001 Goedkeuring jaarrekening 2011: kennisname 002 ... - Herentals

zondheidsindexcijfer van de maand oktober van het in aanmerking te nemen jaar. Het
resultaat daarvan wordt berekend tot op twee decimalen nauwkeurig;
c) het bedrag dat het resultaat is van de berekening, vermeld in punt b), wordt verhoogd
met 698,74 euro en latere verhogingen;
2. het veranderlijke gedeelte:
2,5 procent van het jaarsalaris, aangepast volgens de indexverhogingscoëfficiënt die van
toepassing is op het salaris van de maand oktober van het in aanmerking te nemen jaar.
Als de werknemer in de maand oktober van het in aanmerking te nemen jaar geen of
slechts een gedeeltelijk salaris ontvangen heeft, dan wordt het percentage berekend op
basis van het salaris dat voor diezelfde maand betaald zou zijn als de werknemer zijn
functie wel volledig had uitgeoefend.
23. Aan artikel 205 wordt volgend 3de punt toegevoegd:
3. Het niet gesubsidieerde gemeentelijk personeel dat ingezet wordt in de gemeentelijke
onderwijsinstellingen.
24. De laatste alinea van artikel 206 wordt gewijzigd als volgt:
Als berekeningsbasis voor de toeslag geldt het bruto-uursalaris, eventueel verhoogd met
de haard- of standplaatstoelage, de toelage voor het waarnemen van een hogere functie,
de gegarandeerde salarisverhoging na bevordering of de toelage voor opdrachthouderschap.
25. Aan artikel 208 wordt volgend 3 e punt toegevoegd:
3. Het niet gesubsidieerde gemeentelijk personeel dat ingezet wordt in de gemeentelijke
onderwijsinstellingen.
26. De tweede alinea van artikel 210 wordt gewijzigd als volgt:
Als berekeningsbasis voor het uurloon geldt het bruto-uursalaris, eventueel verhoogd met
de haard- of standplaatstoelage, de toelage voor het waarnemen van een hogere functie,
de gegarandeerde salarisverhoging na bevordering of de toelage voor opdrachthouderschap.
27. Artikel 219 wordt gewijzigd als volgt:
De toelage voor het opdrachthouderschap die wordt toegekend in toepassing van artikel
153, is gelijk aan 5 % van het geïndexeerde jaarsalaris van de werknemer.
Opdrachthouders in een lopende opdracht, die als gevolg van de uitvoering dit artikel een
lagere opdrachthouderstoelage zouden krijgen dan voorheen, behouden hun toelage op
persoonlijke titel voor de verdere duur van hun lopende opdracht.
28. Paragrafen §3 en §4 van artikel 228 worden gewijzigd als volgt:
§ 3. Elke werknemer, die de verplaatsing woon-werkplaats en omgekeerd, met de fiets of
met een ander niet-gemotoriseerd vervoermiddel maakt, registreert zijn verplaatsingen
met het arbeidstijdregistratiesysteem.
§ 4. Het bestuur bepaalt op basis van een routeplanner, waarbij het huisnummer kan ingegeven
worden, het aantal kilometer tussen woon- en werkplaats. Dit aantal wordt vermeld
op het mobiliteitsformulier. Het totaal aantal afgelegde kilometer per kwartaal wordt
naar de hogere eenheid afgerond.
De personeelsdienst gaat ervan uit dat de woonplaats van de werknemer zijn officiële
woonplaats is zoals opgenomen in het rijksregister. Als de verblijfplaats van de werknemer
voor het merendeel van het kwartaal verschilt van die officiële woonplaats, dan meldt
hij dit onmiddellijk aan de personeelsdienst. De personeelsdienst wijzigt dienovereenkomstig
het aantal kilometers op basis van de opgegeven woonplaats. Elke wijziging die
resulteert in een hogere vergoeding en het gevolg is van het nalaten van doorgeven van
wijzigingen door de werknemer, heeft betrekking op maximaal 1 kwartaal in het verleden.
Wanneer de betrokken werknemer niet kan instemmen met de opgegeven reisweg en
afstand, maakt hij zijn bezwaar, binnen de vijf werkdagen na de uitbetaling van de vergoeding,
over aan de personeelsdienst. Indien de werknemer en de personeelsdienst
niet tot een vergelijk komen, maakt de personeelsdienst het dossier over aan de secretaris.
De secretaris beslist hierover binnen de maand.
29. Artikel 229 wordt gewijzigd als volgt:
De werknemer die aan de voorwaarden voldoet voor de toekenning van een parkeerkaart
door de bevoegde hogere overheid, ontvangt een vergoeding voor de verplaatsing van