jg 22 jaarboek 2 - Reynaertgenootschap
jg 22 jaarboek 2 - Reynaertgenootschap jg 22 jaarboek 2 - Reynaertgenootschap
Tiecelijn 22 • I. Shah, de Wapenfeiten van de onnavolgbare Moela Nasroeddin, Katwijk a/z, Servire B.V., 1977. • L. Solowjow, Uilenspiegel stoort het feest. De avonturen van de Rustverstoorder Hodzja Nasreddin, in de edele stad Bochara. Vert. D. Teixeira de Mattos. Geïllustreerd door George van Raemdonck, Amsterdam, Republiek der Letteren [1948] (Zebra 25). • A. van Bommel, Moela Nasroeddin, Illustraties van Ybed, Den Haag, Stichting Uitgeverij Oase, 1993. • W. van der Zwan, Moella Nasdroeddin. De sleutel in het donker. Verhalen, voorvallen en grappen uit het rijke leven van moella Nadroeddin, Tijdloze Klassiekers, Haarlem, Altamira-Becht, 2000. • P. van Schaik, In geuren en kleuren. Volksverhalen en sprookjes in kleurrijk Nederland, Amsterdam, PlanPlan producties, 2004. Internet • http://en.wikipedia.org/wiki/Nasreddin • http://www.tapu.nl/kk_1300000.html • http://www.pitt.edu/~dash/hodja.html • http://www.literatuurplein.nl/voorstelling.jsp?voorstId=408 • http://www.turkishlady.be • http://www.enneagramstudies.com ~ 58 ~
eynaerT es een Trekere* ~ 59 ~ Thema / Tiecelijn 22 HanS rijnS Het beeld van Reynaert is overwegend negatief. Dat was niet altijd zo. Lange tijd is Reynaert gezien als een sympathieke schalk, een vrijheidsstrijder, die met zijn listen zijn tegenstanders te slim af is. Als voorbeeld noemt Jozef Janssens de Vlaamse emancipatiestrijd en de vrijheidslievende burgers die Reynaert als symbool koesterden voor hun idealen (Janssens 2008, p. 79-80). G.H. Arendt en F. Lulofs gaan uit van een positief personage. Volgens Arendt volgt Reynaert zijn natuur. Lulofs meent dat Reynaert handelt als een leider van zijn clan. De vos is moreel niet onberispelijk maar juridisch onschuldig. Maar Frits van Oostrom ziet in de vos een boosaardig personage, overeenkomend met het vossenbeeld in de middeleeuwen, een visie die hij later in Stemmen op schrift afzwakt. Reynaert wekt ook sympathie op ‘door hoe hij dubieuze macht en schone schijn over de hekel haalt’ (Van Oostrom 2006, p. 490). Ook W.Gs Hellinga, P. Wackers, A. Bouwman, R. van Daele en J.D. Janssens gaan uit van een negatief vossenbeeld. Wackers heeft in zijn proefschrift het beeld van de vos in de twaalfde en dertiende eeuw uitgebreid onderzocht. Hij bestudeerde o.a. exegetische geschriften, allegorische werken, natuurwetenschappelijke teksten en de Bijbel. De vos, zo is zijn conclusie, wordt in de middeleeuwen steeds als negatief geïnterpreteerd. De vos is o.a. een bedrieger, een ketter, een listig dier, een misleider, de duivel en een scalc. Het woord schalk (tegenwoordig guit of grappenmaker) had in de middeleeuwen een andere betekenis. Aanvankelijk betekende schalk dienaar, dienstknecht of lijfeigene. Later krijgt het de betekenis van een gewetenloze, een nietswaardige, een slechtaard, deugniet, schelm; ook een misdadiger, een boef en een booswicht. Opmerkelijk is dat de vos in een exempel (namelijk in de fabel waarin een man een slang bevrijdt) vergeleken wordt met Christus (Wackers 1986, p. 54-89). Zou deze vergelijking een relict zijn uit de voorchristelijke tijd? In een zeer lezenswaardig artikel roept Tobias Hagtingius op tot verder onderzoek naar de oorsprong van de tricksterfiguren waartoe hij Reynaert ook rekent (Hagtingius 1999, p. 107-124). Bij alle volken van ‘primitieve beschavingen’ treft men deze figuren aan. Bij de indianen in Noord-Amerika is Coyote (de prairiewolf ) de grote schavuit; Anansi de spin is dat bij de West-
- Page 8 and 9: Tiecelijn 22 Hoe ik als antropoloog
- Page 10 and 11: Tiecelijn 22 Zwem recht naar de sch
- Page 12 and 13: Tiecelijn 22 het verhaal van de moe
- Page 14 and 15: Tiecelijn 22 Uilenspiegel? Ter kenn
- Page 16 and 17: Tiecelijn 22 uitdagend laag vliegen
- Page 18 and 19: Tiecelijn 22 mensen kunnen helemaal
- Page 20 and 21: Thema / Tiecelijn 22 kalulu, een vo
- Page 22 and 23: Tiecelijn 22 2. Hoe Kalulu zijne ee
- Page 24 and 25: Tiecelijn 22 zwijn (bij Van Acker:
- Page 26 and 27: Tiecelijn 22 Ook in de wereld van d
- Page 28 and 29: Tiecelijn 22 Dit eerste Bakamé-ver
- Page 30 and 31: Tiecelijn 22 ten’ of ‘bedotten
- Page 32 and 33: Tiecelijn 22 behoedzaamheid bestude
- Page 34 and 35: Tiecelijn 22 sloot Freya geen oog,
- Page 36 and 37: Tiecelijn 22 wezen: hij heeft de sl
- Page 38 and 39: Tiecelijn 22 gen zoals ‘ergher pu
- Page 40 and 41: Tiecelijn 22 gebruik van vermomming
- Page 42 and 43: Tiecelijn 22 veeg uit de pan en ied
- Page 44 and 45: Tiecelijn 22 16 Snorri Sturluson,
- Page 46 and 47: Thema / Tiecelijn 22 22 nasreddin h
- Page 48 and 49: Tiecelijn 22 Er wordt beweerd dat N
- Page 50 and 51: Tiecelijn 22 bescherming en onderda
- Page 52 and 53: Tiecelijn 22 de titel van Keizer va
- Page 54 and 55: Tiecelijn 22 de ezel. Maar ook dat
- Page 56 and 57: Tiecelijn 22 In de Brusselse randge
- Page 60 and 61: Tiecelijn 22 Afrikaanse stammen en
- Page 62 and 63: Tiecelijn 22 Leeu in 1479 aan in zi
- Page 64 and 65: Tiecelijn 22 bod. De overige listen
- Page 66 and 67: Tiecelijn 22 als een argument wordt
- Page 68 and 69: Tiecelijn 22 slechts zijn natuur),
- Page 70 and 71: Tiecelijn 22 Malpertuus door de vos
- Page 72 and 73: Tiecelijn 22 Van Daele onderscheidt
- Page 74 and 75: Tiecelijn 22 aan kleine huisdieren
- Page 76 and 77: Tiecelijn 22 • André Bouwman, Re
- Page 78 and 79: Thema / Tiecelijn 22 lisTen en lage
- Page 80 and 81: Tiecelijn 22 rechters te verzoeken
- Page 82 and 83: Tiecelijn 22 de middeleeuwen al ont
- Page 84 and 85: Tiecelijn 22 Omslag van de Vlaamse
- Page 86 and 87: Tiecelijn 22 ratuurhistoricus. Hij
- Page 88 and 89: Tiecelijn 22 Verder kan men alleen
- Page 90 and 91: Tiecelijn 22 het paradoxale feit op
- Page 92 and 93: Tiecelijn 22 Kwelgeest Het succes v
- Page 94 and 95: Tiecelijn 22 Hutsebaut 2008, die de
- Page 96 and 97: Thema / Tiecelijn 22 anansi is Tijd
- Page 98 and 99: Tiecelijn 22 Met dit antwoord op de
- Page 100 and 101: Tiecelijn 22 gen. Maar ook gebruike
- Page 102 and 103: Tiecelijn 22 Ashanti-hulppriester B
- Page 104 and 105: Tiecelijn 22 lijker maakte voor mis
- Page 106 and 107: Tiecelijn 22 protest tegen de onmen
eynaerT es een Trekere*<br />
~ 59 ~<br />
Thema / Tiecelijn <strong>22</strong><br />
HanS rijnS<br />
Het beeld van Reynaert is overwegend negatief. Dat was niet altijd zo. Lange<br />
tijd is Reynaert gezien als een sympathieke schalk, een vrijheidsstrijder, die met<br />
zijn listen zijn tegenstanders te slim af is. Als voorbeeld noemt Jozef Janssens<br />
de Vlaamse emancipatiestrijd en de vrijheidslievende burgers die Reynaert als<br />
symbool koesterden voor hun idealen (Janssens 2008, p. 79-80). G.H. Arendt<br />
en F. Lulofs gaan uit van een positief personage. Volgens Arendt volgt Reynaert<br />
zijn natuur. Lulofs meent dat Reynaert handelt als een leider van zijn clan. De vos<br />
is moreel niet onberispelijk maar juridisch onschuldig. Maar Frits van Oostrom<br />
ziet in de vos een boosaardig personage, overeenkomend met het vossenbeeld in<br />
de middeleeuwen, een visie die hij later in Stemmen op schrift afzwakt. Reynaert<br />
wekt ook sympathie op ‘door hoe hij dubieuze macht en schone schijn over de<br />
hekel haalt’ (Van Oostrom 2006, p. 490). Ook W.Gs Hellinga, P. Wackers,<br />
A. Bouwman, R. van Daele en J.D. Janssens gaan uit van een negatief vossenbeeld.<br />
Wackers heeft in zijn proefschrift het beeld van de vos in de twaalfde en dertiende<br />
eeuw uitgebreid onderzocht. Hij bestudeerde o.a. exegetische geschriften,<br />
allegorische werken, natuurwetenschappelijke teksten en de Bijbel. De vos, zo<br />
is zijn conclusie, wordt in de middeleeuwen steeds als negatief geïnterpreteerd.<br />
De vos is o.a. een bedrieger, een ketter, een listig dier, een misleider, de duivel<br />
en een scalc. Het woord schalk (tegenwoordig guit of grappenmaker) had in<br />
de middeleeuwen een andere betekenis. Aanvankelijk betekende schalk dienaar,<br />
dienstknecht of lijfeigene. Later kri<strong>jg</strong>t het de betekenis van een gewetenloze, een<br />
nietswaardige, een slechtaard, deugniet, schelm; ook een misdadiger, een boef en<br />
een booswicht. Opmerkelijk is dat de vos in een exempel (namelijk in de fabel<br />
waarin een man een slang bevrijdt) vergeleken wordt met Christus (Wackers<br />
1986, p. 54-89). Zou deze vergelijking een relict zijn uit de voorchristelijke tijd?<br />
In een zeer lezenswaardig artikel roept Tobias Hagtingius op tot verder<br />
onderzoek naar de oorsprong van de tricksterfiguren waartoe hij Reynaert<br />
ook rekent (Hagtingius 1999, p. 107-124). Bij alle volken van ‘primitieve<br />
beschavingen’ treft men deze figuren aan. Bij de indianen in Noord-Amerika<br />
is Coyote (de prairiewolf ) de grote schavuit; Anansi de spin is dat bij de West-