jg 22 jaarboek 2 - Reynaertgenootschap

jg 22 jaarboek 2 - Reynaertgenootschap jg 22 jaarboek 2 - Reynaertgenootschap

reynaertgenootschap.be
from reynaertgenootschap.be More from this publisher
14.09.2013 Views

Tiecelijn 22 rechters te verzoeken zijn achterwerk te komen kussen. Hij sterft ook al schijtend. Daarnaast bevat het oude volksboek een paar rare details, dwaallichtjes die heel even opflikkeren zonder verdere uitleg. Zo komt Ulenspiegel niet graag waar kinderen komen. Terloops wordt gezegd dat Ulenspiegel alchemie kende, een andere keer dat hij zwarte magie beoefende. Omwille van deze laatste allusies, en vanwege zijn nare, demonische karakter wordt hij wel eens in verband gebracht met Loki, de pesterige kwelgeest uit het Oudgermaanse/Oudnoorse godendom. De listige Loki, soms een ‘god zonder cultus’ genoemd, wordt elders in dit nummer besproken. Schwankbiographie en epische concentratie Of de antiheld van het volksboek ook teruggaat op de historische meneer Ulenspiegel die in 1350 gestorven is, is niet duidelijk. De historische verwijzingen in de verhalen kloppen niet met de tijd waarin hij leefde, behalve voor twee historiën: koning Casimir van Polen regeerde in de periode rond 1350; en de universiteit van Praag is gesticht in 1348, dus twee jaar voor Ulenspiegels dood. Maar de historie waarin Ulenspiegel vragen van geleerden in Praag beantwoordt, is nu juist een traditioneel vertelmotief, dat in de dertiende eeuw al aan een paap werd toegeschreven, namelijk aan Pfaffe Amis. Dat betekent dat een oudere anekdote geactualiseerd wordt door de vermelding van de Praagse universiteit. Om hier verder inzicht in te krijgen, moeten we er de literatuurgeschiedenis bij halen, waar twee bekende vertelstrategieën het juiste formele kader aangeven: de Schwankbiographie en de epische concentratie. De Europese volksboeken over Ulenspiegel bestaan uit een aantal losse anekdoten, die geacht worden een soort biografie van de grapjas te vormen. In het Duits noemt men dat een Schwankbiographie, letterlijk een ‘biografie bestaande uit boertige moppen’. Sommige van die Historiën bestonden al eerder, apart op zichzelf staand als fabliau, Schwank of boerde. 1 Die losse verhaaltjes klitten dan samen rond figuren die, zoals Ulenspiegel, kennelijk verteleenheden als een magneet aantrokken. Bestaande mopjes werden opnieuw verteld met Ulenspiegel (maar ook bijvoorbeeld met keizer Karel, of François Villon, of Clément Marot…) als held. Bestaande verhalen die zich rond één persoon concentreren: dat is wat men bedoelt met ‘epische concentratie’. ~ 80 ~

~ 81 ~ Tiecelijn 22 Ook die rare paap uit de dertiende-eeuwse anekdotenverzameling, Pfaffe Amis, was een ‘slachtoffer’ van epische concentratie. Niet alleen het verhaal over Ulenspiegel die vragen van geleerden beantwoordt, stond al in Pfaffe Amis. Ook de historie met Ulenspiegel als charlatan, d.w.z. als handelaar in aflaten, komt voor in dezelfde bundel: om aalmoezen te krijgen, zegt hij dat alleen de niet-overspelige vrouwen hem iets mogen geven. Dus geven alle dames hem wat. Dat procédé van epische concentratie zien we ook in vele andere historiën aan het werk. Zo vertelt historie 17 hoe Tijl alle zieken uit het hospitaal geneest, door te beweren dat hij de ziekste patiënt zal verbranden en verpulveren als medicijn voor de anderen. Gevolg: iedereen verklaart zich genezen. Dat is het verhaal van Le Vilain Mire, de Franse fabliau of boerde uit de dertiende eeuw. 2 In een andere historie doet Ulenspiegel zich voor als schilder. Hij schildert zogenaamd de voorouders van de graaf van Hessen op de muur, maar doet eigenlijk niets. Alleen de wettig geborenen, de niet-bastaarden, kunnen volgens hem de schilderijen zien. Iedereen is dus vol bewondering voor de lege muur. Alleen de zottin zegt dat ze niets ziet, want zotten spreken de waarheid. Het is een variant van het bekende sprookje van Andersen over de kleren van de keizer. Als Ulenspiegel twaalf blinden tegenkomt, geeft hij zogezegd geld aan één van hen, zodat elk denkt dat een ander het geld gekregen heeft. Dit pijnlijke verhaal van Schadenfreude kwam ook al voor in een Franse boerde uit de dertiende eeuw, zij het dan met drie blinden: Les trois aveugles de Compiègne. Sociologie van het vijandbeeld Ulenspiegel is een asociale eenling, zonder vrienden en zonder vrouwen (hij houdt niet van vrouwen, en vrouwen houden meestal ook niet van hem). Zonder seks. Wel excrementen, maar geen seks: welke vreemde uitsluitingsmechanismen zijn hier aan het werk geweest? Het lijkt wel alsof hij in de anale fase is blijven steken, zou de psycholoog zeggen. Maar Ulenspiegel staat niet alleen. Daarom wordt hij in de historische literatuursociologie adequater gesitueerd. Daar wordt hij bij de marginalen gerekend, de ‘varende luiden’ uit de vijftiende en zestiende eeuw, tussen de herfst van de middeleeuwen en de dageraad van de nieuwe tijden. Dat zijn gemarginaliseerde mensen die hun weg niet vinden in een veranderende wereld. Immers, het middeleeuwse wereldbeeld, gebaseerd op de feodaliteit (de driedeling van de maatschappij in kerk, ridders en dorpers) houdt geen stand meer: er zijn zovele nieuwe ontwikkelingen. Op het einde van

~ 81 ~<br />

Tiecelijn <strong>22</strong><br />

Ook die rare paap uit de dertiende-eeuwse anekdotenverzameling, Pfaffe Amis,<br />

was een ‘slachtoffer’ van epische concentratie. Niet alleen het verhaal over Ulenspiegel<br />

die vragen van geleerden beantwoordt, stond al in Pfaffe Amis. Ook de<br />

historie met Ulenspiegel als charlatan, d.w.z. als handelaar in aflaten, komt voor<br />

in dezelfde bundel: om aalmoezen te kri<strong>jg</strong>en, zegt hij dat alleen de niet-overspelige<br />

vrouwen hem iets mogen geven. Dus geven alle dames hem wat.<br />

Dat procédé van epische concentratie zien we ook in vele andere historiën aan<br />

het werk. Zo vertelt historie 17 hoe Tijl alle zieken uit het hospitaal geneest,<br />

door te beweren dat hij de ziekste patiënt zal verbranden en verpulveren als<br />

medicijn voor de anderen. Gevolg: iedereen verklaart zich genezen. Dat is het<br />

verhaal van Le Vilain Mire, de Franse fabliau of boerde uit de dertiende eeuw. 2<br />

In een andere historie doet Ulenspiegel zich voor als schilder. Hij schildert<br />

zogenaamd de voorouders van de graaf van Hessen op de muur, maar doet<br />

eigenlijk niets. Alleen de wettig geborenen, de niet-bastaarden, kunnen volgens<br />

hem de schilderijen zien. Iedereen is dus vol bewondering voor de lege muur.<br />

Alleen de zottin zegt dat ze niets ziet, want zotten spreken de waarheid. Het is<br />

een variant van het bekende sprookje van Andersen over de kleren van de keizer.<br />

Als Ulenspiegel twaalf blinden tegenkomt, geeft hij zogezegd geld aan één van<br />

hen, zodat elk denkt dat een ander het geld gekregen heeft. Dit pijnlijke verhaal<br />

van Schadenfreude kwam ook al voor in een Franse boerde uit de dertiende<br />

eeuw, zij het dan met drie blinden: Les trois aveugles de Compiègne.<br />

Sociologie van het vijandbeeld<br />

Ulenspiegel is een asociale eenling, zonder vrienden en zonder vrouwen (hij<br />

houdt niet van vrouwen, en vrouwen houden meestal ook niet van hem). Zonder<br />

seks. Wel excrementen, maar geen seks: welke vreemde uitsluitingsmechanismen<br />

zijn hier aan het werk geweest? Het lijkt wel alsof hij in de anale fase is<br />

blijven steken, zou de psycholoog zeggen. Maar Ulenspiegel staat niet alleen.<br />

Daarom wordt hij in de historische literatuursociologie adequater gesitueerd.<br />

Daar wordt hij bij de marginalen gerekend, de ‘varende luiden’ uit de vijftiende<br />

en zestiende eeuw, tussen de herfst van de middeleeuwen en de dageraad van<br />

de nieuwe tijden. Dat zijn gemarginaliseerde mensen die hun weg niet vinden<br />

in een veranderende wereld. Immers, het middeleeuwse wereldbeeld, gebaseerd<br />

op de feodaliteit (de driedeling van de maatschappij in kerk, ridders en dorpers)<br />

houdt geen stand meer: er zijn zovele nieuwe ontwikkelingen. Op het einde van

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!