fiets – bromfietstechniek - Fietstoeren
fiets – bromfietstechniek - Fietstoeren fiets – bromfietstechniek - Fietstoeren
A8.Fiets – bromfietstechniek 13
Werking: A8.Fiets – bromfietstechniek Het inschakelen van de verschillende versnellingen geschiedt door het aantrekken van de controlestift, ketting en kabel. Een stuurversteller zorgt, ervoor dat de ingeschakelde versnelling gefixeerd wordt. Derde versnelling: In deze versnelling is de kabel vrijwel ontspannen, waardoor de clutchveer de sterclutch in de uiterste linkse stand drukt. In deze stand liggen de vier uitstekende delen van de sterclutch tegen de vier uiteinden van de planeetasjes. De krachtoverbrenging gaat, nu als volgt. Het drijvende kettingwiel 1 brengt zijn beweging over op drijfkop 2. Deze zorgt ervoor dat de in zijn uitsparingen vallende sterclutch 3 wordt aangedreven. De sterclutch brengt deze beweging over op de planeetasjes 4. Dus de planeethouder is het drijvend deel en het zonnewiel staat vast. Deze is immers één geheel met de as, en de as is op zijn beurt weer vast aangebracht in de achtervork door middel van asmoeren. Het gevolg van deze opstelling is dat het ringwiel door de planeetwieltjes 5 versneld wordt aangedreven. Deze versnelde beweging wordt via ringwiel 6 overgebracht op de twee pallen 7. Deze pallen worden door veertjes naar buiten gedrukt zodat deze in de uitsparingen grijpen die aan de binnenzijde van rechtercup 8 zijn aangebracht. Ten slotte wordt de beweging van rechtercup 8 overgebracht op naafhuls 9. Samengevat geschiedt de krachtoverbrenging in de derde versnelling als volgt: kettingwiel - drijfkop - sterclutch - planeetasjes - planeetwielen ringwiel - pallen - rechtercup - naafhuls. Daar de naafhuls nu sneller draait dan de planeethouder zullen de uitsparingen die aan de binnenkant van de naafhuls aan de linkerkant zijn aangebracht over de linker pallen heendraaien. Dit verklaart het tikkende geluid dat tijdens het rijden in derde versnelling hoorbaar is. Tweede versnelling Voor het inschakelen van de tweede versnelling wordt het hefboompje van het stuur verplaatst naar de middenste stand. Hierdoor verplaatst de sterclutch, tegen de veerdruk in naar rechts. De uiteinden van de sterclutch zijn nu niet meer in aanraking met de planeetasjes, maar wel met de nokken die aan de rechterbinnenkant van het ringwiel zijn aangebracht. De sterclutch is dus nog niet in aanraking met de pallen. De krachtoverbrenging geschiedt nu als volgt. Het kettingwiel 1 met drijfkop 2 drijven weer sterclutch 3 aan. De uiteinden van de sterclutch drijven nu de inwendige nokken van ringwiel 4 aan. Dit ringwiel brengt de beweging via pallen 5 over op rechtercup 6 die op zijn beurt naafhuls 7 aandrijft. De overbrenging is nu dus direct en verloopt niet via het planetair stelsel. Het kettingwiel en de naafhuls draaien nu even snel. 14
- Page 183 and 184: 22 A6. Fiets - bromfietstechniek. A
- Page 185 and 186: A6. Fiets - bromfietstechniek. Spaa
- Page 187 and 188: Dan volgt de berekening: A6. Fiets
- Page 189 and 190: A6. Fiets - bromfietstechniek. Bere
- Page 191 and 192: A6. Fiets - bromfietstechniek. Voor
- Page 193 and 194: Als laatste bestaat er ook nog een
- Page 195 and 196: A6. Fiets - bromfietstechniek. Naaf
- Page 197 and 198: SPECIALE WIELEN 36 A6. Fiets - brom
- Page 199 and 200: 38 A6. Fiets - bromfietstechniek. E
- Page 201 and 202: A7. Fiets - bromfietstechniek. A7.
- Page 203 and 204: A7. Fiets - bromfietstechniek. Door
- Page 205 and 206: A7. Fiets - bromfietstechniek. Wann
- Page 207 and 208: P asmaken van crankspieën: A7. Fie
- Page 209 and 210: Crank schade: A7. Fiets - bromfiets
- Page 211 and 212: 3. DE PEDALEN: Een pedaal kan uitge
- Page 213 and 214: A7. Fiets - bromfietstechniek. de d
- Page 215 and 216: A7. Fiets - bromfietstechniek. - Kl
- Page 217 and 218: A7. Fiets - bromfietstechniek. Verb
- Page 219 and 220: 8 . VERSNELLING EN VERZET. V ersnel
- Page 221 and 222: N ota’s: A7. Fiets - bromfietstec
- Page 223 and 224: A8.Fiets - bromfietstechniek klein
- Page 225 and 226: A8.Fiets - bromfietstechniek De maa
- Page 227 and 228: 6 A8.Fiets - bromfietstechniek
- Page 229 and 230: Onderdelen: d)Defecten A8.Fiets - b
- Page 231 and 232: g) Ander type remnaaf: A8.Fiets - b
- Page 233: Versnelling: A8.Fiets - bromfietste
- Page 237 and 238: A8.Fiets - bromfietstechniek sameng
- Page 239 and 240: d) Drieversnellingsnaaf met terugtr
- Page 241 and 242: 20 A8.Fiets - bromfietstechniek
- Page 243 and 244: Deel 1 ALGEMENE INFORMATIE A8.Fiets
- Page 245 and 246: 3.1 Demontage Afb.1 A8.Fiets - brom
- Page 247 and 248: 3.2 Controle binnenwerk 26 A8.Fiets
- Page 249 and 250: 28 A8.Fiets - bromfietstechniek
- Page 251 and 252: 2.3 Montage van de stuurversteller
- Page 253 and 254: A8.Fiets - bromfietstechniek Deel -
- Page 255 and 256: A8.Fiets - bromfietstechniek 1. As;
- Page 257 and 258: 7.7 Afstellen van de linkerconus A8
- Page 259 and 260: 38 A8.Fiets - bromfietstechniek
- Page 261 and 262: 40 A8.Fiets - bromfietstechniek
- Page 263 and 264: 42 A8.Fiets - bromfietstechniek
- Page 265 and 266: De terugtraprem A8.Fiets - bromfiet
- Page 267 and 268: A8.Fiets - bromfietstechniek Afbeel
- Page 269 and 270: A8.Fiets - bromfietstechniek -De du
- Page 271 and 272: A9. Fiets - bromfietstechniek. A9.
- Page 273 and 274: A9. Fiets - bromfietstechniek. Door
- Page 275 and 276: A9. Fiets - bromfietstechniek. Verv
- Page 277 and 278: Deze stand zien we op de rechter fi
- Page 279 and 280: A9. Fiets - bromfietstechniek. schr
- Page 281 and 282: SIDEPULL-REM A10. Fiets - bromfiets
- Page 283 and 284: A10. Fiets - bromfietstechniek. 4.
Werking:<br />
A8.Fiets <strong>–</strong> brom<strong>fiets</strong>techniek<br />
Het inschakelen van de verschillende versnellingen geschiedt door het aantrekken van de<br />
controlestift, ketting en kabel. Een stuurversteller zorgt, ervoor dat de ingeschakelde<br />
versnelling gefixeerd wordt.<br />
Derde versnelling:<br />
In deze versnelling is de kabel vrijwel ontspannen, waardoor de clutchveer de sterclutch in<br />
de uiterste linkse stand drukt. In deze stand liggen de vier uitstekende delen van de<br />
sterclutch tegen de vier uiteinden van de planeetasjes. De krachtoverbrenging gaat, nu als<br />
volgt.<br />
Het drijvende kettingwiel 1 brengt zijn beweging over op drijfkop 2. Deze zorgt ervoor dat<br />
de in zijn uitsparingen vallende sterclutch 3 wordt aangedreven. De sterclutch brengt deze<br />
beweging over op de planeetasjes 4. Dus de planeethouder is het drijvend deel en het<br />
zonnewiel staat vast. Deze is immers één geheel met de as, en de as is op zijn beurt<br />
weer vast aangebracht in de achtervork door middel van asmoeren. Het gevolg van deze<br />
opstelling is dat het ringwiel door de planeetwieltjes 5 versneld wordt aangedreven. Deze<br />
versnelde beweging wordt via ringwiel 6 overgebracht op de twee pallen 7. Deze pallen<br />
worden door veertjes naar buiten gedrukt zodat deze in de uitsparingen grijpen die aan de<br />
binnenzijde van rechtercup 8 zijn aangebracht. Ten slotte wordt de beweging van<br />
rechtercup 8 overgebracht op naafhuls 9.<br />
Samengevat geschiedt de krachtoverbrenging in de derde versnelling als volgt:<br />
kettingwiel - drijfkop - sterclutch - planeetasjes - planeetwielen ringwiel - pallen -<br />
rechtercup - naafhuls.<br />
Daar de naafhuls nu sneller draait dan de planeethouder zullen de uitsparingen die aan de<br />
binnenkant van de naafhuls aan de linkerkant zijn aangebracht over de linker pallen<br />
heendraaien. Dit verklaart het tikkende geluid dat tijdens het rijden in derde versnelling<br />
hoorbaar is.<br />
Tweede versnelling<br />
Voor het inschakelen van de tweede versnelling wordt het hefboompje van het stuur<br />
verplaatst naar de middenste stand. Hierdoor verplaatst de sterclutch, tegen de veerdruk<br />
in naar rechts. De uiteinden van de sterclutch zijn nu niet meer in aanraking met de<br />
planeetasjes, maar wel met de nokken die aan de rechterbinnenkant van het ringwiel zijn<br />
aangebracht. De sterclutch is dus nog niet in aanraking met de pallen. De<br />
krachtoverbrenging geschiedt nu als volgt.<br />
Het kettingwiel 1 met drijfkop 2 drijven weer sterclutch 3 aan. De uiteinden van de<br />
sterclutch drijven nu de inwendige nokken van ringwiel 4 aan. Dit ringwiel brengt de<br />
beweging via pallen 5 over op rechtercup 6 die op zijn beurt naafhuls 7 aandrijft. De<br />
overbrenging is nu dus direct en verloopt niet via het planetair stelsel. Het kettingwiel en<br />
de naafhuls draaien nu even snel.<br />
14