: ~xND~wERraNqRucrrl~Ni;135 - VluchtelingenWerk Nederland

: ~xND~wERraNqRucrrl~Ni;135 - VluchtelingenWerk Nederland : ~xND~wERraNqRucrrl~Ni;135 - VluchtelingenWerk Nederland

vluchtelingenwerk.nl
from vluchtelingenwerk.nl More from this publisher
15.09.2013 Views

-- ~- ;3.:.. ~-,~ * .--.~r-. hrstirie “- t ~‘j!fiL Lsa _< : ~xND~wERraNqRucrrl~Ni;135 Districuhoofd~IND Hoofd UW ec Hoofd DVB sztn&advocaat Ministerie van Buitenlandse ZakenlDAZ Hoofd IND (070) 370 3122 3 juli 1997 EDS Re+dplegen. trefwootd consulaire huwelijken, objecttype ‘~erkinsaucde’ erkxu#ng van coruulaire huwelijken gesloten in Nederland waarbij een Neder- Lamise partij betrokken is - -c” Naar aanleiding van een uitspraak YUI de Hoge Raad van 13 december 1996 (RvdW 1997, nr. 2) betreffende vultrekking van huwelijken ten oversteen ve.t~ een buitenlandse consulaire ambtenaar in Nederland waarbij een Nederlandse partij is betrokken heeft de Commissi e van advies voor de zaken betreffende de bur- gerlífke staat en de natíoneLltelt een OfficEIe MededelIng ~r.1/1597) uitge- bracht. Ondanks het feeit dat de Officiale Mededeling ntet gericht is aan de ambte.ne.ten~~= Van de Immigratie- en Naturalisatiedienst ben ik ven mening dat het advies ook door de IND gevolgd dient te worden. Her advies houdt in dar door buirenlendse consulaire ambtenaren in Nederland volnokken huwelijken. waarbij een partij met de Nederlandse nationaliteit is betrokken en waarvan na de datum ven de uirspraak opname in de gemeente- lijke basisadminisuatie wordt velzocht, rechugeldig re achten behoudens strijd met de openbare orde. Dit betekent dat huwelijken op dezelfde wijze als In het buitenland gesloren huwelijken dienen te worden getoetx dat wíl zeggen aan her bepaalde in de ertikelen 31% en 3’7. tweede lid. ven de Wet GBA. Dit Laatere is bedoeld ter voorkoming ven reginratie ven schijnhuweIIjkm. De Officiele Mededeling nr 1.1 1997 is als bIjlage bi]gevoegd.

--<br />

~- ;3.:.. ~-,~<br />

* .--.~r-.<br />

hrstirie “-<br />

t ~‘j!fiL<br />

Lsa<br />

_<<br />

: <strong>~xND~wERraNqRucrrl~Ni</strong>;<strong>135</strong><br />

Districuhoofd~IND<br />

Hoofd UW<br />

ec Hoofd DVB<br />

sztn&advocaat<br />

Ministerie van Buitenlandse ZakenlDAZ<br />

Hoofd IND<br />

(070) 370 3122<br />

3 juli 1997<br />

EDS Re+dplegen. trefwootd consulaire huwelijken, objecttype ‘~erkinsaucde’<br />

erkxu#ng van coruulaire huwelijken gesloten in <strong>Nederland</strong> waarbij een Neder-<br />

Lamise partij betrokken is<br />

- -c”<br />

Naar aanleiding van een uitspraak YUI de Hoge Raad van 13 december 1996<br />

(RvdW 1997, nr. 2) betreffende vultrekking van huwelijken ten oversteen ve.t~ een<br />

buitenlandse consulaire ambtenaar in <strong>Nederland</strong> waarbij een <strong>Nederland</strong>se partij<br />

is betrokken heeft de Commissi e van advies voor de zaken betreffende de bur-<br />

gerlífke staat en de natíoneLltelt een OfficEIe MededelIng ~r.1/1597) uitge-<br />

bracht.<br />

Ondanks het feeit dat de Officiale Mededeling ntet gericht is aan de ambte.ne.ten~~=<br />

Van de Immigratie- en Naturalisatiedienst ben ik ven mening dat het advies ook<br />

door de IND gevolgd dient te worden.<br />

Her advies houdt in dar door buirenlendse consulaire ambtenaren in <strong>Nederland</strong><br />

volnokken huwelijken. waarbij een partij met de <strong>Nederland</strong>se nationaliteit is<br />

betrokken en waarvan na de datum ven de uirspraak opname in de gemeente-<br />

lijke basisadminisuatie wordt velzocht, rechugeldig re achten behoudens strijd<br />

met de openbare orde. Dit betekent dat huwelijken op dezelfde wijze als In het<br />

buitenland gesloren huwelijken dienen te worden getoetx dat wíl zeggen aan<br />

her bepaalde in de ertikelen 31% en 3’7. tweede lid. ven de Wet GBA. Dit Laatere is<br />

bedoeld ter voorkoming ven reginratie ven schijnhuweIIjkm.<br />

De Officiele Mededeling nr 1.1 1997 is als bIjlage bi]gevoegd.


oEicië1c hísg nr. 111997<br />

- -:-<br />

Omimerp: Vom “SE, huv4jkm m overa.m, vm,acnbu--bh-iaNcdaLndvr<br />

sen Nedcrhdro pu-tij ia be&okkm.<br />

OP13deccmber1996hkftdsHoesRudrm-pw~(RvdW1997,~.2)cpscnU1mt~~inhabc<br />

dtrwavrncenhwdlikbgvm&~Idùn~ tha& te ‘*Hrxtogenbacb Yam 20 mvemba 1994. Je@<br />

mu am&ìiq vm de vorduing van dr. Ofkia YYI Justitie van 19 jammi 1594 tu VVacÏÏ p-<br />

Da CILUb was ds “d@<br />

In 1991 u op ke< MYDkbrnsc c.an.mllut E Romzdam ha +“t$J~ VO- t”.4WXl tWvcS v VUIM~<br />

~Davrr>wwurrivenrinho~v~&Nsdcrlmdrcndolulitcit.dic~jdrnr~in1989<br />

Vbga.<br />

1n1993wczddoor&manun&ftcgedmnbijdc~ v~dehupchíjkmd;~&gcbomevwcendocl<br />

Er vad an’$amme&e “UI icn wenig kùld opp-<br />

De of&ia vti j,mitic w.s “UI znen& dat er geca qmke WYY v.n een geldig hwdiJI QI diemie op omrd - =<br />

24vmBak1~hctBurgerli~W~osnuontairyioWv4~vrnQ~ iadkwoee,~<br />

~~seolsv~~~~~vm&mDedirmukebbm.Derrch&~w~w.~~l&hcrhlRICliJL<br />

rechugcldig dimt te worden ungemerkt cra weu de wsrdwhg af.<br />

TCgaderrlWChikhgV~&rshmMkhodt&~ bij de Hoge P.md beroep in asmiaïmhuk<br />

der wu impeld, omdu -eau tijn grraniq- hu v0l~e.1 vm hweiijkea doet buiwdamds mwùisDub-=<br />

Neddand miu r&tagelëe km pl,se&dq indisn Mn vam da ptijca in het bezit ia van de Neduìsndw m&mal<br />

Ds Hoge Raad heeft ha baocp “u~orpcd.<br />

la de p&jk wardm in Nededmd -men& in andere Mm wur & vol~ckkiag VUI 6~artJijkm dDor M<br />

coluuùim aJlt&Nnn in priaápa wordt t,xm tw&ijkRl die VOltml*rn zijn dom am buucatodrs -<br />

- ruhuge1dig geachs iodicn voldun it aan de wlgemde drie roonvurdcn:<br />

1) de krisc cas,l,im .t,,W ù volgens ha re&< v.,, de z.a,&a.t bewagd M het vokrekkm vsn h-@t<br />

2) de mdaru hul LUI Nded.,,& conollurr uahte- loe lweli,b


Justitie ’<br />

. $<br />

Aan<br />

Yan<br />

DOWkkS.WMne,<br />

Dmml<br />

vmcdplaatr<br />

onduwerp<br />

IND-WERKINSTRUCTIE NR. 11%<br />

Districtshoofden IND<br />

Hoofd UPV<br />

C.C. Hoofd DVB<br />

Landsadvocaat<br />

ACV<br />

Ministerie van titenlandse ZalrenlDPCIAM<br />

Hoofd IND<br />

(070) 370 3122 JP<br />

22 juli 1997 ii i Ii<br />

EDS-raadplegen. objedttype “Werkinstructies”<br />

Hoorplichtlvoorleggen raken ACV of ambteIijke commissie.<br />

Deze werkinstructie ueruangr werkinstructie ~1: 115 uan 1 i februari 1997.<br />

In dere werkinstrucrie worden geen nieuwe inzichten geformuleerd, maar reeds<br />

bestaande inzichten. wnor nodig, verduidelijkt.<br />

Het onderdeel onder de kop ‘Hoe wordt bepaald dar er sprake is van een hwr-<br />

plicht? op pagina 1 mn werkinstructie 115 zou bij kennisneming door denken<br />

aanleiding kunnen geven mot misverstanden. Daarom heb ik de eerste alinea onder<br />

deze kop gewijzigd Voor her ouerige ls de inhoud van deze werkinstructie gelijk<br />

nan die van werkinsnuctie nr. 115, die bij deze is komen te wwallen.<br />

Inleiding<br />

De Rechtseenheidskamer (REK) heeft op 11 juli 1996 uitspraak gedaan over de<br />

hoorplicht in de bezwaarfase (vindplaats EDS : obj.id. 836537 en 836521). Deze<br />

uitspraak komt er op neer dat er een hoorplicht is tenzij er sprake is van de<br />

uitzonderingen van de artikelen 7:3 en 7~17 Algemene Wet Bestuursrecht of<br />

artikel 32. lid 2. Vw (uitzetting blijft Net achterwege).<br />

ArlikCI 7:s hwb luidt : van het horen van belanghebbmden kan worctcn SQezkn indien<br />

a. her berwasr&cifi kennelijk niet-ontvankelijk is<br />

b. ha b-sr kenne,ijl; ongegrond is:<br />

c. de bchghebbenden hebben verklaard geen gebruik 1.3 wil*” “wken uan hef rdll le<br />

worden g*kwo‘d. 01<br />

d. 8811 hel bezW..C volledig q.%moer word, gekomen en aarlsrï ldanghebben durdwr “in<br />

in h”I1 belanget, k.unnen worden *erchaad.”<br />

Art. 737 Awb luid, :“V,n hac horen van belanghebbenden kan worde” afgezie” indien :<br />

a. her beroep kennelijk nie,.an~rnieujk is;<br />

b. het beroep kenneuji; ongegrond is. ot<br />

c. de belanghebbenden hebben VerWMrd geen gebruik te willen maken m het recht te<br />

worden &cmd.”<br />

Bij het behandelen van de bezwaarzaken in het kader van het wegwerken van de<br />

achterstand komt veelvuldig de vraag naar voren wanneer er sprake is VZUI een<br />

hoorplicht. In verband met de grote behoefte aan houvast. en de noodzaak om<br />

snel inzicht te krijgen wanneer er sprake is van een hoorplicht, heb ik de volgen-<br />

de werkinstructie vastgesteld. Enkele vraagpunren zijn nog overgebleven; deze<br />

zullen zo spoedig mogelijk in een uitgebreidere werkinstructie worden neergw<br />

legd.


IND-Werkinstructie<br />

Hoe wordt bepaald dut er sprake is van een hoorplicht?<br />

Hoofdregel is dat geen hoorplicht geldt indien uitzetting gedurende de bezwaar-<br />

fase niet achterwege blijft @tIkel 32. lid 2 Vw).<br />

De volgende situaties laten zich onderscheiden.<br />

1. De uitzetting blijft niet achterwege.<br />

Op grond van artikel 32. lid 1 Vw geldt voor asielzaken als criterium dat er in<br />

redelijkheid geen twijfel over kan bestaan dat geen gevaar bestaat voor vervol-<br />

ging in de zin van at. 15 Vw. Voor reguliere zaken geldt als criterium dat het<br />

bezwaar of het administratief beroep geen redelijke kans van slagen heeft. Er 1s<br />

geen hoorplicht.<br />

2. De uitzetting blijft achterwege omdat langer dan zes maanden ie gewacht met<br />

het bepalen van de uitzetting.<br />

De rechter heeft aangegeven dat in deze gevallen de bepaling van art. 32, lid 2<br />

Vw niet meer mag worden toegepast. Er is in beginsel een hoorplicht. tenzij de<br />

uitzondering van artikel 7:3 j’ 7:17 Awb van toepassing is.<br />

3. Uitzetting achterwege laten.<br />

De uitzetting blijft op inhoudelijke gronden achterwege [zie artikel 32. lid 1 Vw).<br />

Er is in beginsel een hoorplicht. In deze gevallen zal de uitzondering van artikel<br />

7:3 y 7:17 Awb zich (vrijwel) niet voordoen. Dit geldt ook als de rechter een ver-<br />

zoek om een voorlopige voorziening op inhoudelijke gronden heeft toegewezen.<br />

4. Alsnog uitzetting achterwege laten.<br />

Na het aanvankelijk niet achterwege laten van de uitzetting wordt alsnog uitzet-<br />

ting achterwege gelaten of [in voorkomende gevellen. zie de leidraad moeilijke<br />

landen) uitstel van vertrek verleend. op gronden die gerelateerd zijn aan het ge-<br />

vraagde verblijfsdcel. In deze gevallen is er ook in beginsel een hootplicht. tenzij<br />

de uitzondering van artikel 7:3 j0 7:17 Awb van toepassing is.<br />

Ditzelfde geldt bij een roewijzend vonnis in voodopige voorziening omdat de<br />

stukken niet op tijd zijn aangeleverd.<br />

5. Verblijfstitel.<br />

Betrokkene is (in asielzeken) in het bezit ven een verblijfetitel. Ex is in beginsel<br />

een hoorplicht. tenzij de uitzondering van art. 7:3 Awb van toepassing ls.<br />

N.B. : De homplicht houdt in dat de betroklren vreemdeling in persoon IIVJR<br />

worden gehoord.<br />

WeZZce commissie tnrxt worden ZngeschokeZd?<br />

De systematiek van de Awb brengt met zich mee dat het horen in beginsel<br />

geschiedt door het bestuutsorgaan zelf - voor de IND geldt dat het horen ge-<br />

schiedt door een ambtelijke commissie - tenzij een adviescommissie in de zin<br />

van art. 7:13 Awb is ingeschakeld. In het vreemdelingenrecht is op een aantal<br />

plaatsen geregeld in welke gevallen de Adviescommissie voor Meemdelingenza-<br />

ken als commissie in de zin van art. 7~13 Awb zal worden ingeschakeld.<br />

Horen door de ambtelike commissie dient zorgvuldig te gebeuren. Voorzover<br />

zaken aan de ACV worden voorgelegd, dient dit aanbod voor wat betreft Mi-<br />

teit van de voorlegging, het aantal en de afdoeningstermijn bewaakt te worden.<br />

2


IND.Werkinstructie<br />

Voor de reguliere vreemdelinge”zake” geldt dat er zalzn zijn die op grond Yan<br />

de Vreemdelingenwet (at 31, lid 21, het Vreemdelingenbesluit (de artikelen 101<br />

tot en met 106) of de Vreemdelingencirculaire (hoofdstuk 83) verplicht moeten<br />

worden voorgelegd aan de ACV<br />

De overige hoorzaken worden dus door re” ambtelijke hoorcommissie afgehan-<br />

deld.<br />

b. Asiel<br />

Voor asielzaken geldt artikel 31. lid 2. aanhef en sub b Vw. Hierin is bepaald dat<br />

vreemdelingen die &&QQ zekere hoogte aan- hebben gemaakt dat zij<br />

tengevolge van uitzetting gegronde reden voor vervolging in de zin van artikel 15<br />

Vw te vreze” hebben, door de ACV moeten worden gehoord.<br />

Bij de beoordeling van de waag of sprake is van twijfel in de tin van arr. 31, lid<br />

2, aanhef en sub b Vw moet met “ame in het oog worden gehouden dat het<br />

uitsluitend gaat over de hvijfel in het kader van vluchtelingrechtelijke vervolging.<br />

Dat wil zeggen vervolging wegens het behore” tot een van de categoriet?” als<br />

bedoeld in het Vluchtelingenverdrag dan wel in artikel 15 Vw. Als het verhaal<br />

geen aanknopingspunten biedt voor het aanneme” YUI een dergelijke vervolging<br />

is er geen sprake van de hier bedoelde twijfel, en besraar er geen aanleiding om<br />

de zaak aan de ACV “oor te leggen.<br />

Aan de ambtelijke commissie worden die zaken voorgelegd, waarin er geen<br />

twijfel bestaat over het vluchtelingschap (betrokkene is geen vluchteling), maar<br />

het bezwaiwschrlft niet als kennelijk ongegrond kan worde” aangemerkt. Voorts<br />

zaken waarin het a-verzoek enige kans van slagen heeft en zaken. waarin (juridi-<br />

schel argumenten ten aanzien van de artikelen 15. 15b en 15~ Vw worden aan-<br />

gevoerd, die Net de inhoud va” het relaas betreffen.<br />

Wanneer is een bezwaarschrift kennel~k ongsgrond?<br />

De BEK verwijst naar de Memorie va” Toelichting op het wetsontwerp Awb,<br />

waaruit blijkt dat er sprake is van een kennelijk ongegrond bezwaarschrift wan-<br />

neer uit het bezwatuscMft teffreeds aanstonds blijkt dat de bezwaren van de<br />

Indiener ongegrond zijn en er redelijkewijs geen twijfel mogelijk is over die<br />

conclusie. Daarbij moet de inhoud van het bezwaarschriit worden beoordeeld in<br />

samenhang met hetgeen in eerste instantie door betrokkene is aangevoerd en<br />

met de motlverlng van de beschlkldng in eerste aanleg.<br />

Een bezwaarschrift kan niet zonder meer als kennelijk ongegrond worden aar-<br />

gemerkt indien “er “iets in de zaak zit”.<br />

Voor de mee% voorkomende gevallen zijn in de bijlage teksten opgenomen. die<br />

in beschiinge” kunnen worden gebruikt. De bouwstenen UI INDE zullen zo<br />

spoedig mogelijk worden aangepast.<br />

3


IND-Wetldnsttuctie<br />

Motiming uatt het niet-horen<br />

Adel :<br />

“Betrokkene heeft niet tot op zekere hoogte aannemelijk gemaakt dat ‘hijhij<br />

gegronde redenen heeft re vrezen voor vervolging in de zin van art. 15 Vw. Met<br />

het oog hierop bestond geen aanleiding betrokkene door de Adviescommissie<br />

voor Vreemdelingenzaken te doen horen.<br />

uit de inhoud van her bezwaarschrift, beoordeeld in samenhang met hetgeen in<br />

eerste instantie door betrokkene is aangevoerd en met de motivering van de<br />

bestreden beschikking, blijkt voorts reeds aanstonds dar de bezwaren van be-<br />

trokkene ongegrond zijn. terwijl er redelijkerwijs geen twijfel mogelijk is over die<br />

conclusie. Hieruit volgt dat het bezwaarschrift kennelijk ongegrond is. Op grond<br />

daarvan bestond ook overigens geen aanleiding betrokkene in de gelegenheid te<br />

stellen op het bezwaar te worden gehoord, zodat daarvan is afgezien. ”<br />

Reguller :<br />

‘“Uit de inboud van het bezwaarschrift. beoordeeld in samenhang met hetgeen in<br />

eersre instantie door betrokkene is aangevoerd en met de motivering van de<br />

bestreden beschikking, blijkt reeds aanstonds dat de bezwaren van betrokkene<br />

ongegrond zijn, terwijl er redelijkerwijs geen twijfel mogelijk is over die conclu-<br />

sie. Hieruit volgt dat het bezwaarschrift kennelijk ongegrond is. Op grond daar-<br />

van bestond ook overigens geen aanleiding betrokkene in de gelegenheid te<br />

stellen op het bezwaar te worden gehoord, zodat daarvan is afgezien.”<br />

Motitwlng van het afiien van het horen door de ACV (arieLaken)<br />

“Betrokkene heeft niet tot op zekere hoogte aannemelijk gemaakt dar *hij/zij ge-<br />

gronde redenen heeft te vrezen voor vervolging In de zin van art. 15 Vw. Met het<br />

oog hierop bestond geen aanleiding betrokkene door de Adviescommissie voor<br />

Vreemdelingenzaken te doen horen.”<br />

4<br />

/ :<br />

/ ‘


;,.,,.: .., ;<br />

Ministerie<br />

van Justitie<br />

Directoraat-Generaal Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken<br />

Posta&” Pesttlw *omI, 2mo EH na” Hug<br />

De Vootzitter van de Tweede Kamer<br />

der Staten-Generaal<br />

POStbus 20018<br />

2250 EA Den Haag<br />

- Directie Vreemdelingenbeleid<br />

- 11 juli 1997<br />

onrlmr!mh 639274/97/DVB<br />

LWS.Ol)<br />

ambtsbericbr<br />

o- Beleid inzake Ethiopische asielzoekers<br />

B.ZZWbdr”<br />

sc.h~ldo*rrt!mvn 100<br />

2511 Ex OmI nuo<br />

ntNoW~)3707911<br />

Fu p37q 3 70 79 00<br />

TdW 34554 mvl lil<br />

Bij lmmntmordi<br />

*s.iatumen~~<br />

lcwundc wmm!dmn.<br />

De Minister van Buitenlandse Zaken heeft op 30 juni jl. een ambtsbericbt<br />

uitgebracht over de situatie in EthiopiC. In deze brief informeer ik u over de<br />

consequenties die ik aan de inhoud van het ambtsbericht verbiid. Het<br />

ambtsbericbt zend ik als bijlage mee.<br />

Het beleid sinds IS92<br />

Het ambtsbericht van 6 december 1991 gaf de situatie msr na de politieke<br />

Ol,WWlt6-ling op 21 mei 1491. Op basis van dit ambtsbericbr heeft de t~nmaliie<br />

Staatssecmtak VZUI Justitie besloten niet meer van gedwongen terugkeer xraar<br />

Ethiopië af te zien: op 2 januari 1492 werd aldus het gedoogbeleid nor<br />

Ethiopische asielzoekers b&Lndigd. De beoordeling van de asielverzoeken van<br />

Ethiopische asielzoekers heeft sindsdien plaatsgevondeo op basis van de<br />

infm’matle in bovengenoemd ambtsbericht en het ambtsberichr van 27 november<br />

1992.<br />

Op 10 maart 1995 heeft de president van de rechtbank Den Haag geoordeeld dat<br />

Ethiopische asielzoekers niet zonder meer als vlwbtelb~g kunnen worden<br />

aangemerkt of aanspraak kunnen maken op een vergunning tot verblijf op gmnd<br />

van klemmende redenen van humanitaire aard<br />

s(Ptistilfhe gegeve”,<br />

Het aantal asielvetzneken van Etbiopi&s is sinds de machtsomwenteling gedaald<br />

In 1991 vroegen BL6 Etbicpiërs asiel aan, in 1996 108. Tot en met juni dit jaar<br />

hebben inmiddels 66 Etbiopigrs asiel aangevraagd. In de periode van verboogde<br />

instroom in IS93 en IS94 vroegen nog respectievelijk 447 en 597 Etbiopiérs asiel


639274/97/DVB / 11 juli 1997<br />

aan.<br />

Het aantal beslissingen in de periode 1991 - 1997 is als volgt:<br />

1991<br />

1992<br />

1993<br />

1994<br />

1995<br />

1996<br />

1997<br />

A-SfOlLLT<br />

24<br />

95<br />

14<br />

3<br />

7<br />

31<br />

7<br />

VtP Afwijzing owfg TOCXll<br />

humanitair<br />

SI 600 475 1390<br />

809 1096 366 2358<br />

116 320 79 529<br />

99 492 52 646<br />

125 569 90 791<br />

190 629 129 1179<br />

35 107 17 166<br />

De gegevens over 1997 betreffen de periode januari tot en met juni. Deze<br />

gegevens over de produktie zijn niet gerelateerd aan de datum van indiening van<br />

het asielvenoek.<br />

Het aantal Ethiopische asielzoekers dat uit <strong>Nederland</strong> is vertrokken in dezelfde<br />

periode is als volgt:<br />

1991<br />

1992<br />

1993<br />

1994<br />

1995<br />

1996<br />

1997<br />

LTitzafting Vertrek onder contde Lnn rotad<br />

wezichr udres<br />

9 5 24 38<br />

5 14 25 44<br />

6 13 28 47<br />

3 13 32 48<br />

19 30 97 146<br />

26 25 156 207<br />

6 16 71 95<br />

De gegewns over 1997 betreffen de periode januari tot en met juni. De gegevens<br />

zijn niet gerelateerd aan het land waar de betrokkenen personen naartoe Pjn<br />

terugpestuurd.<br />

De duies van de Mirdster van Buiteniandae Zaken<br />

In het ambtsbeticht van 30 juni jl. concludeert de Minister van Buitenlandse<br />

Zaken dat Ethiopi& na de betindiging van het regime Mengisha. eerst onder een<br />

overgangsregeting Isinds juli 1991). daarna onder een grondwettelijke<br />

parlementaire regering (sinds augustus lSS5), belangriJke stappen heeft gezet op<br />

de weg van democratische instituties. MCL betrekJdng tot de<br />

mensenrechtensituatie spreekt de Minister van Buitenlandse Zeken van<br />

aanzienlijke verbeteringen. Vervolging door de overheid op grond van godsdienst.<br />

etniciteit of het behoren tot een sociale groep komt in EtbiopiC in het algemeen<br />

niet voor. Desalniettemin lopen bepaalde personen het risico het doelwit te<br />

worden van repressieve acties zoals detenties. Ten aanzien van de terugkeer<br />

concludeert de Minister van Buitenlandse Zaken dat op grond van de algehele<br />

2


639274/97/DVB / 11 juli 1997<br />

situatie in Ethiopië en in aanmerking nemende dat de afgelopen jaren onder<br />

auspi&n van UNHCR tienduizenden Ethiopische vluchtelingen uit naburige<br />

landen in veiligheid naar hun land zijn teruggekeerd, er geen omstandigbeden<br />

aanwezig zijn die tot ten&oudcndheid bij de verwijdering van uitgeproccdeerdc.<br />

afgewezen asielzoekers zouden nopen.<br />

Ik vnlg het advies van de Minister van Buitenlandse Zaken neergelegd in dit<br />

ambtsbericht op. Ik zal mijn toelatingsbeleid aanpassen aan de informatie en het<br />

terugkeerbeleid ten aanzien van Ethiopische asielzoekers MOR zetten. In het<br />

kader van het terugkeerbeleid zijn momenteel gcsprekJzen gaande met de<br />

Ethiopische autoriteiten over een pilotproject tijwillige terugkeer. Als deze<br />

gesprekken zijn afgerond zal ik uw Kamer hier nader over berichten.<br />

De Staatssecretaris van Justitie<br />

3


IND-WERKINSTRUCTIE NR. 138<br />

kl Distrlctshoofden IND<br />

Hoofd UPV<br />

C.C. Hoofd DVB<br />

Landsadvocaat<br />

ACV<br />

Ministerie van Buity&mIse 7akenlDPC<br />

-et<br />

val<br />

Hoofd IND<br />

(070) 370 3122 cmum 15 juli 1997<br />

-<br />

EDS, trefwoord “Ir<br />

ondemerp Toeladngsheleid Iriansi asielzoekers<br />

L<br />

ctype “Wertistructie”<br />

Op S juni 1997 heeft de Mlrdster ven Buitenlandse Zaken een nieuw ambtebe-<br />

richt vastgesteld over de situatie in Iran (EDS. object i.d 673120).<br />

Naar aanleiding hiervan heefl de Staarssecreraris de Voorzitter van de Tweede<br />

Kamer biJ brief ven 16 juni 1997 CeDS. object i.d 673959) beticht, dat het beleid<br />

inzake Iraanse asIelzoekers op hoofdlijnen gehandhaafd blijft.<br />

Ten aanzien van dienstweigeraars en deserteurs heeft de Staatssecreta& de<br />

Tweede Kamer ingelIcht ovet het voornemen om niet langer een uitzondering te<br />

maken “oor wat betreft de terugkeer “en deze categorie personen.<br />

Naar aanleiding van ingewonnen nadere Informarie handhaaft de Mlnlster ven<br />

Buitenlandse Zaken zijn eerdere conclusie met betrekking tot dIenstweigeraars<br />

en deJeneors. ook uit de oorlog Iran-Irak, dat zij in de praktijk geen (asielrech-<br />

telijke) pmblemen ondervinden van de zijde ven de Iraanse autoriteiten.<br />

Tijdens het overleg van 26 jtml 1997 is de Tweede Kamer ekkoord gegaan met de<br />

in de brief ven 18 juni 1987 uitgezette bclei&Iijnen.<br />

De zeken van dlenstwelgeraars en deserteurs behoeven daarom niet langer te<br />

worden aangehouden.<br />

Naar aanleiding ven het bovenstaande heb ik met ingang ven heden de vulgende<br />

instrucUe vastgesteld<br />

IND-Werkinstructie nr. 69 met de bijbehorende afdoeningenotitie van mei 1996<br />

en IND-Werkinshuctie nr. 72 komen alermee te vetvaUen.<br />

Algemene atdachtspunten<br />

De mensenrechtensituatie in Iran geeft blijkens het ambtsberichr nog steeds<br />

aanleiding tot bezorgdheld Bij de beoordeling van aslelaanvragen ven Ireni&‘s<br />

dient daarom nog immer grote voorzichtigheid te worden betracht. Steeds dient<br />

zorgvuldig gekeken te worden naar de inhoud ven de vluchtmotieven en het<br />

vluchtrelaas van betrokkene.<br />

De asielzoeker zel steeds zelf aannemelijk moeten maken der hij persoonlijk<br />

heeft te vrezen voor vervalging. Het vluchtverhaal dient consistenr en geloof-<br />

wa&g te zijn. SlJ een beroep op vluchtelingschap zal steeds duidelijk moefen


IND-Werkinstructie<br />

zijn dat degenen van wie vervolging wordt gevreesd op de hoogte zijn of kunnen<br />

geraken van de omstandlgheclen waarop de asielzoeker zich beroept.<br />

Uiteraard dlenr een redelijk verhand te bestaan tussen het moment van de<br />

vlucht en het tljdstlp waarop de gebeurtenIssen welke aanleiding hebben ge-<br />

vormd het land te verlaten hebben plaatsgevonden.<br />

Vootts mag er geen sprake tijn van gedragIngen els bedoeld in enikel IF enlaf<br />

artikel 33. tweede lid van het VluchtelIngenverdrag, of van gewIchtIge redenen<br />

aan het algemeen belang ontleend, zoals bedoeld In artikel 15. tweede Ild<br />

Vreemdelingenwet.<br />

Indicaties A-stafm:<br />

Uit de brief ven de Staats&ecrctaris van 18 juni 1997 en het ambtsbericht van 5<br />

juni 1997 ~Ljn de volgende sítuaties en omstandigheden te destilleren die erop<br />

kunnen wijzen dat er sprake is ven vluchtelingenschap.<br />

In deze werklnstructie wordt ter verduidelijking In een kleiner lewzrtype<br />

n~der Ingegaan op de inknmalle die her amhaherichr geeft met betrek-<br />

king tot de categoti&n en omstandIgheden die in de indicaties worden<br />

genoemd. Tussen haakjes wordt de vindplaats in het ambtsbericht<br />

a~“gegCV*tl.<br />

Personen die als contra-revolutionair worden aangemerkt, hebben anvermin-<br />

derd te maken met repressie.<br />

In deze gevallen wordt extra aandacht besreed aan de umag of wtiksl ,F<br />

Vluchtuiingenawdrag uan toepu$sing k en of het skchts om een mmnrnuun<br />

delict gaat, wamvan We lenuicwerkglng wn) de lmtr@i~ nkt gerelareerd<br />

Is aan tt?n van de ~r~~l&~@vnden van her Vluchtellngcnuerdrq.<br />

He, ambtsberiebt geeft aa” dat poUlieke activitehen als het “e,q,relden<br />

van pamnenen en het ckehemcn aan niet toegestane bljeenkomaten<br />

van verschillende opposItiegroeperingen niet tot repres& aanleiding<br />

Ijken te geven. M ziJ al plaatsvinden. Ven een lndlviduele raielsoeker<br />

mag dearoom verwacht worden dat bij een goed onderbouwd. con~ment<br />

en gsdetaiIIeerd saiehehm heeft. alvorens de potilleke activiteiten bannemelljk<br />

worden geacht (p. 7 & 81<br />

Het enke4 In bezit hebben dan wel ucopmiden van verboden materiaal.<br />

waamnder aatellieuchotels. rpeechea op tape of video. literatuuf die<br />

beledigend wordt geacht voor de Ishm zo& ‘De Dutvelwemen” van<br />

Edman Rusbdle. en oud beeld- en gehddamatedaal van de Sb& leidt<br />

blIJkees bel ambObedcLIt in de praktijk hooguit tot de oplegging van<br />

een geldboete Sezlt vrat verboden literatuur en van monarchistlach<br />

mtttdaLI wontt door de autodtelten niet ah een bedreiging gezien voor<br />

de interne veiligheid van de lvhmldsche RepublIek Cp. 91.<br />

Er is in deze gevallen dan ook geen sprake van vervolging In verdmgs-<br />

rechtelijke zln.<br />

InteUectuelen. waaronder onafhankeIljke schrl]vers en Journalisten, die zich<br />

inzenen tegen de censuur en voor meet vrijheid ven meningsuiting en vrije<br />

publicatie dienen rekenlng te houden met repressie (p. 14).


IND-Werkinstructie<br />

c. Moslims die Ach In Iran hebben bekeerd tot het christendom of een andere<br />

goddkmt en die aannemelIjk maken dat zij, omdat zij deze ovefitiging<br />

openliJk In Iran hebben uitgedragen, te maken hebben of kunnen h‘ijgen met<br />

ernstige repressie (p. 14).<br />

d Venegettwoordig~s VLUI niet-Lskitngodidiennen. zoals CMstelljke gemeen-<br />

ban. die verdacht worden van beketingsactíVlL?itetI en daarom te malen<br />

hebben met str&ef~~lgtn& bedreiging en Itttintidatie (p. 14).<br />

Met ultzonderb~gnn de pnestantsc g&obgemeenscbap “Awemblies<br />

af God” voeren bt,,kens bn ambtsbecicht .Ua In Iran gcvntigdc kerken<br />

een ,xer terugboudmd betsld bl) de toelating “UI bekeedingan IDt hun<br />

bxk en boedan z,] ricb niet bez@ met het bekeren van moslims (p. t51.<br />

e. Degenen die aannemelijk hebben gemaakt dat zij behoren tot de Baha’i-ge-<br />

Laofsgemeenschep en dat zij doelwit ztjn van repressieve handellngen.<br />

Het ambtsbericbt ge& aan dat de situatie van leden van de Baba’i-<br />

gelwA~@meenschap. een ntet ofttcw erkade rel@euz.e minderheid in<br />

km. zorgdlJk le te noemen. Er zijn berichten van vemorddingen en<br />

detenties nn aanhangers van het 8aba’l-geloof wegens &aili#eid.<br />

soms in combinatie met andere besbul4lglngen. Daanwast worden<br />

Bahdia geconfronled me< akIel beperkende mutregelen. onder<br />

meer op het gebied van onderwijs, wertgelegenbeid en bestuufiijkc<br />

~ctivitelten. Er ylndt neg staedr eonfi~cMk van eigendommen plaws (p.<br />

151.<br />

f. Personen die aannemeiljk meken dat zlj verdacht worden van banden met de<br />

Mujabeddln-e Kitalq (MKO) dienen rekening te houden met zware gevange-<br />

nisstraffen (p. 8).<br />

In deze gstikn wordt eztm aandacht besteed aan de vraag of nrtikd IF<br />

Viwhteflngrnwdmg van toqasstng k en of het xkvhrs om een M~~UWI<br />

d%lfcf gaat. wau- (de tenukwkgglng wn) de bestraffng nkt gcralalwd<br />

k aan Mn van de -Igingsgmnden uan het Vluchrclingmwrdrag.<br />

BUjje”~ het .mb


.<br />

IND-Werlónstructie<br />

IndkUles vhr-humanitair:<br />

a. Personen die (bijvoorbeeld door overlegging van een gerechtelijk document)<br />

aannemelijk maken dat hen een veroordeling te wachten staat die betrekking<br />

heeft op het plegen ven overspel (p. 13).<br />

IND-Werkinstntcfle nr. 31 (traumata-beleid) is ven toepassing.<br />

Op asielzoekers die hun aatweeg v6dr 1 januari 1994 hebben ingediend. is IND-<br />

werklttattuctle nr. 75 (‘gedoogden-vtv’) van toepassing: zij komen (behoudens<br />

contra-indicaties) in aanmerking voor een gedoogden-vtv.<br />

Spedfleke contra-lndlcetles:<br />

De uitreisprocedures op alle luchthavens met Internationale bestemming zijn<br />

bljwnder streng. Het is gelet op de uitgebreide controle tijwel onmogelijk dat<br />

personen die door de Ireanee overheid worden gezocht. langs deze weg, onder<br />

eigen neem met een legaal verkregen paspoort al dan niet met behulp van<br />

omkoping, het land kunnen verlaten (p. 21).<br />

Her op íegale wijze uitreizen via Iraans? luchthauenr vormt daarom een xeer be-<br />

Imgrijke contra-indicatie vew de aannemelijkheid von de gestelde problemen.<br />

Voor een uitreis op een uaLs paspoon w met bijbehorend pas-<br />

poonnummer geldt hazelfde: de autwite#en hebben immen in de persoon uan de<br />

aslelewker geen aanktding gezien om toet actie ouer te gaan.<br />

fhmmme delfcren<br />

Uit hef smbtsbericht komt naar voren dat sommige commttne delicten kunnen<br />

worden bestraft met de dood af met amputatie van lichaamsdelen. bijvoorbeeld<br />

indien de veroordeelde beschouwd wordt als ‘mohareb’ (sttijder tegen God).<br />

Iraniërs die eannemelljk maken dat ti] hiermee te malen zullen krijgen. kunnen<br />

op grond van artikel 3 EWIM niet worden teruggezonden neer Iran.<br />

Echter. vaat wet betreft de waag of bewokkene Ln aanmerking komt voor een<br />

verbliJftitel. is her normale beleid inzake de toepassing van artikel IF Vluchte-<br />

lingenverdrag en de openbare orde ven toepassing. Zie hiervoor onder meer<br />

IND-werkinstructie nr. 94 Kontra-indlcades In asielzaken’). Indien de asielzoe-<br />

ker in een dergelIJk geval “Ier vmr toelating in aenmerking konu. krijgt hij de<br />

aanzegging <strong>Nederland</strong> . op eigen ktacht - te verlaten.<br />

Daetneast wordt toegezegd dat terugzending naar Iran niet plaatsvindt zolang de<br />

betrokkens aldaar heeft te wezen voor een behandeling in de zin ven art. 3<br />

EVRM.<br />

vvlv:<br />

Asielzoekers uit Iran komen niet in aanmerking voor een wtv. TBV 96/15 en<br />

[ND-wertinstructie nr. 70 zijn van toepassing.<br />

Verwijderlngsn:<br />

Et gelden geen bijzondere criteria voor de verwijderbaerhefd ven Iraanse esiel-<br />

zoekers. In geval van vragen bij de vetwijdering ven ongedocumenteerde Iraniërs<br />

4<br />

j<br />

/


.<br />

IND-Wertistructie<br />

dknr contacr re wotden opgenomen met de ddelii ~oordhtstk verwijdetingen<br />

GOZL<br />

Voor her sb?Uen van tnfomatiewagen over Iran is IND-werkinstmcfie nr. 4 (‘Her<br />

stellen van vragen betreffende landeninfwmarie’) van toepassing.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!