fiets – bromfietstechniek - Fietstoeren
fiets – bromfietstechniek - Fietstoeren fiets – bromfietstechniek - Fietstoeren
A2. Fiets – bromfietstechniek Eerst werd glasfiber gebruikt, daarna carbonfiber. Kunststofbuizen worden niet gegoten of getrokken maar gewikkeld. Men gebruikt daarvoor gevlochten strengen, linten of smalle stroken van epoxyharsen waarin de koolstof, boron - en soms glasvezels ingebed zijn. Die buis wordt laag om laag gewikkeld met wel zeven tot tien verschillende lagen (afb.21) waarvan de vezels in de epoxyhars soms geweven zijn, soms radiaal en soms diagonaal lopen. Ook komen er extra lagen tussen met aramide (= kevlar) draden. Dit laatste materiaal geeft het geheel een enorme sterkte omdat de aramide/ kevlardraden sterker zijn dan staal. Wanneer de buis tot de vereiste wanddikte is gewikkeld, wordt hij door verwarming verder uitgehard. De rechte buizen worden gewikkeld rond een staafvormige mal die na het uitharden uit de buis getrokken wordt. De vorken worden gewikkeld rond een kern die na het uitharden (= polymerisatie) in de vorkbuizen aanwezig blijft. Deze kunststofbuizen kunnen belasting op buiging en wringing glansrijk doorstaan, hebben een grote elasticiteit, zijn ongevoelig voor corrosie en lichter dan aluminium en doen niet onder voor stalen buizen. Alleen zijn de frames uit kunststofbuizen niet zo stijf als stalen frames of de moderne alu - frames met overmaats dikke buizen. De buitendiameters van framebuizen zijn voor de meeste soorten fietsen gelijk, speciale (kinder) fietsen buiten beschouwing gelaten; volgende tabel geeft deze maten in duimen en mm aan. 25
A2. Fiets – bromfietstechniek TABEL 5 Buitendiameter van framebuizen Damesfiets Herenfiets buizen wanddikte buizen wanddikte Buitenbalhoofdbuis 1 1/4” (31,7 mm) no.19 1 1/4” (31,7 mm) no.19 Bovenbuis - - 1” (25,4 mm) no.18 7/8” (22,2 mm) no.18 Onderbuis - - 1 1/8” (28,6 mm) no.18 Parallel buis 7/8” (22,2 mm) no.18 - - Gebogen buis of 1” (25,4 mm) no.18 - - Onderbuis 1 1/8” (28,6 mm) no.18 - - Staande buis 1 1/8” (28,6 mm) no.18 1 1/8” (28,6 mm) no.18 TABEL 6 De meest voorkomende SWG/BWG – nummers met de afgeronde maat in millimeters 12.GEWICHTSBESPARING. No. 10 = 3,3 mm No. 17 = 1,4 mm No. 11 = 3,0 mm No. 18 = 1,2 mm No. 12 = 2,6 mm No. 19 = 1,0 mm No. 13 = 2,3 mm No. 20 = 0,9 mm No. 14 = 2,0 mm No. 21 = 0,8 mm No. 15 = 1,8 mm No. 22 = 0,7 mm No. 16 = 1,6 mm No. 23 = 0,6 mm Doordat er in de loop der jaren steeds hogere eisen aan een fiets worden gesteld, is men gaan zoeken naar staallegeringen die aan die eisen voldeden. Afgezien van de standaardeisen van sterkte en veerkracht, heeft men wel de meeste energie gestoken in het voldoen aan de eisen van een laag gewicht met behoud van sterkte. Vooral in de racesport en tegenwoordig zeer zeker ook onder de toerfietsers van de lange afstand worden sterke fietsen gevraagd met een laag gewicht. Aangezien het frame het grootste onderdeel van de fiets vormt, is het duidelijk dat men daar in eerste instantie geprobeerd heeft het materiaalgewicht te verlagen. Men heeft dat weten te bereiken door staallegeringen te maken, waardoor de wanddikte van de buis dunner kon worden zodat er aldus een gewichtsbesparing verkregen wordt, en door de buizen zodanig te profileren dat ook daarmee een gewichtsbesparing wordt verkregen zonder afbreuk te doen aan de sterkte. Natuurlijk waren dat niet direct besparingen van kilogrammen maar alle kleine beetjes helpen nu eenmaal. De lichte, stalen superbuizen zijn onder te verdelen in de volgende legeringsoorten: - De mangaan - molybdeenlegering zoals die wordt gebruikt bij Reynolds 531 en 753 buizen. - De chroom - molybdeenlegering die we aantreffen in de buizen van Columbus en in die van Tange en Ishiwata. - de chroomlegering van de Reynolds 501 26
- Page 7 and 8: A 8. DE NAVEN. A 9. VERSNELLINGSAPP
- Page 9 and 10: Voorwoord: A. Fiets - bromfietstech
- Page 11 and 12: A. Fiets - bromfietstechniek. DEEL
- Page 13 and 14: A1. Fiets - bromfiets techniek A. F
- Page 15 and 16: A1. Fiets - bromfiets techniek Voor
- Page 17 and 18: A1. Fiets - bromfiets techniek De h
- Page 19 and 20: A1. Fiets - bromfiets techniek Mede
- Page 21 and 22: 3. Soorten fietsen: Kinderfietsen:
- Page 23 and 24: A1. Fiets - bromfiets techniek Hybr
- Page 25 and 26: A1. Fiets - bromfiets techniek ook
- Page 27 and 28: Fiets met hulpmotor: A anhangwagent
- Page 29 and 30: Sportbrommer: A1. Fiets - bromfiets
- Page 31 and 32: Nota’s: A1. Fiets - bromfiets tec
- Page 33 and 34: Nota’s: A1. Fiets - bromfiets tec
- Page 35 and 36: A2. Fiets - bromfietstechniek De be
- Page 37 and 38: A2. Fiets - bromfietstechniek b. Ve
- Page 39 and 40: 6 A2. Fiets - bromfietstechniek
- Page 41 and 42: A2. Fiets - bromfietstechniek De gr
- Page 43 and 44: A2. Fiets - bromfietstechniek Glas
- Page 45 and 46: A2. Fiets - bromfietstechniek allee
- Page 47 and 48: A2. Fiets - bromfietstechniek sterk
- Page 49 and 50: A2. Fiets - bromfietstechniek corro
- Page 51 and 52: A2. Fiets - bromfietstechniek TABEL
- Page 53 and 54: A2. Fiets - bromfietstechniek Als w
- Page 55 and 56: A2. Fiets - bromfietstechniek Er wo
- Page 57: A2. Fiets - bromfietstechniek De Am
- Page 61 and 62: A2. Fiets - bromfietstechniek Dat b
- Page 63 and 64: A2. Fiets - bromfietstechniek De fr
- Page 65 and 66: A2. Fiets - bromfietstechniek de la
- Page 67 and 68: Derailleuroog richten: A2. Fiets -
- Page 69 and 70: 2. HET STUUR. a) Onderdelen Het stu
- Page 71 and 72: 3. DE VOORVORK. 4 A3. Fiets - bromf
- Page 73 and 74: 6 A3. Fiets - bromfietstechniek. af
- Page 75 and 76: 8 A3. Fiets - bromfietstechniek. Na
- Page 77 and 78: 5. HET BALHOOFDSTEL. a)Onderdelen e
- Page 79 and 80: 12 A3. Fiets - bromfietstechniek. 3
- Page 81 and 82: 14 A3. Fiets - bromfietstechniek. 4
- Page 83 and 84: afb.12 De onderdelen van een naaldl
- Page 85 and 86: A3. Fiets - bromfietstechniek. Hoew
- Page 87 and 88: 20 A3. Fiets - bromfietstechniek. l
- Page 89 and 90: 22 A3. Fiets - bromfietstechniek.
- Page 91 and 92: A3. Fiets - bromfietstechniek. Dat
- Page 93 and 94: 26 A3. Fiets - bromfietstechniek.
- Page 95 and 96: A4. Fiets - bromfiets techniek. kle
- Page 97 and 98: A4. Fiets - bromfiets techniek. F)
- Page 99 and 100: Enkele vuistregels: ? A4. Fiets - b
- Page 101 and 102: A4. Fiets - bromfiets techniek. •
- Page 103 and 104: 5. Stuurinstelling. A4. Fiets - bro
- Page 105 and 106: A4. Fiets - bromfiets techniek. fie
- Page 107 and 108: A4. Fiets - bromfiets techniek. Ber
A2. Fiets <strong>–</strong> brom<strong>fiets</strong>techniek<br />
TABEL 5 Buitendiameter van framebuizen<br />
Dames<strong>fiets</strong> Heren<strong>fiets</strong><br />
buizen wanddikte buizen wanddikte<br />
Buitenbalhoofdbuis 1 1/4” (31,7 mm) no.19 1 1/4” (31,7 mm) no.19<br />
Bovenbuis - - 1” (25,4 mm) no.18<br />
7/8” (22,2 mm) no.18<br />
Onderbuis - - 1 1/8” (28,6 mm) no.18<br />
Parallel buis 7/8” (22,2 mm) no.18 - -<br />
Gebogen buis of 1” (25,4 mm) no.18 - -<br />
Onderbuis 1 1/8” (28,6 mm) no.18 - -<br />
Staande buis 1 1/8” (28,6 mm) no.18 1 1/8” (28,6 mm) no.18<br />
TABEL 6 De meest voorkomende SWG/BWG <strong>–</strong> nummers met de afgeronde maat in millimeters<br />
12.GEWICHTSBESPARING.<br />
No. 10 = 3,3 mm No. 17 = 1,4 mm<br />
No. 11 = 3,0 mm No. 18 = 1,2 mm<br />
No. 12 = 2,6 mm No. 19 = 1,0 mm<br />
No. 13 = 2,3 mm No. 20 = 0,9 mm<br />
No. 14 = 2,0 mm No. 21 = 0,8 mm<br />
No. 15 = 1,8 mm No. 22 = 0,7 mm<br />
No. 16 = 1,6 mm No. 23 = 0,6 mm<br />
Doordat er in de loop der jaren steeds hogere eisen aan een <strong>fiets</strong> worden gesteld, is men<br />
gaan zoeken naar staallegeringen die aan die eisen voldeden. Afgezien van de<br />
standaardeisen van sterkte en veerkracht, heeft men wel de meeste energie gestoken in<br />
het voldoen aan de eisen van een laag gewicht met behoud van sterkte. Vooral in de<br />
racesport en tegenwoordig zeer zeker ook onder de toer<strong>fiets</strong>ers van de lange afstand<br />
worden sterke <strong>fiets</strong>en gevraagd met een laag gewicht. Aangezien het frame het grootste<br />
onderdeel van de <strong>fiets</strong> vormt, is het duidelijk dat men daar in eerste instantie geprobeerd<br />
heeft het materiaalgewicht te verlagen. Men heeft dat weten te bereiken door<br />
staallegeringen te maken, waardoor de wanddikte van de buis dunner kon worden zodat<br />
er aldus een gewichtsbesparing verkregen wordt, en door de buizen zodanig te profileren<br />
dat ook daarmee een gewichtsbesparing wordt verkregen zonder afbreuk te doen aan de<br />
sterkte.<br />
Natuurlijk waren dat niet direct besparingen van kilogrammen maar alle kleine beetjes<br />
helpen nu eenmaal.<br />
De lichte, stalen superbuizen zijn onder te verdelen in de volgende legeringsoorten:<br />
- De mangaan - molybdeenlegering zoals die wordt gebruikt bij Reynolds 531 en 753<br />
buizen.<br />
- De chroom - molybdeenlegering die we aantreffen in de buizen van Columbus en in die<br />
van Tange en Ishiwata.<br />
- de chroomlegering van de Reynolds 501<br />
26