De concurrentiekracht van BV Nederland

Beschouwingen vanuit de markt
Het voorgestelde industriebeleid is gebaseerd op het principe: voed de onderkant
maar koester de bovenkant!
Voed de onderkant maar koester de bovenkant!
De oplossing voor het versterken
van de concurrentiepositie wordt
gezien in het stimuleren van
nieuwe aanwas en het behouden
van de ‘champions’
Om de concurrentiekracht te
versterken door stimulering lijkt
het aantrekkelijk om te definiëren
welke sectoren en bedrijven
instrumenteel zijn om dit te
bereiken
In het kader van koestering van de
grote bedrijven zou de overheid
een rol kunnen spelen p door een
‘seat at the table’ te claimen in
mogelijke overnamegesprekken
van ‘champions’
Het beleid gedijt het beste bij een
samenwerking, waarbij het
bedrijfsleven de strategie uitzet en
de overheid een voorwaardescheppende
rol opneemt
Bron: Interviews, KPMG analyse.
■ Het Nederlandse MKB is van groot belang voor de BV Nederland. Onderdeel van een gezond ondernemingsklimaat is dat
nieuwe bedrijven de kans krijgen om te groeien. Om dit te stimuleren heeft Nederland passend beleid ontwikkeld.
■ Tegelijkertijd hebben ook de grotere ondernemingen een grote toegevoegde waarde en geven een belangrijke impuls het
Nederlandse bedrijfsleven, waaronder het MKB. Als gevolg daarvan lijkt een tweezijdig beleid gepast.
■ Gepleit wordt voor het innemen van een concrete positie over welke sectoren of eigenschappen voor Nederland
essentieel zijn om te behouden om zodoende de concurrentiekracht te versterken.
■ De heersende opinie is dat de overheid betrokken zou moeten zijn bij ontwikkelingen rondom de infrastructuur van het
land en het ontwikkelen van regio’s. Met betrekking tot regio’s lijkt het de voorkeur hebben dat beleid zich primair richt op
mainports en het benutten van de kracht van Amsterdam (hoofdkantoren), Rotterdam (logistiek) en Eindhoven (kennis).
■ Nederlandse bedrijven pleiten voor een formule waarbij consultatie van de overheid nodig is bij overnames die mogelijk
een sterke impact op de BV Nederland hebben.
■ Verder heeft de overheid middelen zoals belastingconstructies of subsidies om in te zetten bij cruciale overnames overnames. Kern
hierbij is dat de overheid minimaal wil begrijpen wat de overwegingen van de deal zijn.
■ Voor wat betreft de uitvoering van het beleid wordt voor een gezonde samenwerking tussen de overheid en het
bedrijfsleven gepleit. Voor de strategie van een sector lijkt een rol voor het bedrijfsleven weggelegd. De rol van de
overheid wordt vooral gezien in het scheppen van de randvoorwaarden waar binnen de bedrijven kunnen opereren opereren.
■ De belangrijkste randvoorwaarden zijn: infrastructuur, fiscaliteit en educatie.
© 2012 KPMG Advisory N.V., ingeschreven bij het handelsregister in Nederland onder nummer 33263682, is een dochtermaatschappij van KPMG Europe LLP en lid van het KPMG-netwerk van zelfstandige
ondernemingen die verbonden zijn aan KPMG International Cooperative (‘KPMG International’), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbehouden. Gedrukt in Nederland. De naam KPMG, het logo en ‘cutting
through complexity’ zijn geregistreerde merken van KPMG International.
37