14.09.2013 Views

Procedure beslag op schip enkele belangrijke arresten in een ...

Procedure beslag op schip enkele belangrijke arresten in een ...

Procedure beslag op schip enkele belangrijke arresten in een ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

DE PROCEDURE VAN BESLAG OP SCHIP-ENKELE<br />

BELANGRIJKE ARRESTEN IN EEN NOTEDOP<br />

Vooreerst wordt men geconfronteerd m.b.t. de problematiek aangaande de def<strong>in</strong>itie van <strong>een</strong><br />

zee<strong>schip</strong> <strong>in</strong> <strong>een</strong> belangrijk arrest van het Hof Van Cassatie <strong>in</strong> datum van 27/02/2009 1 , waarbij het<br />

cassatieberoep gericht is tegen <strong>een</strong> arrest, <strong>op</strong> 22 juni 2006 gewezen door het Hof van Beroep te<br />

Gent.<br />

De problematiek die zich <strong>in</strong> voormeld arrest stelde, had betrekk<strong>in</strong>g <strong>op</strong> <strong>een</strong> vorder<strong>in</strong>g voor hulp en<br />

berg<strong>in</strong>g uitgaande van het Havenbedrijf te Antwerpen. De appelrechters oordeelden dat het <strong>beslag</strong><br />

onregelmatig is, doordat het <strong>schip</strong> <strong>op</strong> het ogenblik van het <strong>beslag</strong> ten gevolge van onherstelbare<br />

beschadig<strong>in</strong>gen, niet meer zeewaardig was en dan ook als <strong>een</strong> scheepswrak te beschouwen is.<br />

Het feit dat het betrokken <strong>schip</strong> nog als <strong>een</strong> zee<strong>schip</strong> te beschouwen was <strong>op</strong> het ogenblik van het<br />

ontstaan van de zeevorder<strong>in</strong>g is niet relevant te beschouwen. Zo geeft het Hof Van Cassatie de<br />

juiste peildatum aan voor de beoordel<strong>in</strong>g van de vorder<strong>in</strong>g en wordt het <strong>in</strong>gestelde cassatieberoep<br />

afgewezen.<br />

Volgens het stelsel van bewarend <strong>beslag</strong> <strong>op</strong> <strong>een</strong> zee<strong>schip</strong>, zoals voorzien <strong>in</strong> het Internationaal<br />

verdrag van 10 mei 1952 tot het brengen van <strong>een</strong>heid <strong>in</strong> sommige bepal<strong>in</strong>gen <strong>in</strong>zake conservatoir<br />

<strong>beslag</strong> <strong>op</strong> zeeschepen, is het voldoende om te BEWEREN te beschikken over <strong>een</strong> zeevorder<strong>in</strong>g, om<br />

<strong>op</strong> <strong>een</strong> zee<strong>schip</strong> bewarend <strong>beslag</strong> te kunnen leggen. Dit is afwijkend tegenover de<br />

gem<strong>een</strong>rechtelijke procedure, waar de schuldeiser dient te beschikken over <strong>een</strong> vaststaande, zekere<br />

en <strong>op</strong>eisbare schuldvorder<strong>in</strong>g.<br />

De toelat<strong>in</strong>g tot bewarend <strong>beslag</strong> <strong>op</strong> <strong>een</strong> zee<strong>schip</strong> of <strong>op</strong> <strong>een</strong> b<strong>in</strong>nen<strong>schip</strong> wordt gevraagd bij <strong>een</strong><br />

verzoekschrift, gericht aan de <strong>beslag</strong>rechter (art. 1417), tenzij de <strong>beslag</strong>legger beschikt over <strong>een</strong><br />

vonnis dat zijn (maritieme) vorder<strong>in</strong>g toewijst.<br />

In scheepvaartzaken is er <strong>een</strong> vermoeden van urgentie 2 , zodat <strong>op</strong> de <strong>beslag</strong>ene de bewijslast rust aan<br />

te tonen dat de zaak niet spoedeisend is. 3<br />

Zo is de urgentie eigen aan het dikwijls korte verblijf van het <strong>schip</strong> <strong>in</strong> de havens. 4<br />

De afwijk<strong>in</strong>g van het basisbeg<strong>in</strong>sel <strong>in</strong> het <strong>beslag</strong>recht dat de <strong>in</strong><strong>beslag</strong>genomen goederen eigendom<br />

dienen te zijn van de schuldenaar, geldt niet <strong>in</strong> de <strong>beslag</strong>procedure <strong>op</strong> zeeschepen.<br />

1 Cass. 27/02/2009, R.H.A., 2009, afl. 1, 28<br />

2 DELWAIDE, L., "Bewarend <strong>beslag</strong> <strong>op</strong> zee<strong>schip</strong>: Hoogdr<strong>in</strong>gendheid en het behoud van het maritieme voorrecht",<br />

Rechtspr. Antw., 1993, 301; Antwerpen 14 februari 2000, Rechtspr. Antw. 2000, 267 (ms Liman); Antwerpen 22<br />

oktober 2001, Eur. Vervoerr. 2002, 216 (ms Normannia).<br />

3 Gent, 15 december 1992, Rechtspr. Antw., 1993, 293, noot DELWAIDE L., R.W., 1993-94, 127<br />

4 Beslagr. Antwerpen, 29 maart 1988, Rechtspr. Antw., 1988, 119.<br />

1


Sedert het cassatie-arrest d.d. 10 mei 1976 5 (OMALA arrest) is de rechtspraak <strong>in</strong> die z<strong>in</strong> gevestigd<br />

dat bewarend <strong>beslag</strong> steeds kan gelegd worden <strong>op</strong> het <strong>schip</strong>, waar<strong>op</strong> de zeevorder<strong>in</strong>g betrekk<strong>in</strong>g<br />

heeft, ongeacht of de eigenaar dan wel <strong>een</strong> derde voor de zeevorder<strong>in</strong>g <strong>in</strong>staat.<br />

De <strong>in</strong>ternationale regelgever heeft de bunkerleveranciers de mogelijkheid geboden om bij nietbetal<strong>in</strong>g<br />

van bunkers, bewarend scheeps<strong>beslag</strong> te leggen.<br />

Zo stelt zich het probleem van de bevrachter van <strong>een</strong> <strong>schip</strong> die bunkers gaat bestellen en de facturen<br />

hiervoor niet betaald heeft. Het zee<strong>schip</strong> waar<strong>op</strong> de zeevorder<strong>in</strong>g betrekk<strong>in</strong>g heeft (bijv. het <strong>schip</strong><br />

waaraan bunkers werden geleverd die onbetaald zijn gebleven) kan volgens de unanieme Belgische<br />

rechtspraak, door de schuldeiser <strong>in</strong> bewarend <strong>beslag</strong> worden genomen ook al is de eigenaar ervan<br />

niet aansprakelijk voor de zeevorder<strong>in</strong>g, m.a.w. ook al is niet de eigenaar van het <strong>schip</strong>, maar <strong>een</strong><br />

derde de schuldenaar van de zeevorder<strong>in</strong>g.<br />

De rechtspraak en rechtsleer 6 leidt deze regel af uit art. 1469, § 1 § 2 van het Gerechtelijk Wetboek.<br />

De regel geldt niet all<strong>een</strong> wanneer de schuldenaar <strong>een</strong> bevrachter is van het zee<strong>schip</strong> (bijv. <strong>een</strong><br />

gewone tijdsbevrachter), maar ook wanneer <strong>een</strong> andere derde voor de zeevorder<strong>in</strong>g <strong>in</strong>staat. De<br />

enige beperk<strong>in</strong>g is dat de schuld als het ware “voor reken<strong>in</strong>g van het <strong>schip</strong>” moet zijn aangegaan.<br />

Hieruit volgt dat het recht <strong>op</strong> <strong>beslag</strong> all<strong>een</strong> bestaat, zolang het <strong>schip</strong> toebehoort aan hem die er <strong>op</strong><br />

het ogenblik van het ontstaan van de zeevorder<strong>in</strong>g, eigenaar van is. De vorder<strong>in</strong>g is niet<br />

tegenwerpelijk aan <strong>een</strong> latere verkrijger te goeder trouw. 7<br />

Het verhaalsrecht van de <strong>beslag</strong>legger blijft beperkt tot de zaak waar<strong>op</strong> de verb<strong>in</strong>tenis betrekk<strong>in</strong>g<br />

heeft.<br />

Verder stelt het MARE-GARANT arrest van het Hof van Beroep te Gent 8 dat de wet <strong>een</strong> aantal<br />

vorder<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> elk geval verhaalbaar heeft willen maken <strong>op</strong> het <strong>schip</strong>, waar<strong>op</strong> ze betrekk<strong>in</strong>g hebben.<br />

Het arrest verduidelijkt dat door dit “recht <strong>op</strong> <strong>beslag</strong>” <strong>op</strong> dit <strong>schip</strong> g<strong>een</strong> voorrecht of volgrecht<br />

ontstaat: het bestaat enkel zolang het <strong>schip</strong> toebehoort aan hem die <strong>op</strong> het ogenblik van het ontstaan<br />

van de zeevorder<strong>in</strong>g er eigenaar van was, met dien verstande dat <strong>een</strong> reeds gelegd <strong>beslag</strong><br />

geëerbiedigd moet worden bij <strong>een</strong> eventuele vervreemd<strong>in</strong>g van het <strong>schip</strong>. Op correcte wijze stelt het<br />

arrest dat hierdoor g<strong>een</strong> persoonlijk vorder<strong>in</strong>gsrecht ontstaat tegen de scheepseigenaar (nietschuldenaar).<br />

De scheepseigenaar staat niet persoonlijk, maar all<strong>een</strong> met zijn <strong>schip</strong>, <strong>in</strong> voor de<br />

betal<strong>in</strong>g van de schuld van <strong>een</strong> ander persoon (i.c. de tijdsbevrachter).<br />

5<br />

Cass., 10 mei 1976, Arr.Cass., 1976, 1008<br />

DELWAIDE, L., Scheeps<strong>beslag</strong> wegens schulden van <strong>een</strong> niet-eigenaar RHA 1993, 3-33.<br />

6<br />

FRANSEN, W. en MOTTRIE, F., “Bewarend <strong>beslag</strong> <strong>op</strong> zee<strong>schip</strong>”, Liber amicorum Marcel Briers, Gent,<br />

Mys & Breesch, 1993, (189), 195 e.v.;<br />

7<br />

Antwerpen 30 oktober 1991 Eur.Vervoerr. 1991, 774 met noot VAN HAEGENBORGH, G.<br />

8 Gent, 12 januari 1988, Eur.Vervoerr., 1988,63<br />

2


Naar Belgisch recht is het <strong>schip</strong> g<strong>een</strong> rechtspersoon doch wel <strong>een</strong> verhaalsobject. Het <strong>schip</strong> kan<br />

immers zelf niet <strong>in</strong> rechte <strong>op</strong>treden, noch <strong>in</strong> rechte verweerder zijn. Immers om als rechtspersoon<br />

gekwalificeerd te worden, zou het <strong>schip</strong> drager moeten zijn van rechten en plichten en zou het<br />

scheepsvermogen <strong>een</strong> autonoom bestaan leiden.<br />

Dus samengevat kunnen schuldeisers van bepaalde verb<strong>in</strong>tenissen die verband houden met de<br />

exploitatie van het <strong>schip</strong>, doch waarvoor de eigenaar van het <strong>schip</strong> niet de debiteur is, hun vorder<strong>in</strong>g<br />

zekeren door bewarend <strong>beslag</strong> <strong>op</strong> het <strong>schip</strong> te leggen of uitvoerend <strong>beslag</strong> <strong>in</strong> uitvoer<strong>in</strong>g van <strong>een</strong> titel<br />

die ze verkregen hebben voor dergelijke vorder<strong>in</strong>g. 9<br />

Artikel 1469 van het Gerechtelijk Wetboek vormt als dus <strong>een</strong> uitzonder<strong>in</strong>g <strong>op</strong> het beg<strong>in</strong>sel dat<br />

schuldeisers slechts hun verhaalsrecht kunnen uitoefenen <strong>op</strong> goederen die hun debiteur toebehoren.<br />

(artikel 7 Hyp.Wet)<br />

De eigenschap dat het <strong>schip</strong> <strong>een</strong> verhaalsobject uitmaakt, ook voor vorder<strong>in</strong>gen waarvan de<br />

scheepseigenaar niet de schuldenaar is, beantwoordt m.i. aan de noodwendigheid van de maritieme<br />

handel.<br />

Hierdoor wordt België <strong>op</strong> gelijke voet geplaatst met andere landen stelt meester GOEMANS. 10<br />

Anders handelen zou van de Belgische zeehavens <strong>een</strong> oord van veilig vertoef maken voor<br />

onbetrouwbare debiteuren, hetg<strong>een</strong> niet all<strong>een</strong> immoreel doch ook ongunstig zou zijn voor de bona<br />

fide reders, die dan de strijd dienen aan te gaan om hun concurrentiepositie te kunnen handhaven.<br />

Verder kan er ook <strong>in</strong> beg<strong>in</strong>sel ook worden uitgevoerd <strong>op</strong> enig ander <strong>schip</strong> toebehorend aan hem die<br />

<strong>op</strong> het ogenblik van de zeevorder<strong>in</strong>g eigenaar is van het <strong>schip</strong>, waar<strong>op</strong> de vorder<strong>in</strong>g betrekk<strong>in</strong>g<br />

heeft.( conform artikel 1469 par.1 Ger.W." de zogenaamde Sistership clause") 11<br />

Hoe moet nu het geval beoordeeld worden wanneer het <strong>schip</strong> na het ontstaan van de zeevorder<strong>in</strong>g<br />

wordt overgedragen aan <strong>een</strong> derde?<br />

Het Hof van Cassatie 12 stelde dat, wanneer het <strong>schip</strong> waar<strong>op</strong> <strong>een</strong> zeevorder<strong>in</strong>g betrekk<strong>in</strong>g heeft,<br />

wordt overgedragen nadat deze schuldvorder<strong>in</strong>g is ontstaan, de schuldeiser enkel <strong>op</strong> dit <strong>schip</strong><br />

bewarend <strong>beslag</strong> kan leggen, wanneer hij als hypothecaire of bevoorrechte schuldeiser beschikt<br />

over <strong>een</strong> volgrecht <strong>op</strong> dat <strong>schip</strong>.<br />

Tenslotte valt het ook te onderstrepen dat vorder<strong>in</strong>gen van scheepsagenten en stuwadoors niet zijn<br />

<strong>op</strong>genomen <strong>in</strong> de limitatieve <strong>op</strong>somm<strong>in</strong>g van de zeevorder<strong>in</strong>gen van artikel 1468 Gerechtelijk<br />

wetboek.<br />

9 GOEMANS, B., “Het <strong>schip</strong> als rechtspersoon”, achtergrondnota ter voorbereid<strong>in</strong>g van<br />

het Groenboek Nieuwe Belgische Zeewet dd. 25 mei 2007<br />

10 GOEMANS, B., o.c. p13<br />

11 DIRIX, E. en BROECKX, K., "BESLAG" <strong>in</strong> A.P.R., Kluwer, 2010, p 339, nr. 496<br />

12 Cass. (1e k.), 27 maart 2003, Arr.Cass., 2003, afl. 3, 812<br />

3

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!