fiets – bromfietstechniek - Fietstoeren

fiets – bromfietstechniek - Fietstoeren fiets – bromfietstechniek - Fietstoeren

fietstoeren.be
from fietstoeren.be More from this publisher
15.09.2013 Views

18 F01.Mechanica. EENPARIGE VERSNELDE BEWEGING 1) Versnelling = toename van de snelheid per seconde

F2. Enige eenvoudige werktuigen: hefbomen, katrollen, windassen, tandraderen, winde. 1.Hefbomen. BEPALINGEN. Beschouw de ijzeren staaf, waarvan de metselaar zich bedient om blokken steen op te tillen. Deze staaf steunt op een vast voorwerp (afb. 1). Aan een uiteinde oefent de steen L op de staaf een drukking uit van boven naar beneden. Aan het andere uiteinde M drukt de werkman met kracht. Deze staaf is een voorbeeld van een hefboom. De kruiwagen, de balans, de noten kraker, de suikertang, de schaar, de voetplank van de schaarslijper, de roeispanen van een boot, de vuurtang zijn ook hefbomen (afb.2). Een onbuigbare staaf, die rust in een vast punt, steunpunt genaamd, en die onderworpen is aan de werking van twee krachten, die haar in tegenovergestelde zin trachten in beweging te brengen, draagt de naam van hefboom. De te overwinnen kracht heet last en de kracht, die de last moet overwinnen, heet macht. SOORTEN VAN HEFBOMEN. - Proeven. Neem de drie proeven, die in de figuren 3 tot 5 aangeduid zijn en geef acht op de betrekkelijke plaats van het steunpunt, de last en de macht. 1. Het steunpunt bevindt zich tussen de twee krachten: hefboom van de 1e soort (afb.3). 2. De last bevindt zich tussen het steunpunt en de macht: hefboom van de 2e soort (afb.4). 3. De macht bevindt zich tussen het steunpunt en de last: hefboom van de 3esoort (afb. 5)

F2. Enige eenvoudige werktuigen: hefbomen, katrollen, windassen, tandraderen,<br />

winde.<br />

1.Hefbomen.<br />

BEPALINGEN. Beschouw de ijzeren staaf,<br />

waarvan de metselaar zich bedient om blokken<br />

steen op te tillen. Deze staaf steunt op een vast<br />

voorwerp (afb. 1). Aan een uiteinde oefent de steen<br />

L op de staaf een drukking uit van boven naar<br />

beneden. Aan het andere uiteinde M drukt de<br />

werkman met kracht. Deze staaf is een voorbeeld<br />

van een hefboom.<br />

De kruiwagen, de balans, de noten kraker, de<br />

suikertang, de schaar, de voetplank van de<br />

schaarslijper, de roeispanen van een boot, de<br />

vuurtang zijn ook hefbomen (afb.2).<br />

Een onbuigbare staaf, die rust in een vast<br />

punt, steunpunt genaamd, en die<br />

onderworpen is aan de werking van twee<br />

krachten, die haar in tegenovergestelde zin<br />

trachten in beweging te brengen, draagt de<br />

naam van hefboom. De te overwinnen kracht<br />

heet last en de kracht, die de last moet overwinnen, heet macht.<br />

SOORTEN VAN HEFBOMEN.<br />

- Proeven. Neem de drie proeven, die in de figuren 3 tot 5 aangeduid zijn en geef acht op<br />

de betrekkelijke plaats van het steunpunt, de last en de macht.<br />

1. Het steunpunt bevindt zich tussen de twee krachten:<br />

hefboom van de 1e soort (afb.3).<br />

2. De last bevindt zich tussen het steunpunt en<br />

de macht: hefboom van de 2e soort (afb.4).<br />

3. De macht bevindt zich tussen het steunpunt en<br />

de last: hefboom van de 3esoort (afb. 5)

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!