jg 22 jaarboek 2 - Reynaertgenootschap
jg 22 jaarboek 2 - Reynaertgenootschap jg 22 jaarboek 2 - Reynaertgenootschap
Tiecelijn 22 de middeleeuwen al ontstaan er heel wat teksten over mensen die niet meer in het plaatje passen. Men weet niet meer goed hoe de wereld in elkaar zit: zijn er buiten kerk, ridders en boeren nog andere standen? Hoeveel standen zijn er dan? Vier? Vijf? Twintig? De voornaamste vernieuwing was ongetwijfeld de opkomst der steden, de urbanisatie, de toenemende verstedelijking. De inwoners van die steden waren de burgers en de poorters. Zij pasten niet in de oude feodale driedeling. En dat was niet alles. Bij die nieuwe maatschappijvorm van verstedelijking en verburgerlijking hoorde nog een andere diepe mutatie: het ontstaan van het kapitaal, het kapitalisme van geld (in plaats van land), gelieerd trouwens aan het goede koopmansschap in de steden. In die nieuwe constellatie vonden de marginale ‘varende luiden’ niet hun juiste plaats. Dergelijke rondtrekkende schalken werden in moraliserende spotteksten dan ook uitgespuwd, bespot en afgeschilderd als zotten, dwazen, narren, als slecht voorbeeld voor de brave man. Die marginalen zoals Ulenspiegel werden gezien als vreemde scharrelaars die niet in het systeem pasten, die buiten de boot vielen. Dat buiten de boot vallen is niet zomaar een wilde metafoor. In het Narrenschip (1494) van Sebastian Brant – en in de Nederlandse Blauwe Schuit (1413?) – bijvoorbeeld worden ze als ongewenste groepen afgevoerd. Wie buiten de boot viel, moest in het schip of de schuit der zotheid verwijderd worden: die ongewenste vagebonden moesten verscheept worden, ver weg uit het zicht van de gewone deugdzame mensen, de opkomende burgers. De onderliggende boodschap is duidelijk: ‘wie een beschaafde burger wil zijn, moet zeker niet doen zoals hier wordt getoond’. Dat is het grote principe in de historische sociologie: een zelfbeeld wordt bepaald door het andersbeeld. Maatschappelijke cohesie wordt bevorderd door zich af te zetten tegen een gemeenschappelijk vijandbeeld. Men bespot de ander, om het eigen groepsgevoel te verstevigen. Het is het wij-zij denken: men sluit de ander uit, men sluit zichzelf in. Hoe negatiever het andersbeeld, hoe positiever het zelfbeeld. De ander wordt dus als een spiegel, een negatief beeld voorgehouden. Ulenspiegel en andere Varende Luiden, plebejers uit de nieuwe marginale klasse die hun overlevingsstrategie zoeken, maar voorlopig niet mee mogen spelen, het zijn kwalijke jokers. Maar die term was er nog niet. De naam die men toen het meest gebruikte ging nog terug op de middeleeuwen: schalk. Ulenspiegel is allereerst een ‘schalk’ in de etymologische betekenis: een dienaar, een knecht, een rondtrekkende gezel, die zich verhuurt. Het woord ‘schalk’ in de zin van ‘knecht’ leeft nog voort in maarschalk, letterlijk de schalk van de ~ 82 ~
~ 83 ~ Tiecelijn 22 maren, van de paarden. 3 In de praktijk een hooggeplaatste knecht, behorend tot de dienstadel, die het beheer over de stallen had. Maar bij Ulenspiegel krijgt het woord schalk al gauw een bijbetekenis van een boef die kwalijke ongein uithaalt. Pas later evolueert het woord schalk naar olijke guit, een plaaggeest, een poetsenbakker. En die moderne afgeleide betekenis hebben we misschien wel aan tricksters als Reynaert en Ulenspiegel te danken. De naam Wat betekent de naam Ulenspiegel? Charles de Coster maakte er een literaire volksetymologie van: ‘ulieden spiegel’. Maar juist dat begrip ‘spiegel’ in de naam Ulenspiegel is een probleem dat de wetenschappers al lang verdeelt. Daar zijn heel wat studies over geschreven. De meest evidente oplossing is natuurlijk ‘uil + spiegel’. En inderdaad op de cover van de oudste druk, Straatsburg 1515, zien we een man met een uil en een spiegel, ontworpen door Hans Baldung Grien. En in Historie 40 tekent Ulenspiegel bij zijn vertrek een uil en een spiegel op de deur van een smid (die hij een loer gedraaid heeft), en schrijft eronder de tekst: hic fuit. ‘Hij was hier’. Een beetje zoals nu Kilroy was here op de wc’s. Ook de uitwerpselen die Ulenspiegel achterlaat hebben iets van een signatuur. Andere, dwarse vorsers gaan tegen de evidentie in en wijzen erop dat de oorspronkelijke naam Ulenspiegel was en dat de naam Eulenspiegel pas in 1557-1563 verschijnt (editie Wygand Han, Frankfurt). En deze minoritaire vorsers, vaak voorstanders van het Nederduitse origineel, voeren de naam Ulenspiegel liever terug op het Nederduits ul’n spegel, ‘veeg mijn kont schoon’, hetgeen kan passen in een bundel vol coprolalie, fecaliën en scatologie. Want in het Nederduits namelijk gebruikte men de term ‘spiegel’ ook als aanduiding voor het achterste van mensen, terwijl wij alleen nog het achterste van dieren aanduiden als ‘spiegel’. En kijk, op de oudste Vlaamse én Franse Ulenspiegeldruk zit de jonge schalk achter zijn vader op een paard en toont de mensen zijn derrière. Maar toch… op diezelfde titelillustratie staan ook een uil en een spiegel! En op het einde van het boek worden bij zijn grafschrift toch ook weer een uil en een spiegel afgebeeld. Daarom volg ik toch die hardnekkige germanisten niet, die blijven suggereren dat de betekenislaag ‘veeg mijn kont’ ouder of authentieker zou zijn dan de meer intellectuele, humanistische en evidente laag ‘uil en spiegel’. De oudste Engelse editie noemt de held Howleglas!
- Page 32 and 33: Tiecelijn 22 behoedzaamheid bestude
- Page 34 and 35: Tiecelijn 22 sloot Freya geen oog,
- Page 36 and 37: Tiecelijn 22 wezen: hij heeft de sl
- Page 38 and 39: Tiecelijn 22 gen zoals ‘ergher pu
- Page 40 and 41: Tiecelijn 22 gebruik van vermomming
- Page 42 and 43: Tiecelijn 22 veeg uit de pan en ied
- Page 44 and 45: Tiecelijn 22 16 Snorri Sturluson,
- Page 46 and 47: Thema / Tiecelijn 22 22 nasreddin h
- Page 48 and 49: Tiecelijn 22 Er wordt beweerd dat N
- Page 50 and 51: Tiecelijn 22 bescherming en onderda
- Page 52 and 53: Tiecelijn 22 de titel van Keizer va
- Page 54 and 55: Tiecelijn 22 de ezel. Maar ook dat
- Page 56 and 57: Tiecelijn 22 In de Brusselse randge
- Page 58 and 59: Tiecelijn 22 • I. Shah, de Wapenf
- Page 60 and 61: Tiecelijn 22 Afrikaanse stammen en
- Page 62 and 63: Tiecelijn 22 Leeu in 1479 aan in zi
- Page 64 and 65: Tiecelijn 22 bod. De overige listen
- Page 66 and 67: Tiecelijn 22 als een argument wordt
- Page 68 and 69: Tiecelijn 22 slechts zijn natuur),
- Page 70 and 71: Tiecelijn 22 Malpertuus door de vos
- Page 72 and 73: Tiecelijn 22 Van Daele onderscheidt
- Page 74 and 75: Tiecelijn 22 aan kleine huisdieren
- Page 76 and 77: Tiecelijn 22 • André Bouwman, Re
- Page 78 and 79: Thema / Tiecelijn 22 lisTen en lage
- Page 80 and 81: Tiecelijn 22 rechters te verzoeken
- Page 84 and 85: Tiecelijn 22 Omslag van de Vlaamse
- Page 86 and 87: Tiecelijn 22 ratuurhistoricus. Hij
- Page 88 and 89: Tiecelijn 22 Verder kan men alleen
- Page 90 and 91: Tiecelijn 22 het paradoxale feit op
- Page 92 and 93: Tiecelijn 22 Kwelgeest Het succes v
- Page 94 and 95: Tiecelijn 22 Hutsebaut 2008, die de
- Page 96 and 97: Thema / Tiecelijn 22 anansi is Tijd
- Page 98 and 99: Tiecelijn 22 Met dit antwoord op de
- Page 100 and 101: Tiecelijn 22 gen. Maar ook gebruike
- Page 102 and 103: Tiecelijn 22 Ashanti-hulppriester B
- Page 104 and 105: Tiecelijn 22 lijker maakte voor mis
- Page 106 and 107: Tiecelijn 22 protest tegen de onmen
- Page 108 and 109: Tiecelijn 22 Daarnaast zijn de Cari
- Page 110 and 111: Tiecelijn 22 naamse kinderen, maar
- Page 112 and 113: Tiecelijn 22 ~ 112 ~ Anansi rijdt o
- Page 114 and 115: Tiecelijn 22 Ze zaten onder de palm
- Page 116 and 117: Tiecelijn 22 aan goden en halfgoden
- Page 118 and 119: Tiecelijn 22 Omslag van het tweetal
- Page 120 and 121: Tiecelijn 22 onwrikbaar in zijn eig
- Page 122 and 123: Tiecelijn 22 13 Andrew Salkey, Cari
- Page 124 and 125: Tiecelijn 22 hé.’ En weg was hij
- Page 126 and 127: Tiecelijn 22 Tiecelijnlezers een hi
- Page 128 and 129: Tiecelijn 22 Petrus Franciscus Sava
- Page 130 and 131: Tiecelijn 22 belt aan, zegt Savatte
~ 83 ~<br />
Tiecelijn <strong>22</strong><br />
maren, van de paarden. 3 In de praktijk een hooggeplaatste knecht, behorend<br />
tot de dienstadel, die het beheer over de stallen had. Maar bij Ulenspiegel kri<strong>jg</strong>t<br />
het woord schalk al gauw een bijbetekenis van een boef die kwalijke ongein<br />
uithaalt. Pas later evolueert het woord schalk naar olijke guit, een plaaggeest, een<br />
poetsenbakker. En die moderne afgeleide betekenis hebben we misschien wel<br />
aan tricksters als Reynaert en Ulenspiegel te danken.<br />
De naam<br />
Wat betekent de naam Ulenspiegel? Charles de Coster maakte er een literaire<br />
volksetymologie van: ‘ulieden spiegel’. Maar juist dat begrip ‘spiegel’ in de naam<br />
Ulenspiegel is een probleem dat de wetenschappers al lang verdeelt. Daar zijn<br />
heel wat studies over geschreven.<br />
De meest evidente oplossing is natuurlijk ‘uil + spiegel’. En inderdaad op de<br />
cover van de oudste druk, Straatsburg 1515, zien we een man met een uil en<br />
een spiegel, ontworpen door Hans Baldung Grien. En in Historie 40 tekent<br />
Ulenspiegel bij zijn vertrek een uil en een spiegel op de deur van een smid (die hij<br />
een loer gedraaid heeft), en schrijft eronder de tekst: hic fuit. ‘Hij was hier’. Een<br />
beetje zoals nu Kilroy was here op de wc’s. Ook de uitwerpselen die Ulenspiegel<br />
achterlaat hebben iets van een signatuur.<br />
Andere, dwarse vorsers gaan tegen de evidentie in en wijzen erop dat de oorspronkelijke<br />
naam Ulenspiegel was en dat de naam Eulenspiegel pas in 1557-1563<br />
verschijnt (editie Wygand Han, Frankfurt). En deze minoritaire vorsers, vaak<br />
voorstanders van het Nederduitse origineel, voeren de naam Ulenspiegel liever<br />
terug op het Nederduits ul’n spegel, ‘veeg mijn kont schoon’, hetgeen kan passen<br />
in een bundel vol coprolalie, fecaliën en scatologie. Want in het Nederduits namelijk<br />
gebruikte men de term ‘spiegel’ ook als aanduiding voor het achterste van<br />
mensen, terwijl wij alleen nog het achterste van dieren aanduiden als ‘spiegel’.<br />
En kijk, op de oudste Vlaamse én Franse Ulenspiegeldruk zit de jonge schalk<br />
achter zijn vader op een paard en toont de mensen zijn derrière. Maar toch… op<br />
diezelfde titelillustratie staan ook een uil en een spiegel! En op het einde van het<br />
boek worden bij zijn grafschrift toch ook weer een uil en een spiegel afgebeeld.<br />
Daarom volg ik toch die hardnekkige germanisten niet, die blijven suggereren<br />
dat de betekenislaag ‘veeg mijn kont’ ouder of authentieker zou zijn dan de meer<br />
intellectuele, humanistische en evidente laag ‘uil en spiegel’. De oudste Engelse<br />
editie noemt de held Howleglas!