fiets – bromfietstechniek - Fietstoeren
fiets – bromfietstechniek - Fietstoeren fiets – bromfietstechniek - Fietstoeren
A8.Fiets – bromfietstechniek De naaf wordt op de volgende wijze gemonteerd : * Zet de rechterconus goed vast tegen de borst op de as. * Monteer de stofkap. het kettingwiel en de ~fstandsring met de veerring op de drijfkop. * Plaats de kleine kogelring in de drijfkop. .Schuif de as in de drijfkop. *Plaats de grote kogelring op de conus van de drijfkop. * Monteer de pallen met palhouder op de drijf - kop. Borg de palhouder met de borgring op de drijf kop. * Monteer de pallen en palring op de remconus. Borg de palring met de borgring. *Plaats de remmantel in de naaf. *Schuif de as met remconus en drijfkop in de naaf. *Plaats de kogelring in de linker cup van de naaf. *Draai de hevelconus met remarm en hevelco nusdeksel en stofring op de as. *Stel het lager af zo dat de naaf soepel en spe lingsvrij loopt. *Draai de borgmoer op de as en borg de hevelconus. Afbeelding : 4 Principewerking van de Sachs kornet-naaf. Bij het aandrijven zal de conus over de bewegingsschroefdraad naar rechts bewegen en zich vast tegen de naaf/huls drukken. Bij het terugtrappen zal de conus zich over de schroefdraad naar links bewegen en tegen de remmantel aanduwen. Deze mantel duwt vervolgens weer tegen de binnenkant van de naaf. Constructie Sachs Kornet, Sachs Jet, Shirnano, Suntour en Histop De naaf met terugtraprem die bediend wordt met een koppelconus op bewegingsschroefdraad bestaat uit de volgende hoofdonderdelen: -De naaf met rechter en linker cup, de spaakflenzen en de binnenmantel waar zowel de remmantel op aan kan grijpen als de koppelconus van het aan drijfgedeelte. -De remhevel met hevelconus. -De remmantel. 47
A8.Fiets – bromfietstechniek -De dubbele wigvormige koppelconus. Deze wordt op het bewegingsschroefdraad van de drijfkop geschroefd. Als de drijfkop naar voren draait, beweegt de koppelconus naar rechts en drukt tegen de naaf. De drijfkop en naaf zijn dan gekoppeld. Als de drijfkop naar achteren draait, beweegt de drijfkop naar links en drukt de remmantel naar buiten. -De drijfkop met bewegingsschroefdraad. -De remconusveer om meedraaien van de koppelconus te voorkomen. De veer verbindt de koppelconus licht met de as. Daardoor zal de koppelconus altijd verschuiven op het schroefdraad als de drijfkop draait. -Het kettingwiel. -De as met vaste rechter conus. -Borgmoeren en as moeren -Kogelringen De volgende drie situaties zijn te onderscheiden: * De aandrijfstand. De drijfkop draait naar voren. De koppelconus wordt tegen meedraaien tegen gehouden door de veer en draait daardoor naar rechts. Het schuine vlak van de koppelconus wordt krachtig tegen het wigvormig koppelvlak op de naafhuls gedrukt en vormt een vaste verbinding met naaf en drijfkop. De veer sleept tussen de remconus en as of hevelconus. * De vrijloopstand. De drijfkop staat stil. De naaf blijft doordraaien en draait de koppelconus naar links. Deze komt los van de naafhuls en blijft stilstaan op de bewegingsschroefdraad tussen remmantel en koppel - vlak op de naaf. * De remstand. De drijfkop beweegt naar achteren. De koppelconus wordt door de veer tegen mee draaien tegengehouden. De koppelconus beweegt daardoor naar links en drukt met het schuine vlak tegen het schuine vlak van de remmantels. Omdat de remmantels ook met schuin vlakken op de hevelconus liggen. worden ze naar buiten tegen de naafhuls gedrukt. De remmantels worden tegen meedraaien tegengehouden door de hevelconus. De constructie met wig en bewegingsschroefdraad heeft als voordeel dat die constructief eenvoudiger is door het ontbreken van de pallen. Net als bij de Torpedo en Favorit moeten naven met koppelconus ook gesmeerd worden met een dunne olie. Alleen de kogellagers moeten met vet gesmeerd worden. Montage geschiedt op dezelfde wijze als bij de Torpedo en Favorit. De remmantels in de naaf met terugtraprem zijn via de hevelconus gekoppeld aan de liggende linker achtervork van het frame. Tijdens het remmen trekt de hevelconus op de plek waar deze bevestigd is aan de liggende achtervork. Zorg dat de remhevel goed strak en spelingsvrij aan de vork is geklemd. De remhevel moet recht onder de liggende achtervork gemonteerd worden. Als die niet goed vast zit of verkeerd gemonteerd is, kan het volgende gebeuren: 48
- Page 217 and 218: A7. Fiets - bromfietstechniek. Verb
- Page 219 and 220: 8 . VERSNELLING EN VERZET. V ersnel
- Page 221 and 222: N ota’s: A7. Fiets - bromfietstec
- Page 223 and 224: A8.Fiets - bromfietstechniek klein
- Page 225 and 226: A8.Fiets - bromfietstechniek De maa
- Page 227 and 228: 6 A8.Fiets - bromfietstechniek
- Page 229 and 230: Onderdelen: d)Defecten A8.Fiets - b
- Page 231 and 232: g) Ander type remnaaf: A8.Fiets - b
- Page 233 and 234: Versnelling: A8.Fiets - bromfietste
- Page 235 and 236: Werking: A8.Fiets - bromfietstechni
- Page 237 and 238: A8.Fiets - bromfietstechniek sameng
- Page 239 and 240: d) Drieversnellingsnaaf met terugtr
- Page 241 and 242: 20 A8.Fiets - bromfietstechniek
- Page 243 and 244: Deel 1 ALGEMENE INFORMATIE A8.Fiets
- Page 245 and 246: 3.1 Demontage Afb.1 A8.Fiets - brom
- Page 247 and 248: 3.2 Controle binnenwerk 26 A8.Fiets
- Page 249 and 250: 28 A8.Fiets - bromfietstechniek
- Page 251 and 252: 2.3 Montage van de stuurversteller
- Page 253 and 254: A8.Fiets - bromfietstechniek Deel -
- Page 255 and 256: A8.Fiets - bromfietstechniek 1. As;
- Page 257 and 258: 7.7 Afstellen van de linkerconus A8
- Page 259 and 260: 38 A8.Fiets - bromfietstechniek
- Page 261 and 262: 40 A8.Fiets - bromfietstechniek
- Page 263 and 264: 42 A8.Fiets - bromfietstechniek
- Page 265 and 266: De terugtraprem A8.Fiets - bromfiet
- Page 267: A8.Fiets - bromfietstechniek Afbeel
- Page 271 and 272: A9. Fiets - bromfietstechniek. A9.
- Page 273 and 274: A9. Fiets - bromfietstechniek. Door
- Page 275 and 276: A9. Fiets - bromfietstechniek. Verv
- Page 277 and 278: Deze stand zien we op de rechter fi
- Page 279 and 280: A9. Fiets - bromfietstechniek. schr
- Page 281 and 282: SIDEPULL-REM A10. Fiets - bromfiets
- Page 283 and 284: A10. Fiets - bromfietstechniek. 4.
- Page 285 and 286: A10. Fiets - bromfietstechniek. Het
- Page 287 and 288: A10. Fiets - bromfietstechniek. dia
- Page 289 and 290: 6. Op nieuwere uitvoeringen van can
- Page 291 and 292: A10. Fiets - bromfietstechniek. Rem
- Page 293 and 294: A10. Fiets - bromfietstechniek. bes
- Page 295 and 296: A10. Fiets - bromfietstechniek. SPE
- Page 297 and 298: A10. Fiets - bromfietstechniek. 4.
- Page 299 and 300: Nota’s: 20 A10. Fiets - bromfiets
- Page 301 and 302: A11. Fiets - bromfietstechniek. De
- Page 303 and 304: A11. Fiets - bromfietstechniek. Geb
- Page 305 and 306: A11. Fiets - bromfietstechniek. De
- Page 307 and 308: A11. Fiets - bromfietstechniek. 1 :
- Page 309 and 310: 5 . Reparatie A11. Fiets - bromfiet
- Page 311 and 312: Zelf aan je schijfrem werken A11. F
- Page 313 and 314: A11. Fiets - bromfietstechniek. inb
- Page 315 and 316: A11. Fiets - bromfietstechniek. 1 :
- Page 317 and 318: Nota’s: 18 A11. Fiets - bromfiets
A8.Fiets <strong>–</strong> brom<strong>fiets</strong>techniek<br />
-De dubbele wigvormige koppelconus. Deze wordt op het bewegingsschroefdraad van de<br />
drijfkop geschroefd. Als de drijfkop naar voren draait, beweegt<br />
de koppelconus naar rechts<br />
en drukt tegen de naaf. De drijfkop en naaf zijn dan gekoppeld. Als de drijfkop naar<br />
achteren draait, beweegt de drijfkop naar links en drukt de remmantel naar buiten.<br />
-De drijfkop met bewegingsschroefdraad.<br />
-De remconusveer om meedraaien van de koppelconus te voorkomen.<br />
De veer verbindt de koppelconus licht met de as. Daardoor zal de koppelconus altijd<br />
verschuiven op het schroefdraad als de drijfkop draait.<br />
-Het kettingwiel.<br />
-De as met vaste rechter conus.<br />
-Borgmoeren en as moeren<br />
-Kogelringen<br />
De volgende drie situaties zijn te onderscheiden:<br />
* De aandrijfstand. De drijfkop draait naar voren. De koppelconus wordt tegen meedraaien<br />
tegen gehouden door de veer en draait daardoor naar rechts. Het schuine vlak van de<br />
koppelconus wordt krachtig tegen het wigvormig koppelvlak op de naafhuls gedrukt<br />
en vormt een vaste verbinding met naaf en drijfkop. De veer sleept tussen de remconus en<br />
as of hevelconus.<br />
* De vrijloopstand. De drijfkop staat stil. De naaf blijft doordraaien en draait de<br />
koppelconus naar links. Deze komt los van de naafhuls en blijft stilstaan op de<br />
bewegingsschroefdraad tussen remmantel en koppel - vlak op de naaf.<br />
* De remstand. De drijfkop beweegt naar achteren. De koppelconus wordt door de veer<br />
tegen mee draaien tegengehouden. De koppelconus beweegt daardoor naar links en drukt<br />
met het schuine vlak tegen het schuine vlak van de remmantels. Omdat de remmantels<br />
ook met schuin vlakken<br />
op de hevelconus liggen. worden ze naar buiten tegen de<br />
naafhuls gedrukt. De remmantels worden tegen meedraaien tegengehouden door<br />
de hevelconus.<br />
De constructie met wig en bewegingsschroefdraad heeft als voordeel dat die constructief<br />
eenvoudiger<br />
is door het ontbreken van de pallen. Net als bij de Torpedo en Favorit moeten<br />
naven<br />
met koppelconus ook gesmeerd worden met een dunne olie. Alleen de kogellagers<br />
moeten met vet gesmeerd worden. Montage geschiedt op dezelfde wijze als bij de<br />
Torpedo<br />
en Favorit.<br />
De remmantels in de naaf met terugtraprem zijn via de hevelconus gekoppeld aan de<br />
liggende<br />
linker achtervork van het frame.<br />
Tijdens het remmen trekt de hevelconus op de plek waar deze bevestigd is aan de<br />
liggende achtervork. Zorg dat de remhevel goed strak en spelingsvrij aan de vork is<br />
geklemd.<br />
De remhevel moet recht onder de liggende achtervork gemonteerd worden.<br />
Als<br />
die niet goed vast zit of verkeerd gemonteerd is, kan het volgende gebeuren:<br />
48