Opheusden, v1 - Hendrica Maria Heijungs en haar vader Henrich ...

Opheusden, v1 - Hendrica Maria Heijungs en haar vader Henrich ... Opheusden, v1 - Hendrica Maria Heijungs en haar vader Henrich ...

heppiebaiker.nl
from heppiebaiker.nl More from this publisher
15.09.2013 Views

Jager in de Betuwe 5-12 om het huwelijk tegen te houden. Dan krijgt het bruidspaar toestemming van de rechter en wordt tegenwerking van de ouders opzij geschoven door een hogere macht. Toen het verzet nutteloos bleek en er geen ontkomen meer aan was, hebben zij tot het allerlaatst het huwelijk getraineerd. Als klap op de vuurpijl zijn zij verongelijkt weggebleven. De verhoudingen zijn zo erg verstoord dat zij bij zo’n heugelijke dag niet in één ruimte met het bruidspaar willen verkeren. Moeten wij het ons zo voorstellen? Het valt nu niet goed na te gaan wat een rol speelde. Er wordt een viertal mogelijkheden aangestipt. De minst erge mogelijkheid: vrees voor dorpsroddel. De gang naar een Wageningse notaris doet dat vermoeden want bij de Opheusdense notaris binnenstappen ziet iedereen. Maar Klaas Jager kan notaris Elias Dutry van Haeften 53 vermeden hebben omdat deze nogal deftige notaris uit Zaltbommel het dorp Opheusden wel als standplaats heeft maar er geen permanent bemand kantoortje bezit voor een haastklusje. Klaas moet noodgedwongen naar een andere notaris. Zou negeren van de gebeurtenis trouwens helpen tegen roddelarij? Het tegendeel lijkt het geval want men wordt door de natuur ingehaald. Hoe langer men wacht hoe onthullender de zaak wordt. En de prangende vraag ‘wie heeft het gedaan’ is meestal algemeen bekend. Als er één goede manier bestaat om roddeltantes te voeren dan is dat publiekelijk afwezig zijn bij het huwelijk van je kind. Daarmee geef je aan het bruidspaar af te vallen en dat is nieuw voer voor dorpspraat. Een tweede mogelijkheid: standsverschillen? Johannes Wevers is slechts timmerman, zijn overleden vrouw een voormalige werkster en Johanna, ouder dan Marinus, een ongeletterd wicht dat de zoon heeft verleid. Daar tegenover staat een trotse Klaas Jager, een tabaksplanter met de zelf toegedachte notabele achtergrond! Het is misschien wat gezocht maar het is mogelijk. De derde mogelijkheid: geloofsverschillen? In dít dorp zou dat zomaar kunnen. Aangestipt zijn de hier al decennia durende onderhuidse spanningen tussen vrijzinnigen en rechtzinnigen. Het ontbreekt aan concrete aanwijzingen om in 1859 een der partijen in een bepaald kamp te plaatsen. De scheidslijn tussen vrijzinnigen en rechtzinnigen loopt dwars door families heen. Dat is bij de Jagers het geval. Vader Klaas Jager (VIIIa) denken wij in een dualistische rol te kunnen plaatsen: aan de rechtzinnige kant van het spectrum als het om geloofszaken gaat 54 en een vrijzinnige als het om zijn status gaat. De familie Wevers komen we in geen enkel verband tegen. De vierde mogelijkheid is wel de meest waarschijnlijke omdat het past bij de familie mythen: Marinus kwam in conflict met zijn vader. Conflict over bijslaap Kerkelijke authoriteiten waken over de goede zedelijke levenswandel van haar kerkgangers. En zeker over die van de lidmaten want die hebben een speciale verantwoordelijkheid als zij aanschuiven bij het avondmaal. Ouderlingen houden een wakend oog over hun dorpsgenoten. Ontuchtig gedrag moeten zij rapporteren aan de kerkenraad. Die houdt enkele malen per jaar een censura morum waarbij de aangebrachte gevallen nader worden onderzocht. Tenslotte kan men niet met ijzige of boze koppen aan het avondmaal verschijnen. Wordt wangedrag vastgesteld dan komt, afhankelijk van de ernst, de betrokkene er met een vermaning van af. Een lidmaat kan bovendien onder censuur geplaatst worden en worden uitgesloten van het avondmaal zolang de straf van kracht is. In minder strenge gemeentes blijft de ‘vroegtijdige bijslaap’ of zonde tegen het 7 de gebod bij een vermaning. In wat strengere wordt deze en de straf afgeroepen van de kansel. In zeer strenge gemeenten, zoals Opheusden er een is, is publieke schuldbelijdenis tijdens de kerkdienst onderdeel van de bestraffing. Dan leest de dominee tijdens een kerkdienst het formulier voor terwijl de zondaren moeten opstaan. En aan het einde van de kanseltirade moeten zij dan zeggen: ja wij hebben gezondigd; natuurlijk buiten de kerk gevolgd door gegniffel en dorpse achterklap. Een aanstaand echtpaar ervaart het als een schande dat zij op deze wijze schuld moeten bekennen, terwijl een flink deel van de aanwezigen zelf ‘boter op het hoofd heeft’. Soms houden de verloofden de kwestie uiterst geheim. Om de belijdenis voor te zijn trouwen zij zo rap mogelijk voordat de tekenen van zwangerschap zichtbaar worden. Dit helpt maar zelden want ouderlingen kunnen beter tellen dan wie ook. De onbevlekte ontvangenis is voorbehouden aan slechts een enkeling! De schuldbelijdenis kan een reden zijn om de kerk de rug toe te keren door er van af zien in de kerk te trouwen. Maar zo simpel ligt het niet. Als het stel tot deze gemeenschap wil blijven behoren is er geen andere weg dan de publieke zaak. Niet onderwerpen aan de mores betekent uitgestoten worden. Dan wordt je niet alleen de toegang tot de kerk verboden, je wordt genegeerd in de winkel, verliest contacten, wordt bij verenigingen geroyeerd en zelfs uitgesloten van werk. Ons stel heeft de ‘rappe route’ niet genomen. Volgens de familie overlevering omdat Marinus’ vader geen toestemming zou geven als Marinus de openbare schuldbelijdenis weigerde. Klaas is veel gelegen aan onderwerping aan de kerkorde. Maar de vanzelfsprekendheid waarmee de vader voor zijn zoon en aanstaande schoondochter beslist wekt wrevel op. Gaandeweg het conflict wordt steeds zichtbaarder dat Johanna een met ‘bijslaper’ heeft verkeerd. Dat de kerkenraad Marinus op zeker moment ter verantwoording heeft geroepen, is wel zeker want in zo’n dorp blijft niets geheim. Welke spanningen dit te weeg heeft gebracht is alleen bij overlevering bekend. De zaak zit muurvast. In dit stadium zijn er legio mogelijkheden. Marinus en Johanna samen of ieder voor zich kunnen de oproep van de kerkenraad genegeerd hebben en zij kunnen bij absentie zijn bestraft. Daarmee wordt een kerkelijk huwelijk en doop van kind onmogelijk. Wellicht hebben zij de gang naar de kerkenraad wel gemaakt en daar de publieke schuldbelijdenis geweigerd. Voor Johanna is het relatief gemakkelijk; zij is

5-13 Jager in de Betuwe geen lidmaat. Marinus is juist kersvers lidmaat. Een maand voor het lidmaatschap heeft hij Johanna nog bezwangerd. Dat maakt zijn lidmaatschap uiterst discutabel. Dat kan weer leiden tot spanningen tussen Marinus en Johanna onderling of tussen Klaas Jager en de verloofden. Want niet trouwen in de kerk is not-done. Alleen al het idee om de kerkelijke inzegening te negeren is voldoende om vader Klaas in woede te doen ontvlammen en Marinus in de ban te doen door hem de deur te wijzen. Een conflict tussen Marinus en zijn verloofde of tussen Marinus en zijn vader kan de complicerende factor zijn waarom het burgerlijk huwelijk zo lang op zich laat wachten. De opstelling van vader Klaas is niet alleen een gegeven naar de tijdgeest maar heeft ook met het verleden van Klaas te maken. Toen de vader van Klaas, de eerder genoemde Gijsbert Jager, overleed kreeg Klaas twee voogden: de eerder genoemde ooms Hendrik Jager (VIIb) en Jan den Hartog. Hendrik Jager is nog ouderling geweest in 1836. Jan den Hartog, aangetrouwd maar niet minder gewichtig, is de eerste en tevens laatste burgemeester van Opheusden geweest (1812-17). Diens vrouw Hendrina van den Toorn 55 was doophefster van Klaas. Die had aan het doopvont nog beloofd hem te ondersteunen in zijn leven! Een vertelling Hoogmoed heeft een prijs April 1859. Marinus heeft de hele dag in de tabaksschuur gewerkt en zich niet laten zien. Hij zal wel veel werk hebben, zal moeder Hermina gedacht hebben. Hij was stil, met die denkrimpel op zijn voorhoofd. Er is iets dacht Hermina. Na het avondeten komt het hoge woord er uit. Bedremmeld moet Rinus zijn vader bekennen wat de ouderling is ontgaan: Hij heeft gezondigd en Johanna Wevers bezwangerd. Het pleit voor hem dat hij met haar wil trouwen. Vader Klaas durft niet te vragen waar deze zonde bedreven is, misschien wel onder zijn dak, in de oude bedstee van het werkvolk, in de schuur achter een pakket tabaksblad of – nog erger – achter het griendhout in de uiterwaard waar iedereen het had kunnen zien! Zijn nijdigheid overwint het van de nieuwsgierigheid. Hij ziet zijn zorgvuldig opgebouwd bastion van semi-dorpsnotabele in één slag ondermijnd. Wat zal het dorp hier wel van zeggen? De status van oom Hendrik Jager de ouderling en oom Jan den Hartog de burgemeester stellen in eens niets meer voor. Het had Klaas en zijn familie het aureool van rechtschapenheid en belangwekkendheid gegeven, zo meende hij. Het geeft een heerlijk gevoel van macht en de mogelijkheid om met het vingertje te wijzen. Met deze status is men de schrik van minder rechtschapenen. Die zijn er natuurlijk velen als de lat heel hoog ligt. Hoogmoed ligt echter op de loer. Burgemeester Willem Pieter van der Zande behoort tot de vage entourage van Klaas Jager. Van der Zande is namelijk getrouwd met Mechteld van Doorn. Haar ouders heten Jan van Doorn en Anna Catharina van den Brink. Laten dat nu net de schoonouders zijn van Dirk Jager (VIIIb), de broer van onze Klaas Jager. Met ande- re woorden de burgemeester en Klaas hebben familiaire banden. Genoemde Dirk Jager is bakker en kastelein in Kesteren, zijn vrouw Jacoba Geurdina van Doorn is tapster. Uit hoofde van deze bezigheden zijn zij natuurlijk goed op de hoogte van elk sappig gerucht dat onder de mensen circuleert. Beide ooms leven niet meer maar Klaas was zijn voogden nog altijd dankbaar dat ze zo goed op zijn erfdeel hebben gepast. Marinus heeft er geen boodschap aan en brengt zijn vader in verlegenheid. Vader Klaas Jager trekt de kwestie op zijn fatsoen want hem komen dorpsroddels ter oren, hij heeft te vrezen voor de toorn van de kerkenraad, de grijns van de burgemeester en de hoon van dorpelingen. ‘Zie je wel .....’! Zo kan status zich tegen je keren en kan een conflict met de veroorzaker geboren zijn. Het ligt in de lijn der dingen dat een ouderling het conflict bespreekbaar tracht te maken. Zo kunnen vader en zoon straks niet naar het avondmaal. Hij benadert Klaas uiterst omzichtig. Later in de week moet hij ds. Den Boer bekennen dat ‘het zaad der verzoening op dees dorre akker niet wil ontkiemen’. De beeldspraak verhult dat Klaas de ouderling resoluut de deur heeft gewezen toen hij het gevoel kreeg met een ‘vriendelijke vermaning’ terecht te worden gewezen. De ouderling moet Rinus vermanen! Den Boer overweegt of hijzelf een poging zal doen. Hij kent Klaas niet en weet niet goed waar hij een gevoelige snaar kan raken om de vrede tussen vader en zoon te bewerkstellingen. De vader heeft ongetwijfeld gelijk dat de zoon zich in de kerkorde moet schikken, maar op deze wijze zal dat niet lukken. De zaak krijgt een slepend karakter. Burgemeester Van der Zande, voornamelijk in Kesteren aanwezig, krijgt in het cafe van Jacoba van Doorn lucht van de zaak. Hij besluit eind september tot een subtiel huisbezoekje aan Klaas. Van der Zande kent zijn pappenheimer; de gevoeligheden van Klaas zijn hem bekend. Hij laat een sjees inspannen, de kap gaat omhoog want het is best frisjes. Hij neemt de route over de dijk naar de bouwhof de Keij, rijdt de Lakemondsestraat in en laat zich aandienen bij Klaas. Onverwachts binnenvallen en weinig ruimte geven lijken hem de beste strategie. Het is Klaas onmiddelijk duidelijk dat Van der Zande geen gezellig praatje komt maken. Hij ontvangt hem met alle egards in de mooie kamer en laat een borreltje aanrukken. Van der Zande is de beminnelijkheid zelve. ‘Wij zijn nu als notabelen onder elkaar’, zo paait hij Klaas. Subtiel brengt hij de kwestie Rinus ter tafel. Klaas brandt los. Naarmate er meer borreltjes passeren worden de argumenten wijdlopender. Van der Zande echter kruipt steeds meer in de huid van ambtenaar van de burgerlijke stand. Als ambtenaar is hij verplicht Marinus te wijzen op de gang naar de vrederechter. ‘Daar staan wij notabelen natuurlijk boven; maar het is wel de wet’. En naar de ervaring van Van der Zande zullen de bezwaren van Klaas ter zijde geschoven worden als niet relevant. Na de laatste teug van het zoveelste borreltje klinkt het: ‘uiterlijk de 12 de moet de toestemming op mijn bureau liggen; ik reken op uwe edelmoedigheid’. Misschien

5-13 Jager in de Betuwe<br />

ge<strong>en</strong> lidmaat. Marinus is juist kersvers lidmaat. E<strong>en</strong><br />

maand voor het lidmaatschap heeft hij Johanna nog<br />

bezwangerd. Dat maakt zijn lidmaatschap uiterst discutabel.<br />

Dat kan weer leid<strong>en</strong> tot spanning<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> Marinus<br />

<strong>en</strong> Johanna onderling of tuss<strong>en</strong> Klaas Jager <strong>en</strong> de<br />

verloofd<strong>en</strong>. Want niet trouw<strong>en</strong> in de kerk is not-done.<br />

Alle<strong>en</strong> al het idee om de kerkelijke inzeg<strong>en</strong>ing te neger<strong>en</strong><br />

is voldo<strong>en</strong>de om <strong>vader</strong> Klaas in woede te do<strong>en</strong> ontvlamm<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> Marinus in de ban te do<strong>en</strong> door hem de<br />

deur te wijz<strong>en</strong>.<br />

E<strong>en</strong> conflict tuss<strong>en</strong> Marinus <strong>en</strong> zijn verloofde of tuss<strong>en</strong><br />

Marinus <strong>en</strong> zijn <strong>vader</strong> kan de complicer<strong>en</strong>de factor zijn<br />

waarom het burgerlijk huwelijk zo lang op zich laat wacht<strong>en</strong>.<br />

De opstelling van <strong>vader</strong> Klaas is niet alle<strong>en</strong> e<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong><br />

naar de tijdgeest maar heeft ook met het verled<strong>en</strong> van<br />

Klaas te mak<strong>en</strong>. To<strong>en</strong> de <strong>vader</strong> van Klaas, de eerder<br />

g<strong>en</strong>oemde Gijsbert Jager, overleed kreeg Klaas twee<br />

voogd<strong>en</strong>: de eerder g<strong>en</strong>oemde ooms H<strong>en</strong>drik Jager<br />

(VIIb) <strong>en</strong> Jan d<strong>en</strong> Hartog. H<strong>en</strong>drik Jager is nog ouderling<br />

geweest in 1836. Jan d<strong>en</strong> Hartog, aangetrouwd maar<br />

niet minder gewichtig, is de eerste <strong>en</strong> tev<strong>en</strong>s laatste<br />

burgemeester van <strong>Opheusd<strong>en</strong></strong> geweest (1812-17).<br />

Di<strong>en</strong>s vrouw H<strong>en</strong>drina van d<strong>en</strong> Toorn 55 was doophefster<br />

van Klaas. Die had aan het doopvont nog beloofd hem<br />

te ondersteun<strong>en</strong> in zijn lev<strong>en</strong>!<br />

E<strong>en</strong> vertelling<br />

Hoogmoed heeft e<strong>en</strong> prijs<br />

April 1859.<br />

Marinus heeft de hele dag in de tabaksschuur gewerkt<br />

<strong>en</strong> zich niet lat<strong>en</strong> zi<strong>en</strong>. Hij zal wel veel werk hebb<strong>en</strong>, zal<br />

moeder Hermina gedacht hebb<strong>en</strong>. Hij was stil, met die<br />

d<strong>en</strong>krimpel op zijn voorhoofd. Er is iets dacht Hermina.<br />

Na het avondet<strong>en</strong> komt het hoge woord er uit. Bedremmeld<br />

moet Rinus zijn <strong>vader</strong> bek<strong>en</strong>n<strong>en</strong> wat de ouderling<br />

is ontgaan: Hij heeft gezondigd <strong>en</strong> Johanna Wevers<br />

bezwangerd. Het pleit voor hem dat hij met <strong>haar</strong> wil trouw<strong>en</strong>.<br />

Vader Klaas durft niet te vrag<strong>en</strong> waar deze zonde<br />

bedrev<strong>en</strong> is, misschi<strong>en</strong> wel onder zijn dak, in de oude<br />

bedstee van het werkvolk, in de schuur achter e<strong>en</strong> pakket<br />

tabaksblad of – nog erger – achter het gri<strong>en</strong>dhout in<br />

de uiterwaard waar iedere<strong>en</strong> het had kunn<strong>en</strong> zi<strong>en</strong>! Zijn<br />

nijdigheid overwint het van de nieuwsgierigheid. Hij ziet<br />

zijn zorgvuldig opgebouwd bastion van semi-dorpsnotabele<br />

in één slag ondermijnd. Wat zal het dorp hier wel<br />

van zegg<strong>en</strong>?<br />

De status van oom H<strong>en</strong>drik Jager de ouderling <strong>en</strong> oom<br />

Jan d<strong>en</strong> Hartog de burgemeester stell<strong>en</strong> in e<strong>en</strong>s niets<br />

meer voor. Het had Klaas <strong>en</strong> zijn familie het aureool van<br />

rechtschap<strong>en</strong>heid <strong>en</strong> belangwekk<strong>en</strong>dheid gegev<strong>en</strong>, zo<br />

me<strong>en</strong>de hij. Het geeft e<strong>en</strong> heerlijk gevoel van macht <strong>en</strong><br />

de mogelijkheid om met het vingertje te wijz<strong>en</strong>. Met deze<br />

status is m<strong>en</strong> de schrik van minder rechtschap<strong>en</strong><strong>en</strong>. Die<br />

zijn er natuurlijk vel<strong>en</strong> als de lat heel hoog ligt. Hoogmoed<br />

ligt echter op de loer.<br />

Burgemeester Willem Pieter van der Zande behoort tot<br />

de vage <strong>en</strong>tourage van Klaas Jager. Van der Zande is<br />

namelijk getrouwd met Mechteld van Doorn. Haar ouders<br />

het<strong>en</strong> Jan van Doorn <strong>en</strong> Anna Catharina van d<strong>en</strong><br />

Brink. Lat<strong>en</strong> dat nu net de schoonouders zijn van Dirk<br />

Jager (VIIIb), de broer van onze Klaas Jager. Met ande-<br />

re woord<strong>en</strong> de burgemeester <strong>en</strong> Klaas hebb<strong>en</strong> familiaire<br />

band<strong>en</strong>.<br />

G<strong>en</strong>oemde Dirk Jager is bakker <strong>en</strong> kastelein in Kester<strong>en</strong>,<br />

zijn vrouw Jacoba Geurdina van Doorn is tapster.<br />

Uit hoofde van deze bezighed<strong>en</strong> zijn zij natuurlijk goed<br />

op de hoogte van elk sappig gerucht dat onder de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong><br />

circuleert.<br />

Beide ooms lev<strong>en</strong> niet meer maar Klaas was zijn voogd<strong>en</strong><br />

nog altijd dankbaar dat ze zo goed op zijn erfdeel<br />

hebb<strong>en</strong> gepast. Marinus heeft er ge<strong>en</strong> boodschap aan<br />

<strong>en</strong> br<strong>en</strong>gt zijn <strong>vader</strong> in verleg<strong>en</strong>heid. Vader Klaas Jager<br />

trekt de kwestie op zijn fatso<strong>en</strong> want hem kom<strong>en</strong> dorpsroddels<br />

ter or<strong>en</strong>, hij heeft te vrez<strong>en</strong> voor de toorn van de<br />

kerk<strong>en</strong>raad, de grijns van de burgemeester <strong>en</strong> de hoon<br />

van dorpeling<strong>en</strong>. ‘Zie je wel .....’!<br />

Zo kan status zich teg<strong>en</strong> je ker<strong>en</strong> <strong>en</strong> kan e<strong>en</strong> conflict<br />

met de veroorzaker gebor<strong>en</strong> zijn.<br />

Het ligt in de lijn der ding<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> ouderling het conflict<br />

bespreekbaar tracht te mak<strong>en</strong>. Zo kunn<strong>en</strong> <strong>vader</strong> <strong>en</strong> zoon<br />

straks niet naar het avondmaal. Hij b<strong>en</strong>adert Klaas<br />

uiterst omzichtig. Later in de week moet hij ds. D<strong>en</strong> Boer<br />

bek<strong>en</strong>n<strong>en</strong> dat ‘het zaad der verzo<strong>en</strong>ing op dees dorre<br />

akker niet wil ontkiem<strong>en</strong>’. De beeldspraak verhult dat<br />

Klaas de ouderling resoluut de deur heeft gewez<strong>en</strong> to<strong>en</strong><br />

hij het gevoel kreeg met e<strong>en</strong> ‘vri<strong>en</strong>delijke vermaning’<br />

terecht te word<strong>en</strong> gewez<strong>en</strong>. De ouderling moet Rinus<br />

verman<strong>en</strong>!<br />

D<strong>en</strong> Boer overweegt of hijzelf e<strong>en</strong> poging zal do<strong>en</strong>. Hij<br />

k<strong>en</strong>t Klaas niet <strong>en</strong> weet niet goed waar hij e<strong>en</strong> gevoelige<br />

snaar kan rak<strong>en</strong> om de vrede tuss<strong>en</strong> <strong>vader</strong> <strong>en</strong> zoon te<br />

bewerkstelling<strong>en</strong>. De <strong>vader</strong> heeft ongetwijfeld gelijk dat<br />

de zoon zich in de kerkorde moet schikk<strong>en</strong>, maar op<br />

deze wijze zal dat niet lukk<strong>en</strong>.<br />

De zaak krijgt e<strong>en</strong> slep<strong>en</strong>d karakter. Burgemeester Van<br />

der Zande, voornamelijk in Kester<strong>en</strong> aanwezig, krijgt in<br />

het cafe van Jacoba van Doorn lucht van de zaak. Hij<br />

besluit eind september tot e<strong>en</strong> subtiel huisbezoekje aan<br />

Klaas. Van der Zande k<strong>en</strong>t zijn papp<strong>en</strong>heimer; de<br />

gevoelighed<strong>en</strong> van Klaas zijn hem bek<strong>en</strong>d. Hij laat e<strong>en</strong><br />

sjees inspann<strong>en</strong>, de kap gaat omhoog want het is best<br />

frisjes. Hij neemt de route over de dijk naar de bouwhof<br />

de Keij, rijdt de Lakemondsestraat in <strong>en</strong> laat zich aandi<strong>en</strong><strong>en</strong><br />

bij Klaas. Onverwachts binn<strong>en</strong>vall<strong>en</strong> <strong>en</strong> weinig<br />

ruimte gev<strong>en</strong> lijk<strong>en</strong> hem de beste strategie.<br />

Het is Klaas onmiddelijk duidelijk dat Van der Zande<br />

ge<strong>en</strong> gezellig praatje komt mak<strong>en</strong>. Hij ontvangt hem met<br />

alle egards in de mooie kamer <strong>en</strong> laat e<strong>en</strong> borreltje aanrukk<strong>en</strong>.<br />

Van der Zande is de beminnelijkheid zelve. ‘Wij<br />

zijn nu als notabel<strong>en</strong> onder elkaar’, zo paait hij Klaas.<br />

Subtiel br<strong>en</strong>gt hij de kwestie Rinus ter tafel. Klaas brandt<br />

los. Naarmate er meer borreltjes passer<strong>en</strong> word<strong>en</strong> de<br />

argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> wijdlop<strong>en</strong>der. Van der Zande echter kruipt<br />

steeds meer in de huid van ambt<strong>en</strong>aar van de burgerlijke<br />

stand. Als ambt<strong>en</strong>aar is hij verplicht Marinus te<br />

wijz<strong>en</strong> op de gang naar de vrederechter. ‘Daar staan wij<br />

notabel<strong>en</strong> natuurlijk bov<strong>en</strong>; maar het is wel de wet’. En<br />

naar de ervaring van Van der Zande zull<strong>en</strong> de bezwar<strong>en</strong><br />

van Klaas ter zijde geschov<strong>en</strong> word<strong>en</strong> als niet relevant.<br />

Na de laatste teug van het zoveelste borreltje klinkt het:<br />

‘uiterlijk de 12 de moet de toestemming op mijn bureau<br />

ligg<strong>en</strong>; ik rek<strong>en</strong> op uwe edelmoedigheid’. Misschi<strong>en</strong>

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!