14.09.2013 Views

jg 22 jaarboek 2 - Reynaertgenootschap

jg 22 jaarboek 2 - Reynaertgenootschap

jg 22 jaarboek 2 - Reynaertgenootschap

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Tiecelijn <strong>22</strong><br />

Van Daele onderscheidt vier ‘werelden’: het hof, een ‘tussenlandschap’, Malpertuus<br />

en het dorp. Aan elk van deze vier werelden koppelt Van Daele psychologische<br />

en morele betekenissen. Het hof ambieert matigheid, zelfbeheersing, rede,<br />

strenge spelregels en gedragscodes die gericht zijn op harmonieus samenleven.<br />

Het tussenlandschap (dat kan een woud zijn, een woestenij, maar ook een berg)<br />

staat voor onherbergzaamheid, verlatenheid, - daar waar uitgestotenen leven,<br />

heeft geen cultuur, geen organisatie - maar het staat ook voor een psychologische<br />

of ideologische grens. De verschillende tussenlandschappen bieden de vos<br />

bescherming, maar zijn vreemd voor de hofdieren. Malpertuus staat diametraal<br />

tegenover het hof, hier heersen voor de hoveling het kwaad, de wanorde en disharmonie,<br />

hier woont de diabolische Reynaert. Het dorp tenslotte wordt gekenmerkt<br />

door onhoofse, onedele en laag-bij-de-grondse, verderfelijke heerschappen.<br />

Een centraal begrip in de analyse van Van Daele, dat hij overneemt van Arendt,<br />

is de ‘ruimtewissel’ (‘moralischer Raumwechsel’, Arendt, p. 108-117; Van Daele<br />

1994, p. 196). Wanneer de personages zich verplaatsen van de ene naar de andere<br />

wereld, komen ze in de invloedssfeer van die wereld en vindt er een morele<br />

verandering in hun denken plaats. Ze vervallen, mede omdat Reynaert ‘terloops’<br />

‘verborgen verleiders’ inzet, in zonden (o.a. gulzigheid, hebzucht, ijdelheid en<br />

onkuisheid; Bange 2007, p. 72). Dit is mooi te illustreren, als we de verschillende<br />

motieven van de liststructuur invoegen in de ruimtestructuur, zoals Van<br />

Daele die heeft uitgewerkt. Laten we de bodetocht van Bruun nogmaals als<br />

voorbeeld nemen.<br />

Bruun kri<strong>jg</strong>t opdracht van het hof om Reynaert in te dagen. Bruun verlaat het<br />

hof, spreekt zichzelf moed in en is vast van plan zich niet door Reynaert in de luren<br />

te laten leggen. Via het tussenlandschap, een donker woud, een woestenij en<br />

een berg: ‘Daer reynaert hadde de pade / Ghesleghen crom ende menichfoude’<br />

(v. 504-505) (ook al een negatieve connotatie), komt Bruun aan bij Malpertuus.<br />

Voor Malpertuus vindt, na de vleiende begroeting, een duel in woorden plaats<br />

en wordt een ‘duivelspact’ gesloten tussen Bruun en Reynaert (de motieven 3<br />

t/m 5 van de liststructuur). Bruun verandert hier van gezagsgetrouwe gezant in<br />

een medestander van Reynaert in ruil voor honingraten. Reynaert leidt Bruun<br />

naar het dorp, waar de beer in de val loopt. Na de afranseling door de dorpelingen<br />

bespot Reynaert de beer. Bruun keert vernederd terug naar het hof, waar de<br />

ontreddering groot is als men de verwonde beer op zijn billen aan ziet komen<br />

schuiven. De harmonie en orde aan het hof zijn aangetast door de gulzigheid<br />

van Bruun. Resumerend:<br />

~ 72 ~

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!