Grols verleden 10 02-12-2008 21:16 Pagina 21 Handgeweven linnen Lange tijd bleef het handgeweven linnen hoofdzaak. Veel uitzetten van de firma <strong>Edw</strong>ard <strong>Ainsworth</strong> & Co gingen bijvoorbeeld naar Nederlands Indië, want in de tropen is het koele linnen een plezierige dracht. De rechtstreekse levering aan particulieren stelde bijzondere eisen aan de afwerking van de goederen. Daarom werd een naaikamer opgericht, die zich naderhand ontwikkelde tot een confectie atelier. Het handweven bleef bestaan, althans, zolang er nog een wever voor te vinden was. In 1953 waren er nog twee getouwen uit de tijd van de gebroeders <strong>Ainsworth</strong> in bedrijf. Dat het handgeweven linnen, tafellakens en servetten, na de Tweede Wereldoorlog nog is voortgezet heeft volgens de kleinzoon van Johan <strong>Heringa</strong> en zoon van Koenraad, Docus <strong>Heringa</strong>, te maken met de distributie van textiel. Alle textiel was op de bon, maar het handgeweven product viel daar buiten. Het kon daardoor zonder beperkingen geleverd worden. Linnenweverij en naaikamer Binnen de firma <strong>Edw</strong>ard <strong>Ainsworth</strong> & Co waren er verschillende afdelingen. Naast de linnenweverij bestond er ook nog een naai- en strijkafdeling De naai-afdeling bevond zich op de eerste verdieping aan de straatzijde. Foto, collectie Henny Garstenveld. De naai- en strijkafdeling. Foto, collectie Henny Garstenveld. Oudheidkundige <strong>Vereniging</strong> Groenlo “Grols verleden” - Nummer 10 Er werd handgeweven linnen vervaardigd, zoals fijnere damast 24 en tafellinnen. Van het linnen en pellen (tafellinnen met eenvoudige blokachtige patronen) dat in de eigen fabriek werd geweven vervaardigde men in de eigen naaikamer onder andere: theedoeken, handdoeken, tafellakens, servetten, lakens, zakdoeken, luiers, scheermesdoekjes etc. van een zeer hoge kwaliteit. In de Textielhistorische bijdragen nr. 3, 1962, van de Stichting Textielgeschiedenis schrijft Adriaan Buter in het artikel “Twente had kundige “damastwevers” het volgende over pellen en damast: “Pellen- en damastweverijen gingen dikwijls samen, zoals in het bedrijf, dat <strong>Edw</strong>ard <strong>Ainsworth</strong> in Goor stichtte en dat later naar Groenlo verplaatst is, waar nog na de tweede wereldoorlog met de hand damast geweven werd”. Weefgetouw voor Damast, Deutsches Damast- und Frotier Museum, Großschönau. Datum foto: 30 juli 2006.Auteur: P.H. Louw. Licentie: eigen werk gepubliceerd onder Creative Commons licentie. Compositie- en decompositieboeken Van de firma <strong>Edw</strong>ard <strong>Ainsworth</strong> & Co liggen in het depot van het stadsmuseum te Groenlo nog compositie- en decompositieboeken gemaakt door de heer G. H. Staverman. Volgens de informatie van het Audax Textielmuseum te 24 Damast (afgeleid van de stad Damascus) is een weeftechniek, waarbij tekeningen aangebracht worden op een achtergrond van dezelfde kleur. De tekening is daardoor slechts vanuit een bepaalde hoek goed te zien. Vroeger verstond men onder damast altijd een zijden stof die geweven was met die techniek, maar tegenwoordig kan damast ook gemaakt zijn van katoen, wol, linnen, halflinnen en kunstzijde. De weeftechniek, die ontstaan is in het Nabije Oosten, is via Damascus naar het Westen gekomen. Sinds het begin van de zestiende eeuw is het Belgische Kortrijk een centrum van damastvervaardiging. Na het Beleg van Antwerpen (1584-1585) vluchtten veel Kortrijkse wevers naar Holland, waardoor Haarlem opkwam als centrum van damastweven. 21
Grols verleden 10 02-12-2008 21:16 Pagina 22 “Grols verleden” - Nummer 10 Handweverij. Foto, collectie Henny Garstenveld. Lingerieafdeling. Foto, collectie Henny Garstenveld. 22 Oudheidkundige <strong>Vereniging</strong> Groenlo