14.09.2013 Views

jg 22 jaarboek 2 - Reynaertgenootschap

jg 22 jaarboek 2 - Reynaertgenootschap

jg 22 jaarboek 2 - Reynaertgenootschap

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

~ 49 ~<br />

Tiecelijn <strong>22</strong><br />

hoort, wordt hij ongerust. Hij gaat zijn geld terughalen, maar de hodja beweert<br />

bij hoog en bij laag dat de zak door Allah geschonken is. Dat pikt de buurman<br />

niet en ze trekken samen naar de rechtbank. Omdat de hodja zijn buurman een<br />

lesje wil leren, vraagt hij hem een paard en een mantel te leen. In zijn oude plunje<br />

kan hij toch onmogelijk in het gerechtshof verschijnen. Eens bij de rechter, moet<br />

de hodja zijn verhaal doen. Hij vertelt over de zak met goudstukken die Allah<br />

hem geschonken heeft. Hij vertelt erbij dat zijn buurman straks nog zal beweren<br />

dat ook het paard en de mantel van hem zijn. Natuurlijk begint de buurman te<br />

roepen dat dit inderdaad zo is. De rechter besluit dan maar dat het geld voor<br />

de hodja is. De buurman gaat misnoegd naar huis. De volgende dag brengt de<br />

hodja het geld, het paard en de mantel terug. Hij geeft als boodschap mee dat<br />

de buurman in het vervolg zijn neus niet in andersmans zaken moet steken, en<br />

dat hij zich zeker niet moet mengen in zaken die enkel de hodja en Allah aanbelangen.<br />

De vele namen van de hodja<br />

De oudste geschreven bron waarin Nasreddin Hodja wordt vermeld, de Saltukname,<br />

dateert uit 1480. Het is een bundel over volksverhalen en legenden,<br />

geschreven door Ebülhayr Rumi, waarin onder meer hodjaverhalen zijn opgenomen.<br />

Zoals dat gaat met mondelinge overlevering, zijn er door de eeuwen<br />

heen diverse soorten anekdotes, moppen en verhalen verzameld, opgetekend,<br />

herschreven en uiteindelijk samengesmolten tot een wereldwijde hodjaverhalenbank.<br />

Nasreddin Hodja duikt op in het hele Midden-Oosten. Hij heet er wisselend<br />

‘hoca’, ‘djoha’, ‘djiha’, ‘djuha’, ‘dschuha’, ‘affandi’ en ‘effendi’ of in het Arabisch ‘molla’<br />

en ‘moela’, soms in combinatie met Nasr Eddin, Nasroeddin of Nasrettin, wat<br />

betekent: ‘de overwinning van het vertrouwen of het geloof ’.<br />

De verhalen en anekdotes zijn in vele talen vertaald en hertaald. De ruime verspreiding<br />

van de hodjaverhalen heeft ongetwijfeld ook te maken met de nabijheid<br />

van enkele drukke handelsroutes, zoals de zijderoute die onder meer langs<br />

Istanbul en Konya (Turkije) loopt. De karavanen die op deze weg langskwamen,<br />

hielden onderweg halt in ‘karavanserais’. Deze doorgangsplaatsen werden in de<br />

twaalfde en dertiende eeuw onder de heerschappij van de Seltsjoeken gebouwd.<br />

Ze lagen telkens op een dagreis van elkaar en boden aan reizigers en handelaars

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!