fiets – bromfietstechniek - Fietstoeren

fiets – bromfietstechniek - Fietstoeren fiets – bromfietstechniek - Fietstoeren

fietstoeren.be
from fietstoeren.be More from this publisher
15.09.2013 Views

9. We gaan nu ons frame tekenen: A4. Fiets - bromfiets techniek. We trekken een horizontale basislijn, en daarop een loodlijn. Eerst tekenen we de brackethoogte G af. Van dat punt gaan we X mm omhoog. Dit is het midden van de bovenbuis. We trekken nu door G een lijn evenwijdig aan de basislijn. Vervolgens gaan we vanuit G met een lijn onder de hoek a rechts omhoog. Door X trekken we nu weer een lijn evenwijdig aan de basis. Het snijpunt F is het midden van de zadellug. Vanuit F gaan we A mm naar links; vanuit punt A gaan we onder hoek B links naar beneden. Evenwijdig aan deze lijn komt een tweede lijn op afstand S (sprong of vorkdoorbuiging). Uitgaande van standaard racewielen met een straal van 335 mm, trekken we een op deze hoogte een lijn evenwijdig aan de basis. Het snijpunt is de as van het voorwiel. Vanuit het bracket (punt G) cirkelen we de achtervorklengte D om; het snijpunt van dit cirkelstuk en de 335 mm lijn is de achteras. Vanuit de vooras gaan we met de voorvorklengte L mm omhoog. Stel dat de onderste balhoofdring 10 mm is, dan komt pas op L+10 mm het balhoofd! Alle maten liggen nu vast en we kunnen de tekening afmaken. Vergeet niet alle nokjes en kabelgeleidingen aan te geven. De balhoofdmaat E is een hart-hart maat; de balhoofdbuis is dus ongeveer 60 mm langer. Als we een klein frame bouwen, wordt de buis korter dan 100 mm; ik kies ervoor om deze maat niet kleiner te maken, maar de bovenbuis af te laten lopen. De tekening op ware grootte is nu klaar. Hoe lopen de derailleurkabels? Is er een voorderrailleurnok? Neemt u een tweede bidonhouder, soldeer dan 'n stuitnok voor de pomp. Enkele niet te versmaden afmetingen: De voornaamste framematen samengevat - voor en achterframe: 91 mm Low-end voornaven. 96 mm Oudere voornaven, bijzonder de Franse. 100 mm Moderne voornaven. 110 mm Achternaaf met enkel vrijwiel tot 3- versnellingen. 120 mm Achternaaf 5- versnelling, Ultra 6, nieuwere versnellingsnaven. 126 mm Achternaaf 6- 7 versnelling ( weg). 130 mm Achternaaf 7- versnelling (MTB) en 8- 9- en 10 versnelling (weg). 135 mm Achternaaf 7- 8- en 9 versnellingen (MTB). 140 mm Achternaaf voor tandem. 145 mm Achternaaf tandem (nieuwere modellen). 160 mm Achternaaf tandem (voorstel voor standaard maat). - Kettinglijn: 37 52,5 mm - Balhoofdshoek: - gewone fiets 65 73° - normaal 67° - race fiets 70 -74° - Doorbuiging voorvork: - gewone fiets 70 à 75 mm ( 28” wielen) - race fiets 50 mm - toerfiets 77 mm 21.

- Bracket hoogte: - 28” wielen ± 305 mm - 26” wielen ± 267 mm A4. Fiets - bromfiets techniek. - Buitenbalhoofdbuis lengte: min. 100 mm, zeker indien mogelijk niet korter. Frame maat 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 Gewone fiets & race 107 112 115 122 132 137 147 157 165 176 187 202 216 226 A.T.B 100 100 110 120 130 140 140 150 160 170 170 180 180 Kleine frames Bij kleine frames lopen we tegen het probleem op dat de wielen te groot worden. De logische oplossing om over te gaan op kleinere wielen (of in ieder geval een kleiner voorwiel) is niet altijd practisch. Banden, velgen en spaken zijn opeens lastig leverbaar, het juiste verzet levert meer problemen op, en een wiel lenen (voor wielrenners niet onbelangrijk) wordt opeens onmogelijk. De problemen spitsen zich toe op twee gebieden, als we het gezeur met te lange butted buizen en onorthodoxe hoeken (lugs!) even negeren. Het eerste probleem is de lengte van de balhoofdbuis. Om het balhoofdstel heel te houden is een minimum lengte noodzakelijk. Als je dan uitgaat van een horizontale bovenbuis ligt de bovenkant van het frame vast, en moet je het bracket omhoog brengen om het frame niet te hoog te maken. Dit is niet elegant: het wordt de kleine persoon nog moeilijker gemaakt om een voet aan de grond te zetten. De speling tussen bovenbuis en kruis wordt ook kritiek. Met een lugloze bouwwijze kun je er voor kiezen om het voorframe op te hogen door de bovenbuis schuin omhoog te laten lopen. Wel betekent dit dat er aparte zorg aan de stuurpen besteedt moet worden, want die moet veelal zo ver mogelijk naar beneden. Een stuurpen met een te lange schacht kan tegen de inwendige versteviging in de binnenbalhoofdbuis stoten, en gesmede pennen zijn misschien over een te kort stuk rond. Maar er zijn ook baanpennen in de handel met een scherpere hoek waardoor het stuur lager uitkomt, en anders kun je er een laten maken. Het tweede probleem is de overlap tussen pedaal en voorwiel, iets wat alleen bij heel lage snelheden opvalt. Veel fietsers accepteren dit probleemloos, maar er zijn ook normen die dit verbieden. DIN 79100 eist bijvoorbeeld een minimum afstand van 89 mm (pedaalaswiel), tenzij de fiets met toeclips is uitgerust! Als framebouwer beperken we het probleem door de stuurpenlengte bij kleine frames kort te houden, en door het kiezen van een minder steile balhoofdshoek. De bij kleine frames oplopende zithoek helpt natuurlijk ook al. 22.

- Bracket hoogte: - 28” wielen ± 305 mm<br />

- 26” wielen ± 267 mm<br />

A4. Fiets - brom<strong>fiets</strong> techniek.<br />

- Buitenbalhoofdbuis lengte: min. 100 mm, zeker indien mogelijk niet korter.<br />

Frame maat 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61<br />

Gewone <strong>fiets</strong> & race 107 112 115 122 132 137 147 157 165 176 187 202 216 226<br />

A.T.B 100 100 110 120 130 140 140 150 160 170 170 180 180<br />

Kleine frames<br />

Bij kleine frames lopen we tegen het probleem op dat de wielen te groot worden. De<br />

logische oplossing om over te gaan op kleinere wielen (of in ieder geval een kleiner<br />

voorwiel) is niet altijd practisch. Banden, velgen en spaken zijn opeens lastig leverbaar,<br />

het juiste verzet levert meer problemen op, en een wiel lenen (voor wielrenners niet<br />

onbelangrijk) wordt opeens onmogelijk.<br />

De problemen spitsen zich toe op twee gebieden, als we het gezeur met te lange butted<br />

buizen en onorthodoxe hoeken (lugs!) even negeren. Het eerste probleem is de lengte van<br />

de balhoofdbuis. Om het balhoofdstel heel te houden is een minimum lengte noodzakelijk.<br />

Als je dan uitgaat van een horizontale bovenbuis ligt de bovenkant van het frame vast, en<br />

moet je het bracket omhoog brengen om het frame niet te hoog te maken. Dit is niet<br />

elegant: het wordt de kleine persoon nog moeilijker gemaakt om een voet aan de grond te<br />

zetten. De speling tussen bovenbuis en kruis wordt ook kritiek. Met een lugloze bouwwijze<br />

kun je er voor kiezen om het voorframe op te hogen door de bovenbuis schuin omhoog te<br />

laten lopen. Wel betekent dit dat er aparte zorg aan de stuurpen besteedt moet worden,<br />

want die moet veelal zo ver mogelijk naar beneden. Een stuurpen met een te lange<br />

schacht kan tegen de inwendige versteviging in de binnenbalhoofdbuis stoten, en<br />

gesmede pennen zijn misschien over een te kort stuk rond. Maar er zijn ook baanpennen<br />

in de handel met een scherpere hoek waardoor het stuur lager uitkomt, en anders kun je<br />

er een laten maken.<br />

Het tweede probleem is de overlap tussen pedaal en voorwiel, iets wat alleen bij heel lage<br />

snelheden opvalt. Veel <strong>fiets</strong>ers accepteren dit probleemloos, maar er zijn ook normen die<br />

dit verbieden. DIN 79100 eist bijvoorbeeld een minimum afstand van 89 mm (pedaalaswiel),<br />

tenzij de <strong>fiets</strong> met toeclips is uitgerust!<br />

Als framebouwer beperken we het probleem door de stuurpenlengte bij kleine frames kort<br />

te houden, en door het kiezen van een minder steile balhoofdshoek. De bij kleine frames<br />

oplopende zithoek helpt natuurlijk ook al.<br />

22.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!