15.09.2013 Views

zwem je met me mee 0305 - Stichting Saac

zwem je met me mee 0305 - Stichting Saac

zwem je met me mee 0305 - Stichting Saac

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Zwem <strong>je</strong> <strong><strong>me</strong>t</strong> <strong>me</strong> <strong>me</strong>e?<br />

Wat is het effect van dolfijntherapie bij kinderen <strong><strong>me</strong>t</strong> een beperking tussen de 4 en 17 jaar.<br />

Beroepsopdracht van:<br />

Bibi I. Brugman<br />

Wendy I. de Wit<br />

Opdracht gevers:<br />

Fundashon SamSam Ku Dolfein<br />

Hogeschool van Amsterdam<br />

Hogeschool van Amsterdam<br />

Opleiding Fysiotherapie<br />

Amsterdam, <strong>me</strong>i 2008


Zwem <strong>je</strong> <strong><strong>me</strong>t</strong> <strong>me</strong> <strong>me</strong>e?<br />

Wat is het effect van dolfijntherapie bij kinderen <strong><strong>me</strong>t</strong> een beperking tussen de 4 en 17 jaar.<br />

Beroepsopdracht van:<br />

Bibi I. Brugman<br />

Wendy I. de Wit<br />

Opdracht gevers:<br />

Fundashon SamSam Ku Dolfein<br />

Hogeschool van Amsterdam<br />

Hogeschool van Amsterdam<br />

Opleiding Fysiotherapie<br />

Amsterdam, <strong>me</strong>i 2008<br />

2


Sa<strong>me</strong>nvatting<br />

Studie opzet<br />

Er is een beschrijvend onderzoek gedaan naar de effecten van dolfijntherapie bij kinderen<br />

tussen de 4 en 17 jaar <strong><strong>me</strong>t</strong> een beperking. Het onderzoek is opgebouwd uit twee delen.<br />

Het eerste deel is een inventarisatie van de effecten van dolfijntherapie, bij kinderen tussen de<br />

4 en 17 jaar <strong><strong>me</strong>t</strong> een beperking, van niet wetenschappelijk onderbouwde literatuurstudies.<br />

In het tweede deel is, doormiddel van interviews, onderzoek gedaan naar de effecten van<br />

dolfijntherapie in de praktijk.<br />

De resultaten zijn geanalyseerd, ko<strong>me</strong>n aan de orde, en worden tot slot besproken doormiddel<br />

van een conclusie en een discussie.<br />

Doel van de studie<br />

Het inventariseren van de effecten van dolfijntherapie bij kinderen tussen de 4 en 17 jaar <strong><strong>me</strong>t</strong><br />

een beperking.<br />

Methode<br />

Beschrijvende literatuur inventarisatie en interviews.<br />

Resultaten<br />

Uit beide delen van het onderzoek lijkt dolfijntherapie positieve effecten te hebben op<br />

kinderen tussen de 4 en 17 jaar <strong><strong>me</strong>t</strong> een beperking. Vooral op social-emotioneel gebied<br />

worden veel positieve veranderingen waargeno<strong>me</strong>n. De grootste vooruitgangen zijn te<br />

waargeno<strong>me</strong>n op het gebied van zelfvertrouwen en communiceren.<br />

Conclusie<br />

Met deze inventarisatie is er, doormiddel van een beschrijvend onderzoek, een eerste stap<br />

gemaakt in het verza<strong>me</strong>len van de nodige gegevens.<br />

Al lijken er veel positieve veranderingen te zijn, er moet niet vergeten worden dat de<br />

intuïtieve kijk op de therapie, van onder andere families en therapeuten, is gebaseerd op<br />

ervaringen en/of <strong>me</strong>ningen.<br />

Hierdoor is het van groot belang dat er wetenschappelijk onderzoek gedaan wordt op het<br />

gebied van dolfijntherapie, om de tot nu toe beschreven effecten van deze therapie te<br />

bekrachtigen of uit te sluiten.<br />

3


Voorwoord<br />

Voor u ligt een verslag dat geschreven is in het kader van de beroepsopdracht, in opdracht van<br />

de opleiding Fysiotherapie aan de Hogeschool van Amsterdam. Dit product is, in de periode<br />

van december 2006 tot en <strong><strong>me</strong>t</strong> <strong>me</strong>i 2008, geschreven door Bibi Brugman en Wendy de Wit.<br />

De opdracht is deels aangeboden door een externe opdracht gever Fundashon SamSam Ku<br />

Dolfein, en is voor een deel onze eigen opdracht.<br />

Wij willen via deze weg een aantal <strong>me</strong>nsen bedanken die ons de afgelopen maanden op weg<br />

geholpen hebben en zich hebben ingezet bij het tot stand ko<strong>me</strong>n van deze docu<strong>me</strong>nten. Onze<br />

dank gaat uit naar:<br />

Kiek van der Putte, onze begeleider van de Hogeschool van Amsterdam, voor haar<br />

begeleiding en feedback op onze docu<strong>me</strong>nten. Maar ook voor haar geduld en de extra tijd die<br />

ze voor ons heeft vrij gemaaktt, om ons product tot een goed eind te brengen.<br />

Jetty de Miranda en Siu-Li-Oei van der Giessen van Fundashon Samsam, voor het<br />

verstrekken van een deel van de opdracht, het geven van feedback waar nodig en de<br />

begeleiding daarin.<br />

R. Griffioen en J. Dekker voor het verstrekken van de vragenlijst.<br />

Het CDTC voor het beschikbaar stellen van alle bestaande literatuur over dolfijntherapie.<br />

Alle therapeuten, dolfijntrainers en dolfijnen voor hun <strong>me</strong>dewerking en ons de mogelijkheid<br />

te geven om de therapieën te kunnen observeren.<br />

Tot slot willen wij alle ouders, verzorgers, grootmoeders, docenten en de kinderen die<br />

<strong>me</strong>egewerkt hebben aan ons onderzoek heel erg bedanken voor hun gastvrijheid en het<br />

beantwoorden van al onze vragen.<br />

Zonder jullie was het nooit gelukt! Masha Danki!<br />

Bibi Brugman Wendy de Wit<br />

Mei 2008<br />

4


Inhoudsopgave<br />

Sa<strong>me</strong>nvatting..........................................................................................................................3<br />

Voorwoord .............................................................................................................................4<br />

Inhoudsopgave .......................................................................................................................5<br />

1. Inleiding .........................................................................................................................6<br />

1.1 Aanleiding en relevantie ...............................................................................................6<br />

1.2 Doel onderzoek en centrale onderzoeksvragen ..............................................................6<br />

2. Methode literatuur onderzoek .........................................................................................8<br />

2.1 Inleiding .......................................................................................................................8<br />

2.2 Literatuuronderzoek......................................................................................................8<br />

2.3 Methode van dataverza<strong>me</strong>ling.......................................................................................8<br />

2.4 Resultaten literatuur onderzoek.....................................................................................9<br />

2.5 Analyse onderzoeksartikelen.......................................................................................16<br />

2.6 Resultaten beschrijvende artikelen ..............................................................................20<br />

2.7 Analyse beschrijvende artikelen..................................................................................22<br />

3. Methode Interviews ......................................................................................................24<br />

3.1 Inleiding .....................................................................................................................24<br />

3.2 Onderzoekspopulatie...................................................................................................24<br />

3.3 Resultaten interviews ..................................................................................................26<br />

4. Discussie, aanbevelingen en conclusie ..........................................................................34<br />

4.1 Inleiding .....................................................................................................................34<br />

4.2 Discussie ....................................................................................................................34<br />

4.3 Aanbevelingen............................................................................................................38<br />

4.4 Conclusie....................................................................................................................39<br />

5. Literatuur......................................................................................................................40<br />

6. BijlagenBijlage 1: Uitleg dolfijntherapie.......................................................................41<br />

Bijlage 1: Uitleg dolfijntherapie............................................................................................42<br />

Bijlage 2: Vragenlijst Nederlands .........................................................................................43<br />

Bijlage 3: Vragenlijst Papia<strong>me</strong>nto.........................................................................................53<br />

Bijlage 4: Codeerschema SPSS.............................................................................................61<br />

Bijlage 5: Resultaten Enquêtes..............................................................................................68<br />

5


1. Inleiding<br />

1.1 Aanleiding en relevantie<br />

Ouders van kinderen <strong><strong>me</strong>t</strong> een ernstige handicap streven dagelijks naar een zo hoog mogelijke<br />

levenskwaliteit voor hun kind. Hierdoor gaan ouders vaak op zoek naar aanvullende<br />

behandel<strong><strong>me</strong>t</strong>hodes die naast de reguliere therapieën, de levenskwaliteit van hun kinderen<br />

kunnen verbeteren. De ouders van deze kinderen zien dolfijntherapie als een mogelijk<br />

aanvullende therapie 1 .<br />

Dolfijntherapie is een therapie voor kinderen/jongeren <strong><strong>me</strong>t</strong> veel uiteenlopende beperkingen.<br />

De therapie is een multidisciplinaire behandel<strong><strong>me</strong>t</strong>hode, waarin o.a. speciaal opgeleiden<br />

fysiotherapeuten sa<strong>me</strong>nwerken <strong><strong>me</strong>t</strong> speciaal voor de therapie getrainde dolfijnen 2 . De dolfijn<br />

wordt ingezet als stimulans en/of beloning voor het gewenste gedrag tijdens een behandeling.<br />

De doelgroep voor de therapie is bewust niet strikt afgebakend, om zoveel mogelijk kinderen<br />

<strong><strong>me</strong>t</strong> uiteenlopende afwijkingen te kunnen helpen¹. Dolfijntherapie kan gebruikt worden als<br />

een “jumpstart” voor het verbeteren van de toestand van het kind, dat verder ontwikkeld kan<br />

worden tijdens reguliere therapieën (bijvoorbeeld fysiotherapie) 3<br />

Fundashon Samsam ku Dolfein is een beginnende stichting op Curaçao die dolfijntherapie<br />

geeft, aan kinderen <strong><strong>me</strong>t</strong> een beperking op het eiland. Deze stichting is speciaal opgezet om<br />

dolfijntherapie toegankelijk te maken voor de plaatselijke bevolking. In februari 2007 is hun<br />

eerste termijn van dolfijntherapie afgerond.<br />

1.2 Doel onderzoek en centrale onderzoeksvragen<br />

De laatste jaren groeit de populariteit van dolfijntherapie. In het onderzoek van McKinney en<br />

Price wordt aangegeven, dat dolfijntherapie zorgt voor een verbetering van 90% op de fysieke<br />

en/of <strong>me</strong>ntale toestand van een kind. Er is ook kritiek op dolfijntherapie. Critici vragen zich af<br />

of de therapie wel valide is en geven aan dat dolfijntherapie dezelfde effecten heeft als het<br />

ne<strong>me</strong>n van een warm bad of interacties <strong><strong>me</strong>t</strong> huisdieren. 4<br />

De vele positieve verhalen over dolfijntherapie kunnen echter niet bewezen worden. De<br />

nieuwsgierigheid of deze effecten daadwerkelijk ook behaald zijn blijft groeien.<br />

In het kader van deze beroepsopdracht zijn er in sa<strong>me</strong>nwerking <strong><strong>me</strong>t</strong> Fundashon Samsam ku<br />

Dolfein, de volgende 3 onderzoeksvragen geformuleerd.<br />

Vraagstelling1<br />

Het inventariseren van de effecten van dolfijntherapie op de levenskwaliteit van kinderen<br />

tussen de 4 en 17 jaar <strong><strong>me</strong>t</strong> een beperking. Door van het onderzoeken van beschikbare<br />

literatuur op het gebied van dolfijntherapie.<br />

De eerste vraagstelling is als volgt geformuleerd:<br />

Wat beschrijft de literatuur over de effecten van dolfijntherapie op de levenskwaliteit van<br />

kinderen tussen de 4 en 17 jaar <strong><strong>me</strong>t</strong> een beperking?<br />

1 www.docdolphin.nl<br />

2 www.cdtc.an<br />

3 Nathanson 1998<br />

4 McKinney et al., 2001; Price, 2001<br />

6


Vraagstelling 2<br />

Door het houden van interviews <strong><strong>me</strong>t</strong> respondenten, oriënteren in de effecten van<br />

dolfijntherapie, gegeven door Fundashon Samsam ku Dolfijn, op de levenskwaliteit van<br />

kinderen op Curaçao tussen de 4 en 17 jaar <strong><strong>me</strong>t</strong> een beperking.<br />

De tweede vraagstelling is als volgt geformuleerd:<br />

Wat is het effect van dolfijntherapie bij kinderen <strong><strong>me</strong>t</strong> een beperking tussen de 4 en 17 jaar.<br />

Vraagstelling 3<br />

Laten zien of de beschreven effecten vanuit de literatuur studie terug te koppelen zijn aan de<br />

resultaten vanuit de praktijk.<br />

De derde, en laatste, vraagstelling is als volgt geformuleerd:<br />

Zijn de beschreven effecten vanuit de literatuur studie terug te koppelen aan de resultaten<br />

vanuit de praktijk?<br />

7


2. Methode literatuur onderzoek<br />

2.1 Inleiding<br />

Om de onderzoeksvraag naar de effecten van dolfijntherapie op de levenskwaliteit van<br />

kinderen tussen de 4 en 17 jaar <strong><strong>me</strong>t</strong> een beperking te beantwoorden, is een literatuuronderzoek<br />

uitgevoerd. De onderzoeks<strong><strong>me</strong>t</strong>hoden worden in de volgende paragrafen besproken waarbij<br />

aandacht wordt besteed aan de onderzoekspopulatie, de <strong><strong>me</strong>t</strong>hode van dataverza<strong>me</strong>ling, de<br />

procedure en de data analyse.<br />

2.2 Literatuuronderzoek<br />

De vraagstelling van het literatuuronderzoek luidt: “Wat beschrijft de literatuur over de<br />

effecten van dolfijntherapie op de levenskwaliteit van kinderen tussen de 4 en 17 jaar <strong><strong>me</strong>t</strong> een<br />

beperking?”<br />

2.3 Methode van dataverza<strong>me</strong>ling<br />

Om geschikte literatuur te vinden voor de inventarisatie is er in verschillende databanken<br />

gezocht. Te noe<strong>me</strong>n: databank bibliotheek AMC, Pub<strong>me</strong>d, Cochrane, Eric ( Educational<br />

research information center database), Scholar.google.com, Picarta, www.BMJ.com en<br />

www.findarticles.com. Vanwege het minimale aantal bruikbare resultaten vanuit de<br />

databanken is er tevens gezocht op Internet via de zoekmachine Google.<br />

Tot slot is gebruik gemaakt van de sneeuwbal<strong><strong>me</strong>t</strong>hode. De literatuurlijsten van al<br />

geselecteerde artikelen werden gebruikt ten behoeve van het zoeken naar andere relevante<br />

artikelen. Dit leverde een enkel artikel op.<br />

In de genoemde databanken zijn de volgende zoekter<strong>me</strong>n gebruikt: Dolphin assisted therapy,<br />

Dolphintherapy, Dolfijntherapie, DAT therapy, Animal assisted therapy, Dolphin and therapy,<br />

Dolphin and children, Dolphin and children and disabilities, Dolphin and effects, Effects and<br />

dolphintherapy, Nathanson, Lukina.<br />

De inclusiecriteria voor geschikte literatuur waren;<br />

1) Artikelen moeten gaan over dolfijntherapie die specifiek gegeven is aan kinderen<br />

tussen de 4 en 17 jaar <strong><strong>me</strong>t</strong> een beperking.<br />

2) Artikelen moeten aangeven wat de effecten zijn van de gegeven dolfijntherapie.<br />

3) Artikelen moeten Nederlands of Engelstalig zijn.<br />

4) Artikelen moeten gepubliceerd zijn tussen 1989 en 2006.<br />

2.3.1 Procedure<br />

Uit een eerste analyse van de gevonden literatuur is gebleken dat er tot nu toe geen<br />

wetenschappelijke onderzoeken over dolfijntherapie bestaan. Het zoeken in de<br />

bovengenoemde databanken leverde 8 onderzoeken op zie tabel 2.4.1. Het gebruik van<br />

bredere zoekter<strong>me</strong>n in Google leverde 5 aanvullende beschrijvende artikelen op zie tabel<br />

2.3.4. Deze artikelen sloten aan bij de onderzoeksvraag. Gezien de inhoudelijke relevantie van<br />

de artikelen zijn deze artikelen eveneens opgeno<strong>me</strong>n in het literatuuroverzicht.<br />

2.3.2 Analyse<br />

Voor het structureren van de literatuurbevindingen en om de <strong><strong>me</strong>t</strong>hodologische waarde van de<br />

studies te bepalen is in eerste instantie gekozen voor de criterialijsten “Evidence-Based<br />

Richtlijnontwikkeling” van Cochrane. Gezien de gevonden literatuur zijn deze criterialijsten<br />

8


niet functioneel gebleken. Om de lijsten toch aan een analyse te onderwerpen zijn functionele<br />

onderwerpen uit de criterialijsten gebruikt bij de analyse.<br />

De criteriapunten over de <strong><strong>me</strong>t</strong>hodologische kwaliteit van de onderzoeksliteratuur zijn<br />

aangepast en bevatten de volgende aspecten: naam van de auteurs, jaar van uitvoering, het<br />

design, de primaire bevindingen en de grootste bedreigingen voor de validiteit van het<br />

onderzoek. Specifiekere aspecten zijn niet gebruikt wegens gebrek aan wetenschappelijk<br />

onderzoek over dolfijntherapie.<br />

In de resultaten van de beschrijvende artikelen ko<strong>me</strong>n de volgende aspecten aan de orde:<br />

naam van auteurs, titel en jaar van uitvoering, het doel van het artikel, de effecten van de<br />

therapie en de conclusie.<br />

Om ervoor te zorgen dat de studies op dezelfde wijze beoordeeld worden, zijn vooraf de<br />

criterialijsten besproken en afspraken gemaakt over de manier van interpreteren en<br />

beoordelen. De verza<strong>me</strong>lde gegevens zullen overzichtelijk worden weergegeven in tabellen in<br />

het hoofdstuk “Resultaten”.<br />

2.4 Resultaten literatuur onderzoek<br />

Vanuit de eerste zoekstrategie zijn 8 artikelen opgeno<strong>me</strong>n in de inventarisatie (zie tabel<br />

2.4.1). Om een eerste indruk te krijgen van de resultaten is in Tabel 2.4.1 een overzicht te<br />

vinden van de deelne<strong>me</strong>rs uit de onderzoeken. In Tabel 2.4.2 is een overzicht geschetst van de<br />

opzet van de onderzoeksartikelen, gevolgd door een overzicht van de studie uitkomsten en de<br />

bedreigingen van de validiteit van de studies in Tabel 2.4.3.<br />

Vanuit de tweede zoekstrategie zijn 5 artikelen opgeno<strong>me</strong>n in de inventarisatie (zie tabel<br />

2.6.1). Deze artikelen zijn beschrijvende artikelen, op het gebied van dolfijntherapie, zonder<br />

wetenschappelijke basis.<br />

Tabel 2.4.1 Informatie Deelne<strong>me</strong>rs<br />

Auteur Artikel Aantal<br />

kindere<br />

n<br />

Leeftijd<br />

kinderen<br />

Jongens Meis<strong>je</strong>s Diagnose van<br />

Kinderen<br />

1 Nathanson (1989) 6 2-6 jaar 6 0 Verstandelijk<br />

gehandicapt<br />

2 Nathanson & de Faria (1993) 8 3-8 jaar 5 3 Verstandelijk<br />

gehandicapt<br />

3 Nathanson et.al (1997) 47 2-13 jaar 27 20 Complex<br />

gehandicapt<br />

4 Nathanson (1998) 71 2-12 jaar Onbekend Onbekend Variërende<br />

handicaps<br />

5 Lukina (1999) 147 4-12 jaar Onbekend Onbekend Variërende<br />

6 Servais (1999)<br />

15 1-3 jaar<br />

(ontwikkeling<br />

niveau)<br />

7 Kohn (2003) 193 2-30 jaar<br />

(3-10 jaar <strong>me</strong>est<br />

voorko<strong>me</strong>nd)<br />

9 4<br />

handicaps<br />

Autis<strong>me</strong><br />

108 85 Variërende<br />

handicaps<br />

8 van Vugt (2006) 20 6-11 jaar 9 11 Variërende<br />

handicaps<br />

9


Tabel 2.4.2 Opzet onderzoeksartikelen<br />

Studie Design Onafhankelijk/<br />

interventie variabele<br />

Nathanson<br />

1989<br />

Nathanson<br />

& Faria<br />

1993<br />

Nathanson<br />

et al 1997<br />

Nathanson<br />

1998<br />

Lukina<br />

1999<br />

Servais<br />

1999<br />

Pre-experi<strong>me</strong>nteel<br />

ontwerp<br />

Pre-experi<strong>me</strong>nteel<br />

ontwerp<br />

Pre-experi<strong>me</strong>nteel<br />

ontwerp<br />

Experi<strong>me</strong>nteel<br />

ontwerp bestaande uit<br />

een groep, eind test<br />

<strong><strong>me</strong>t</strong> enquête.<br />

Pre-experi<strong>me</strong>nteel<br />

ontwerp<br />

Zuiver experi<strong>me</strong>nteel<br />

ontwerp<br />

Interactie <strong><strong>me</strong>t</strong><br />

dolfijnen vanaf het<br />

dok en in het water.<br />

Interactie <strong><strong>me</strong>t</strong><br />

dolfijnen vanaf het<br />

dok en in het water.<br />

Interactie <strong><strong>me</strong>t</strong><br />

favoriet speelgoed<br />

Interactie <strong><strong>me</strong>t</strong><br />

dolfijnen vanaf het<br />

dok en in het water.<br />

Interactie <strong><strong>me</strong>t</strong><br />

dolfijnen vanaf het<br />

dok en in het water.<br />

Interactie <strong><strong>me</strong>t</strong><br />

dolfijnen vanaf het<br />

dok en in het water.<br />

Interactie <strong><strong>me</strong>t</strong><br />

dolfijnen vanaf het<br />

Uitkomst <strong><strong>me</strong>t</strong>ingen Metingen van variaties in<br />

de interventie<br />

Percentages van goed<br />

respons.<br />

Opgeno<strong>me</strong>n<br />

observaties<br />

Gedrag verza<strong>me</strong>ld<br />

door directe<br />

observaties<br />

Onbekend Geen<br />

Water temperatuur; gebruik<br />

zelfde dolfijn; sessie vinden<br />

plaats op dezelfde tijd van de<br />

dag; geen veranderingen in<br />

de therapie.<br />

Water temperatuur; gebruik<br />

zelfde dolfijn, observator, en<br />

therapeut; sessie vinden<br />

plaats op dezelfde tijd van de<br />

dag; geen veranderingen in<br />

de therapie.<br />

Metingen voor<br />

betrouwbaarheid en<br />

validiteit<br />

Geen<br />

Geen<br />

Ouders enquête Onbekend Geen<br />

Testen en evaluatie<br />

(niet genoemd of<br />

beschreven), ouder<br />

observaties (<strong><strong>me</strong>t</strong>hode<br />

gegevens<br />

verza<strong>me</strong>ling<br />

onbekend), analyse<br />

van de hartrit<strong>me</strong>s.<br />

Na test d.m.v. een<br />

taak, opgeno<strong>me</strong>n<br />

Onbekend Geen<br />

Therapie werd op film gezet<br />

en door <strong>me</strong>erdere<br />

Geen afstemming tussen de<br />

observanten bij beoordelen<br />

10


Kohn<br />

2003<br />

van Vugt<br />

2006<br />

dok. observaties van<br />

aandacht.<br />

Pre-experi<strong>me</strong>nteel Interactie <strong><strong>me</strong>t</strong> Interview ouders 6<br />

ontwerp<br />

dolfijnen vanaf dok weken voor, 6 weken<br />

na en 6 maanden na<br />

therapie<br />

Cross-over ontwerp Interactie <strong><strong>me</strong>t</strong> 4 vragenlijsten<br />

dolfijnen vanaf het 2 ontwikkelde, 2<br />

dok.<br />

bestaande(<strong>me</strong>ssier +<br />

Nij<strong>me</strong>egse<br />

opvoeding).<br />

observanten beoordeeld. opna<strong>me</strong>s.<br />

Onbekend Ouders hebben een<br />

sub<strong>je</strong>ctieve perceptie op<br />

het gedrag van hun kind.<br />

Onbekend Geen<br />

11


Tabel 2.4.3 Studie uitkomsten en bedreigingen van de validiteit<br />

Auteur<br />

Artikel<br />

Nathanson<br />

1989<br />

Nathanson<br />

& Faria<br />

1993<br />

Relatie uitkomst en praktijk Primaire bevindingen Sociaal emotionele bevindingen Bedreigingen voor de<br />

validiteit.<br />

Nathanson geeft aan dat water en<br />

dolfijnen helpen bij het<br />

verminderen van stress. Kinderen<br />

kunnen beter aandacht besteden<br />

aan activiteiten waardoor ze<br />

tijdens de therapie hun taal en<br />

geheugen niveau kunnen<br />

verhogen.<br />

De attention-deficit hypothese<br />

werd gebruikt als basis voor de<br />

therapie. Sa<strong>me</strong>n <strong><strong>me</strong>t</strong> de<br />

hypothese dat dieren de aandacht<br />

van een kind kan vergroten,<br />

waardoor<br />

cognitieve processen verbeteren<br />

Meer correcte antwoorden op<br />

vragen tijdens dolfijntherapie<br />

sessies dan tijdens sessies in<br />

een klaslokaal setting<br />

Betere cognitieve processen<br />

tijdens Dolfijntherapie in<br />

vergelijking <strong><strong>me</strong>t</strong> speelgoed<br />

therapie.<br />

Geen • Gegevens uit<br />

verleden niet<br />

<strong>me</strong>egeno<strong>me</strong>n in<br />

onderzoek<br />

• Alge<strong>me</strong>ne<br />

ontwikkeling kind<br />

gedurende<br />

onderzoek<br />

• Verschillende<br />

gebruikte<br />

interventies<br />

• Geen informatie<br />

beschikbaar over<br />

validiteit van de<br />

video’s<br />

• Geen blindering<br />

• Placebo effect<br />

Geen • Gegevens uit<br />

verleden niet<br />

<strong>me</strong>egeno<strong>me</strong>n in<br />

onderzoek<br />

• Gebruik van<br />

verschillende<br />

interventies<br />

• Kleine<br />

onderzoeksgroep<br />

• Beoordelaars niet<br />

bekend <strong><strong>me</strong>t</strong><br />

12


Nathanson<br />

et al 1997<br />

Nathanson<br />

1998<br />

De attention-deficit hypothese<br />

werd gebruikt als basis voor de<br />

therapie Sa<strong>me</strong>n <strong><strong>me</strong>t</strong> de principes<br />

van operatieconditionering en het<br />

interdisciplinaire team model.<br />

Kinderen <strong><strong>me</strong>t</strong> beperkingen<br />

hadden moeite <strong><strong>me</strong>t</strong> het<br />

vasthouden van aandacht bij<br />

relevante stimuli, <strong>me</strong>er dan de<br />

mogelijkheid tot het verwerken<br />

van informatie. Neurologische<br />

proble<strong>me</strong>n worden gezien als een<br />

oorzaak van een<br />

aandachtsprobleem.<br />

Dolfijntherapie resulteert in<br />

verwerving van zelfstandige<br />

fysieke en taal vaardigheden.<br />

Lessen gegeven tijdens<br />

Dolfijntherapie bleven gelijk<br />

of verbeterde <strong><strong>me</strong>t</strong> 50% van de<br />

tijd. 2 weken therapie is beter<br />

dan 1 week.<br />

therapie<br />

• Geen blindering<br />

• Placebo effect<br />

Onbekend • Geen data ter<br />

ondersteuning voor<br />

de gerapporteerde<br />

bevindingen.<br />

• Gegevens uit<br />

verleden niet<br />

<strong>me</strong>egeno<strong>me</strong>n in<br />

onderzoek<br />

• Verschillende<br />

gebruikte<br />

interventies<br />

• Placebo effect<br />

• Gebruikte <strong>me</strong>et<br />

instru<strong>me</strong>nten<br />

Het verbeteren en behouden van<br />

de in de enquête benoemde<br />

vaardigheden van 40% tot 69%.<br />

• Geen blindering<br />

• Gegevens uit<br />

verleden niet<br />

<strong>me</strong>egeno<strong>me</strong>n in<br />

onderzoek<br />

• Alge<strong>me</strong>ne<br />

ontwikkeling kind<br />

gedurende<br />

onderzoek<br />

• Verschillende<br />

gebruikte<br />

interventies<br />

• Placebo effect<br />

• Verschillende<br />

13


Lukina<br />

1999<br />

Servais<br />

1999<br />

Niet gespecificeerd Verbeteringen in de<br />

automatische ho<strong>me</strong>ostase van<br />

de kinderen en de psychoemotionele<br />

status<br />

Interactie <strong><strong>me</strong>t</strong> dolfijnen hielp<br />

autistische kinderen <strong><strong>me</strong>t</strong> leren,<br />

door middel van het vergroten<br />

van de aandacht en hun motivatie<br />

om <strong>me</strong>e te doen aan de therapie<br />

Kinderen in de eerste<br />

experi<strong>me</strong>ntele groep<br />

reageerde beter dan de<br />

kinderen in de controle groep.<br />

De tweede experi<strong>me</strong>ntele<br />

Vergroot vertrouwen in<br />

volwassenen en dolfijnen, zijn<br />

aardiger, aandacht naar anderen<br />

en zelfbeheersing, Ge<strong><strong>me</strong>t</strong>en hart<br />

rit<strong>me</strong>s indiceerde een<br />

vermindering van agressieve<br />

gevoelens, een verhoging op<br />

psycho-emotieel gebied.<br />

Kinderen in de eerste<br />

experi<strong>me</strong>ntele groep ontwikkelde<br />

een sociale band <strong><strong>me</strong>t</strong> de<br />

onderzoekers.<br />

<strong>me</strong>et- instru<strong>me</strong>nten<br />

• Geen blindering<br />

• Geen data ter<br />

ondersteuning van<br />

de bevindingen<br />

anders dan<br />

hartrit<strong>me</strong> data.<br />

• Gegevens uit<br />

verleden niet<br />

<strong>me</strong>egeno<strong>me</strong>n in<br />

onderzoek<br />

• Alge<strong>me</strong>ne<br />

ontwikkeling kind<br />

gedurende<br />

onderzoek<br />

• Meerdere<br />

behandelingen<br />

tegelijkertijd<br />

• Beoordelaars niet<br />

bekend <strong><strong>me</strong>t</strong><br />

therapie<br />

• Geen blindering<br />

• Placebo effect<br />

• Beoordelaars niet<br />

• Geen therapie<br />

trouw<br />

• Alge<strong>me</strong>ne<br />

ontwikkeling kind<br />

gedurende<br />

onderzoek<br />

14


Kohn 2003 Niet gespecificeerd<br />

groep reageerde niet beter dan<br />

de controle groep.<br />

Positieve lange termijn<br />

effecten voor beide groepen<br />

beiden groepen op het gebied<br />

van zelfstandigheid,<br />

communicatie en motoriek.<br />

van Vugt<br />

2006<br />

Niet gespecificeerd Vooruitgang sociaal verbale<br />

uitingen, Herkennen van<br />

patronen, leggen makkelijker<br />

contact en kunnen zich beter<br />

verbaal uiten.<br />

• Geen blindering<br />

• Placebo effect<br />

Niet gespecificeerd • 2 verschillende<br />

onderzoeksgroepen<br />

vergeleken<br />

• Geen blindering<br />

• Geen controle<br />

groep<br />

• Placebo effect<br />

Vooruitgang sociaal verbale • Korte test periode<br />

uitingen, Herkennen van • Kleine<br />

patronen, leggen makkelijker<br />

onderzoeksgroep<br />

contact en kunnen zich beter<br />

verbaal uiten.<br />

•<br />

•<br />

Geen controle groep<br />

Geen blindering<br />

• Placebo effect<br />

15


2.5 Analyse onderzoeksartikelen<br />

2.5.1 Deelne<strong>me</strong>rs<br />

In totaal deden er 507 kinderen <strong>me</strong>e aan de studies. Gegevens werden bij alle studies verdeeld<br />

in een leeftijdscategorie, geslacht en type handicap. Bij de studies van Kohn (2003) en van<br />

Vugt (2006) werd ook de nationaliteit genoteerd.<br />

De exacte leeftijden van de kinderen werden niet in alle studies duidelijk genoteerd. 6 studies 5<br />

gaven een leeftijdscategorie aan. Een zevende studie 6 gaf alleen de ontwikkelingsleeftijd van de<br />

kinderen aan, deze was ge<strong><strong>me</strong>t</strong>en door gebruik te maken van de Psycho Educational Profile<br />

(PEP) 7 .<br />

In 6 studies 8 werd het geslacht van de kinderen aangegeven. Met uitzondering van de studie<br />

van van Vugt (2006), was het <strong>me</strong>rendeel (57%) van de kinderen jongen.<br />

Met uitzondering van de studie van Nathanson (1989), waren de studies opgebouwd uit<br />

kinderen diens ouders hun kinderen ingeschreven hadden voor of informatie aangevraagd<br />

hadden over, dolfijn therapie. Nathanson (1989) wierf zijn deelne<strong>me</strong>rs via een vereniging voor<br />

ouders <strong><strong>me</strong>t</strong> gehandicapte kinderen. Vier van de studies 9 waren opgezet <strong><strong>me</strong>t</strong> kinderen <strong><strong>me</strong>t</strong> een<br />

specifieke handicap welke bestonden uit; een groep kinderen <strong><strong>me</strong>t</strong> autis<strong>me</strong>, verstandelijke<br />

handicaps en complexe handicaps. De overige vier studies 10 waren opgezet <strong><strong>me</strong>t</strong> kinderen <strong><strong>me</strong>t</strong><br />

variërende handicaps binnen de onderzoeksgroep.<br />

De nationaliteiten van de kinderen waren zeer divers. In de studie van Nathanson et al. (1997)<br />

was bijvoorbeeld een internationale sa<strong>me</strong>nstelling van kinderen uit Zwitserland, Korea,<br />

Duitsland, Ierland, Engeland en A<strong>me</strong>rika. Het exacte aantal kinderen per land werd in geen van<br />

de studies genoemd.<br />

2.5.2 Onderzoek Designs<br />

Zoals te zien is in Tabel 2, hebben 6 studies 11 een nul en eind<strong><strong>me</strong>t</strong>ing als onderzoek design<br />

gebruikt om het gedrag van de kinderen voor en na het krijgen van dolfijntherapie te <strong><strong>me</strong>t</strong>en.<br />

Binnen deze 6 studies gebruikte Nathanson (1989) en Nathanson & de Faria (1993) variaties<br />

van een omgekeerde behandeling <strong><strong>me</strong>t</strong> nul en eind <strong><strong>me</strong>t</strong>ing. De deelne<strong>me</strong>rs van het onderzoek<br />

van Nathanson (1989) kregen naast dolfijntherapie ook therapie in een leslokaal. De twee<br />

therapieën werden evenveel keer gegeven gedurende het onderzoek. De deelne<strong>me</strong>rs van het<br />

onderzoek van Nathanson & de Faria (1993) kregen 1 therapie sessie. De eerste groep kreeg<br />

dolfijntherapie gevolgd door therapie waarbij speelgoed gebruikt werd als bekrachtiger, de<br />

andere groep kreeg eerst therapie waarbij speelgoed gebruikt werd als bekrachtiger gevolgd<br />

door een sessie dolfijntherapie. De resultaten van de eind<strong><strong>me</strong>t</strong>ingen werden verkregen door het<br />

vergelijken van de prestaties van de kinderen gedurende de twee verschillende therapieën.<br />

5<br />

Nathanson (1989), Nathanson & de Faria (1993), Nathanson et.al (1997), Nathanson (1998), Lukina (1999),<br />

Kohn (2003)<br />

6<br />

Servais (1999)<br />

7<br />

Het Psychologisch Educatief Profiel (P.E.P.) is een psychologisch onderzoeksmiddel dat in de jaren '70 binnen<br />

de afdeling TEACCH (Treat<strong>me</strong>nt and Education of Autistic and related Communication Handicapped Children)<br />

in North Carolina werd ontwikkeld door Schopler erin Reichler, (1979). De PEP is speciaal voor kinderen <strong><strong>me</strong>t</strong><br />

autis<strong>me</strong> ontwikkeld vanwege de eerdere opvatting dat deze kinderen niet testbaar zijn. De PEP is geschikt voor<br />

kinderen in de leeftijdscategorie van 1 tot 12 jaar.<br />

8<br />

Nathanson (1989), Nathanson & de Faria (1993), Nathanson et.al (1997), Servais (1999), Kohn (2003), van<br />

Vugt (2006)<br />

9<br />

Nathanson (1989), Nathanson & de Faria (1993), Nathanson et al. (1997), Servais (1999).<br />

10<br />

Nathanson (1998), (Lukina, (1999), Kohn (2003), van Vugt (2006)<br />

11<br />

Nathanson (1989), Nathanson & de Faria (1993), Nathanson et.al (1997), Lukina (1999), Servais (1999). Kohn<br />

(2003)<br />

16


Servais (1999) gebruikte naast een nul en eind<strong><strong>me</strong>t</strong>ing ook een controle groep. Nathanson<br />

(1998) gebruikte alleen een eind<strong><strong>me</strong>t</strong>ing om de resultaten van de dolfijntherapie te verkrijgen.<br />

Binnen deze studie moesten ouders een enquête invullen nadat hun kind een of twee weken<br />

dolfijntherapie gekregen had. Deze moest ten minste 1 jaar na dat hun kind de dolfijntherapie<br />

gekregen had ingevuld worden. De enquête bestond uit 15 vragen gericht op het gedrag van het<br />

kind. De vragen begonnen als volgt, “als gevolg van dolfijntherapie heeft mijn kind zijn/haar<br />

capaciteit omtrent ... gehandhaafd of verbeterd”. Iedere vraag ging over een gedragsken<strong>me</strong>rk en<br />

per vraag was de keus uit 6 mogelijke antwoorden: Nooit (0% van de tijd), soms (25% van de<br />

tijd), vaak (50% van de tijd), <strong>me</strong>estal (75% van de tijd), altijd (100% van de tijd) en niet van<br />

toepassing.<br />

Van Vugt (2006) gebruikte een cross-over design voor haar studie.<br />

2.5.3 Opzet therapie<br />

Er werden gemiddeld 16 therapie sessies gegeven van ongeveer 30 minuten. Met uitzondering<br />

van Nathanson & de Faria (1993), in deze studie werden 2 sessies dolfijntherapie gegeven die<br />

werden opgebouwd uit 18 taken.<br />

Alle onderzoekers gaven aan dat de therapie gegeven werd in een afgesloten bassin of tank <strong><strong>me</strong>t</strong><br />

getrainde dolfijnen. In drie van de onderzoeken 12 werd aangegeven dat de kinderen op vaste<br />

tijden therapie kregen, <strong><strong>me</strong>t</strong> een vaste therapeut, dolfijntrainer en dolfijn.<br />

Drie onderzoeken 13 gaven aan dat de therapie gegeven werd gedurende de zo<strong>me</strong>rmaanden <strong><strong>me</strong>t</strong><br />

een gemiddelde watertemperatuur van 29°C. In het onderzoek van van Vugt werd de therapie<br />

gegeven op Curaçao.<br />

2.5.4 Taken en motivators<br />

De taken die gegeven werden gedurende de dolfijntherapie werden benoemd in 4<br />

onderzoeksartikelen 14 . In drie van de genoemde studies 15 werden er verschillende ob<strong>je</strong>cten op<br />

houten planken geschilderd, hierbij moest een kind proberen de naam van het ob<strong>je</strong>cten te<br />

benoe<strong>me</strong>n. Servais (1999) gebruikte een cognitieve taak waarbij kinderen schuim rubber<br />

stuk<strong>je</strong>s op de juiste plek moest plaatsen op een bord.<br />

Motivators die gebruikt werden na het correct uitvoeren van een taak varieerde tussen direct<br />

contact <strong><strong>me</strong>t</strong> een dolfijn (voeren, kus<strong>je</strong> geven, <strong>zwem</strong><strong>me</strong>n <strong><strong>me</strong>t</strong> dolfijn) en/of indirect contact <strong><strong>me</strong>t</strong><br />

de dolfijn (dolfijn truc laten uitvoeren).<br />

2.5.5 Uitkomsten<br />

De uitkomsten op het gebied van gedrag waren voorna<strong>me</strong>lijk op het gebied van, taal reacties,<br />

positief sociaal emotionele reacties, proble<strong>me</strong>n op kunnen lossen, concentratie, taal behoud en<br />

het afronden van motorische taken.<br />

Vier studies 16 werkte gedurende de therapie op individuele aandachtspunten per kind. In de<br />

studies van Lukina(1999) en Nathanson (1998) werden ook sociaal-emotionele verbeteringen<br />

ge<strong><strong>me</strong>t</strong>en.<br />

12 Nathanson & de Faria (1993), Nathanson et.al (1997), van Vugt (2006)<br />

13 Nathanson & de Faria (1993), Nathanson et al. (1997), Nathanson (1998)<br />

14 Nathanson (1989), Nathanson & de Faria (1993), Nathanson et.al (1997), Servais (1999)<br />

15 Nathanson (1989), Nathanson & de Faria (1993), Nathanson et.al (1997)<br />

16 Nathanson & de Faria (1993), Nathanson et.al (1997), Kohn (2003), van Vugt (2006)<br />

17


2.5.6 Studie Resultaten<br />

Met uitzondering Servais, geven alle onderzoekers aan dat er positieve effecten zichtbaar zijn<br />

op het gebied van gedrag. Bij het onderzoek van Servais lijkt maar één controle groep positief<br />

effecten verandert te zijn, de andere groep bleef het zelfde functioneren als voor de therapie.<br />

Op het gebied van spraak (het benoe<strong>me</strong>n van een ob<strong>je</strong>ct, het gebruik maken van gebaren taal,<br />

het aanleren van nieuwe woorden) cognitie (taal behoud, geheugen spellet<strong>je</strong>s, herkennen van<br />

patronen) en motorische functies (het plaatsen van een ring over een pin, rijken voor een<br />

ob<strong>je</strong>ct, schrijven) werden taken vaker correct uitgevoerd door de kinderen zowel tijdens als na<br />

het krijgen van dolfijntherapie. Taken werden vaker goed afgerond als een dolfijn er bij<br />

betrokken was, dan in een reguliere omgeving. Kinderen gaven <strong>me</strong>er juiste antwoorden op<br />

vragen tijdens dolfijntherapie sessies, dan tijdens sessies in een klassikale setting. Dezelfde<br />

kinderen hadden ook betere cognitieve processen tijdens dolfijntherapie dan tijdens<br />

speltherapie. De kinderen bewezen gedurende het experi<strong>me</strong>nt dat kinderen 2 tot 10 keer<br />

sneller konden leren na het krijgen van dolfijntherapie (Nathanson, 1989).<br />

Ook op sociaal- emotioneel gebied zijn er positieve veranderingen waargeno<strong>me</strong>n. Kinderen<br />

werden aardiger, konden zich beter concentreren, hielden <strong>me</strong>er oog contact, gingen sneller uit<br />

zichzelf spelen en kregen <strong>me</strong>er zelfbeheersing. Volgens Lukina (1999) vergroot de<br />

dolfijntherapie het vertrouwen van kinderen in volwassenen en dolfijnen, ze zijn aardiger en<br />

hebben <strong>me</strong>er aandacht naar anderen. Ge<strong><strong>me</strong>t</strong>en hartrit<strong>me</strong>s indiceerden een vermindering van<br />

agressieve gevoelens en lieten een vooruitgang op het psycho-emotieel gebied zien. Echter er<br />

was in dit artikel geen duidelijk <strong>me</strong>etinstru<strong>me</strong>nt beschreven voor de analyse van deze<br />

gegevens.<br />

2.5.7 Rivaliserende gegevens<br />

Tijdens het onderzoek zijn er verschillende beperkingen aan de orde geko<strong>me</strong>n. Het<br />

belangrijkste is dat geen van de gevonden studies wetenschappelijk onderbouwd is, wat een<br />

goede analyse bemoeilijkt. In deze literatuurstudie is er voor gekozen om iedere studie die<br />

voldeed aan de gestelde inclusie criteria <strong>me</strong>e te ne<strong>me</strong>n in de literatuurstudie en het een<br />

literatuurinventarisatie te noe<strong>me</strong>n.<br />

Voor alle onderzoeken zijn verschillende bedreigingen voor de validiteit, de grootste<br />

bedreigingen staan per studie genoteerd in tabel 3. Bij alle studies zijn een gering aantal<br />

gegevens verstrekt over de bevindingen. Een voorbeeld hiervan is dat 3 auteurs in hun<br />

studies 17 een beperkt aantal resultaten publiceerde over de nul en eind <strong><strong>me</strong>t</strong>ingen per kind.<br />

Door het uitlaten van deze gegevens is het onmogelijk te concluderen dat de genoemde<br />

resultaten bij ieder kind positief waren.<br />

Ondanks dat er bij vier 18 studies werd aangegeven dat kinderen zich na de therapie beter<br />

konden concentreren, is er bij drie van deze studies 19 over deze resultaten geen informatie te<br />

vinden. In het onderzoek van Lukina (1999) worden veel uitkomsten gepubliceerd die<br />

suggereren dat er een aanzienlijk groot aantal data is verza<strong>me</strong>ld gedurende het onderzoek,<br />

terwijl deze gegevens nergens terug te vinden zijn. Er werden maar een gering aantal specifieke<br />

gegevens gepubliceerd en deze gegevens werden niet duidelijk beschreven en/of ingedeeld. Zij<br />

geeft bijvoorbeeld aan dat er veel positieve effecten zijn op het sociaal-emotioneel en<br />

gedragsgebied na aanleiding van de gegeven dolfijntherapie, maar publiceert hierover geen<br />

17 Nathanson (1989), Nathanson & de Faria (1993), Nathanson et al. (1997)<br />

18 Nathanson (1989), Nathanson & de Faria (1993), Nathanson et al. (1997), Lukina (1999)<br />

19 Nathanson (1989), Nathanson & de Faria (1993), Nathanson et al. (1997)<br />

18


evindingen. Wel worden de nul en eind <strong><strong>me</strong>t</strong>ingen van de hart rit<strong>me</strong>s van de kinderen<br />

gepubliceerd, de manier waarop die verkregen zijn is niet duidelijk.<br />

In het onderzoek van Nathanson et. al (1997) bleek dat kinderen beter reageerde op dolfijnen<br />

als motivator dan op hun favoriete speelgoed. De twee motivators werden op twee totaal<br />

verschillende locaties gepresenteerd aan de kinderen, het speelgoed werd niet gebruikt als<br />

motivator tijdens therapie op het dok maar tijdens therapie in een hotelka<strong>me</strong>r. Het verschil<br />

tussen de twee omgevingen waar de therapie gegeven werd was groot. Dit zou de uitkomsten<br />

kunnen beïnvloeden.<br />

Nathanson et. al (1997) stuurde een enquête naar 137 families waarvan het kind dolfijntherapie<br />

gevolgd had, maar 52% van de 137 enquêtes werd terug gestuurd. Dit betekent dat 48% van de<br />

ervaringen niet bekend waren. Deze resultaten en ervaringen zijn niet <strong>me</strong>egeno<strong>me</strong>n in het<br />

onderzoek. Mogelijk is dat deze ouders minder enthousiast waren over de therapie en hierdoor<br />

niet <strong>me</strong>e wilden doen aan het onderzoek.<br />

Daarnaast had Nathanson geen analyse gedaan naar de punten waar achteruitgang bij geboekt<br />

was. Hij richtte zich alleen op de positieve punten, terwijl de negatieve punten mogelijk een<br />

groter effect hadden op de kinderen en/of ouders.<br />

Geen van de studies heeft informatie gepubliceerd over of de effecten van dolfijntherapie op<br />

langere termijn.<br />

19


Artikelen gebaseerd op ervaring<br />

2.6 Resultaten beschrijvende artikelen<br />

In tabel 2.6.1 staan de uitkomsten van de artikelen gebaseerd op ervaringen in het kort<br />

sa<strong>me</strong>ngevat. Er word gebruikt gemaakt van andere koppen. De artikelen beschrijven geen<br />

onderzoeken maar ervaringen en kunnen niet op dezelfde manier sa<strong>me</strong>ngevat worden als de<br />

onderzoeksartikelen.<br />

Alle auteurs beschreven dat dolfijntherapie een positief effect had op de kinderen die<br />

dolfijntherapie gevolgd hadden. Deze positieve effecten waren voorna<strong>me</strong>lijk te zien op het<br />

sociaal- emotioneel gebied van de kinderen en hun families. Ondanks de positieve<br />

bevindingen had de helft van de auteurs twijfels over de therapie, omdat de conclusies niet<br />

gebaseerd waren op wetenschappelijk onderzoek.<br />

Tabel 2.6.1 Sa<strong>me</strong>nvatting beschrijvende artikelen<br />

Titel en<br />

Jaar<br />

uitvoering<br />

Auteur Doel Effecten Conclusie<br />

Expert<br />

state<strong>me</strong>nt on<br />

“Swim with<br />

the dolphin<br />

programs and<br />

Dolphin-<br />

Assisted<br />

Therapy”<br />

2005<br />

The Promise<br />

of Dolphin-<br />

Assisted<br />

therapy<br />

2001<br />

The Dolphin<br />

assisted<br />

therapy results.<br />

Karsten<br />

Brensing<br />

Alexis<br />

McKenney<br />

Dr. Lukina<br />

Expert state<strong>me</strong>nt, Het<br />

vergelijken van<br />

verschillende studieuitkomsten<br />

over de<br />

effecten van<br />

dolfijntherapie<br />

Lezers infor<strong>me</strong>ren +<br />

over de effecten en<br />

theorieën van dolfijn<br />

therapie incl.<br />

ervaringen van<br />

moeder <strong><strong>me</strong>t</strong> een<br />

gehandicapt zoont<strong>je</strong>. _<br />

Het beschrijven van<br />

de uitkomsten van<br />

dolfijntherapie in de<br />

+<br />

+<br />

-<br />

Dolfijnen motiveren<br />

autistische kinderen om te<br />

gaan praten. (Smith 1981),<br />

EEG’s tonen dat interactie<br />

<strong><strong>me</strong>t</strong> dolfijnen een<br />

ontspannende werking<br />

heeft op <strong>me</strong>nsen (Cole<br />

1996 en Burch 1997)<br />

Verbetering van sociale<br />

situatie binnen families.<br />

(Voorhees 1995)<br />

Dolfijnen geven de<br />

voorkeur aan kleinere<br />

<strong>me</strong>nsen in plaats van<br />

langere. (Brensing en Linke<br />

2004)<br />

Dolfijntherapie vermindert<br />

depressies, stimuleert de<br />

productie van endorfine en<br />

verminderd pijn bij<br />

patiënten.<br />

Geen<br />

Verminderd<br />

ongecontroleerd urine<br />

verlies, verbeteringen in<br />

Dolfijntherapie lijkt<br />

een succesvolle,<br />

dier geassisteerde<br />

therapie, maar er is<br />

geen bewijs dat het<br />

succesvoller is dan<br />

andere dier<br />

geassisteerde<br />

therapieën.<br />

Dolfijnen en<br />

<strong>me</strong>nsen <strong><strong>me</strong>t</strong><br />

beperkingen lijken<br />

goed sa<strong>me</strong>n te<br />

kunnen werken en<br />

spelen in het water.<br />

De vraag is of<br />

dolfijntherapie een<br />

therapie of een<br />

activiteit op<br />

therapeutische basis<br />

is.<br />

Dolfijntherapie<br />

verbetert de manier<br />

waarop kinderen<br />

20


Artikelen gebaseerd op ervaring<br />

2000<br />

Human<br />

Attitudes<br />

Towards<br />

Dolphin-<br />

Assisted<br />

Therapy: The<br />

Essential<br />

Tension<br />

Between<br />

Science and<br />

Faith<br />

1996<br />

What About<br />

Dolphin<br />

Assisted<br />

Therapy?<br />

1998<br />

William L.<br />

Martens,<br />

Ph.D.<br />

William<br />

Rossiter<br />

zwarte zee.<br />

Meningsverschil<br />

onderzoeken tussen<br />

de <strong>me</strong>dische en<br />

intuïtieve kijk op<br />

dolfijntherapie.<br />

Lezers infor<strong>me</strong>ren<br />

over de negatieve<br />

kanten van<br />

dolfijntherapie.<br />

-<br />

+<br />

-<br />

+<br />

-<br />

spraak, vermindering van<br />

fobieën, verminderde<br />

depressies, 64.8-82.6% van<br />

de kinderen <strong><strong>me</strong>t</strong> autis<strong>me</strong><br />

hadden verbeteringen in<br />

hun ADL.<br />

Geen<br />

Personen uit beide<br />

invalshoeken zien dat er<br />

positieve effecten geboekt<br />

worden door<br />

dolfijntherapie.<br />

De <strong>me</strong>dische wereld<br />

baseert zijn conclusies<br />

alleen op evidence-based<br />

resultaten, die tot nu toe<br />

niet gevonden zijn.<br />

De intuïtieve kijk op de<br />

therapie is gebaseerd op<br />

ervaring en/of <strong>me</strong>ningen<br />

die overdreven kunnen<br />

worden.<br />

Dolfijnen kunnen<br />

aanvoelen waar een<br />

probleem in een lichaam<br />

zich manifesteert.<br />

90% van de kinderen<br />

hebben significante<br />

verbeteringen laten zien.<br />

Effecten zijn niet<br />

wetenschappelijk<br />

onderbouwd.<br />

De zelfde effecten zijn<br />

waarschijnlijk ook te<br />

krijgen door therapie <strong><strong>me</strong>t</strong><br />

andere dieren.<br />

Negatieve effecten op de<br />

dolfijnen (leven niet in<br />

natuurlijke omgeving).<br />

contact op ne<strong>me</strong>n<br />

<strong><strong>me</strong>t</strong> hun omgeving.<br />

Hierdoor kunnen ze<br />

makkelijker<br />

regulieren therapie<br />

krijgen, en sneller<br />

verbeteringen<br />

boeken.<br />

Beide groepen zijn<br />

het <strong><strong>me</strong>t</strong> elkaar eens<br />

dat de therapie<br />

positieve effecten<br />

heeft op kinderen,<br />

hoe is niet duidelijk.<br />

Dolfijntherapie<br />

heeft positieve<br />

effecten op kinderen<br />

<strong><strong>me</strong>t</strong> beperkingen,<br />

komt dit echt door<br />

de dolfijn?<br />

De auteur maakt<br />

zich zorgen om het<br />

groeiende aantal<br />

instellingen dat de<br />

therapie biedt. Het<br />

is van belang dat er<br />

regels en afspraken<br />

gemaakt worden die<br />

iedere instelling aan<br />

moet houden. Dit<br />

om te voorko<strong>me</strong>n<br />

dat families<br />

terechtko<strong>me</strong>n bij<br />

instellingen zonder<br />

<strong>me</strong>dici.<br />

21


2.6.2 Bevindingen<br />

Er is regelmatig geschreven over de spraak-taal ontwikkeling van de kinderen, deze kinderen<br />

kregen <strong>me</strong>er motivatie om te gaan praten, waardoor de spraak- taal ontwikkeling verbeterde,<br />

wat tot gevolg had dat de sociale situatie binnen de gezinnen verbeterde. Na de therapie<br />

praatte de kinderen sneller uit zichzelf <strong><strong>me</strong>t</strong> hun ouders en de ouders begrepen hun kinderen<br />

beter waardoor minder misverstanden en conflicten ontstonden in huis.<br />

Naast een verbetering op het spraak- taalgebied zijn er ook positieve effecten waargeno<strong>me</strong>n<br />

op licha<strong>me</strong>lijk gebied. Gebaseerd op observaties, suggereren de auteurs dat dolfijnen aan<br />

kunnen voelen waar een probleem in het lichaam van het kind zich manifesteert. Therapeuten<br />

die wilde beginnen <strong><strong>me</strong>t</strong> het oefenen aan de niet aangedane zijde, werden regelmatig verrast<br />

door de dolfijn als hij weigerde <strong>me</strong>e te werken. De dolfijn bleef aan de aangedane zijde<br />

<strong>zwem</strong><strong>me</strong>n 20 .<br />

Ander onderzoek laat zien dat de therapie de productie van endorfine stimuleert en pijn bij<br />

patiënten verminderd Analyse van afgeno<strong>me</strong>n EEG’s lieten zien dat interactie <strong><strong>me</strong>t</strong> dolfijnen<br />

een ontspannende werking op <strong>me</strong>nsen heeft (Cole 1996 en Burch 1997). Kinderen hadden een<br />

vermindering van ongecontroleerd urine verlies.<br />

Op het psychosociale gebied verminderde dolfijntherapie depressies en fobieën bij de<br />

kinderen.<br />

2.7 Analyse beschrijvende artikelen<br />

De beschrijvende artikelen 21 zijn gebaseerd op ervaringen en/of vergelijkingen over<br />

dolfijntherapie. Hierdoor is geen duidelijke beschrijving mogelijk over de deelne<strong>me</strong>rs, het<br />

onderzoeksdesign en/of therapie <strong><strong>me</strong>t</strong>hodes.<br />

2.7.1 Uitkomsten<br />

Dolfijntherapie wordt gedurende 20 jaar gebruikt als therapie <strong><strong>me</strong>t</strong>hode voor <strong>me</strong>nsen <strong><strong>me</strong>t</strong> een<br />

psychische of licha<strong>me</strong>lijke handicap. Tot op heden zijn er <strong>me</strong>erdere onderzoeken gedaan naar<br />

de effecten van dolfijntherapie op verschillende doelgroepen.<br />

Dit varieert tussen onderzoeken naar de korte termijn effecten (bijv. Nathanson, de Castro &<br />

McMahon 1997) en de lange termijn effecten (bijv. Nathanson 1998) van dolfijntherapie bij<br />

kinderen <strong><strong>me</strong>t</strong> ernstige handicaps. Hierdoor zijn veel positieve effecten en ervaringen<br />

gepubliceerd.<br />

Het eerst gepubliceerde onderzoek werd uitgevoerd in 1980 door Dr. Nathanson. In 1981<br />

bleek uit onderzoek dat dolfijntherapie autistische kinderen motiveert om te gaan praten<br />

(Smith 1981). Door het krijgen van dolfijntherapie leerde kinderen sneller (Nathanson 1989)<br />

en sociale situaties binnen gezinnen verbeterde (Voorhees 1995). EEG’s toonde aan dat<br />

interactie <strong><strong>me</strong>t</strong> dolfijnen een ontspannende werking heeft op <strong>me</strong>nsen (Cole 1996 en Burch<br />

1997). Volgens William Rossiter kunnen dolfijnen aanvoelen waar een probleem in een<br />

lichaam van een kind zich manifesteert, uit zijn vergelijkingen blijkt dat 90% van de kinderen<br />

die dolfijntherapie kregen significante verbeteringen lieten zien.(William Rossiter, 1998).<br />

Naast deze bevindingen blijkt dat dolfijntherapie depressies en pijn verminderd en de<br />

productie van endorfine stimuleert. (Alexis McKenney, 2001) Overige bevindingen zijn dat<br />

dolfijntherapie ongecontroleerd urine verlies en fobieën verminderd, de spraak verbeterd en<br />

20 William Rossiter (1998)<br />

21 William L. Martens(1996), William Rossiter (1998), Dr. Lukina (2000), Alexis McKenney (2001), Karsten<br />

Brensing (2005)<br />

22


dat 64.8%-82.6% van de kinderen <strong><strong>me</strong>t</strong> autis<strong>me</strong> vooruitgang boekte in hun ADL. (Dr. Lukina,<br />

2000)<br />

2.7.2 Studie Resultaten<br />

Er is regelmatig geschreven over de spraak- taal ontwikkeling van de kinderen. Deze kinderen<br />

kregen <strong>me</strong>er motivatie om te gaan praten, waardoor de spraak- taal ontwikkeling verbeterde.<br />

Gebaseerd op de boven genoemde observaties, suggereren de auteurs dat de sociale situatie<br />

binnen de gezinnen verbeterde. Na de therapie begonnen kinderen sneller uit zichzelf te<br />

praten <strong><strong>me</strong>t</strong> hun ouders en ouders konden hun kinderen beter begrijpen waardoor minder<br />

misverstanden en conflicten ontstonden in huis.<br />

Naast een verbetering op het spraaktaal gebied zijn er ook positieve effecten waargeno<strong>me</strong>n op<br />

licha<strong>me</strong>lijk gebied. Het blijkt uit de ervaringen van de auteurs dat dolfijnen aan kunnen<br />

voelen waar een probleem in het lichaam van het kind zich manifesteert. Therapeuten die<br />

wilde beginnen <strong><strong>me</strong>t</strong> het oefenen aan de niet aangedane zijde, werden regelmatig verrast door<br />

de dolfijn, als hij weigerde <strong>me</strong>e te werken, de dolfijn bleef aan de aangedane zijde <strong>zwem</strong><strong>me</strong>n<br />

(William Rossiter, 1998).<br />

Dolfijntherapie verbetert de manier waarop kinderen contact op ne<strong>me</strong>n <strong><strong>me</strong>t</strong> hun omgeving.<br />

Hierdoor kunnen ze eerder deelne<strong>me</strong>n aan reguliere therapieën en sneller vooruitgang laren<br />

zien. (Dr. Lukina, 2000)<br />

Alle gebruikte artikelen waren gebaseerd op analyses van onderzoeksartikelen en/of<br />

ervaringen van deskundigen of families. De auteurs beschrijven dat dolfijntherapie een<br />

succesvolle diergeassisteerde therapie is, die veel positieve effecten laat zien bij kinderen <strong><strong>me</strong>t</strong><br />

een beperking. Er is geen bewijs dat het succesvoller is dan andere dier geassisteerde<br />

therapieën 22 . Daarnaast blijft de vraag of dolfijntherapie een therapie is of een activiteit op<br />

therapeutische basis is. (Alexis McKenney, 2001)<br />

William Rossiter maakt zich zorgen om het groeiende aantal plaatsen waar de therapie wordt<br />

aangeboden. Het is van belang dat er regels en afspraken gemaakt worden waar iedere<br />

instelling zich aan moet houden. Dit om te voorko<strong>me</strong>n dat families terechtko<strong>me</strong>n bij<br />

instellingen zonder <strong>me</strong>dici.<br />

22 Karsten Brensing (2005), William Rossiter (1998)<br />

23


3. Methode Interviews<br />

3.1 Inleiding<br />

Er is geen wetenschappelijk onderzoek gedaan naar de effecten van dolfijntherapie. Hierdoor<br />

zijn de gegevens over de effecten van dolfijntherapie beperkt.<br />

Aan de hand van de vraagstelling is gekozen voor een beschrijvend onderzoek.<br />

Er zijn interviews gehouden <strong><strong>me</strong>t</strong> de ouders, verzorgers en/of familieleden van de kinderen die<br />

dolfijntherapie hebben gevolgd bij Fundashon SamSam ku Dolfein. In het interview zijn<br />

zowel open als gesloten vragen gesteld.<br />

Er is een frequentieanalyse gedaan <strong><strong>me</strong>t</strong> behulp van het programma SPSS 11.0 voor Windows.<br />

De resultaten uit de analyse staan beschreven in paragraaf 3.3. De analyses van de pre- en<br />

post- vragen zijn onderling vergeleken en staan beschreven in paragraaf 3.3.6. Hierdoor wordt<br />

een globale indruk verkregen van de situatie voor en na de dolfijntherapie bij de kinderen.<br />

3.2 Onderzoekspopulatie<br />

De onderzoekspopulatie bestaat uit 16 kinderen die dolfijntherapie hebben ontvangen bij<br />

Fundashon Samsam ku Dolfein. De interviews zijn gehouden <strong><strong>me</strong>t</strong> 13 ouders, 2 verzorgsters en<br />

1 naast familielid.<br />

3.2.2 Methode van dataverza<strong>me</strong>ling<br />

Als <strong><strong>me</strong>t</strong>hode van dataverza<strong>me</strong>ling is gekozen voor een interview. Door het stellen van open<br />

en gesloten vragen is een overzicht verkregen.<br />

Op aanraden van ervaringsdeskundigen zijn de interviews, in de <strong>me</strong>este gevallen, bij de<br />

respondenten thuis gehouden. Dit om het verlies van deelne<strong>me</strong>rs zo klein mogelijk te houden.<br />

Als <strong>me</strong>etinstru<strong>me</strong>nt is een bestaande vragenlijst gebruikt. Deze vragenlijst is op een aantal<br />

punten aangepast naar de wensen van Fundashon Samsam ku Dolfein. Dit is gebeurd in<br />

overleg <strong><strong>me</strong>t</strong> een van de artsen van de stichting.<br />

De pre- vragen zijn aangepast en de post- vragen zijn aan de enquête toegevoegd (zie bijlage<br />

3). Bij aanvang van de dolfijntherapie zijn geen pre- lijsten afgeno<strong>me</strong>n door de Fundashon<br />

Samsam ku Dolfein. Om alsnog een beeld te vor<strong>me</strong>n van de vooruitgangen zijn er vragen<br />

gesteld gericht op situaties voor- en na het krijgen van de dolfijntherapie.<br />

De vragenlijst is opgedeeld in open en <strong>me</strong>erkeuze vragen, beginnend <strong><strong>me</strong>t</strong> alge<strong>me</strong>ne vragen op<br />

het gebied van leeftijd, leefsituatie, werk en school (zie bijlage 3).<br />

Na de alge<strong>me</strong>ne vragen volgen open vragen. Deze gaan over de therapieën die het kind<br />

voorheen gevolgd heeft en de reden van deelna<strong>me</strong> aan de therapie.<br />

Hier op aansluitend een lijst <strong><strong>me</strong>t</strong> <strong>me</strong>erkeuzevragen. Deze zijn, per onderdeel, gericht op de<br />

veranderingen na de therapie. Er zijn 43 vragen gericht op mogelijke sociaal-emotionele<br />

veranderingen en 14 vragen gericht op mogelijke fysieke veranderingen. Respondenten<br />

hebben de keuze uit 5 antwoorden.<br />

Aan het einde van de lijst volgen 6 vragen gericht op het gedrag van het kind voor en na het<br />

krijgen van dolfijntherapie. Ter afsluiting een vraag gericht op de ervaringen van de therapie<br />

bij het kind.<br />

24


De vragenlijst wordt afgesloten <strong><strong>me</strong>t</strong> de mogelijkheid voor respondenten om op<strong>me</strong>rkingen en<br />

suggesties te geven aan Fundashon SamSam ku Dolfein op het gebied van de ervaringen van<br />

de gegeven dolfijntherapie.<br />

3.2.3 Procedure<br />

De opdrachtgever Fundashon SamSam ku Dolfein heeft, na mondelinge toestemming, de<br />

telefoonnum<strong>me</strong>rs van de respondenten doorgegeven aan de onderzoekers. Vervolgens zijn de<br />

respondenten door de onderzoekers telefonisch benaderd voor het maken van een afspraak.<br />

Allen hebben hun <strong>me</strong>dewerking aan het interview verleend.<br />

De interviews zijn gehouden door de onderzoekers, beide onderzoekers waren tegelijker tijd<br />

aanwezig bij de alle interviews. Voor een goede intrabeoordelaarsbetrouwbaarheid zijn de<br />

pagina’s van het interview verdeeld tussen de interviewers. De even pagina’s zijn<br />

behandelend door interviewer 1, de oneven pagina’s door interviewer 2.<br />

Bij aanvang van het gesprek zijn het doel en werkwijze van het onderzoek besproken <strong><strong>me</strong>t</strong> de<br />

respondenten. Hierbij is gevraagd of de respondenten akkoord gingen <strong><strong>me</strong>t</strong> het vertrouwelijk<br />

publiceren van de verkregen cijfers.<br />

3.2.4 Design<br />

Het onderzoek is gehouden in een tijdsbestek van 10 weken. De data is verza<strong>me</strong>ld door het<br />

houden van een enquête. Vervolgens is doormiddel van de resultaten gekeken naar de<br />

determinant, dolfijntherapie, en het effect daarvan (uitkomst) op het ADL van kinderen tussen<br />

de 4 en 17 jaar <strong><strong>me</strong>t</strong> een beperking. Het onderzoek heeft plaats gevonden, nadat de kinderen de<br />

dolfijntherapie hadden gevolgd. De periode tussen het afsluiten van de dolfijntherapie en het<br />

onderzoek varieerde per kind. Dit maakt dat het onderzoek valt onder een retrospectief<br />

cohortonderzoek.<br />

3.2.5 Analyse<br />

Het analyseren van de data, verkregen uit de interviews, is gedaan <strong><strong>me</strong>t</strong> behulp van het<br />

programma SPSS 11.0 voor Windows. De vragen zijn in een codeerschema (zie bijlage 2)<br />

uiteengezet, welke nodig is bij het invoeren van de antwoorden uit de enquête in het<br />

programma.<br />

De variabelen, de vragen en de antwoordcodes uit het codeerschema, zijn in het programma<br />

ingevoerd, zodat naderhand alleen de uitkomsten in SPSS hoeven te worden gezet.<br />

De analyses zijn uitgevoerd <strong><strong>me</strong>t</strong> behulp van een frequentie analyse. De <strong>me</strong>etresultaten zijn<br />

geanalyseerd door middel van beschrijvende statistiek, hierbij zijn er frequentie tabellen en<br />

diagram<strong>me</strong>n gemaakt. Van de pre- en post- vragen zijn de uitkomsten onderling vergeleken.<br />

De resultaten van de analyse staan beschreven in paragraaf 3.3.6.<br />

25


3.3 Resultaten interviews<br />

3.3.1 Inleiding<br />

De interviews zijn gehouden <strong><strong>me</strong>t</strong> 16 respondenten. In de volgende paragrafen worden de<br />

resultaten van de interviews beschreven.<br />

3.3.2 Resultaten onderzoekspopulatie<br />

Om een alge<strong>me</strong>en beeld te krijgen van de kinderen die aan het onderzoek deelna<strong>me</strong>n zijn een<br />

aantal achtergrondken<strong>me</strong>rken opgeno<strong>me</strong>n in het interview. Tevens is geïnfor<strong>me</strong>erd naar<br />

eerder gevolgde relevante para<strong>me</strong>dische therapieën. Deze punten staan ver<strong>me</strong>ld in Tabel<br />

3.3.2.<br />

Tabel 3.3.2 Alge<strong>me</strong>ne gegevens respondenten<br />

Kind Geslacht Leeftijd kind Diagnose Periode<br />

Therapie<br />

1<br />

Meis<strong>je</strong><br />

10 jaar en 5<br />

maanden<br />

2 Jongen 6 jaar en 11<br />

maanden<br />

3 Jongen 5 jaar 11<br />

maanden<br />

4 Jongen 12 jaar en 9<br />

maanden<br />

Beta<br />

thalassemia<br />

major en<br />

selectief<br />

mutis<strong>me</strong><br />

Autistisch<br />

spectrum<br />

Prematuur<br />

geboren en<br />

zuurstof<br />

tekort bij de<br />

geboorte<br />

Zuurstof<br />

tekort bij de<br />

geboorte<br />

5 Jongen 7 jaar Autistisch<br />

spectrum<br />

6 Jongen 7 jaar en 11<br />

maanden<br />

7 Meis<strong>je</strong> 15 jaar en 11<br />

maanden<br />

8 Meis<strong>je</strong> 5 jaar en 1<br />

maand<br />

9 Jongen 5 jaar en 11<br />

maanden<br />

Autistisch<br />

spectrum<br />

Autistisch<br />

spectrum<br />

Motorische<br />

achterstand<br />

Autistisch<br />

spectrum<br />

22 januari 2007<br />

t/m 2 februari<br />

2007<br />

22 januari 2007<br />

t/m 2 februari<br />

2007<br />

8 januari 2007<br />

t/m 19 januari<br />

2007<br />

22 januari 2007<br />

t/m 2 februari<br />

2007<br />

22 januari 2007<br />

t/m 2 februari<br />

2007<br />

22 april 2006 t/m<br />

24 juni 2006<br />

29 april 2006 t/m<br />

24 juni 2006<br />

27 november<br />

2006 t/m 8<br />

december 2006<br />

19 februari 2007<br />

t/m 2 maart 2007<br />

Eerder<br />

gevolgde<br />

therapieën<br />

Reden deelna<strong>me</strong><br />

dolfijntherapie<br />

F, S o Haar helpen.<br />

o Alles proberen om<br />

haar te helpen haar<br />

barrière te<br />

doorbreken.<br />

F, L, E, S, P o Hem helpen.<br />

o Karakter<br />

veranderen.<br />

o Oogcontact<br />

verbeteren.<br />

F, L, E o Om hem een kans<br />

te geven.<br />

F, L, E, M, P o Om te zien of er<br />

veranderingen<br />

mogelijk zijn.<br />

o Zoveel mogelijk uit<br />

hem te halen.<br />

F, L, E o Om hem te helpen.<br />

F, L, E, S o Werd aangeboden,<br />

wel over gelezen<br />

niets <strong>me</strong>e gedaan<br />

i.v.m. de kosten.<br />

Nu mogelijk.<br />

F, L, S, P, D o Voor spraak en<br />

vragen stellen<br />

(zinnen <strong><strong>me</strong>t</strong> <strong>me</strong>er<br />

woorden maken).<br />

F, E o Naar aanleiding<br />

van therapeut.<br />

L, S, M, P o Goede verhalen<br />

over resultaten.<br />

o Stap<strong>je</strong> verder dan<br />

<strong><strong>me</strong>t</strong> gewone<br />

therapie dat ook<br />

26


10 Meis<strong>je</strong> 6 jaar 3<br />

maanden<br />

11 Meis<strong>je</strong> 22 januari<br />

2007 t/m 2<br />

februari 2007<br />

12 Jongen 6 jaar en 7<br />

maanden<br />

Zuurstof<br />

tekort bij de<br />

geboorte<br />

Autistisch<br />

spectrum<br />

Autistisch<br />

spectrum<br />

13 Jongen 7 jaar 1 maand Zuurstof<br />

tekort bij de<br />

14 Meis<strong>je</strong> 5 jaar en 9<br />

maanden<br />

15 Jongen 12 jaar 5<br />

maanden<br />

16 Jongen 16 jaar 2<br />

maanden<br />

geboorte<br />

Ontwikkelin<br />

gsstoornis<br />

22 januari 2007<br />

t/m 2 februari<br />

2007<br />

19 februari 2007<br />

t/m 2 maart 2007<br />

08 januari 2007<br />

t/m 19 januari<br />

2007<br />

8 januari 2007<br />

t/m 19 januari<br />

27 november<br />

2006 t/m 8<br />

december 2006<br />

ADHD 19 maart 2007<br />

t/m 30 maart<br />

2007<br />

Autistisch<br />

spectrum<br />

19 maart 2007<br />

t/m 30 maart<br />

2007<br />

F, L, S, M, H,<br />

D<br />

niet <strong><strong>me</strong>t</strong> gewone<br />

therapie te bereiken<br />

is.<br />

o Vooruitgang in de<br />

ontwikkeling,<br />

vooral emotioneel<br />

en spraak<br />

- o Om het introvert<br />

zijn te verminderen.<br />

L, E, S, M, P,<br />

H, W<br />

o Om haar te helpen<br />

o Om hem te helpen<br />

F, L, E o Om hem een kans<br />

te geven<br />

F, L, E o Ze is uitgekozen<br />

om <strong>me</strong>e te doen.<br />

o Om vooruitgang te<br />

boeken.<br />

L o Nieuwsgierig,<br />

hoorde goede<br />

dingen.<br />

o Dat het profijt op<br />

zou leveren.<br />

F, L, E, O, S,<br />

P<br />

Toelichting bij tabel 3.3.2<br />

In de rij eerder gevolgde therapieën staan de Letters voor de naam van de gevolgde therapie. F= Fysiotherapie, L= Logopedie, E=<br />

Ergotherapie, O= Oefentherapie, S= Speltherapie, M=Muziektherapie, P= Paardrijden, H= Ho<strong>me</strong> teacher, W= Watertherapie, D=<br />

Dolfijntherapie.<br />

o Het is rustgevend<br />

o Dat zijn<br />

zelfvertrouwen zou<br />

vergroten<br />

3.3.3 Resultaten Alge<strong>me</strong>en<br />

Er zijn 3 open vragen, gebaseerd op de alge<strong>me</strong>ne resultaten van de therapie. Dit is om vast te<br />

leggen of er na de dolfijntherapie, veranderingen zichtbaar zijn bij het kind, in vergelijking<br />

<strong><strong>me</strong>t</strong> voor de dolfijntherapie.<br />

15 respondenten gaven aan dat er veranderingen opgetreden waren bij het kind. Uit deze<br />

groep bleef bij 8 kinderen de waargeno<strong>me</strong>n veranderingen na de therapie gelijk. Deze<br />

tijdsperiode varieerde per kind van 1 tot 6 maanden. Bij 7 kinderen was er volgens de<br />

respondenten nog steeds vooruitgang waar te ne<strong>me</strong>n .<br />

Bij 8 kinderen was de relatie <strong><strong>me</strong>t</strong> de ouders in positieve zin veranderd. De andere 8<br />

respondenten gaven aan dat er geen veranderingen in de relatie waren opgevallen.<br />

27


3.3.4 Resultaten Sociaal-emotioneel<br />

In tabel 3.3.4 staan de opvallendste resultaten op sociaal-emotioneel gebied weergegeven.<br />

Dit zijn 14 van de in totaal 36 vragen waarbij, per vraag, door 9 of <strong>me</strong>er respondenten<br />

positieve veranderingen zijn waargeno<strong>me</strong>n. Het complete overzicht van de resultaten op<br />

sociaal-emotioneel gebied staat weergegeven in bijlage 5.<br />

De grootste veranderingen waren waargeno<strong>me</strong>n op het gebied van zelfvertrouwen en het<br />

zelfstandig beginnen van een gesprek. Bij beide punten hadden 13, van de in totaal 16,<br />

respondenten positieve veranderingen waargeno<strong>me</strong>n bij hun kind.<br />

Tabel 3.3.4 veranderingen op sociaal emotioneel gebied.<br />

.<br />

Vraag gericht op 23 :<br />

Positieve<br />

Veranderingen 24<br />

Bij aantal<br />

kinderen<br />

Bij aanvang<br />

dolfijntherapie<br />

geen proble<strong>me</strong>n<br />

Bij aantal<br />

kinderen<br />

Oogcontact 9 5 2<br />

Sa<strong>me</strong>nwerken op school 10 5 1<br />

Afmaken van taken op school 10 4 2<br />

Motivatie 9 3 4<br />

Laten <strong>me</strong>rken of hij/zij iemand aardig vindt 10 4 2<br />

Zelfstandig beginnen van een activiteit 11 4 1<br />

Zelfstandig beginnen van een gesprek 13 2 1<br />

Rusteloosheid 9 5 2<br />

Opvallende belangstelling voor dingen, feiten,<br />

lichaamsdelen, geluiden, etc.<br />

9 7 0<br />

Spullen van zichzelf of anderen kapot maken<br />

als hij/zij boos is<br />

9 5 2<br />

Bijleren van nieuwe woorden 11 3 2<br />

Zelfvertrouwen 13 1 2<br />

Zelfstandig contact zoeken <strong><strong>me</strong>t</strong><br />

leeftijdsgenoten<br />

10 4 2<br />

Doen wat van hem/haar verwacht wordt 10 4 2<br />

23 Zie bijlage 3, pagina 49 t/m 51, voor de volledige vraagstelling.<br />

24 De ouders hadden de keuzemogelijkheid uit de volgende punten; Verslechterd, geen verandering, enigszins<br />

verbeterd, flink verbeterd en Niet van toepassing. Er zijn geen negatieve veranderingen waargeno<strong>me</strong>n. De<br />

positieve veranderingen zijn in bovenstaande tabel sa<strong>me</strong>ngevoegd.<br />

Geen<br />

veranderingen<br />

Bij aantal<br />

kinderen<br />

28


3.3.5 Resultaten Fysiek<br />

In tabel 3.3.5 staan de resultaten op fysiek gebied weergegeven. De vragen zijn gericht op de<br />

fijne en grove motoriek van de kinderen.<br />

Fysiek was er, volgens de respondenten, bij 4 van de 14 vragen <strong>me</strong>er dan 50% in positieve zin<br />

verandert bij de kinderen.<br />

De grootste verandering werd, door de respondenten, waargeno<strong>me</strong>n bij het zelfstandig knopen<br />

van kleding dichtmaken. Bij dit punt hadden 9 van de 16 respondenten positieve<br />

veranderingen waargeno<strong>me</strong>n bij hun kind.<br />

Tabel 3.3.5 fysieke veranderingen<br />

Vragen gericht op 25 :<br />

Positieve<br />

Veranderingen<br />

bij aantal<br />

kinderen<br />

Bij aanvang<br />

dolfijntherapie<br />

geen proble<strong>me</strong>n<br />

bij aantal<br />

kinderen<br />

Alge<strong>me</strong>ne licha<strong>me</strong>lijk gezondheid 26 8 5 3<br />

Zelfstandig zitten 1 12 3<br />

Zelfstandig van zit naar stand ko<strong>me</strong>n 0 14 2<br />

Zelfstandig staan 4 11 1<br />

Voorwerp zelfstandig gooien 6 8 2<br />

Voorwerp zelfstandig vangen 8 4 4<br />

Zelfstandig drinken 1 13 2<br />

Zelfstandig eten 5 9 2<br />

Tafel afrui<strong>me</strong>n en spullen in kast<br />

opbergen<br />

7 9 0<br />

Plaatsen van klein voorwerp in daarvoor 8 7 1<br />

bestemd doos<strong>je</strong><br />

Zelfstandig wassen 6 7 3<br />

Zelfstandig aankleden 7 6 3<br />

Zelfstandig tanden poetsen 5 6 5<br />

Zelfstandig knopen van kleding dicht<br />

maken<br />

9 5 2<br />

Geen<br />

veranderingen<br />

bij aantal<br />

kinderen<br />

25 Zie bijlage 3 pagina 51 en 52, voor de volledige vraagstelling.<br />

26 Zien, horen, spierkracht, evenwicht en coördinatie, eten kauwen en doorslikken, het immuunsysteem, de<br />

luchtwegen.<br />

29


3.3.6 Resultaten Pre en post vragen over de therapie<br />

Hu<strong>me</strong>ur<br />

In figuur 3.3.6.1 en 3.3.6.2 staan de percentages ver<strong>me</strong>ld van het hu<strong>me</strong>ur van de kinderen<br />

voor en na het krijgen van de dolfijntherapie. In het eerste diagram is de<br />

antwoordmogelijkheid, “gelijkmatig slecht gehu<strong>me</strong>urd” niet zichtbaar. Volgens de<br />

respondenten was geen van de kinderen gelijkmatig slecht gehu<strong>me</strong>urd voor de therapie, na de<br />

therapie wel.<br />

3 3 1 1 ,2 ,2 ,2 5 5 %<br />

%<br />

n n = = 5<br />

5<br />

4 4 3 3 ,7 ,7 ,7 5 5 %<br />

%<br />

n n = = 7<br />

7<br />

2 2 5 5 ,0 ,0 0 0 %<br />

%<br />

n n = = 4<br />

4<br />

Figuur 3.3.6.1 hu<strong>me</strong>ur voor de dolfijntherapie 27<br />

6 6 2 2 ,5 ,5 0 0 %<br />

%<br />

n n = = 1 1 0<br />

0<br />

6 6 ,2 ,2 ,2 5 5 %<br />

%<br />

n n = = 1<br />

1<br />

6 6 ,2 ,2 5 5 %<br />

%<br />

n n = = = 1<br />

1<br />

2 2 5 5 ,0 ,0 0 0 %<br />

%<br />

n n = = 4<br />

4<br />

hu<strong>me</strong>ur voor de dolfijntherapie<br />

over het algem een gelijkmatig <strong><strong>me</strong>t</strong> af en toe een driftbui<br />

afwi ssel end vrolijk en sl echt gehu<strong>me</strong>urd<br />

gelijkm atig vrolij k gehu<strong>me</strong>urd<br />

hu<strong>me</strong>ur na de dolfijntherapie<br />

over het algem een gelijkmatig <strong><strong>me</strong>t</strong> af en toe een driftbui<br />

gelijkm atig slecht gehu<strong>me</strong>urd<br />

afwi ssel end vrolijk en sl echt gehu<strong>me</strong>urd<br />

gelijkm atig vrolij k gehu<strong>me</strong>urd<br />

Figuur 3.3.6.2 hu<strong>me</strong>ur na de dolfijntherapie<br />

In de bovenstaande diagram<strong>me</strong>n is te zien dat de gegeven dolfijntherapie, volgens de<br />

respondenten, positieve effecten heeft op het hu<strong>me</strong>ur van hun kind. Het aantal kinderen <strong><strong>me</strong>t</strong><br />

een gelijkmatig vrolijk hu<strong>me</strong>ur, is na het krijgen van de dolfijntherapie verdubbeld. Na de<br />

therapie is een van de kinderen, volgens de respondenten, gelijkmatig slecht gehu<strong>me</strong>urd. Dit<br />

wordt door de respondenten gezien als een positieve verandering, omdat het kind geen<br />

driftbuien <strong>me</strong>er heeft.<br />

27 In Diagram 1 is niet geantwoord op de vraag o<br />

30


Karakter 28<br />

In figuur 3.3.6.3 en 3.3.6.4 staan de percentages ver<strong>me</strong>ld van het aandachtsniveau van de<br />

kinderen voor en na het krijgen van de dolfijntherapie. In het eerste diagram is de<br />

antwoordmogelijkheid, “stil en/of teruggetrokken” zichtbaar, bij de tweede niet. Volgens de<br />

respondenten zijn geen van de kinderen <strong>me</strong>er stil en/of teruggetrokken na het krijgen van de<br />

dolfijntherapie.<br />

1 1 8 8 ,7 ,7 5 5 %<br />

%<br />

n n =3<br />

=3<br />

2 2 5 5 ,0 ,0 0 0 %<br />

%<br />

n n = = 4<br />

4<br />

2 2 5 5 ,0 ,0 0 0 %<br />

%<br />

n n = = 4<br />

4<br />

3 3 1 1 ,2 ,2 5 5 %<br />

%<br />

n n = = 5<br />

5<br />

Figuur 3.3.6.3 karakter voor de dolfijntherapie<br />

3 3 7 7 ,5 ,5 0 0 %<br />

%<br />

n n = = 6<br />

6<br />

1 1 8 8 ,7 ,7 5 5 %<br />

%<br />

n n = = 3<br />

3<br />

4 4 3 3 ,7 ,7 5 5 %<br />

%<br />

n n = = 7<br />

7<br />

Figuur 3.3.6.4 karakter na de dolfijntherapie<br />

karakter voor de dolfijntherapie<br />

stil /teruggetrokken<br />

vraagt wei ni g aandacht<br />

vraagt veel aandacht<br />

is duideli jk op de voorgrond aanwezig<br />

karakter na de dolfijntherapie<br />

vraagt wei nig aandacht<br />

vraagt veel aandacht<br />

is duidelijk op de voorgrond aanwezig<br />

In de bovenstaande diagram<strong>me</strong>n is te zien dat de gegeven dolfijntherapie, volgens de<br />

respondenten, positieve effecten heeft op het karakter van hun kind. Voor de therapie waren 5<br />

van de 16 kinderen stil en/of teruggetrokken. Na het krijgen van de dolfijntherapie zijn geen<br />

van de kinderen, volgens de respondenten, stil en/of teruggetrokken. Het aantal kinderen dat<br />

duidelijk op de voorgrond aanwezig is, is na het krijgen van de dolfijntherapie verdubbeld.<br />

28 Onder karakter wordt verstaan hoeveel aandacht het kind vraagt.<br />

31


Speelgedrag<br />

Figuur 3.3.6.5 en 3.3.6.6 geven het speelgedrag van de kinderen, voor en na de<br />

dolfijntherapie, weer.<br />

3 3 7 7 ,5 ,5 ,5 0 0 %<br />

%<br />

n n =6<br />

=6<br />

6 6 2 2 ,5 ,5 0 0 %<br />

%<br />

n n =1 =1 0<br />

0<br />

Figuur 3.3.6.5 spelen na de dolfijntherapie<br />

6,25%<br />

n=1<br />

93,75%<br />

n=15<br />

Figuur 3.3.6.6 spelen na de dolfijntherapie<br />

spelen voor de dolfijntherapie<br />

uit zichzelf<br />

<strong><strong>me</strong>t</strong> aanm oediging<br />

Spelen na de dolfijntherapie<br />

uit zichzelf<br />

<strong><strong>me</strong>t</strong> aanmoediging<br />

Er is een verandering op het gebied van het speelgedrag van de kinderen. Na het krijgen van<br />

de dolfijntherapie spelen 5 kinderen zelfstandig, die voorheen aanmoediging nodig hadden.<br />

32


Manier van spelen<br />

Figuur 3.3.6.7 en 3.3.6.8 geven de manier van spelen weer voor en na de therapie. De manier<br />

van spelen houd in hoe de kinderen spelen <strong><strong>me</strong>t</strong> materiaal, mogelijk aan de hand van een thema<br />

of eigen fantasie. Er zijn een aantal verschillen te zien bij de genoemde punten in de<br />

onderstaande diagram<strong>me</strong>n. Indien een punt niet in een van de diagram<strong>me</strong>n zichtbaar is, is<br />

deze niet, door de respondenten, gekozen als antwoord.<br />

11 1 1 2 2 ,5 ,5 0 0 %<br />

%<br />

n n n = = 2<br />

2<br />

6 6 ,2 ,2 5 5 %<br />

%<br />

n n = = 1<br />

1<br />

1 1 8 8 ,7 ,7 5 5 %<br />

%<br />

n n = = 3<br />

3<br />

1 1 8 8 ,7 ,7 5 5 %<br />

%<br />

n n = = 3<br />

3<br />

1 1 2 2 ,5 ,5 0 0 %<br />

%<br />

n n = = 2<br />

2<br />

3 3 1 1 ,2 ,2 5 5 %<br />

%<br />

n n = = 5<br />

5<br />

Figuur 3.3.6.7 hoe spelen voor de dolfijntherapie<br />

6 6 ,2 ,2 5 5 %<br />

%<br />

n n = = 1<br />

1<br />

2 2 5 5 ,0 ,0 0 0 %<br />

%<br />

n n = = 4<br />

4<br />

1 1 2 2 ,5 ,5 0 0 %<br />

%<br />

n n = = 2<br />

2<br />

6 6 ,2 ,2 5 5 %<br />

%<br />

n n = = 1<br />

1<br />

1 1 8 8 ,7 ,7 5 5 %<br />

%<br />

n n = = 3<br />

3<br />

33 3 3 1 1 1 ,2 ,2 5 5 5 %<br />

%<br />

n n n =5 =5<br />

=5<br />

Figuur 3.3.6.8 hoe spelen na de dolfijntherapie<br />

Hoe spelen voor de dolfijntherapie?<br />

<strong><strong>me</strong>t</strong> water, zand, klei of verf<br />

<strong><strong>me</strong>t</strong> treint<strong>je</strong>s, auto's. poppen, telefoon's<br />

<strong><strong>me</strong>t</strong> een thema of verhaal dat centraal staat<br />

<strong><strong>me</strong>t</strong> water,zand,klei en verf en autot<strong>je</strong>s zoals bedoel d<br />

<strong><strong>me</strong>t</strong> water,zand,klei,verf en m et thema en fantasi e<br />

spel en <strong><strong>me</strong>t</strong> auto's zoals bedoeld en <strong><strong>me</strong>t</strong> thema en fantasie<br />

Hoe spele n na de dolfijntherapie?<br />

<strong><strong>me</strong>t</strong> water, zand, klei of verf<br />

<strong><strong>me</strong>t</strong> trei ntj es, auto's. poppen, tel efoon's<br />

<strong><strong>me</strong>t</strong> een thema of verhaal dat centraal staat<br />

<strong><strong>me</strong>t</strong> water,zand,klei,verf en <strong><strong>me</strong>t</strong> them a en fantasie<br />

<strong><strong>me</strong>t</strong> auto's zoal s bedoeld en door iets moois i nrichten<br />

<strong><strong>me</strong>t</strong> auto's zoal s bedoeld en m et them a en fantasie<br />

Na het krijgen van de dolfijntherapie gebruikten kinderen, volgens de respondenten, <strong>me</strong>er<br />

fantasie gedurende het spelen.<br />

Het favoriete speelgoed voor de therapie bleef bij 14 kinderen favoriet. Bij 2 kinderen was het<br />

favoriete speelgoed veranderd bij wat het was voor de therapie. Bij 8 kinderen werd een<br />

favoriet speelgoed toegevoegd aan het oude favoriete speelgoed.<br />

3 kinderen hadden <strong>me</strong>er aandacht gekregen voor puzzels en 5 kinderen had <strong>me</strong>er aandacht<br />

voor spellet<strong>je</strong>s dan voor heen.<br />

33


4. Discussie, aanbevelingen en conclusie<br />

4.1 Inleiding<br />

De laatste jaren groeit de populariteit van dolfijntherapie. Tot nu toe kunnen de vele positieve<br />

verhalen over dolfijntherapie niet bewezen worden. De vraag of de effecten daadwerkelijk<br />

behaald zijn blijft groeien. Zowel vanuit de bevolking, als vanuit instellingen en stichtingen<br />

die dolfijntherapie in stand houden.<br />

Bij het opzetten van dit onderzoek bleek dat wetenschappelijk onderzoek naar de effecten van<br />

dolfijntherapie ontbreekt en best geschikt onderzoek zeer beperkt is. Gestart is <strong><strong>me</strong>t</strong> een<br />

beschrijvend onderzoek naar de effecten van dolfijntherapie op de levenskwaliteit van<br />

kinderen tussen de 4 en 17 jaar <strong><strong>me</strong>t</strong> een beperking.<br />

Naast een literatuurinventarisatie zijn er gesprekken gevoerd <strong><strong>me</strong>t</strong> in totaal 16 ouders en/of<br />

verzorgers van kinderen die de therapie via Fundashon Samsam ku Dolfein gevolgd hebben.<br />

Hoofdvraagstelling:<br />

Wat is het effect van dolfijntherapie bij kinderen <strong><strong>me</strong>t</strong> een beperking tussen de 4 en 17 jaar?<br />

De onderzoeksvragen van de huidige studie luiden als volgt:<br />

• Wat beschrijft de literatuur over de effecten van dolfijntherapie op de levenskwaliteit<br />

van kinderen tussen de 4 en 17 jaar <strong><strong>me</strong>t</strong> een beperking?<br />

• Welk effect heeft dolfijntherapie, op de levenskwaliteit van kinderen tussen de 4 en 17<br />

jaar <strong><strong>me</strong>t</strong> een beperking?<br />

• Zijn de beschreven effecten vanuit de literatuur studie terug te koppelen aan de<br />

resultaten vanuit de praktijk?<br />

De discussie en aanbevelingen naar aanleiding van de resultaten van de literatuur en<br />

interviews staat in paragraaf 7.2 en 7.3 beschreven. Dit hoofdstuk wordt afgesloten <strong><strong>me</strong>t</strong> een<br />

conclusie in paragraaf 7.4.<br />

4.2 Discussie<br />

4.2.1 Literatuur<br />

Om valide resultaten te kunnen publiceren is het van groot belang dat er duidelijke doelen en<br />

richtlijnen gesteld worden voor het uitvoeren van een onderzoek. Zonder deze afspraken wordt<br />

het onderzoeksproces bemoeilijkt.<br />

Vooraf het onderzoek zijn duidelijke afspraken gemaakt over de te gebruiken zoekmachines,<br />

<strong>me</strong>etinstru<strong>me</strong>nten en ingangscriteria voor gevonden artikelen. Uit een eerste analyse van de<br />

gevonden literatuur is gebleken dat er geen wetenschappelijke onderzoeken over<br />

dolfijntherapie bestaan. Het zoeken in de afgesproken databanken 29 leverde niet genoeg<br />

artikelen op voor de inventarisatie. Het gebruik van bredere zoekter<strong>me</strong>n in Google leverde<br />

aanvullende beschrijvende artikelen op. Deze artikelen sloten aan bij de onderzoeksvraag en<br />

29 Databank bibliotheek AMC, Pub<strong>me</strong>d, Cochrane, Eric ( Educational research information center database),<br />

Scholar.google.com, Picarta, www.BMJ.com en www.findarticles.com.<br />

34


zijn, gezien de inhoudelijke relevantie van de artikelen, eveneens opgeno<strong>me</strong>n in de literatuur<br />

inventarisatie.<br />

Voor het structureren van de literatuurbevindingen en om de <strong><strong>me</strong>t</strong>hodologische waarde van de<br />

studies te bepalen is in eerste instantie gekozen voor de criterialijsten “Evidence-Based<br />

Richtlijnontwikkeling” van Cochrane. Gezien het niveau van de gevonden literatuur bleken<br />

deze criterialijsten niet functioneel. Om de lijsten toch aan een analyse te onderwerpen zijn<br />

functionele onderwerpen uit de criterialijsten gebruikt bij de analyse. Het niveau van de<br />

literatuur inventarisatie is hierdoor verlaagd.<br />

De bedreigingen staan beschreven in tabel 2.4.2 en tabel 2.4.3.<br />

De beschreven onderzoeken en artikelen zijn geken<strong>me</strong>rkt door een grote heterogeniteit. Door<br />

grote variaties in onderzoekspopulaties, gebruikte <strong>me</strong>etinstru<strong>me</strong>nten en <strong><strong>me</strong>t</strong>hodologische<br />

kwaliteit is onderlinge vergelijking moeilijk. Er ontbreekt veelal informatie over de validiteit<br />

en betrouwbaarheid van de, indien gebruikte, vragenlijsten.<br />

Gemiddeld werd gewerkt <strong><strong>me</strong>t</strong> een kleine onderzoeksgroep. Twee 30 van de acht studies hadden<br />

een onderzoeksgroep <strong><strong>me</strong>t</strong> <strong>me</strong>er dan 100 deelne<strong>me</strong>rs. Van de overige 6 studies hadden 2<br />

studies 31 een populatie van minder dan 10 deelne<strong>me</strong>rs.<br />

Iedere therapeut en/of therapiecentrum heeft een eigen manier van handelen. Er is weinig tot<br />

geen bewijs dat alle onderzoekers een gelijke therapieopbouw gebruiken. Zo kunnen er per<br />

onderzoek grote verschillen ontstaan binnen de gebruikte interventies. Het onderling<br />

vergelijken van de resultaten van de beschreven onderzoeken is hierdoor niet mogelijk.<br />

Bij alle beschreven onderzoeken was er weinig tot geen blindering van de onderzoekers,<br />

therapeuten en respondenten. De hoofdonderzoekers waren veelal ook de therapeut van het<br />

kind waardoor ze op de hoogte waren van de te verwachten uitkomsten. Hierdoor is het<br />

mogelijk dat het gedrag van het kind beïnvloed en/of niet ob<strong>je</strong>ctief geïnterpreteerd werd door<br />

de therapeut.<br />

De alge<strong>me</strong>ne ontwikkeling van het kind gedurende het onderzoek, buiten de therapie om, kan<br />

grote effecten hebben op de resultaten van het onderzoek. In geen enkel onderzoek werd dit<br />

besproken.<br />

Daarnaast kunnen eerder gekregen therapieën en/of <strong>me</strong>dicijnen effect hebben op de<br />

ontwikkeling van een kind, wat indirect gevolgen kan hebben op de resultaten van de<br />

dolfijntherapie. In de gebruikte artikelen zijn deze gegevens niet <strong>me</strong>egeno<strong>me</strong>n in het<br />

onderzoek. Er is geen informatie beschikbaar over mogelijk andere therapieën die de kinderen<br />

tegelijkertijd <strong><strong>me</strong>t</strong> de dolfijntherapie volgden.<br />

Overige bedreigingen voor de validiteit zijn onder andere de omgevingsfactoren.<br />

Dolfijntherapie wordt <strong>me</strong>estal gegeven op een locatie <strong><strong>me</strong>t</strong> een warm klimaat. Meestal gingen<br />

de kinderen <strong><strong>me</strong>t</strong> hun ouders op vakantie naar de bestemming voor de therapie 32 . De war<strong>me</strong><br />

temperaturen van de nieuwe omgeving en therapiebassins kunnen indirect effect gehad<br />

hebben op de kinderen.<br />

30 Lukina (1999), Kohn (2003)<br />

31 Nathanson (1989), Nathanson & de Faria (1993)<br />

32 Nathanson, 1998; Nathanson et al., 1997<br />

35


De spanning van het vliegen, een nieuwe omgeving en het contact <strong><strong>me</strong>t</strong> de dolfijnen en<br />

onbekende therapeuten kan effect hebben gehad op het gedrag van de kinderen, wat indirect<br />

effect kan hebben op de resultaten van de therapie.<br />

De auteurs van de artikelen beschrijven dat dolfijntherapie een succesvol dier geassisteerde<br />

therapie is, waarbij veel positieve effecten verkregen zijn bij kinderen <strong><strong>me</strong>t</strong> een beperking.<br />

Bewijs dat het succesvoller is dan andere dier geassisteerde therapieën 33 , bijvoorbeeld<br />

therapie <strong><strong>me</strong>t</strong> honden, ontbreekt.<br />

Bij de beschreven onderzoeken is een gering aantal gegevens verstrekt over de bevindingen.<br />

Auteurs van 3 studies 34 hebben een beperkt aantal resultaten gepubliceerd over de nul en eind<br />

<strong><strong>me</strong>t</strong>ingen per kind. Bij vier 35 studies wordt aangegeven dat de kinderen zich na de therapie<br />

beter kunnen concentreren, maar bij drie van deze studies 36 is geen informatie te vinden over<br />

deze resultaten. Doordat deze punten niet onderbouwd worden is het onmogelijk te analyseren<br />

of de genoemde resultaten valide ge<strong><strong>me</strong>t</strong>en zijn en/of statistisch goed zijn verwerkt.<br />

Als laatst ontbreekt er informatie over de lange termijn effecten van de gegeven dolfijntherapie.<br />

De testperiodes verschillen per onderzoek. Het valt op dat er gemiddeld een testperiode<br />

gehanteerd wordt van minder dan 6 maanden. Hierdoor kan niet bewezen worden dat de<br />

verkregen resultaten daadwerkelijk blijvend zijn.<br />

4.2.2 Interviews<br />

Methode<br />

De onderzoeksgroep bestond uit 16 kinderen. Dit is te weinig om een realistisch overzicht te<br />

krijgen van de significante resultaten van de therapie. Voor een betrouwbare validiteit hoort<br />

gebruik gemaakt te worden van een controle groep. Door de kleine onderzoeksgroep was hier<br />

geen mogelijkheid voor. De onderzoekers waren op de hoogte van de vorm en type van de<br />

therapie dat de kinderen ontvangen hadden. Het onderzoek is niet geblindeerd uitgevoerd.<br />

Omgevingsfactoren zijn bij dit onderzoek een mogelijke bedreiging op de validiteit. De<br />

<strong>me</strong>este interviews werden gehouden bij de respondenten thuis. Overige plaatsten waren: een<br />

terras<strong>je</strong>, op het werk, bij de interviewers thuis en op het strand. Doordat een aantal interviews<br />

op onbekende locaties zijn gehouden, ontstond de mogelijkheid dat de respondenten afgeleid<br />

raakte door de onbekende omgeving of de gebeurtenissen te plaatse. Dit kan tot gevolg<br />

hebben dat er minder aandacht was voor het beantwoorden van de vragen waardoor de<br />

gegeven antwoorden afwijken van de realiteit.<br />

De interviews zijn, per kind, maar <strong><strong>me</strong>t</strong> één ouder/verzorger gehouden. Een tweede<br />

ouder/verzorger kan een ander beeld hebben van de veranderingen na de therapie. Hierdoor<br />

kan een ander beeld verkregen zijn bij de resultaten.<br />

De regulier behandelend therapeut van de kinderen had ook geïnterviewd moeten worden.<br />

Deze therapeut heeft een ander beeld van het complete welzijn van het kind dan de<br />

respondent. Het nadeel hiervan is dat de therapeut bevooroordeeld kan zijn, doordat het kind<br />

bij hen onder behandeling is en dit <strong>me</strong>egeno<strong>me</strong>n word in het antwoord.<br />

33 Karsten Brensing (2005), William Rossiter (1998)<br />

34 Nathanson (1989), Nathanson & de Faria (1993), Nathanson et al. (1997)<br />

35 Nathanson (1989), Nathanson & de Faria (1993), Nathanson et al. (1997), Lukina (1999)<br />

36 Nathanson (1989), Nathanson & de Faria (1993), Nathanson et al. (1997)<br />

36


Er zijn geen interviews <strong><strong>me</strong>t</strong> de leerkrachten van de kinderen afgeno<strong>me</strong>n. De docent(e) van het<br />

kind heeft een goede kijk op het leergedrag van het kind en kan hier een beter oordeel over<br />

geven dan de ouders/verzorgers. Dit kan een ander beeld geven van uitkomsten van de<br />

therapie.<br />

De interbeoordelaarsbetrouwbaarheid was niet gestandaardiseerd. Van te voren stond niet vast<br />

hoe de vragen gesteld zouden worden. Er ontstond verwarring tussen de beoordelaars en de<br />

respondenten over het doel en de interpretatie van een aantal vragen. Hierdoor kunnen vragen<br />

anders overko<strong>me</strong>n dan bedoeld bij de respondenten, <strong><strong>me</strong>t</strong> het gevolg dat de vraag anders dan<br />

bedoelt beantwoord werd.<br />

Van te voren waren geen duidelijke afspraken gemaakt tussen de beoordelaars over de<br />

interpretatie van de vragen. Zo kan de ene onderzoeker een observatie anders hebben<br />

geïnterpreteerd dan de andere, wat weer gevolgen kan hebben voor de resultaten.<br />

Dit had alle voorko<strong>me</strong>n kunnen worden door een draaiboek op te stellen waarin deze<br />

gegevens beschreven stonden.<br />

Voor de interviews was geen pilot gehouden <strong><strong>me</strong>t</strong> de doelgroep, hierdoor is niet gekeken naar<br />

het begrip van de doelgroep. Er is geen rekening gehouden <strong><strong>me</strong>t</strong> een verkeerde interpretatie<br />

van de vragen door de respondenten. Door een verkeerde interpretatie van de gestelde vraag<br />

zijn mogelijk andere antwoorden gegeven, waardoor de resultaten af kunnen wijken.<br />

Niet alle interviews zijn binnen de zelfde tijd na de therapie gehouden. Hierdoor kunnen<br />

verschillende uitkomsten genoemd zijn, die in de loop van de tijd zijn veranderd en niet<br />

ko<strong>me</strong>n door de therapie. De interviews hadden, om de tijd geen rol te laten spelen direct na<br />

het afsluiten van de therapie afgeno<strong>me</strong>n moeten worden. Om het behoud van de resultaten te<br />

<strong><strong>me</strong>t</strong>en moet een follow-up plaats vinden.<br />

Een aantal kinderen uit de onderzoeksgroep hadden al eerder dolfijntherapie gekregen,<br />

waardoor andere resultaten behaald kunnen zijn dan bij een eerste keer therapie.<br />

Meetinstru<strong>me</strong>nt<br />

Er hadden <strong>me</strong>er vragen gesteld moeten worden over ADL relevante fysieke functies van het<br />

kind. Er zijn wel vragen gesteld over het zitten en staan, maar bijvoorbeeld niet over lopen.<br />

Spierkracht, evenwicht en coördinatie ko<strong>me</strong>n niet apart aan bod, terwijl dit wel therapiedoelen<br />

zijn geweest bij een aantal kinderen. . Deze onderdelen hadden ge<strong><strong>me</strong>t</strong>en moeten worden <strong><strong>me</strong>t</strong><br />

een hiervoor bedoeld <strong>me</strong>etinstru<strong>me</strong>nt. Een vragenlijst geeft geen valide resultaten. Hierdoor<br />

kunnen deze verandering als zodanig niet worden <strong>me</strong>egeno<strong>me</strong>n bij de resultaten.<br />

De ontwikkeling van het kind zelf gedurende de therapie is niet <strong>me</strong>egeno<strong>me</strong>n in het interview.<br />

Een kind in een jonge levensfase maakt van nature ook een ontwikkeling door. Dit houdt in<br />

dat er mogelijk veranderingen zijn opge<strong>me</strong>rkt die in een normale ontwikkelingssituatie ook<br />

plaats hadden kunnen vinden.<br />

De onderzoekers zijn bevooroordeeld aan het onderzoek begonnen. Een van de onderzoekers<br />

heeft voor het onderzoek al een keer <strong>me</strong>egelopen bij een dolfijntherapie sessie en was op de<br />

hoogte van de manier van werken. Een van de onderzoekers kende één van de kinderen en de<br />

ouders persoonlijk. Doordat de onderzoekers vooraf mogelijk al ideeën hadden over het<br />

gewenste effect, kunnen vragen anders zijn geïnterpreteerd, waardoor een vertekening van de<br />

resultaten kan zijn ontstaan.<br />

37


Voor de therapie is geen baseline <strong><strong>me</strong>t</strong>ing gedaan bij de kinderen. Hierdoor kan niet <strong>me</strong>etbaar<br />

gemaakt worden of de veranderingen die zijn opgetreden na het volgen van de dolfijntherapie<br />

door de therapie ko<strong>me</strong>n of bijvoorbeeld door de ontwikkelingsfase van het kind tijdens de<br />

therapie.<br />

Door het stellen van vragen over de situatie voor de therapie is geprobeerd alsnog een beeld te<br />

vor<strong>me</strong>n van de situatie bij aanvang. Er moet rekening <strong>me</strong>e gehouden worden dat de<br />

respondenten door de veranderingen en indrukken tijdens de therapieperiode, bij het interview<br />

niet <strong>me</strong>er wisten wat voor gedrag en/of handelingen de kinderen voor de therapie vertoonde.<br />

Hierdoor zijn mogelijk grote veranderingen niet genoemd.<br />

Tijdens het interview zijn vragen gesteld die bij de analyse niet verwerkt zijn. Hierdoor zijn<br />

mogelijk andere vragen niet volledig beantwoord omdat hier al eerder antwoord op gegeven<br />

is. Dit heeft mogelijk invloed op de resultaten van het onderzoek. De antwoorden die niet zijn<br />

verwerkt, zijn vragen voor de stichting en dragen niet bij aan het onderzoeksdoel.<br />

De vragenlijst is niet afgestemd op de bevindingen uit de literatuur, hierdoor was het<br />

onmogelijk om een goede vergelijking te kunnen maken tussen de ervaringen uit de praktijk<br />

en de literatuur inventarisatie. Dit was in eerst instantie wel de opzet. De interviews waren<br />

alleen gericht op de korte termijn resultaten van de therapie. In de literatuur verschilde het<br />

tussen korte en lange termijn resultaten.<br />

Analyse<br />

Bij de frequentie analyse is gebruik gemaakt van percentages en aantallen. Door het<br />

weergeven van resultaten in percentages alleen zijn de uitkomsten, vanwege de kleine<br />

populatie, niet realistisch.<br />

De significantie is bij de analyse van de resultaten niet berekend. De groepsgrootte is te klein<br />

om een valide <strong><strong>me</strong>t</strong>ing te kunnen doen. Hierdoor kan niet worden verondersteld dat de<br />

uitkomsten zijn ontstaan door iets anders dan toeval.<br />

De verschillende groepen zijn in het programma SPSS sa<strong>me</strong>nvoegt tot een onderzoeksgroep.<br />

Hierdoor word geen onderscheid gemaakt bij de analyse tussen de kinderen <strong><strong>me</strong>t</strong> een<br />

beperking in het autistische spectrum en kinderen <strong><strong>me</strong>t</strong> overige beperkingen.<br />

Bij de resultaten op sociaal-emotioneel gebied zijn alleen de <strong>me</strong>est positieve veranderingen<br />

weergegeven. Hierdoor kan de indruk gewekt worden dat alleen positieve veranderingen<br />

hebben plaatsgevonden bij de kinderen.<br />

4.3 Aanbevelingen<br />

Het doen van <strong>me</strong>er wetenschappelijk onderzoek is van groot belang om het effect van<br />

dolfijntherapie aan te kunnen tonen.<br />

Het is belangrijk goed naar het <strong>me</strong>etinstru<strong>me</strong>nt te kijken. Een interview is niet de <strong>me</strong>est<br />

geschikte mannier om fysieke effecten te <strong><strong>me</strong>t</strong>en. Hierbij geven fysieke testen een<br />

betrouwbaardere uitkomst.<br />

Het hebben van een controle groep maakt het vergelijken <strong><strong>me</strong>t</strong> een reguliere vorm van therapie<br />

mogelijk. Zo ontstaat er een duidelijker overzicht van de resultaten die verkregen zijn door de<br />

dolfijntherapie en niet door de natuurlijke ontwikkeling van het kind.<br />

38


De significantie is alleen te bepalen bij grotere onderzoeksgroepen. In dit onderzoek is deze<br />

weggelaten omdat de gehele populatie niet groter was dan 16 kinderen. Het is van groot<br />

belang dat de onderzoeksgroep groter word, waardoor deze waardes valide ge<strong><strong>me</strong>t</strong>en kunnen<br />

worden. Dit zou kunnen door niet alleen kinderen van de lokale stichting op te ne<strong>me</strong>n in het<br />

onderzoek maar ook kinderen die vanuit het buitenland naar Curaçao ko<strong>me</strong>n.<br />

4.4 Conclusie<br />

Wetenschappelijk onderzoek is nodig om een valide uitspraak te kunnen doen over de<br />

effecten van dolfijntherapie bij kinderen <strong><strong>me</strong>t</strong> een beperking.<br />

Met deze inventarisatie is er, doormiddel van een beschrijvend onderzoek, een eerste stap<br />

gemaakt in het verza<strong>me</strong>len van de nodige gegevens.<br />

Al lijken er veel positieve veranderingen te zijn, er moet niet vergeten worden dat de<br />

intuïtieve kijk op de therapie, van onder andere families en therapeuten, is gebaseerd op<br />

ervaringen en/of <strong>me</strong>ningen.<br />

Hierdoor is het van groot belang dat er wetenschappelijk onderzoek gedaan wordt op het<br />

gebied van dolfijntherapie, om de tot nu toe beschreven effecten van deze therapie te<br />

bekrachtigen of uit te sluiten.<br />

39


5. Literatuur<br />

Aufdemkampe G., van der Windt D.A.W.M., van den Berg J., Hoe vind ik het?; zoeken,<br />

interpreteren en opzetten van fysiotherapeutisch onderzoek, Bohn Stafleu van Loghum, 2003,<br />

2 de druk.<br />

Dr. Baarda D.B., Dr. De Goede M.P.M., Basisboek <strong><strong>me</strong>t</strong>hoden en technieken; handleiding voor<br />

het opzetten van kwantitatief onderzoek, Woltersnoordhoff, 2006, 4 de druk.<br />

Dr. Baarda D.B., Dr. De Goede M.P.M, Dr. van Dijkum C.J., Basisboek statistiek <strong><strong>me</strong>t</strong> SPSS;<br />

handleiding voor het verwerken en analyseren van en rapporteren over (onderzoeks)<br />

gegevens, Stenfert Kroese, 2003, 2 de druk.<br />

Brinkman J., Onderzoeks<strong><strong>me</strong>t</strong>hologie voor de gezondheidszorg, Woltersnoordhoff, 1998, 2 de<br />

druk.<br />

Lukina L.N., Influence of dolphin-assisted therapy sessions on the functional state of children<br />

with disabilities, Human Physiology, 1999 (Abstract)<br />

Martens, W.L. (1996). Human attitudes towards dolphin-assisted therapy: The essential<br />

tension between science and faith.<br />

http://www.aquathought.com/idatra/symposium/96/martens.html<br />

McKinney A., D Dustin, R Wolff, The Promise of Dolphin-Assisted Therapy., Parks &<br />

Recreation, 2001 - eric.ed.gov<br />

EJ627345 - The Promise of Dolphin-Assisted Therapy.<br />

http://66.102.9.104/search?q=cache:HCo4qOaW80J:www.thefreelibrary.com/THE%2BPROMISE%2BOF%2B<br />

DOLPHIN-ASSISTED%2BTHERAPY-a075563108+physical+effects+of+dolphinassisted+therapy&hl=nl&ct=clnk&cd=4&gl=nl<br />

Nathanson D., Dolphin Human Therapy; A Professional Association Dedicated to Helping<br />

Disabled Children. Aug 2006. http://www.aquathought.com/idatra/symposium/95/nathason.html<br />

Nathanson, D.E., de Castro, D., Friend, H., & McMahon,M; Effectiveness of short-term<br />

dolphin assisted therapy for children with severe disabilities, Anthrozoös, 10, 90-100, 1997<br />

(Abstract) http://www.dolphinhumantherapy.com/Research/mainResearch.html<br />

Nederhoed, P., Helder Rapporteren; een handleiding voor het schrijven van rapporten,<br />

scripties, nota’s en artikelen in wetenschap en techniek, Bohn Stafleu van Loghum, 1996, 6 de<br />

druk.<br />

Rossiter W., What About Dolphin Assisted Therapy?, Cetacean Society International, Vol. VII<br />

No. 2 april, 1998 http://csiwhalesalive.org/csi98207.html<br />

Tracy L. Humphries , Effectiveness of Dolphin-Assisted Therapy as a Behavioural<br />

Intervention for Young Children with Disabilities , Bridges Volu<strong>me</strong> 1, Number 6 May 2003<br />

Verschuren P., Doorewind H., Het ontwerpen van een onderzoek, Lemma, 2003, 3 de druk<br />

40


6. Bijlagen<br />

41


Bijlage 1: Uitleg dolfijntherapie<br />

Dolfijntherapie staat beter bekend als Dolphin Human Therapy. Deze specifieke vorm van<br />

therapie is opgezet door Dr. David Nathanson. De therapie is gebaseerd op een theorie van<br />

Dr. Nathanson. Hij vindt dat kinderen <strong><strong>me</strong>t</strong> een beperking hun aandacht aan relevante stimuli<br />

in hun omgeving zullen vergroten als dit leidt tot een interactie <strong><strong>me</strong>t</strong> dolfijnen.(Nathanson<br />

1998; Nathanson, de Castro, Friend, & McMahon, 1997; Nathanson & de Fahria, 1993)<br />

Dolfijntherapie kan gebruikt worden als een “jumpstart” voor het verbeteren van de toestand<br />

van het kind, dat verder ontwikkeld kan worden tijdens reguliere therapieën (bijvoorbeeld<br />

fysiotherapie)(Nathanson 1998).<br />

De sessies beginnen <strong><strong>me</strong>t</strong> een half uur voorbereiding (pretherapie) in een speciale<br />

therapieruimte. Na de voorbereiding vindt gedurende 1 uur de eigenlijke therapie plaats,<br />

bijvoorbeeld fysiotherapie, op een platform ongeveer 8-10 cm. boven het water <strong><strong>me</strong>t</strong> de<br />

dolfijn. De kinderen mogen in contact ko<strong>me</strong>n <strong><strong>me</strong>t</strong> de dolfijn als zij hun taken binnen de<br />

therapie (motorisch, of cognitief) hebben voldaan. De dolfijn wordt gebruikt als stimulans.<br />

Kinderen mogen bijvoorbeeld de dolfijn aanraken, kus<strong>je</strong>s geven, of er een rond<strong>je</strong> <strong>me</strong>e<br />

<strong>zwem</strong><strong>me</strong>n. Een dolfijntrainer is aanwezig om commando’s te geven aan de dolfijn m.b.t. zijn<br />

bewegingen in het water. Als het kind klaar is <strong><strong>me</strong>t</strong> de interactie <strong><strong>me</strong>t</strong> de dolfijn, word de<br />

therapie vervolgd op het platform. De therapie wordt dan <strong>me</strong>estal intensiever, waardoor<br />

kinderen <strong>me</strong>er moeten doen om opnieuw te mogen <strong>zwem</strong><strong>me</strong>n <strong><strong>me</strong>t</strong> de dolfijn. Als laatste<br />

eindigt elke sessie <strong><strong>me</strong>t</strong> een half uur voor douchen en evalueren (post-therapy) (www.cdtc.an).<br />

De sessies verschillen per kind, aangezien ze ieder verschillende doelen stellen voor de<br />

therapie begint.<br />

42


Bijlage 2: Vragenlijst Nederlands<br />

Datum:……………. Lijst:<br />

N.B. niet in te vullen.<br />

VRAGENLIJST<br />

DOLFIJNTHERPIE<br />

ANAMNESE EN EVALUERENDE TERUGBLIK<br />

43


Naam van het kind: ………………………………………………………………………………………………….<br />

Geboortedatum: ……………………………………<br />

Therapie:…………………………….<br />

Op welke school zit het kind?<br />

Graag het juiste antwoord aankruisen<br />

Basisschool<br />

Speciaal onderwijs<br />

Anders, na<strong>me</strong>lijk……………………………<br />

Diagnose: …………………………………………………………………………………………………………………………<br />

Gebruikt het kind <strong>me</strong>dicijnen of heeft het een dieet?:<br />

Ja<br />

Nee<br />

Wat bent u van het kind:<br />

Graag het juiste antwoord aankruisen.<br />

Vader<br />

Moeder<br />

Verzorger<br />

Familielid<br />

Wat is het beroep van moeder?:…………………………………………………………..<br />

Welke opleiding heeft moeder het laatst afgemaakt?<br />

Graag het juiste antwoord aankruisen.<br />

Basisschool of lager onderwijs<br />

Middelbaar onderwijs<br />

Hoger onderwijs of VWO<br />

Universitaire studie<br />

Wat is het beroep van vader?:………………………………………………………………<br />

Welke opleiding heeft vader het laatst afgemaakt?<br />

Graag het juiste antwoord aankruisen.<br />

Basisschool of lager onderwijs<br />

Middelbaar onderwijs<br />

Hoger onderwijs of VWO<br />

Universitaire studie<br />

44


Hoe bent u <strong><strong>me</strong>t</strong> dolfijntherapie in aanraking geko<strong>me</strong>n?<br />

Graag juiste antwoord(en) aankruisen.<br />

Media (televisie, radio, internet)<br />

Vrienden<br />

Verblijf in het buitenland<br />

Dokters / therapeuten<br />

Anders, na<strong>me</strong>lijk ………………………………………………………………<br />

1. Welke vor<strong>me</strong>n van hulp (therapieën of behandelingen) heeft uw kind de laatste<br />

twee jaar gehad?<br />

Hoe lang heeft dit geduurd?<br />

Soort therapie of behandeling<br />

2. Waarom heeft u uw kind opgegeven voor dolfijntherapie?<br />

………………………………………………………………………………………………<br />

……………………………………………………………………………….………………<br />

………………………………………………………………………………………………<br />

……………………………………………………………….………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………<br />

……………………………………………….………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………<br />

……………………………….………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………<br />

……………….<br />

3a. Zijn er volgens u door de dolfijntherapie verbeteringen en/of veranderingen<br />

opgetreden bij u kind?<br />

Wilt u uw antwoord ook toelichten?<br />

Ja, licht antwoord toe:<br />

………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………….……………………<br />

………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………….……<br />

45


………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………….……nee, licht<br />

antwoord toe:<br />

………………………………………………………………………………………………<br />

……………………………………………………………………….………………………<br />

………………………………………………………………………………………………<br />

……………………………………………………….………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………….……<br />

b. Zijn deze verbeteringen en/of veranderingen sinds het afsluiten van de therapie<br />

hetzelfde gebleven? Wilt u uw antwoord ook toelichten?<br />

Ja, licht antwoord toe:<br />

………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………….……………………<br />

………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………….……<br />

………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………….……nee, licht<br />

antwoord toe:<br />

………………………………………………………………………………………………<br />

……………………………………………………………………….………………………<br />

………………………………………………………………………………………………<br />

……………………………………………………….………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………….……<br />

4. Is de relatie <strong><strong>me</strong>t</strong> u kind sinds de dolfijntherapie verandert?<br />

Wilt u uw antwoord ook toelichten?<br />

Ja, licht antwoord toe:<br />

………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………….……………………<br />

………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………….……<br />

………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………….……nee, licht<br />

antwoord toe:<br />

………………………………………………………………………………………………<br />

……………………………………………………………………….………………………<br />

………………………………………………………………………………………………<br />

……………………………………………………….………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………….……<br />

46


5. Hieronder staan een aantal gedragingen, waarvan we willen weten of ze als gevolg<br />

van de dolfijntherapie verbeterd zijn. Wilt u voor elk van deze punten aangeven of<br />

het bij uw kind na afloop van de therapie veranderd was. Zet een kruis in de juiste<br />

kolom. Als een genoemd gedrag nooit proble<strong>me</strong>n heeft gegeven en dus niet van<br />

toepassing is geweest bij uw kind, dan kunt u een kruis zetten in de laatste kolom.<br />

In sommige vragen staan <strong>me</strong>erdere voorbeelden genoemd. Als dan bijvoorbeeld<br />

één voorbeeld wèl verbeterd is (bijvoorbeeld bij punt twee het tanden poetsen) en<br />

de andere voorbeelden niet verbeterd of verslechterd zijn, dan kunt u een kruis in<br />

het midden zetten bij: enigszins verbeterd.<br />

Uw kind maakt oogcontact <strong><strong>me</strong>t</strong> u<br />

Bijvoorbeeld: uw kind kijkt u aan als u tegen hem of haar<br />

praat; uw kind houdt uw blik vast en zoekt daar<strong>me</strong>e contact<br />

Uw kind is in staat om op school <strong><strong>me</strong>t</strong> anderen sa<strong>me</strong>n te<br />

werken<br />

Uw kind is in staat om thuis <strong><strong>me</strong>t</strong> anderen sa<strong>me</strong>n te<br />

werken<br />

U kunt hierbij denken aan een spellet<strong>je</strong> spelen, maar ook in het<br />

sa<strong>me</strong>n de afwas doen<br />

Uw kind kan uit zichzelf iets delen <strong><strong>me</strong>t</strong> een ander<br />

Bijvoorbeeld gekregen snoep <strong><strong>me</strong>t</strong> een ander delen of sa<strong>me</strong>n<br />

<strong><strong>me</strong>t</strong> hetzelfde speelgoed spelen<br />

Uw kind heeft goed contact <strong><strong>me</strong>t</strong> leeftijdsgenoot<strong>je</strong>s<br />

Uw kind kan thuis iets, waar hij aan begonnen is, ook<br />

afmaken<br />

Denk aan of het snel afgeleid is of dat het de aandacht lang<br />

genoeg vast kan houden om een taak ook af te maken<br />

Uw kind kan op school iets, waar hij aan begonnen is,<br />

ook afmaken<br />

Denk aan of het snel afgeleid is of dat het de aandacht lang<br />

genoeg vast kan houden om een taak ook af te maken<br />

Uw kind heeft voldoende motivatie om ergens aan te<br />

beginnen<br />

Als uw kind klaar is <strong><strong>me</strong>t</strong> een schoolse taak, kan het de<br />

aandacht weer makkelijk richten op een nieuwe taak<br />

Uw kind is in staat om zelf een oplossing te bedenken<br />

als iets verkeerd gaat<br />

Denk aan het iets vergeten, iets kapot laten vallen o.i.d.<br />

Uw kind laat het <strong>me</strong>rken als het iemand aardig vindt<br />

Uw kind laat het toe dat iemand hem/haar aardig vindt<br />

Uw kind raakt uit zichzelf anderen aan<br />

Deze aanraking is niet per ongeluk, maar uw kind heeft hierbij<br />

de bedoeling om anderen aan te raken<br />

Uw kind laat zich aanraken (bij spelen, stoeien,<br />

knuffelen)<br />

Uw kind begint uit zichzelf <strong><strong>me</strong>t</strong> eigen activiteiten<br />

Denk aan zelf de spullen pakken en aanstalten maken om naar<br />

de sport te gaan o.i.d.<br />

Uw kind begint uit zichzelf een gesprek<br />

Verslechterd<br />

Geen<br />

verandering<br />

Enigszins<br />

verbeterd<br />

Flink<br />

verbeterd<br />

Niet van<br />

toepassing<br />

47


Uw kind is rusteloos of heel erg druk<br />

Uw kind heeft slaapproble<strong>me</strong>n<br />

Proble<strong>me</strong>n <strong><strong>me</strong>t</strong> inslapen of ’s nachts doorslapen<br />

Uw kind doet dingen achter elkaar door, waar het niet <strong>me</strong>e op kan<br />

houden (<strong><strong>me</strong>t</strong> zijn/haar eigen lichaam)<br />

Voorbeelden zijn knarsetanden, hyperventileren, op de tenen lopen,<br />

vingerspel, fladderen, <strong><strong>me</strong>t</strong> het hoofd rollen, grimassen<br />

Uw kind doet dingen achter elkaar door, waar het niet<br />

<strong>me</strong>e op kan houden (<strong><strong>me</strong>t</strong> voorwerpen en kleding)<br />

Voorbeelden zijn tikken, krassen, wrijven, stuiteren, rondtollen,<br />

zich uitkleden, op rijt<strong>je</strong>s zetten, op kleur ordenen<br />

Uw kind kan slecht afwijken van de dagelijks<br />

terugko<strong>me</strong>nde dagindeling<br />

Uw kind kan zich onvoorspelbaar gedragen<br />

Dit betekent onverwachte dingen doen<br />

Uw kind heeft een opvallende belangstelling voor<br />

dingen, feiten, lichaamsdelen, geluiden, etc.<br />

Uw kind wordt boos als iemand probeert om de<br />

dagelijkse gang van zaken te veranderen<br />

Als uw kind boos wordt, maakt het spullen van zichzelf<br />

of anderen kapot<br />

Als uw kind boos wordt, reageert het zich licha<strong>me</strong>lijk af<br />

op andere personen<br />

Uw kind verwondt zichzelf wel eens <strong><strong>me</strong>t</strong> opzet<br />

Bijvoorbeeld bonken <strong><strong>me</strong>t</strong> het hoofd, bijten in de hand, huid<br />

openkrabben, teveel eten en overgeven, in de ogen prikken<br />

Uw kind reageert ongewoon angstig<br />

Dat wil zeggen er is geen aanwijsbare oorzaak of er is weinig<br />

aanleiding om zo angstig te reageren<br />

Uw kind praat opvallend<br />

Bijvoorbeeld te hard of te zacht; <strong><strong>me</strong>t</strong> vreemde klanken;<br />

opvallend snel of langzaam; <strong><strong>me</strong>t</strong> een overdreven uitspraak of<br />

juist slecht te verstaan<br />

Uw kind leert steeds nieuwe woorden bij<br />

Dit houdt in dat hij/zij regelmatig nieuwe woorden zegt en<br />

steeds nieuwe zinnen maakt<br />

Uw kind gebruikt woorden en zinnen in de juiste<br />

betekenis<br />

Uw kind gebruikt woorden, die het zelf verzint<br />

Dat betekent woorden, die niet bestaan of niets<br />

betekenen<br />

Uw kind begrijpt wat <strong>me</strong>nsen tegen hem of haar zeggen<br />

Verslechterd<br />

Geen verandering<br />

Enigszins<br />

verbeterd<br />

Flink verbeterd<br />

Niet van<br />

toepassing<br />

48


Uw kind kan de dingen alleen vanuit zichzelf bekijken<br />

Dit betekent dat uw kind moeite heeft zich in een ander te<br />

verplaatsen<br />

Uw kind heeft zelfvertrouwen<br />

Dit betekent vertrouwen hebben in wat het kan<br />

Uw kind kan tonen of onder woorden brengen wat het voelt<br />

Bijvoorbeeld boosheid, verdriet, blijdschap, angst<br />

Uw kind zoekt uit zichzelf contact <strong><strong>me</strong>t</strong> u<br />

Uw kind zoekt uit zichzelf contact <strong><strong>me</strong>t</strong> broert<strong>je</strong>s en/of zus<strong>je</strong>s<br />

Uw kind zoekt uit zichzelf contact <strong><strong>me</strong>t</strong> leeftijdsgenoten op school,<br />

club e.d.<br />

Uw kind reageert positief als u contact <strong><strong>me</strong>t</strong> hem/haar zoekt<br />

Uw kind reageert positief als broert<strong>je</strong>s en/of zus<strong>je</strong>s contact <strong><strong>me</strong>t</strong><br />

hem/haar zoeken<br />

Uw kind reageert positief als leeftijdsgenoten op school, club, e.d.<br />

contact <strong><strong>me</strong>t</strong> hem/haar zoeken<br />

Uw kind doet wat van hem/haar verwacht wordt<br />

Denk hierbij aan zowel situaties thuis als buitenshuis, zoals op<br />

een club<strong>je</strong> <strong><strong>me</strong>t</strong> leeftijdsgenoten, op straat of in een winkel, etc.<br />

Uw kind is licha<strong>me</strong>lijk goed gezond<br />

Denk bijvoorbeeld aan wel of geen proble<strong>me</strong>n hebben <strong><strong>me</strong>t</strong><br />

zien, horen, spierkracht, evenwicht en coördinatie, eten<br />

kauwen en doorslikken, het immuunsysteem, de luchtwegen<br />

Uw kind kan zelfstandig zitten<br />

Uw kind kan zelfstandig van zit naar stand ko<strong>me</strong>n<br />

Uw kind kan zelfstandig staan<br />

Uw kind kan een voorwerp zelfstandig gooien<br />

Uw kind kan een voorwerp zelfstandig vangen<br />

Uw kind kan drinken zonder hulp<br />

Uw kind kan eten zonder hulp<br />

Dit betekent <strong>me</strong>s en vork goed vasthouden zonder te knoeien<br />

Uw kind is in staat de tafel af te rui<strong>me</strong>n en de spullen<br />

weer in de kast<strong>je</strong>s op te bergen<br />

Verslechterd<br />

rd Geen verandering<br />

Enigszins verbeterd<br />

Flink verbeterd<br />

Niet van<br />

toepassing<br />

49


Uw kind is in staat een kraalt<strong>je</strong> of een ander klein<br />

voorwerp<strong>je</strong> in het daarvoor bestemde doos<strong>je</strong> te doen<br />

Uw kind kan zich zelfstandig wassen<br />

Uw kind kan zich zelfstandig aankleden<br />

Uw kind kan zelfstandig zijn/haar tanden poetsen<br />

Uw kind is in staat om zelf de knopen van kleding dicht<br />

te maken<br />

6a. Hoe zou u het beste het hu<strong>me</strong>ur van uw kind voor de dolfijntherapie kunnen<br />

omschrijven?<br />

Graag het juiste antwoord aankruisen.<br />

Last van sombere stemmingen<br />

Over het alge<strong>me</strong>en gelijkmatig, <strong><strong>me</strong>t</strong> af en toe een driftbui<br />

Gelijkmatig slecht gehu<strong>me</strong>urd<br />

Afwisselend vrolijk en slecht gehu<strong>me</strong>urd<br />

Gelijkmatig vrolijk gehu<strong>me</strong>urd<br />

b. Hoe zou u het beste het hu<strong>me</strong>ur van uw kind na de dolfijntherapie kunnen<br />

omschrijven?<br />

Graag het juiste antwoord aankruisen.<br />

Last van sombere stemmingen<br />

Over het alge<strong>me</strong>en gelijkmatig, <strong><strong>me</strong>t</strong> af en toe een driftbui<br />

Gelijkmatig slecht gehu<strong>me</strong>urd<br />

Afwisselend vrolijk en slecht gehu<strong>me</strong>urd<br />

Gelijkmatig vrolijk gehu<strong>me</strong>urd<br />

7a. Welke beschrijving geeft volgens u het beste het karakter van uw kind weer voor<br />

de dolfijntherapie?<br />

Graag het juiste antwoord aankruisen.<br />

Stil / teruggetrokken<br />

Vraagt weinig aandacht<br />

Vraagt veel aandacht<br />

Is duidelijk op de voorgrond aanwezig<br />

b. Welke beschrijving geeft volgens u het beste het karakter van uw kind weer na de<br />

dolfijntherapie?<br />

Graag het juiste antwoord aankruisen.<br />

Stil / teruggetrokken<br />

Vraagt weinig aandacht<br />

Vraagt veel aandacht<br />

Is duidelijk op de voorgrond aanwezig<br />

8a. Hoe vaak speelde uw kind voor de dolfijntherapie?<br />

Graag het juiste antwoord aankruisen.<br />

Nooit<br />

Minder dan één keer tot 1 keer per week<br />

Vaker dan één keer per week<br />

Dagelijks<br />

b. Hoe vaak speelt uw kind na de dolfijntherapie?<br />

Graag het juiste antwoord aankruisen.<br />

50


Nooit<br />

Minder dan één keer per week<br />

Vaker dan één keer per week<br />

Dagelijks<br />

9a. Met welk speelgoed speelt uw kind het liefst voor de dolfijntherapie?<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

9b. Met welk speelgoed speelt uw kind het liefst na de dolfijntherapie?<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

10a. Hoe speelde uw kind voor de dolfijntherapie, uit zichzelf of was er aanmoediging<br />

van u nodig?<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

10b. Hoe speelt uw kind na de dolfijntherapie, uit zichzelf of heeft het aanmoediging<br />

van u nodig?<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

11a. Hieronder staan vier verschillende manieren van spelen beschreven. Wilt u<br />

aankruisen op welke manier(en) uw kind speelde voor de dolfijntherapie?<br />

U mag <strong>me</strong>erdere antwoorden aankruisen.<br />

Spelen <strong><strong>me</strong>t</strong> water, zand, klei of verf.<br />

Spelen <strong><strong>me</strong>t</strong> treint<strong>je</strong>s, auto’s, poppen, telefoons o.i.d., die gebruikt worden waarvoor ze<br />

bedoeld zijn. Dus <strong><strong>me</strong>t</strong> treinen en auto’s wordt gereden, <strong><strong>me</strong>t</strong> de telefoon bel <strong>je</strong> iemand<br />

op, een pop kleedt <strong>je</strong> net<strong>je</strong>s aan e.d.<br />

Spelen door iets mooi in te richten (huis of winkel) of een mooie opstelling van iets te<br />

maken (landschap, soldaten).<br />

Spelen <strong><strong>me</strong>t</strong> een thema of verhaal, dat centraal staat. Er zit veel fantasie in het spel.<br />

Het kind doet net alsof. Een rij stoelen is een trein of een tafel is een huis. Er wordt<br />

een verhaal uitgespeeld.<br />

11b. Hieronder staan vier verschillende manieren van spelen beschreven. Wilt u<br />

aankruisen op welke manier(en) uw kind speelt na de dolfijntherapie? U mag<br />

<strong>me</strong>erdere antwoorden aankruisen.<br />

Spelen <strong><strong>me</strong>t</strong> water, zand, klei of verf.<br />

Spelen <strong><strong>me</strong>t</strong> treint<strong>je</strong>s, auto’s, poppen, telefoons o.i.d., die gebruikt worden waarvoor ze<br />

bedoeld zijn. Dus <strong><strong>me</strong>t</strong> treinen en auto’s wordt gereden, <strong><strong>me</strong>t</strong> de telefoon bel <strong>je</strong> iemand<br />

op, een pop kleedt <strong>je</strong> net<strong>je</strong>s aan e.d.<br />

Spelen door iets mooi in te richten (huis of winkel) of een mooie opstelling van iets te<br />

maken (landschap, soldaten).<br />

Spelen <strong><strong>me</strong>t</strong> een thema of verhaal, dat centraal staat. Er zit veel fantasie in het spel.<br />

Het kind doet net alsof. Een rij stoelen is een trein of een tafel is een huis. Er wordt<br />

een verhaal uitgespeeld.<br />

12a. Praat uw kind nu nog wel eens over de dolfijnen?<br />

Graag het juiste antwoord aankruisen?<br />

Nee, nooit<br />

Ja, soms<br />

Ja, heel vaak (wekelijks)<br />

b. Hoe vertelt uw kind over de sessie, die de <strong>me</strong>este indruk heeft gemaakt?<br />

……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….<br />

51


………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

c. Hoe reageert uw kind nu nog als het dolfijnen ziet?<br />

……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

d. Heeft u een foto/video gekregen bij de stichting?<br />

Graag het juiste antwoord aankruisen.<br />

Ja<br />

Nee<br />

e. Vraagt uw kind nu nog wel eens naar de foto/video?<br />

Graag het juiste antwoord aankruisen.<br />

Nee, nooit<br />

Ja, soms<br />

Ja, heel vaak (wekelijks)<br />

13. Heeft u nog vragen of op<strong>me</strong>rkingen<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

14. Heeft u nog suggesties<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />

Wij stellen het zeer op prijs dat u de moeite en tijd heeft willen ne<strong>me</strong>n om deze lijst in de<br />

vullen. Hartelijk dank daarvoor!!!<br />

Copyright by Jannie Dekker, Leiden 2003<br />

Aangepast door Wendy de Wit en Bibi Brugman Curacao 2007<br />

52


Bijlage 3: Vragenlijst Papia<strong>me</strong>nto<br />

fecha:…………….<br />

N.B. niet in te vullen.<br />

LISTA DI PREGUNTA<br />

THERRIA KU DOLFEIN<br />

BISTA DESPUES DI ANAMNESIS I EVALUASHON<br />

Nomber di e yu: ………………………………………………………………………………………………….<br />

Fecha di nase<strong>me</strong>ntu: ……………………………………<br />

53


Kua skol e Yu ta bishitá?<br />

Por fabor marka e kontesta korekto.<br />

Skol básiko<br />

Enseñansa speshal<br />

Otro ……………………………<br />

Diagnóstiko: …………………………………………………………………………………………………………………………<br />

E yu ta usa re<strong>me</strong>ndi of tin un dieta?: ………………………………………………..……………………….<br />

Kiko bo ta di e yu?:<br />

Por fabor marka e kontesta korekto.<br />

Tata<br />

Mama<br />

kuidadó<br />

famia<br />

Ki profeshon mama tin?:…………………………………………………………..<br />

Kua estudio mama a kaba?<br />

Por fabor marka e kontesta korekto.<br />

Skol básiko<br />

Enseñansa sekundario<br />

Enseñansa superior of VWO<br />

Universidat<br />

Ki profesion tata tin?:………………………………………………………………<br />

Kua estudio tata a kaba?<br />

Por fabor marka e kontesta korekto.<br />

Skol básiko<br />

Enseñansa sekundario<br />

Enseñansa superior of VWO<br />

Universidat<br />

Kon bo a drenta den kontaktio ku terapia ku dólfein?<br />

Por fabor marka e kontesta korekto.<br />

Medio di komunikashon (televishon, radio, internet)<br />

Amigunan<br />

Estadia der eksterior<br />

Dòkternan / terapistanan<br />

54


Otro ………………………………………………………………<br />

3. Ki tipo di yudansa (terapia òf trata<strong>me</strong>ntu) boy u a haña último dos aña?<br />

Kuantu tempu?<br />

Sorto di terapia òf trata<strong>me</strong>ntu?<br />

4. Dikon bo a duna nòmber di bo yu pa terapia ku dòlfein?<br />

………………………………………………………………………………………………<br />

……………………………………………………………………………….………………<br />

………………………………………………………………………………………………<br />

……………………………………………………………….………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………<br />

……………………………………………….………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………<br />

……………………………….………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………<br />

……………….<br />

3a A presentá <strong>me</strong>horashonnau serka bo yu segun bo despues di e terapia ku dòlfein?<br />

Bo por aklará bo kontesta?<br />

Si, aklara e kontesta:<br />

………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………….……………………<br />

………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………….……<br />

………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………….……No, aklara e<br />

kontesta:<br />

………………………………………………………………………………………………<br />

……………………………………………………………………….………………………<br />

………………………………………………………………………………………………<br />

……………………………………………………….………………………………………<br />

55


………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………….……<br />

b. E <strong>me</strong>hocashonnan aki a keda <strong>me</strong>skos ford i despues ku u finalisá ku e terapia?<br />

Bo por aklará bo kontesta?<br />

Si, aklara e kontesta:<br />

………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………….……………………<br />

………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………….……<br />

………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………….……No, aklara e<br />

kontesta:<br />

………………………………………………………………………………………………<br />

……………………………………………………………………….………………………<br />

………………………………………………………………………………………………<br />

……………………………………………………….………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………….……<br />

4. Bo a kumunsá trata otro ku bo yu despues ku é ta kuminsá ku terupia ku dolfein?<br />

Bo por aklara bo kontestá?<br />

Si, aklara e kontesta:<br />

………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………….……………………<br />

………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………….……<br />

………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………………………………………….……No, aklara e<br />

kontesta:<br />

………………………………………………………………………………………………<br />

……………………………………………………………………….………………………<br />

………………………………………………………………………………………………<br />

……………………………………………………….………………………………………<br />

………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………….……<br />

5. Akibou tin un kandidat di komportashon, di kua nos ke sa ku a <strong>me</strong>horá komo<br />

koncehuensia di e terapia ku dòlfein.<br />

Bo par marka pa kunda un di e puntonan aki si tabatin kambio serka bo yu despues<br />

di e terapia. Marka un krus den e kòlòm korekto. Si un di e komportashonnan<br />

<strong>me</strong>nshoná nunka a dana problema, pues no tabata aplikabel seuka bo yu, e ara ei<br />

marka un krus e último kòlòn.<br />

56


Algun di e pregutan tin mas ku 1 ehémpel <strong>me</strong>nshoná. Si por ehémpel 1 ehémpel si a<br />

<strong>me</strong>horá (por ehémpel na punta dos, skeiru d<strong>je</strong>nte) i e oteo ehémpelnan no a <strong>me</strong>horá òf<br />

a empeorá, e ora ei mauka un krus den <strong>me</strong>i <strong>me</strong>i na: un tiki <strong>me</strong>houa.<br />

Bo yu ta hasi kontakto di wowo ku bo<br />

Por ehempel: bo yu ta wak bo oka bot a papia kuné; bo yu ta<br />

sigui bo mirada i buska kontakto.<br />

Bo yu ta dispuesto pa traha huntak u otronan na skol.<br />

Bo yu ta dispuesto pa traha huntak u otronan na kas.<br />

Por ehempel: hunga un wega, pero tambe tabak os huntu.<br />

Bo yu por dis u <strong>me</strong>s parti algu ku un otro.<br />

Por ehempel: parti magel ku el a haña ku un otro òf hunga<br />

hunter ku e <strong>me</strong>sun kos di hunga.<br />

Bo yu tin bon kontakto ku muchanan dis u e dat.<br />

Na kas, bo yu por kaba algu ku el a kuminsá kuné.<br />

Por ehempel: e ta distraí lihe òf ku e por kida ku atenshon<br />

basta largu pa kaba un tarea.<br />

Na skol, bo yu por kaba algu ku et al a kuminsá kuné<br />

Por ehempel: e la distraí tihé òf ku e por keda ku atenshon<br />

basta langu pa kaba un tarea.<br />

Bo yu tin sufisiente motivashon pa kuminsá ku algu.<br />

Ora bo yu kuba ku un tarea di skol, e por dirigí su<br />

atenshon fásil<strong>me</strong>nte atrobe na un tarea nobo.<br />

Bo yu ta dispuesto pa e <strong>me</strong>s bibi ku un solushon si algu<br />

bai robes.<br />

Por ehempel: lubidá algu, laga algu kai kibra òf algu por estilo .<br />

Bo yu ta laga bo rapará si e ta haña un hende<br />

amabel.<br />

Bo yu ta laga sa si un hende ta hañ’e amabel.<br />

Bo yu ta mishik u otronan dis u <strong>me</strong>s.<br />

E mishi<strong>me</strong>ntu aki no ta aksidental, pero bo yu ta mishik u<br />

otranan intensiondi<strong>me</strong>nte.<br />

Bo yu ta laga mishi kuné (ora di hunga, hasi wega di<br />

man brasa)Uw kind laat zich aanraken (bij spelen,<br />

stoeien, knuffelen)<br />

Bo yu ta kuminsá di su <strong>me</strong>s ku un aktividat.<br />

Por ehempel: kue kosnan e <strong>me</strong>s i prepará pa bai depoerte òf<br />

algu por estilo.<br />

Bo yu ta kuminsá di su <strong>me</strong>s un kánbeusashon.<br />

Empeoká<br />

Empeoká<br />

Nuin kambio<br />

Nuin kambio<br />

Un tiki <strong>me</strong>horá<br />

Un tiki <strong>me</strong>horá<br />

Hopi mas mihó<br />

Hopi mas mihó<br />

No ta aplikabel<br />

No ta aplikabel<br />

57


Bo yu ta intrankil of hopi drūk<br />

Bo yu tin problema ku drumi<strong>me</strong>ntu<br />

Problima pa paga soño òf sigui drumi din anochi<br />

Bo yu ta hasi kosnar tras di otro, ku e no por stòp kuné ( ku opheto i<br />

vestuario)<br />

Ehèmpelman ta, kou d<strong>je</strong>nte, hiperventilashon, kana riba tenchi, hunga<br />

ku deck, bula, drai kubes, ekspeshon di kara.<br />

Bo yu ta hasi kosnam trus di otro, ku e no por stòp kuné<br />

(ku opheto i vestuario)<br />

Ehèmpelman ta tek, raska, frega, nopoe para keki, drai kabes,<br />

drei rònt, hita paña, pone riba rei, pone riba koló.<br />

Bo yu no par ku komsio dui su sekuensia diario<br />

Bo yu por komportá su <strong>me</strong>s ineksplikabel<br />

Esaki ta nifiká hasi kosnau insperá<br />

Bo yu tin un interes notabel pa kos, hechos partinan di<br />

kurpa, zonido, etc.<br />

Bo yu ta rabioa si un hende purba kambia e kutina di<br />

dia.<br />

Ora bo yu kabia, e ta kibra kos di e <strong>me</strong>s òf di otronan.<br />

Ora bo yu kabia, e ta agredí otro persona<br />

Tin bia bo yu ta herida su <strong>me</strong>s pa malu<br />

Por ehempel gòlpia su kabes, morde su man, uña su <strong>me</strong>s,<br />

ko<strong>me</strong> hpoi i despues saka, prek den wowo.<br />

Bo yu ta reakshoná ku miendu di manerano komun.<br />

Esei te <strong>me</strong>n no tin indikashon òf tin tiki motibu pa reakshoná ku<br />

miedu.<br />

Bo Yu ta papia notabel<br />

Por ehempel muchu duru of muchu poko poko; ku tononan<br />

struño; notabel lihé of slo; ku un pronunsiashon eksagerá òf<br />

inkomprandibel<br />

Bo yu ta heda siña palabranan nobo<br />

Esaki ta enserá ku regular<strong>me</strong>nte e ta bisa patabranan nobo i ta<br />

sigui traha frase nobo<br />

Bo yu ta usa palabra i frase ku e nifikashon korekto<br />

Bo yu ta usa palabra ku e <strong>me</strong>s ta inventá<br />

Esei ke <strong>me</strong>n palabranan ku no ta eksití òf no tin<br />

nifikashon<br />

Bo yu ta komprondé loke hende ta bis é<br />

Bo yu por mira kosnan sola<strong>me</strong>nte for di su <strong>me</strong>s<br />

Esaki ke <strong>me</strong>n ku bo yu tin problema pa hinka su <strong>me</strong>s den<br />

posishon di un otro<br />

Bo yu tin konfiansa den su <strong>me</strong>s<br />

Esaki ku <strong>me</strong>n konfansa den su <strong>me</strong>s<br />

58


Bo yu par mustra òf bisa ku palabron loke e ta sinti<br />

Por ehempel rabiá, tristu, alegria, anska<br />

Bo yu ta buska di su <strong>me</strong>s kontakto kubo<br />

Bo yu ta busk di su <strong>me</strong>s kontakto kusu ruman(nan)<br />

Bo yu ta busk di su <strong>me</strong>s kontakto kumuchanan di su edat na skol,<br />

klup, etc.<br />

Bo yu ta reashoná positivo ora bo ke tin kontakto kuné<br />

Bo yu ta reashoná positivo ora su ruman(nan) ke tin kontakto kuné<br />

Bo yu ta reashoná positivo oraamuchanan di su edat na skol, klup,<br />

etc. ke tin kontakto kuné<br />

Bo yu ta hasi loke ta wòrdu sperá di d<strong>je</strong><br />

Pensa aki na situashonnan tantu na kas komo pafó di kas,<br />

manera na un klup ku muchanan di su edat, riba kaya of den<br />

un tienda, etc. .<br />

Bo yu ta físika<strong>me</strong>nte bor di salú<br />

Pensa por ehempel si tin probelema òf nò, res ku bista, oido,<br />

forsa, balanse i kordinashon, ko<strong>me</strong><strong>me</strong>ntu kou<strong>me</strong>ntu i<br />

guli<strong>me</strong>ntu, sitema imunitario, respiration<br />

Bo yu por sinta su so<br />

Bo yu por lanta para su so<br />

Bo yu por parca su so<br />

Bo yu por tira un opheto bon<br />

Bo yu por fangu un opheto bon<br />

Bo yu po bebe sin yudansa<br />

Bo yu por ko<strong>me</strong> sin yudansa<br />

Esaki ke <strong>me</strong>n tene kuchú liu fòrku bon sin shuaka<br />

Bo yu ta den posishon pa kita kosnan for di <strong>me</strong>sa<br />

I warda nan bèk den kashi<br />

Bo yu ta den posishon pa pone un kralchi of otro opheto<br />

chikitu den e kaha korespondiente<br />

Bo yu <strong>me</strong>s por baña<br />

Bo yu <strong>me</strong>s por bisti<br />

Empeoká<br />

Nuin kambio<br />

Un tiki <strong>me</strong>horá<br />

Hopi mas mihó<br />

No ta aplikabel<br />

59


Bo yu <strong>me</strong>s por skeiru su d<strong>je</strong>ntenan<br />

Bo yu ta den posishon pa e <strong>me</strong>s sera botonnan di su<br />

paña<br />

60


Bijlage 4: Codeerschema SPSS<br />

Vraag Variabele Vraag Antwoordcode<br />

intake vragen<br />

Opl1 op welke school zit het kind 1 basisschool/ 2 speciaal onderwijs 3/anders<br />

1 autistisch spectrum/ 2 zuurstof tekort/ 3 ADHD/ 4<br />

ontwikkelingsstoornis/ 5 motorische achterstand/ 6 agressie, motoriek<br />

en concentratie/ 7 prematuur geboren en motorisch/ 8 beta<br />

Diagn welke diagnose heeft het kind<br />

Gebruikt het kind <strong>me</strong>dicijnen of heeft het<br />

thalisesemioa major en selectief<br />

<strong>me</strong>ddiet een dieet 1 ja/ 2 nee<br />

Parent wat bent u van het kind 1 vader/ 2 moeder/ 3 verzorger/ 4 familielid<br />

Ber1 Wat is het beroep van moeder<br />

Welke opleiding heeft moeder het laatst<br />

Opl2 afgemaakt<br />

Ber2 Wat is het beroep van vader<br />

Welke opleiding heeft vader het laatst<br />

Opl3 afgemaakt<br />

hoe bent u <strong><strong>me</strong>t</strong> dolfijntherapie in<br />

therp1 aanraking geko<strong>me</strong>n<br />

open vragen<br />

1a therp2 Welke vorm van hulp (therapieën en of andere lijst<br />

1 blijft thuis/ 2 administrati/ 3 verpleegkundige/ 4 kleuterleidster/ 5<br />

telefoniste / 6 maatschappelijk werkster/ 7 bank <strong>me</strong>dewerkster/ 8<br />

schoonmaak/ 9 verkoopster/ 10 manager/ 11 boekhouder<br />

1 Basisschool of lager onderwijs, 2 middelbaar onderwijs/ 3 hoger<br />

onderwijs of VWO/ 4 universitaire studie<br />

1 n.v.t./ 2 arts/ 3 dierenarts/ 4 systeem beheerder/ 5 centraal bureau<br />

statistiek/ 6 politie/ 7 kustwacht/ 8 visser/ 9 werktuigbouwkundige/ 10<br />

radiotechnicus/ 11 vuilnisman/ 12 bewaker/ 13 jurist/ 14 zakenman<br />

1 Basisschool of lager onderwijs, 2 middelbaar onderwijs/ 3 hoger<br />

onderwijs of VWO/ 4 universitaire studie<br />

1 <strong>me</strong>dia, 2 vrienden, 3 verblijf in het buitenland, 4<br />

dokters/therapeuten, 5 anders<br />

61


1b therp3<br />

behandelingen) heeft uw kind de laatste<br />

2 jaar gehad<br />

Hoe lang duurde de therapie<br />

waarom heeft u uw kind opgegeven voor<br />

andere lijst<br />

2 therp4 dolfijn therapie<br />

zijn er volgens u door de dolfijntherapie<br />

3a verb1 verbeteringen opgetreden bij uw kind 1 ja/ 2 nee<br />

toel1 toelichting bij vraag 3a<br />

zijn deze verbeteringen sinds het<br />

afsluiten van de therapie hetzelfde<br />

3b verb2 gebleven 1 ja/ 2 nee<br />

toel2 toelichting bij vraag 3b<br />

bent u sinds de dolfijntherapie anders<br />

4 verb3 tegen u kind gaan doen 1 ja/ 2 nee<br />

toel3 toelichting bij vraag 4<br />

gesloten vragen sociaal-emotioneel<br />

socem1 uw kind maakt oogcontact <strong><strong>me</strong>t</strong> u<br />

uw kind is in staat op school <strong><strong>me</strong>t</strong><br />

socem2 anderen sa<strong>me</strong>n te werken<br />

uw kind is in staat om thuis <strong><strong>me</strong>t</strong> anderen<br />

socem3 sa<strong>me</strong>n te werken<br />

uw kind kan uit zichzelf iets delen <strong><strong>me</strong>t</strong><br />

socem4 een ander<br />

uw kind heeft goed contact <strong><strong>me</strong>t</strong><br />

socem5 leeftijdgenoot<strong>je</strong>s<br />

uw kind kan thuis iets waar hij aan<br />

socem6 begonnen, ook afmaken<br />

uw kind kan op school iets waar hij aan<br />

socem7 begonnen is, ook afmaken<br />

1 verslechterd/ 2 geen verbetering/ 3 enigszins verbeterd/ 4 flink<br />

verbeterd/ 5 n.v.t.<br />

1 verslechterd/ 2 geen verbetering/ 3 enigszins verbeterd/ 4 flink<br />

verbeterd/ 5 n.v.t.<br />

1 verslechterd/ 2 geen verbetering/ 3 enigszins verbeterd/ 4 flink<br />

verbeterd/ 5 n.v.t.<br />

1 verslechterd/ 2 geen verbetering/ 3 enigszins verbeterd/ 4 flink<br />

verbeterd/ 5 n.v.t.<br />

1 verslechterd/ 2 geen verbetering/ 3 enigszins verbeterd/ 4 flink<br />

verbeterd/ 5 n.v.t.<br />

1 verslechterd/ 2 geen verbetering/ 3 enigszins verbeterd/ 4 flink<br />

verbeterd/ 5 n.v.t.<br />

1 verslechterd/ 2 geen verbetering/ 3 enigszins verbeterd/ 4 flink<br />

verbeterd/ 5 n.v.t.<br />

62


socem8<br />

socem9<br />

socem10<br />

socem11<br />

socem12<br />

uw kind heeft voldoende motivatie om<br />

ergens aan te beginnen<br />

als uw kind klaar is <strong><strong>me</strong>t</strong> een schoolse<br />

taak, kan het de aandacht weer<br />

makkelijk richten op een nieuwe taak.<br />

uw kind is in staat om zelf een oplossing<br />

te bedenken als iets verkeerd gaat<br />

uw kind laat het <strong>me</strong>rken als het iemand<br />

aardig vind<br />

uw kind laat het toe dat iemand<br />

hem/haar aardig vind<br />

socem13 uw kind raakt uit zichzelf andere aan<br />

socem14 uw kind laat zich aanraken<br />

uw kind begint uit zichzelf <strong><strong>me</strong>t</strong> eigen<br />

socem15 activiteiten<br />

socem16 uw kind begint uit zichzelf een gesprek<br />

socem17 uw kind is rusteloos of heel erg druk<br />

socem18 uw kind heeft slaapproble<strong>me</strong>n<br />

Uw kind doet dingen achter elkaar door<br />

waar het niet <strong>me</strong>e kan ophouden (<strong><strong>me</strong>t</strong><br />

socem19 zijn/haar eigen lichaam<br />

uw kind kan slecht afwijken van de<br />

socem20 dagelijks terugko<strong>me</strong>nde dagindeling<br />

uw kind kan zich onvoorspelbaar<br />

socem21 gedragen<br />

uw kind heeft een opvallende<br />

socem22 belangstelling voor dingen, feiten,<br />

1 verslechterd/ 2 geen verbetering/ 3 enigszins verbeterd/ 4 flink<br />

verbeterd/ 5 n.v.t.<br />

1 verslechterd/ 2 geen verbetering/ 3 enigszins verbeterd/ 4 flink<br />

verbeterd/ 5 n.v.t.<br />

1 verslechterd/ 2 geen verbetering/ 3 enigszins verbeterd/ 4 flink<br />

verbeterd/ 5 n.v.t.<br />

1 verslechterd/ 2 geen verbetering/ 3 enigszins verbeterd/ 4 flink<br />

verbeterd/ 5 n.v.t.<br />

1 verslechterd/ 2 geen verbetering/ 3 enigszins verbeterd/ 4 flink<br />

verbeterd/ 5 n.v.t.<br />

1 verslechterd/ 2 geen verbetering/ 3 enigszins verbeterd/ 4 flink<br />

verbeterd/ 5 n.v.t.<br />

1 verslechterd/ 2 geen verbetering/ 3 enigszins verbeterd/ 4 flink<br />

verbeterd/ 5 n.v.t.<br />

1 verslechterd/ 2 geen verbetering/ 3 enigszins verbeterd/ 4 flink<br />

verbeterd/ 5 n.v.t.<br />

1 verslechterd/ 2 geen verbetering/ 3 enigszins verbeterd/ 4 flink<br />

verbeterd/ 5 n.v.t.<br />

1 verslechterd/ 2 geen verbetering/ 3 enigszins verbeterd/ 4 flink<br />

verbeterd/ 5 n.v.t.<br />

1 verslechterd/ 2 geen verbetering/ 3 enigszins verbeterd/ 4 flink<br />

verbeterd/ 5 n.v.t.<br />

1 verslechterd/ 2 geen verbetering/ 3 enigszins verbeterd/ 4 flink<br />

verbeterd/ 5 n.v.t.<br />

1 verslechterd/ 2 geen verbetering/ 3 enigszins verbeterd/ 4 flink<br />

verbeterd/ 5 n.v.t.<br />

1 verslechterd/ 2 geen verbetering/ 3 enigszins verbeterd/ 4 flink<br />

verbeterd/ 5 n.v.t.<br />

1 verslechterd/ 2 geen verbetering/ 3 enigszins verbeterd/ 4 flink<br />

verbeterd/ 5 n.v.t.<br />

63


socem23<br />

socem24<br />

socem25<br />

socem26<br />

lichaamsdelen, geluiden, etc.<br />

uw kind wordt boos als iemand probeert<br />

de dagelijkse gang van zaken te<br />

veranderen<br />

als uw kind boos word, maakt het<br />

spullen van zichzelf of anderen kapot<br />

als uw kind boos word, reageert het zich<br />

licha<strong>me</strong>lijk af op andere personen<br />

uw kind verwondt zichzelf wel eens <strong><strong>me</strong>t</strong><br />

opzet<br />

socem27 uw kind reageert ongewoon angstig<br />

socem28 uw kind praat opvallen<br />

socem29 uw kind leert steeds nieuwe woorden bij<br />

uw kind gebruikt woorden en zinnen in<br />

socem30 de juiste betekenis<br />

uw kind gebruikt woorden die het zelf<br />

socem31 verzint<br />

uw kind begrijpt wat <strong>me</strong>nsen tegen hem<br />

socem32 of haar zeggen<br />

uw kind kan de dingen alleen vanuit<br />

socem33 zichzelf bekijken<br />

socem34 uw kind heeft zelfvertrouwen<br />

uw kind kan tonen of onderwoorden<br />

socem35 brengen wat het voelt<br />

socem36 uw kind zoekt uit zichzelf contact <strong><strong>me</strong>t</strong> u<br />

uw kind zoekt uit zichzelf contact <strong><strong>me</strong>t</strong><br />

socem37 broert<strong>je</strong>s en/of zus<strong>je</strong>s<br />

1 verslechterd/ 2 geen verbetering/ 3 enigszins verbeterd/ 4 flink<br />

verbeterd/ 5 n.v.t.<br />

1 verslechterd/ 2 geen verbetering/ 3 enigszins verbeterd/ 4 flink<br />

verbeterd/ 5 n.v.t.<br />

1 verslechterd/ 2 geen verbetering/ 3 enigszins verbeterd/ 4 flink<br />

verbeterd/ 5 n.v.t.<br />

1 verslechterd/ 2 geen verbetering/ 3 enigszins verbeterd/ 4 flink<br />

verbeterd/ 5 n.v.t.<br />

1 verslechterd/ 2 geen verbetering/ 3 enigszins verbeterd/ 4 flink<br />

verbeterd/ 5 n.v.t.<br />

1 verslechterd/ 2 geen verbetering/ 3 enigszins verbeterd/ 4 flink<br />

verbeterd/ 5 n.v.t.<br />

1 verslechterd/ 2 geen verbetering/ 3 enigszins verbeterd/ 4 flink<br />

verbeterd/ 5 n.v.t.<br />

1 verslechterd/ 2 geen verbetering/ 3 enigszins verbeterd/ 4 flink<br />

verbeterd/ 5 n.v.t.<br />

1 verslechterd/ 2 geen verbetering/ 3 enigszins verbeterd/ 4 flink<br />

verbeterd/ 5 n.v.t.<br />

1 verslechterd/ 2 geen verbetering/ 3 enigszins verbeterd/ 4 flink<br />

verbeterd/ 5 n.v.t.<br />

1 verslechterd/ 2 geen verbetering/ 3 enigszins verbeterd/ 4 flink<br />

verbeterd/ 5 n.v.t.<br />

1 verslechterd/ 2 geen verbetering/ 3 enigszins verbeterd/ 4 flink<br />

verbeterd/ 5 n.v.t.<br />

1 verslechterd/ 2 geen verbetering/ 3 enigszins verbeterd/ 4 flink<br />

verbeterd/ 5 n.v.t.<br />

1 verslechterd/ 2 geen verbetering/ 3 enigszins verbeterd/ 4 flink<br />

verbeterd/ 5 n.v.t.<br />

1 verslechterd/ 2 geen verbetering/ 3 enigszins verbeterd/ 4 flink<br />

verbeterd/ 5 n.v.t.<br />

64


socem38<br />

socem39<br />

socem40<br />

socem41<br />

uw kind zoekt uit zichzelf contact <strong><strong>me</strong>t</strong><br />

leeftijdgenoten op school, club, e.d.<br />

uw kind reageert positief als u contact<br />

<strong><strong>me</strong>t</strong> hem/haar zoekt<br />

uw kind reageert positief als<br />

leeftijdsgenoten op school, club, e.d.<br />

contact <strong><strong>me</strong>t</strong> hem/haar zoeken<br />

uw kind doet wat van hem/haar<br />

verwacht word<br />

gesloten vragen fysiek<br />

1 verslechterd/ 2 geen verbetering/ 3 enigszins verbeterd/ 4 flink<br />

verbeterd/ 5 n.v.t.<br />

1 verslechterd/ 2 geen verbetering/ 3 enigszins verbeterd/ 4 flink<br />

verbeterd/ 5 n.v.t.<br />

1 verslechterd/ 2 geen verbetering/ 3 enigszins verbeterd/ 4 flink<br />

verbeterd/ 5 n.v.t.<br />

1 verslechterd/ 2 geen verbetering/ 3 enigszins verbeterd/ 4 flink<br />

verbeterd/ 5 n.v.t.<br />

Fys1 uw kind is licha<strong>me</strong>lijk goed gezond<br />

1 verslechterd/ 2 geen verbetering/ 3 enigszins verbeterd/ 4 flink<br />

verbeterd/ 5 n.v.t.<br />

1 verslechterd/ 2 geen verbetering/ 3 enigszins verbeterd/ 4 flink<br />

Fys2 uw kind kan zelfstandig zitten<br />

verbeterd/ 5 n.v.t.<br />

uw kind kan zelfstandig van zit naar 1 verslechterd/ 2 geen verbetering/ 3 enigszins verbeterd/ 4 flink<br />

Fys3 stand ko<strong>me</strong>n<br />

verbeterd/ 5 n.v.t.<br />

1 verslechterd/ 2 geen verbetering/ 3 enigszins verbeterd/ 4 flink<br />

Fys4 uw kind kan zelfstandig staan<br />

verbeterd/ 5 n.v.t.<br />

uw kind kan een voorwerp zelfstandig 1 verslechterd/ 2 geen verbetering/ 3 enigszins verbeterd/ 4 flink<br />

Fys5 gooien<br />

verbeterd/ 5 n.v.t.<br />

uw kind kan een voorwerp zelfstandig 1 verslechterd/ 2 geen verbetering/ 3 enigszins verbeterd/ 4 flink<br />

Fys6 vangen<br />

verbeterd/ 5 n.v.t.<br />

1 verslechterd/ 2 geen verbetering/ 3 enigszins verbeterd/ 4 flink<br />

Fys7 uw kind kan drinken zonder hulp verbeterd/ 5 n.v.t.<br />

1 verslechterd/ 2 geen verbetering/ 3 enigszins verbeterd/ 4 flink<br />

Fys8 uw kind kan zelfstandig eten<br />

uw kind is in staat de tafel af te rui<strong>me</strong>n<br />

verbeterd/ 5 n.v.t.<br />

en de spullen weer in de kast<strong>je</strong>s op te 1 verslechterd/ 2 geen verbetering/ 3 enigszins verbeterd/ 4 flink<br />

Fys9 bergen<br />

verbeterd/ 5 n.v.t.<br />

fys10 uw kind is in staat een kraalt<strong>je</strong> of een 1 verslechterd/ 2 geen verbetering/ 3 enigszins verbeterd/ 4 flink<br />

65


6a humr1<br />

ander klein voorwerp<strong>je</strong> in het daarvoor<br />

bestemde doos<strong>je</strong> te doen<br />

Fys11 uw kind kan zich zelfstandig wassen<br />

Fys12 uw kind kan zich zelfstandig aankleden<br />

uw kind kan zelfstandig zijn/haar tanden<br />

Fys13 poetsen<br />

uw kind is in staat zelf de knopen van<br />

Fys14 kleding dicht te maken<br />

overige vragen<br />

hoe zou u het beste het hu<strong>me</strong>ur van uw<br />

kind kunnen omschrijven voor de<br />

therapie<br />

verbeterd/ 5 n.v.t.<br />

1 verslechterd/ 2 geen verbetering/ 3 enigszins verbeterd/ 4 flink<br />

verbeterd/ 5 n.v.t.<br />

1 verslechterd/ 2 geen verbetering/ 3 enigszins verbeterd/ 4 flink<br />

verbeterd/ 5 n.v.t.<br />

1 verslechterd/ 2 geen verbetering/ 3 enigszins verbeterd/ 4 flink<br />

verbeterd/ 5 n.v.t.<br />

1 verslechterd/ 2 geen verbetering/ 3 enigszins verbeterd/ 4 flink<br />

verbeterd/ 5 n.v.t.<br />

1 last van sombere stemmingen/ 2 over het alge<strong>me</strong>en gelijkmatig <strong><strong>me</strong>t</strong><br />

af en toe een driftbui/ 3 gelijkmatig<br />

slecht gehu<strong>me</strong>urd/ 4 Afwisselend vrolijk en slecht gehu<strong>me</strong>urd/ 5<br />

hoe zou u het beste het hu<strong>me</strong>ur van uw<br />

gelijkmatig vrolijk gehu<strong>me</strong>urd.<br />

1 last van sombere stemmingen/ 2 over het alge<strong>me</strong>en gelijkmatig <strong><strong>me</strong>t</strong><br />

kind kunnen omschrijven na de therapie<br />

welke beschrijving geeft volgens u het<br />

af en toe een driftbui/ 3 gelijkmatig<br />

beste het karakter van uw kind weer slecht gehu<strong>me</strong>urd/ 4 Afwisselend vrolijk en slecht gehu<strong>me</strong>urd/ 5<br />

voor de therapie<br />

welke beschrijving geeft volgens u het<br />

gelijkmatig vrolijk gehu<strong>me</strong>urd.<br />

beste het karakter van uw kind weer na 1 stil/ teruggetrokken/ 2 vraag weinig aandacht/ 3 vraagt veel<br />

6b humr2 de therapie<br />

aandacht/ 4 is duidelijk op de voorgrond aanwezig<br />

hoe vaak speelde uw kind voor de 1 nooit/ 2 minder dan 1 keer per week tot 1 keer per week/ 3 vaker<br />

therapie<br />

dan een keer per week/ 4 dagelijks<br />

1 nooit/ 2 minder dan 1 keer per week tot 1 keer per week/ 3 vaker<br />

7a spln1 hoe vaak speelt uw kind na de therapie<br />

<strong><strong>me</strong>t</strong> welk speelgoed speelde uw kind het<br />

liefst voor de therapie<br />

dan een keer per week/ 4 dagelijks<br />

66


7b spln2<br />

7c spln3<br />

7d spln4<br />

8a dolfn1<br />

8b dolfn2<br />

8c dolfn3<br />

8d dolfn4<br />

<strong><strong>me</strong>t</strong> welk speelgoed speelt uw kind het<br />

liefst na de therapie<br />

speelt uw kind na de therapie uit zichzelf<br />

of heeft het een aanmoediging van u<br />

nodig 1 uit zichzelf/ 2 <strong><strong>me</strong>t</strong> aanmoediging<br />

speelde uw kind voor de therapie uit<br />

zichzelf of had het aanmoediging van u<br />

nodig 1 uit zichzelf/ 2 <strong><strong>me</strong>t</strong> aanmoediging<br />

kunt u aangeven op welke mannier u 1 spelen <strong><strong>me</strong>t</strong> water, zand, klei, of verf/ 2 spelen <strong><strong>me</strong>t</strong> treint<strong>je</strong>s, auto's,<br />

kind speelde voor de therapie<br />

poppen telefoons/ 3 spelen door iets<br />

moois in te richten b.v. een huis/ 4 spelen <strong><strong>me</strong>t</strong> een thema of een<br />

verhaal dat centraal staat.<br />

kunt u aangeven op welke mannier u 1 spelen <strong><strong>me</strong>t</strong> water, zand, klei, of verf/ 2 spelen <strong><strong>me</strong>t</strong> treint<strong>je</strong>s, auto's,<br />

kind speelt na de therapie<br />

poppen telefoons/ 3 spelen door iets<br />

moois in te richten b.v. een huis/ 4 spelen <strong><strong>me</strong>t</strong> een thema of een<br />

verhaal dat centraal staat.<br />

praat uw kind nu nog wel eens over de<br />

dolfijnen 1 nee, nooit/ 2 ja, soms/ 3 ja, heel vaak (wekelijks)<br />

hoe vertelt uw kind over de sessie die de<br />

<strong>me</strong>este indruk heeft gemaakt<br />

hoe reageert u kind nu nog als het<br />

dolfijnen ziet op televisie<br />

vraagt uw kind nu nog wel eens naar de<br />

video? 1 nee, nooit/ 2 ja, soms/ 3 ja, heel vaak (wekelijks)<br />

67


Bijlage 5: Resultaten Enquêtes<br />

Vragen<br />

Positieve<br />

Veranderingen<br />

N.v.t.<br />

Geen<br />

veranderingen<br />

Resultaat<br />

Oogcontact 9 5 2 56% van de respondenten geeft aan dat hun kind <strong>me</strong>er oog<br />

contact maakt na aanleiding van de gekregen<br />

dolfijntherapie.<br />

Sa<strong>me</strong>nwerken op school 10 5 1 62,5% van de respondenten geeft aan dat hun kind beter<br />

sa<strong>me</strong>nwerkt op school na aanleiding van de gekregen<br />

dolfijntherapie.<br />

Sa<strong>me</strong>nwerken thuis 8 6 3 50% van de respondenten geeft aan dat hun kind thuis<br />

Uit zichzelf iets delen <strong><strong>me</strong>t</strong><br />

een ander<br />

Goed contact <strong><strong>me</strong>t</strong><br />

leeftijdsgenoot<strong>je</strong>s<br />

beter sa<strong>me</strong>nwerkt na aanleiding van de gekregen<br />

dolfijntherapie.<br />

4 9 3 25% van de respondenten geeft aan dat hun kind sneller<br />

uit zichzelf iets deelt <strong><strong>me</strong>t</strong> anderen na aanleiding van de<br />

gekregen dolfijntherapie.<br />

6 8 2 37,5% van de respondenten geeft aan dat hun kind beter<br />

contact maakt <strong><strong>me</strong>t</strong> leeftijdgenoten na aanleiding van de<br />

gekregen dolfijntherapie.<br />

Afmaken taken thuis 8 5 3 50% van de respondenten geeft aan dat hun kind<br />

verbeteringen laat zin in het afmaken een taak thuis na<br />

aanleiding van de gekregen dolfijntherapie.<br />

Afmaken taken op school 10 4 2 62,5% van de respondenten geeft aan dat hun kind<br />

verbeteringen laat zien in het afmaken van een taak op<br />

school na aanleiding van de gekregen dolfijntherapie.<br />

Motivatie 9 3 4 56% van de respondenten geeft aan dat hun kind <strong>me</strong>er<br />

Aandacht richten op<br />

nieuwe taken na schoolse<br />

taak.<br />

In staat zijn zelfstandig<br />

oplossingen te bedenken<br />

als iets verkeerd gaat<br />

motivatie heeft om ergens <strong>me</strong>e te beginnen na aanleiding<br />

van de gegeven dolfijntherapie.<br />

5 9 2 31% van de respondenten geeft aan dat hun kind zijn/haar<br />

aandacht beter kan richten op een taak na het maken van<br />

een schoolse taak na aanleiding van de gegeven<br />

dolfijntherapie.<br />

5 7 4 31% van de respondenten geeft aan dat hun kind beter<br />

instaat, is om zelfstandig oplossingen te bedenken als iets<br />

verkeerd gaat na aanleiding van de gegeven<br />

dolfijntherapie.<br />

68


Vragen<br />

Laat <strong>me</strong>rken als het<br />

iemand aardig vindt<br />

Laat toe dat iemand<br />

hem/haar aardig vindt<br />

Raakt uit zichzelf<br />

anderen aan<br />

Zichzelf aan laten raken<br />

(bij spelen, stoeien,<br />

knuffelen)<br />

Begint uit zichzelf <strong><strong>me</strong>t</strong><br />

eigen activiteiten<br />

Begint uit zichzelf een<br />

gesprek<br />

Rusteloosheid / heel erg<br />

druk<br />

Positieve<br />

Veranderingen<br />

N.v.t.<br />

Geen<br />

veranderingen<br />

Resultaat<br />

10 4 2 62,5% van de respondenten geeft aan dat hun kind sneller<br />

laat <strong>me</strong>rken als zij/hij iemand aardig vind na aanleiding<br />

van de gegeven dolfijntherapie.<br />

4 8 4 25% van de respondenten geeft aan dat hun kind het<br />

sneller toe laat dat iemand hem/haar aardig vind na<br />

aanleiding van de gegeven dolfijntherapie.<br />

7 4 5 43,75% van de respondenten geeft aan dat hun kind<br />

sneller anderen <strong>me</strong>nsen aanraakt na aanleiding van de<br />

gegeven dolfijntherapie<br />

6 7 3 37,5% van de respondenten geeft aan dat hun kind<br />

zichzelf sneller laat aanraken door anderen na aanleiding<br />

van de gegeven dolfijntherapie.<br />

11 4 1 68,75% van de respondenten geeft aan dat hun kind<br />

sneller uit zichzelf aan een activiteit begint na aanleiding<br />

van de gegeven dolfijntherapie.<br />

13 2 1 81,25% van de respondenten geeft aan dat hun kind<br />

sneller een gesprek uit zichzelf begint na aanleiding van<br />

de gegeven dolfijntherapie.<br />

9 5 2 56,25% van de respondenten geeft aan dat hun kind<br />

minder rusteloos of druk is na aanleiding van de gegeven<br />

dolfijntherapie.<br />

Slaapproble<strong>me</strong>n 6 6 4 37,5% van de respondenten geeft aan dat hun kind beter<br />

Dingen achter elkaar<br />

doen, zonder stoppen (<strong><strong>me</strong>t</strong><br />

zijn/haar eigen lichaam)<br />

Dingen achter elkaar<br />

doen, zonder ophouden<br />

(<strong><strong>me</strong>t</strong> voorwerpen en<br />

kleding)<br />

slaapt naar aanleiding van de gegeven dolfijntherapie.<br />

4 11 1 25% van de respondenten geeft aan dat hun kind minder<br />

herhaalde bewegingen maakt <strong><strong>me</strong>t</strong> zijn/haar eigen lichaam<br />

na aanleiding van de gegeven dolfijntherapie.<br />

5 10 1 31% van de respondenten geeft aan dat hun kind minder<br />

herhaalde activiteiten uitvoert <strong><strong>me</strong>t</strong> zijn/haar kleding of<br />

overige voorwerpen na aanleiding van de gegeven<br />

dolfijntherapie<br />

69


Vragen<br />

Slecht afwijken dagelijks<br />

terugko<strong>me</strong>nde<br />

dagindeling<br />

Positieve<br />

Veranderingen<br />

N.v.t.<br />

Geen<br />

veranderingen<br />

Resultaat<br />

5 7 4 31% van de respondenten geeft aan dat hun kind beter<br />

reageert als er afgeweken wordt van een dagelijks<br />

terugko<strong>me</strong>nde dagindeling na aanleiding van de gegeven<br />

dolfijntherapie.<br />

Onvoorspelbaar gedrag 7 5 4 43,75% van de respondenten geeft aan dat hun kind<br />

Opvallende<br />

belangstelling voor<br />

dingen, feiten,<br />

lichaamsdelen, geluiden,<br />

etc.<br />

Boos worden als iemand<br />

probeert de dagelijkse<br />

gang van zaken te<br />

veranderen<br />

Spullen van zichzelf of<br />

anderen kapot maken als<br />

hij/zij boos is<br />

Licha<strong>me</strong>lijke afreageren<br />

op anderen als hij/zij<br />

boos is.<br />

Verwondt zichzelf <strong><strong>me</strong>t</strong><br />

opzet<br />

minder onvoorspelbaar gedrag vertoond na aanleiding van<br />

de gegeven dolfijntherapie.<br />

9 7 0 56,25% van de respondenten geeft aan dat hun kind<br />

minder opvallende interesse heeft voor specifieke dingen<br />

na aanleiding van de gegeven dolfijntherapie.<br />

3 8 5 18,75% van de respondenten geeft aan dat hun kind na<br />

aanleiding van de gegeven dolfijntherapie minder snel<br />

boos wordt als iemand de dagelijkse gang van zaken<br />

probeert te veranderen<br />

9 5 2 56,25% van de respondenten geeft aan dat hun kind na<br />

aanleiding van de gegeven dolfijntherapie minder snel<br />

spullen van zichzelf of anderen kapot maakt als hij/zij<br />

boos is.<br />

5 5 6 31,25% van de respondenten geeft aan dat hun kind, na<br />

aanleiding van de gegeven dolfijntherapie, minder snel<br />

licha<strong>me</strong>lijk afreageert als hij/zij boos is.<br />

1 13 2 6,25% van de respondenten geeft aan dat hun kind<br />

zichzelf minder verwondt <strong><strong>me</strong>t</strong> opzet na aanleiding van de<br />

gegeven dolfijntherapie.<br />

Ongewoon angstig 2 10 4 12,5% van de respondenten geeft aan dat hun kind minder<br />

snel angstig reageert in ongewone situaties na aanleiding<br />

van de gegeven dolfijntherapie<br />

Opvallend praten 7 5 4 43,75% van de respondenten gaf aan dat hun kind<br />

rustiger/beter praat na aanleiding van de gegeven<br />

dolfijntherapie.<br />

70


Vragen<br />

Leert steeds nieuwe<br />

woorden bij<br />

Gebruik woorden en<br />

zinnen in de juiste<br />

betekenis<br />

Gebruik van zelf<br />

verzonnen woorden<br />

Begrijpt wat tegen hem<br />

of haar zeggen<br />

Situaties alleen vanuit<br />

zichzelf bekijken<br />

Positieve<br />

Veranderingen<br />

N.v.t.<br />

Geen<br />

veranderingen<br />

Resultaat<br />

11 3 2 68,75% van de respondenten gaf aan dat hun kind na<br />

aanleiding van de gegeven dolfijntherapie maar woorden<br />

bij leert.<br />

4 11 1 25% van de respondenten gaf aan dat hun kind woorden<br />

en zinnen beter in de juiste betekenis gebruiken na<br />

aanleiding van de gegeven dolfijntherapie.<br />

5 9 2 31,25% van de respondenten gaf aan dat hun kind minder<br />

zelf verzonnen woorden gebruikt na aanleiding van de<br />

gegeven dolfijntherapie.<br />

6 8 2 37,5% van de respondenten gaf aan dat hun kind beter<br />

begrijpt wat tegen hem/haar gezegd wordt na aanleiding<br />

van de gegeven dolfijntherapie.<br />

6 8 2 37,5% van de respondenten gaf aan dat hun kind situaties<br />

ook vanuit een ander oogpunt begint te bekijken na<br />

aanleiding van de gegeven dolfijntherapie.<br />

Zelfvertrouwen 13 1 2 81,25% van de respondenten gaf aan dat hun kind <strong>me</strong>er<br />

Tonen of onder woorden<br />

brengen gevoelens<br />

Zoekt uit zichzelf contact<br />

<strong><strong>me</strong>t</strong> u<br />

Zoekt uit zichzelf contact<br />

<strong><strong>me</strong>t</strong> broert<strong>je</strong>s en/of zus<strong>je</strong>s<br />

Zoekt uit zichzelf contact<br />

<strong><strong>me</strong>t</strong> leeftijdsgenoten<br />

zelfvertrouwen heeft gekregen na aanleiding van de<br />

gegeven dolfijntherapie.<br />

8 5 3 50% van de respondenten gaf aan dat hun kind<br />

makkelijker kan tonen en/of onder woorden brengen hoe<br />

hij/zij zich voelt na aanleiding van de gegeven<br />

dolfijntherapie.<br />

8 8 0 50% van de respondenten gaf aan dat hun kind sneller<br />

contact <strong><strong>me</strong>t</strong> hen zoekt na aanleiding van de gegeven<br />

dolfijntherapie.<br />

6 10 0 37,5% van de respondenten gaf aan dat hun kind sneller<br />

contact <strong><strong>me</strong>t</strong> broert<strong>je</strong>s/zus<strong>je</strong>s zoekt na aanleiding van de<br />

gegeven dolfijntherapie.<br />

10 4 2 62,5% van de respondenten gaf aan dat hun kind sneller<br />

contact <strong><strong>me</strong>t</strong> leeftijdsgenoot<strong>je</strong>s zoekt na aanleiding van de<br />

gegeven dolfijntherapie.<br />

71


Vragen<br />

Reageert positief als u<br />

contact <strong><strong>me</strong>t</strong> hem/haar<br />

zoekt<br />

Uw kind reageert positief<br />

als broert<strong>je</strong>s en/of zus<strong>je</strong>s<br />

contact <strong><strong>me</strong>t</strong> hem/haar<br />

zoeken<br />

Reageert positief als<br />

leeftijdsgenoten contact<br />

<strong><strong>me</strong>t</strong> hem/haar zoeken<br />

Doet wat van hem/haar<br />

verwacht wordt<br />

Positieve<br />

Veranderingen<br />

N.v.t.<br />

Geen<br />

veranderingen<br />

Resultaat<br />

5 9 2 31,25% van de respondenten gaf aan dat hun kind vaker<br />

positief reageert als hij/zij (respondent) contact <strong><strong>me</strong>t</strong><br />

hem/haar opzoeken na aanleiding van de gegeven<br />

dolfijntherapie.<br />

5 9 2 31,25% van de respondenten gaf aan dat hun kind vaker<br />

positief reageert als broert<strong>je</strong>s/zus<strong>je</strong>s contact <strong><strong>me</strong>t</strong> hem/haar<br />

opzoeken na aanleiding van de gegeven dolfijntherapie.<br />

6 7 3 37,5% van de respondenten gaf aan dat hun kind vaker<br />

positief reageert als leeftijdsgenoot<strong>je</strong>s contact <strong><strong>me</strong>t</strong><br />

hem/haar opzoeken na aanleiding van de gegeven<br />

dolfijntherapie.<br />

10 4 2 62,5% van de respondenten gaf aan dat hun kind, na<br />

aanleiding van de gegeven dolfijntherapie, vaker doet wat<br />

er van hem/haar verwacht wordt.<br />

Licha<strong>me</strong>lijk goed gezond 8 5 3 50% van de respondenten gaf aan dat de licha<strong>me</strong>lijke<br />

gezondheid van hun kind vooruit is gegaan na aanleiding<br />

van de gegeven dolfijntherapie.<br />

Zelfstandig zitten 1 12 3 6,25% van de respondenten gaf aan dat hun kind beter<br />

Zelfstandig van zit naar<br />

stand ko<strong>me</strong>n<br />

zelfstandig kan zitten na aanleiding van de gegeven<br />

dolfijntherapie.<br />

0 14 2 Er is geen vooruitgang geboekt op het gebied van<br />

zelfstandig van zit naar stand ko<strong>me</strong>n.<br />

Zelfstandig staan 4 11 1 25% van de respondenten gaf aan dat hun kind beter<br />

Voorwerp zelfstandig<br />

gooien<br />

Voorwerp zelfstandig<br />

vangen<br />

zelfstandig kan staan na aanleiding van de gegeven<br />

dolfijntherapie.<br />

6 8 2 37,5% van de respondenten gaf een verbetering bij hun<br />

kind te zien in het zelfstandig gooien van een voorwerp,<br />

na aanleiding van de gegeven dolfijntherapie.<br />

8 4 4 50% van de respondenten gaf aan een verbetering bij hun<br />

kind te zien in het zelfstandig vangen van een voorwerp,<br />

na aanleiding van de gegeven dolfijntherapie.<br />

72


Vragen<br />

Positieve<br />

Veranderingen<br />

N.v.t.<br />

Geen<br />

veranderingen<br />

Resultaat<br />

Zelfstandig drinken 1 13 2 6,25% van de respondenten gaf aan een verbetering te zien<br />

bij hun kind op het gebied van zelfstandig drinken na<br />

aanleiding van de gegeven dolfijntherapie.<br />

Zelfstandig eten 5 9 2 31,25% van de respondenten gaf aan een verbetering te<br />

Tafel afrui<strong>me</strong>n en spullen<br />

in kast<strong>je</strong>s opbergen<br />

Plaatsen van klein<br />

voorwerp in daarvoor<br />

bestemd doos<strong>je</strong><br />

zien bij hun kind op het gebied van zelfstandig eten na<br />

aanleiding van de gegeven dolfijntherapie.<br />

7 9 0 43,75% van respondenten gaf aan, na aanleiding van de<br />

gegeven dolfijntherapie, een verbetering te zien bij hun<br />

kind op het gebied van de tafel afrui<strong>me</strong>n en spullen in<br />

kast<strong>je</strong>s opbergen.<br />

8 7 1 50% van de respondenten gaf aan dat hun kind, na<br />

aanleiding van de gegeven dolfijntherapie, makkelijker<br />

een klein voorwerp<strong>je</strong> in een daarvoor bestemd doos<strong>je</strong> kan<br />

plaatsen.<br />

Zelfstandig wassen 6 7 3 37,5% van de respondenten gaf aan een verbetering te zien<br />

bij hun kind op het gebied van zelfstandig wassen na<br />

aanleiding van de gegeven dolfijntherapie.<br />

Zelfstandig aankleden 7 6 3 43,75% van de respondenten gaf aan een verbetering te<br />

Zelfstandig tanden<br />

poetsen<br />

Zelfstandig knopen van<br />

kleding dicht maken<br />

zien bij hun kind op het gebied van zelfstandig aankleden<br />

na aanleiding van de gegeven dolfijntherapie.<br />

5 6 5 31,25% van de respondenten gaf aan een verbetering te<br />

zien bij hun kind op het gebied van zelfstandig<br />

tandenpoetsen na aanleiding van de gegeven<br />

dolfijntherapie.<br />

9 5 2 56,25% van de respondenten gaf aan een verbetering te<br />

zien bij hun kind bij het zelfstandig knopen van kleding<br />

dichtmaken na aanleiding van de gegeven dolfijntherapie.<br />

73

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!