dat de kopij compleet wordt
ingeleverd. Denk hierbij ook aan de illustraties.
Bewaar zelf een kopie van alle geleverde bestanden. Dit vergemakkelijkt de communicatie
bij vragen over de tekst en het is een goede back-up bij onverhoopt zoekraken van de kopij.
Kopij kan gestuurd worden naar: redactiespelenderwijs@speltherapie.net
Tekstverwerkingssysteem
De bijdrage voor de Spelenderwijs moet opgemaakt zijn in Microsoft Word.
Indien er gebruik wordt gemaakt van teksten uit pdf-bestanden of van internet, kunnen deze
bestanden problemen opleveren bij de verdere verwerking als de teksten rechtstreeks vanuit
deze bronnen in de kopij gekopieerd worden. Probeer zoveel mogelijk onbekende opmaak
en codes te vermijden.
Houdt er rekening mee dat er auteursrechten op bestanden kunnen zitten. De auteur is zelf
verantwoordelijk voor het gebruik van internetbestanden.
Bijdrage Spelenderwijs
In de Spelenderwijs wordt onderscheid gemaakt tussen en artikel en een column
Artikelen kunnen zijn:
- Informatie/theorie over het betreffende thema; over een stoornis, behandelingsvorm
of iets anders. Dit kan geïllustreerd worden met een casus.
- Artikelen over ontwikkelingen binnen de speltherapie of andere ontwikkelingen die
indirect met vakgebied te maken hebben.
Een artikel mag maximaal 2000 woorden bevatten.
Columns kunnen zijn:
- Praktijksituaties cq casussen, die betrekking hebben op het thema. In het artikel
kunnen verschillende aspecten van een speltherapie besproken worden;
moeilijkheden, knelpunten, of oplossingen in de therapie.
Deze column mag maximaal 1000 woorden bevatten.
- Bijdrage door middel van een opinie stukje; over alles wat met speltherapie te maken
heeft of bij het betreffende thema past.
Dit type column mag maximaal 500 woorden bevatten.

Recensies van boeken, symposiums of workshops
Een recensie mag maximaal 200 woorden bevatten. Wanneer een recensie uitgebreider
besproken dient te worden, kan er contact opgenomen worden met de redactie.
Opmaak
Lever de tekst met een minimale tekstopmaak, dus zo ‘plat’ mogelijk, aan.
Gebruik geen verschillende kleuren, lettertypes en -groottes, strepen enzovoort. Houd de
volgende pagina-instellingen aan:
- Lettergrootte: 11
- Lettertype: Arial
- Regel/woord afbreken: nee
- Regelafstand: enkel
- Uitvullen: links
- Paginagrootte: A4 (21 29,7 cm)
- Tekenstijl:standaard
In de tekst kan gebruik gemaakt worden van opmaakkenmerken onderstreept, vet en cursief,
Gebruik geen andere opmaakkenmerken.
De uiteindelijke opmaak in het blad zal gedaan worden door de vormgever en de redactie.
Bij voorkeur begint ieder artikel met een inleiding, waarin de vraagstelling of het doel van het
artikel duidelijk wordt gemaakt. Daarna volgt een middengedeelte waarin het onderwerp in al
zijn facetten aan bod komt. Het artikel wordt afgesloten met een conclusie of beschouwing.
Bij een casusbeschrijving moet de casus geanonimiseerd worden. De verantwoordelijkheid
hiervan ligt bij de auteur.
Koppen
Deel uw tekst overzichtelijk in. Begin alle kopjes met een hoofdletter en eindig zonder
punt. Varieer niet in de lettergrootte. Maak de kopjes “vet”.
Alinea’s
Elke alinea wordt met een harde return afgesloten. Laat de tekst niet inspringen en maak
geen gebruik van een andere dan de standaard kantlijn.
De [Return/Enter]-toets
Gebruik de [Enter]-toets alleen waar dit nodig is. Voer geen regelomhaal in om
een bepaald woord op de volgende regel te zetten of om een alinea in zijn
geheel op één pagina te krijgen.
Gebruik een dubbele regelomhaal alleen daar waar deze nodig is,
bijvoorbeeld na de titel, een alinea, een opsomming of na een kopje.
Harde paginascheiding
Gebruik geen harde paginascheidingen, sectiegrenzen en dergelijke.
Noten en verwijzingen
In verband mer de eenduidige opmaak kan er geen gebruik worden gemaakt van voetnoten
en verwijzingen.
Tabellen en illustraties
Tabellen kunnen in de lopende tekst geplaatst worden. Maak een tabel met behulp van de
Wordoptie “Tabel” en dan “Invoegen”.
In de tekst moet er verwezen worden naar de tabel: ‘(zie tabel 3.2)’. Geef alleen op deze
manier aan waar de tabel te vinden is en doe dit niet met termen als ‘hieronder’, ‘op deze

pagina’ e.d. De redactie zorgt ervoor dat de tabel zo dicht mogelijk bij de verwijzing wordt
opgenomen.
De enige bestandsformaten voor illustraties, waarmee de redactie kan werken zijn JPEG
bestanden en PDF bestanden.
Plaats de illustratie niet in de lopende tekst.
Illustraties moeten in een apart bestand worden aangeleverd. Geef in de tekst aan waar de
illustraties geplaatst moeten worden, door middel van een nummer. De redactie zorgt ervoor
dat de figuur zo dicht mogelijk bij de verwijzing wordt opgenomen.
De redactie gaat ervan uit dat aangeleverde illustraties vrij van auteursrechten zijn en dat er
toestemming is voor publicatie.De auteur is hier zelf voor verantwoordelijk.
Literatuurverwijzingen
Beperk het gebruik van een literatuurlijst zoveel mogelijk.
Indien je hier toch gebruik van maakt let hierbij dan op het volgende:
• Er kunnen maximaal 5 literatuurverwijzingen geplaatst worden.
• Rangschik de lijst alfabetisch naar achternaam van de eerste auteur. Negeer hierbij
de voorvoegsels Van, De, Van der, ’t enzovoort. De voorvoegsels komen na de
initialen.
• Wanneer dezelfde achternaam vaker voorkomt, rangschik de publicaties dan naar
voorletter(s).
• Wanneer u van één auteur meer publicaties vermeldt, geef de titels dan in volgorde
van het jaar van verschijnen.
• Zorg ervoor dat de beschrijvingen volledig zijn.
Citaten in de tekst
Wordt de naam van de geciteerde auteur in de tekst genoemd, vermeld dan alleen het jaartal
van de publicatie tussen haakjes:
Wordt de auteur niet met naam genoemd in de tekst, vermeld dan tussen haakjes naam en
jaartal, gescheiden door een komma.