fiets – bromfietstechniek - Fietstoeren
fiets – bromfietstechniek - Fietstoeren fiets – bromfietstechniek - Fietstoeren
A6. Fiets - bromfietstechniek. HET VLECHTPATROON EN DE KRACHTVERDELING De spaakbelasting door het aandrijfkoppel, is o.a. afhankelijk van rijder, verzet en naafflenshoogte (hoge flenzen geven een lagere spaakbelasting). Als een krachtige rijder met 42-28 tegen een 18% helling omhoog stampt, met een 36 spaaks 4x gekruist achterwiel, is de extra belasting per spaak theoretisch 47,5 N. (De hier vermelde waarden zijn indicaties voor orde van grootte; het wiel is een complex van elkaar in evenwicht houdende krachten). In een 36 spaaks wiel met 3X spaakpatroon liggen deze waardes hoger circa 52 N. In de praktijk blijkt de spaakbelasting niet evenredig verdeeld. De naafflens aan de aan -drijfzijde neemt meer kracht op, omdat de stijfheid van de naaf beperkt is. Bij een zeer stijve naaf, b.v. SA -3 versnellingsnaaf, zal een spaak uit het rechter scherm 55 N opnemen, en een linker 40 N. Bij een aluminium naaf zijn deze waardes veel ongunstiger. Hier neemt rechts 80 N op, en links 15 N. Wanneer we een trekkende spaak S (zie afb.4) in een 3x kruisend wiel bekijken, zien we dat het aandrijfkoppel Fa, loodrecht werkt op de hartlijn van de naaf. De spaak S kan echter alleen krachten opnemen in zijn lengterichting. Er ontstaat een kracht Fs in de spaak, die de aandrijfkracht overbrengt, waarvan de tangentiale component Ft, de torsie van het wiel voorkomt. Ft is altijd gelijk aan Fa maar tegengesteld; Fs wordt zo groot als noodzakelijk om Ft = -Fa te krijgen. Er ontstaat tevens een radiale component Fr. Naarmate de hoek A groter wordt, nemen Fr en Fs in grootte af. Als de hoek A negentig graden is, is Ft = Fs: de spaakbelasting is dan minimaal. Helaas is dan Fr = 0, hetgeen ten koste gaat van de zijdelingse stijfheid. Als A groter is dan 90 graden, neemt de spaakbelasting weer toe, terwijl Fr negatief wordt. De zijdelingse stijfheid gaat daardoor snel achteruit. Als de hoek A kleiner wordt (een minder kruisend vlechtpatroon), nemen Fs en Fr toe, want Ft blijft gelijk! De spaakbelasting door aandrijfkrachten neemt dus toe. In een radiaal gespaakt wiel is Fs theoretisch oneindig groot. In de praktijk zal de naaf zich "opwinden" b.v. 3 graden. De kracht Fs is nu groter dan 1000 N. Een wiel waarin aandrijf - of rem -krachten op de naaf komen, mag daarom niet radiaal gespaakt worden! In tabel 1 zien we de theoretische spaakbelastingen in een 36 spaaks wiel, met diverse vlechtpatronen. Verder geven we hier de relatieve zijdelingse stijfheid (RZS), en de relatieve torsiestijfheid (RTS) t.o.v. 4x gekruist. In de praktijk zijn de spaakbelastingen voor het "aandrijfscherm" hoger. TABEL 1. VLECHTPATROON TH. SPAAKBELASTING RZS RTS 4 X 47,5 N 1 1 3 X 52 N 1,10 0,86 2 X 70 N 1,19 0,52 1 X 130 N 1,26 0,16 0 X ONEINDIG 1,28 0 Zoals we zien, zijn 3x en 4x kruisend geschikte spaakpatronen; meer dan 90% van de fietsen hebben deze patronen dan ook. Naarmate meer spaken in 't wiel zitten, kunnen we vaker kruisen. Een 48 of 44 spaaks wiel, kan 5x gekruist worden zonder dat de hoek A 5
6 A6. Fiets - bromfietstechniek. groter wordt dan 90 graden. Een 40 of 36 spaaks wiel kan max. 4 x gekruist worden. Een 32 of 28 spaaks wiel 3 x; 'n 24 of 20 2 x, en 'n 16 spaaks 1 x. De belangrijkste bron van problemen voor race -achterwielen, is het feit dat deze paraplu -gespaakt worden. Omdat rechts het freewheel zit, en de velg toch in het midden van het frame moet lopen, staan de spaken in het aandrijfscherm veel strakker. Links is de spaakspanning 400 N en rechts 600 N ! Naast het merendeel van de aandrijfkrachten, komen daar nog eens gewichts - en stootbelastingen bij. Zeker de trekkende spaken rechts werken dus voortdurend onder hoogspanning. Aan de linkerzijde zijn het met name de statische spaken, die bedreigd worden; niet met te hoge, maar met te lage spanning, hetgeen loslopen van de nippels in de hand werkt. Wanneer remnaven worden toegepast, worden ook de statische spaken op trek belast. Remkrachten zijn vaak hoger dan aandrijfkrachten: tot meer dan 120 N. Het verdient aanbeveling bij remnaven spaken nr.13 te gebruiken; bovendien horen de buitenste spaken de statische spaken te zijn. Spaken nr.13 hebben een grovere schroefdraad. De nippels zullen daardoor eerder loslopen, vooral omdat de spaak stugger en stijver is, en bij ontlasting minder "inveert". Deze spaken dienen daarom strakker te staan: ongeveer 700 N. De velg moet uiteraard sterk genoeg zijn, anders trek je de nippel door de velg. Sterke stijve velgen als Rigida DP18 (36 spaaks) hebben bovendien het voordeel, dat de gewichtsbelasting minder variatie in spaakspanning veroorzaakt; b.v. tussen 450 en 530 N i.p.v. tussen 420 en 525 N. Bij de moderne superstijve velgen o.a. de Shamalvelg van Campagnolo worden slechts 16 of 20 spaken gebruikt. Deze afgeplatte spaken dienen onder flinke spanning gemonteerd te worden; van 800 N voor radiale tot 1500 N voor gekruiste spaken! De extra belasting door gewicht is 70 N per spaak, de ontlasting is 110 N; omdat ze slechts 1X kruisen is de belasting door aandrijfkrachten hoog: tot 300 N per spaak! Dit soort wielen worden gewoonlijk kant en klaar geleverd en dus niet door de fietsenmaker gespaakt. De meeste spaken zijn geheel recht met een conische kop en een afgeplat middenstuk. Een voorwiel kunnen we op alle mogelijke manieren spaken, mits er geen remnaaf of schijfrem in zit. Het lichtst, het sterkst en het stijfst, zijn radiaal gespaakte wielen. Ze zijn echter niet comfortabel en slecht voor naven en balhoofd. Bij achterwielen is de zaak gecompliceerder. Voor een 36 spaaks wiel is 3 of4x gekruist gewenst. We zouden ernaar moeten streven het paraplu -spaken te vermijden. Dit kan door brede naven en achtervorken te nemen, of door asymmetrische frames te bouwen. Er zijn echter ook speciale vlechtpatronen, die een lagere spaakbelasting opleveren.
- Page 115 and 116: - Bracket hoogte: - 28” wielen ±
- Page 117 and 118: 3. Race frames worden niet gelast m
- Page 119 and 120: A4. Fiets - bromfiets techniek. 9.D
- Page 121 and 122: A5.Fiets - bromfietstechniek. Het r
- Page 123 and 124: A5.Fiets - bromfietstechniek. dus n
- Page 125 and 126: A5.Fiets - bromfietstechniek. Het c
- Page 127 and 128: A5.Fiets - bromfietstechniek. In he
- Page 129 and 130: Speciale uitvoering van profiel en
- Page 131 and 132: Tubular banden. A5.Fiets - bromfiet
- Page 133 and 134: A5.Fiets - bromfietstechniek. Al de
- Page 135 and 136: 16 A5.Fiets - bromfietstechniek. Du
- Page 137 and 138: 10. Binnenbanden: A5.Fiets - bromfi
- Page 139 and 140: A5.Fiets - bromfietstechniek. Het v
- Page 141 and 142: 3. Schrader - ventiel: 4. Regina ve
- Page 143 and 144: A5.Fiets - bromfietstechniek. zal d
- Page 145 and 146: A5.Fiets - bromfietstechniek. vloei
- Page 147 and 148: A5.Fiets - bromfietstechniek. geval
- Page 149 and 150: 17. Een binnenband plakken: A5.Fiet
- Page 151 and 152: 18. Een tublessband plakken 32 A5.F
- Page 153 and 154: A5.Fiets - bromfietstechniek. wordt
- Page 155 and 156: Bromfiets en scooterbanden: Algemen
- Page 157 and 158: Opbouw van de band. 38 A5.Fiets - b
- Page 159 and 160: Banden voor bromfietsen (100 Km / u
- Page 161 and 162: 42 A5.Fiets - bromfietstechniek.
- Page 163 and 164: Inleiding: A6. Fiets - bromfietstec
- Page 165: DE KRACHTEN OP DE SPAAK 4 A6. Fiets
- Page 169 and 170: A6. Fiets - bromfietstechniek. Het
- Page 171 and 172: 10 A6. Fiets - bromfietstechniek. H
- Page 173 and 174: 12 A6. Fiets - bromfietstechniek. L
- Page 175 and 176: V IERDE KWART 14 A6. Fiets - bromfi
- Page 177 and 178: HET AANSPANNEN 16 A6. Fiets - bromf
- Page 179 and 180: 18 A6. Fiets - bromfietstechniek. V
- Page 181 and 182: Op de tekening hiernaast ziet u het
- Page 183 and 184: 22 A6. Fiets - bromfietstechniek. A
- Page 185 and 186: A6. Fiets - bromfietstechniek. Spaa
- Page 187 and 188: Dan volgt de berekening: A6. Fiets
- Page 189 and 190: A6. Fiets - bromfietstechniek. Bere
- Page 191 and 192: A6. Fiets - bromfietstechniek. Voor
- Page 193 and 194: Als laatste bestaat er ook nog een
- Page 195 and 196: A6. Fiets - bromfietstechniek. Naaf
- Page 197 and 198: SPECIALE WIELEN 36 A6. Fiets - brom
- Page 199 and 200: 38 A6. Fiets - bromfietstechniek. E
- Page 201 and 202: A7. Fiets - bromfietstechniek. A7.
- Page 203 and 204: A7. Fiets - bromfietstechniek. Door
- Page 205 and 206: A7. Fiets - bromfietstechniek. Wann
- Page 207 and 208: P asmaken van crankspieën: A7. Fie
- Page 209 and 210: Crank schade: A7. Fiets - bromfiets
- Page 211 and 212: 3. DE PEDALEN: Een pedaal kan uitge
- Page 213 and 214: A7. Fiets - bromfietstechniek. de d
- Page 215 and 216: A7. Fiets - bromfietstechniek. - Kl
6<br />
A6. Fiets - brom<strong>fiets</strong>techniek.<br />
groter wordt dan 90 graden. Een 40 of 36 spaaks wiel kan max. 4 x gekruist worden. Een<br />
32 of 28 spaaks wiel 3 x; 'n 24 of 20 2 x, en 'n 16 spaaks 1 x.<br />
De belangrijkste bron van problemen voor race -achterwielen, is het feit dat deze<br />
paraplu -gespaakt worden. Omdat rechts het freewheel zit, en de velg toch in het midden<br />
van het frame moet lopen, staan de spaken in het aandrijfscherm veel strakker. Links is de<br />
spaakspanning 400 N en rechts 600 N ! Naast het merendeel van de aandrijfkrachten,<br />
komen daar nog eens gewichts - en stootbelastingen bij. Zeker de trekkende spaken<br />
rechts werken dus voortdurend onder hoogspanning. Aan de linkerzijde zijn het met name<br />
de statische spaken, die bedreigd worden; niet met te hoge, maar met te lage spanning,<br />
hetgeen loslopen van de nippels in de hand werkt.<br />
Wanneer remnaven worden toegepast, worden ook de statische spaken op trek belast.<br />
Remkrachten zijn vaak hoger dan aandrijfkrachten: tot meer dan 120 N. Het verdient<br />
aanbeveling bij remnaven spaken nr.13 te gebruiken; bovendien horen de buitenste<br />
spaken de statische spaken te zijn. Spaken nr.13 hebben een grovere schroefdraad. De<br />
nippels zullen daardoor eerder loslopen, vooral omdat de spaak stugger en stijver is, en bij<br />
ontlasting minder "inveert". Deze spaken dienen daarom strakker te staan: ongeveer 700<br />
N. De velg moet uiteraard sterk genoeg zijn, anders trek je de nippel door de velg.<br />
Sterke stijve velgen als Rigida DP18 (36 spaaks) hebben bovendien het voordeel, dat de<br />
gewichtsbelasting minder variatie in spaakspanning veroorzaakt; b.v. tussen 450 en 530 N<br />
i.p.v. tussen 420 en 525 N.<br />
Bij de moderne superstijve velgen o.a. de Shamalvelg van Campagnolo worden slechts 16<br />
of 20 spaken gebruikt. Deze afgeplatte spaken dienen onder flinke spanning gemonteerd<br />
te worden; van 800 N voor radiale tot 1500 N voor gekruiste spaken! De extra belasting<br />
door gewicht is 70 N per spaak, de ontlasting is 110 N; omdat ze slechts 1X kruisen is de<br />
belasting door aandrijfkrachten hoog: tot 300 N per spaak! Dit soort wielen worden<br />
gewoonlijk kant en klaar geleverd en dus niet door de <strong>fiets</strong>enmaker gespaakt. De meeste<br />
spaken zijn geheel recht met een conische kop en een afgeplat middenstuk.<br />
Een voorwiel kunnen we op alle mogelijke manieren spaken, mits er geen remnaaf of<br />
schijfrem in zit. Het lichtst, het sterkst en het stijfst, zijn radiaal gespaakte wielen. Ze zijn<br />
echter niet comfortabel en slecht voor naven en balhoofd.<br />
Bij achterwielen is de zaak gecompliceerder. Voor een 36 spaaks wiel is 3 of4x gekruist<br />
gewenst. We zouden ernaar moeten streven het paraplu -spaken te vermijden. Dit kan<br />
door brede naven en achtervorken te nemen, of door asymmetrische frames te bouwen.<br />
Er zijn echter ook speciale vlechtpatronen, die een lagere spaakbelasting opleveren.