jg 22 jaarboek 2 - Reynaertgenootschap
jg 22 jaarboek 2 - Reynaertgenootschap jg 22 jaarboek 2 - Reynaertgenootschap
auTeurs / Tiecelijn 22 22 Yvan de Maesschalck studeerde Germaanse filologie aan de Universiteit Gent. Is leraar aan de Europese school van Brussel. Medeauteur van Lemma 5/6 en Markant 5/6, leerboeken Nederlands. Opstellen en recensies in diverse tijdschriften. Publiceerde samen met Herman Henderickx Naakt en wit, een ademende steen (2003), een thematisch overzicht van de naoorlogse Nederlandse poëzie. Bijzondere belangstelling voor het werk van Cyriel Buysse en voor de Reynaert. Jan de Putter is een amateurhistoricus, die zich bezighoudt met de Reynaert. Patrick de Rynck is auteur, redacteur en publicist met als breed domein het cultureel erfgoed. Hij werkte en werkt mee aan uiteenlopende projecten in Vlaanderen en Nederland (Open Monumentendag, Erfgoeddag, tientallen tentoonstellingen) en doet dat als schrijver, leverancier van inhouden, redacteur etc. Recente boeken: De grapjes. Een moppenboek uit de oudheid (Athenaeum-Polak & Van Gennep, 2008), De kunst van het kijken. Bijbelverhalen en mythen in de schilderkunst van Giotto tot Goya (Ludion 2008), M Leuven. Het museum en de collectie (Lannoo, 2009) en Kunstenaarsmusea in België (Ludion, 2009). Marita de Sterck doceert literatuur en antropologie aan de bibliotheekschool van Gent en geeft workshops verhalen schrijven aan jongeren. In haar jeugdromans, Kwaad bloed, De hondeneters (Querido), vind je sporen van de groeirituelen en de inwijdingsverhalen die ze als antropoloog bestudeert. In Boto (Van Halewyck), een verhaal uit het Amazonewoud, is een dolfijn de trickster. In maart 2010 verschijnt haar bundel: Bloei, 60 volksverhalen uit de hele wereld die van meisjes vrouwen maken (Meulenhoff/Manteau). Zie ook: http://users.telenet.be/marita.de.sterck. Willy Devreese is onderwijzer op rust en verzamelaar van Reynaertboeken. Wim Gielen is arts van professie, eeuwige studiosus van geneeskunde, historie en kunsthistorie, Middelnederlandse letterkunde, bibliofilie, boekgeschiedenis, heemkunde, fabelkunde en Reynaerdologie. Vanaf 1973 organiseerde hij vele Reynaerttentoonstellingen, waarvan diverse met catalogus. Daarnaast schreef hij diverse Reynaertartikelen. Een belangrijke bijdrage aan de (kunst)geschiedenis van Het Land van Hulst waren het boek en de tentoonstelling Jan Haak en zijn tijd. Peter Holvoet-Hanssen (Antwerpen, 1960) is een troubadour die oude tegenpolen weet te overstijgen. Hij creëerde een eigen niche in de poëziebiotoop met het drieluik Dwangbuis van Houdini (1998, Debuutprijs 1999), Strombolicchio (1999, Dirk Martensprijs 2001) en de vossensprong Santander (2001). Na zijn ‘anti-roman’ De vliegende monnik (2004) verscheen het alweer lovend ontvangen Spinalonga (2005, driejaarlijkse Cultuurprijs van de Vlaamse Gemeenschap 2008). Het slot van zijn eerste poëziereis – spelend met toeval en niet-toeval, evenwicht en onevenwicht – ging de stilte van de dieperik in: Navagio (Prometheus, 2008). Werkt nu in Oostende aan een prozaproject. Met echtgenote/jeugdauteur Noëlla Elpers bemant hij www.kapersnest.be. ~ 486 ~ ~ 486 ~
~ 487 ~ ~ 487 ~ Tiecelijn 22 Erwin Mantingh (1963) studeerde, doceerde en promoveerde aan de Universiteit Utrecht. Hij schreef Een monnik met een rol. Willem van Affligem, het Kopenhaagse leven van Lutgart en de fictie van een meerdaagse voorlezing (2000). Hij is leraar Nederlands aan K.S.G. De Breul in Zeist. Hij publiceert over Middelnederlandse literatuur en middeleeuwse cultuur, recent o.a. over middeleeuwenhumor in Fokke & Sukke-cartoons en in het werk van plezierdichter Drs. P. Mark Nieuwenhuis studeerde Spaanse taal- en letterkunde in Utrecht, met als afstudeerrichting middeleeuwse studies, en Latijnse taal en cultuur in Amsterdam (UvA). Is leraar Latijn en KCV aan I.S.G. Arcus in Lelystad en daarnaast vertaler van Latijnse teksten. Tot nu toe gepubliceerd: Ysengrimus; Geoffrey van Monmouth, De geschiedenis van de Britse koningen; Plinius, De Wereld; Jacobus de Voragine, De hand van God (heiligenlevens; samen met Vincent Hunink); Odoric van Friuli, Mijn reis naar het verre oosten (reisverslag, samen met Vincent Hunink). Is vooral geïnteresseerd in de Latijnse literatuur van de twaalfde en dertiende eeuw, met name teksten over dieren (de Ysengrimus!), epische en lyrische poëzie. Caroline Olsson is van Zweeds-Nederlandse afkomst en werkt aan een proefschrift in de Scandinavische studies aan de Parijse Sorbonne. Ze studeerde Franse literatuur met speciale interesse voor de middeleeuwse letteren. Ze geeft tijdelijk les aan de Universiteit van Straatsburg. Hilde Reyniers werkte eerst in de privésector en ondertussen reeds een decennium in de (multi-)culturele sector, eerst als cultuurconsulent en vervolgens als integratieambtenaar in Lokeren, daarna als cultuurdeskundige (projectmedewerker) en momenteel als cultuurbeleidscoördinator in Beveren. Hans Rijns studeerde in 1999 af als historisch letterkundige aan de Universiteit Utrecht op het onderwerp ‘Obscene en scabreuze dubbelzinnigheden in Van den vos Reynaerde’. In 2007 publiceerde hij de diplomatische en synoptische editie De gedrukte Nederlandse Reynaerttraditie (1479-1700). Sinds 2008 is hij redactielid van Tiecelijn. Marcel Ryssen was vanaf 1946 leraar Nederlands in de Broederschool te Sint-Niklaas. Is voordrachtskunstenaar en speelde meermaals in het vossenverhaal. Engeland-, Brugge- en Frans-Vlaanderen-gids. Medeauteur van het massaspel Ik, Reynaert! en lid van het productieteam. Auteur van het stripverhaal Reynaert de Vos van het Intergemeentelijk project Het land van Reynaert (tekenaar Kris de Roover). Publiceerde diverse bijdragen in Tiecelijn is en voorzitter van het Reynaertgenootschap. Alexander Schwarz is professor Duitse linguïstiek aan de Universiteit van Lausanne. Zijn hoofdonderzoeksterrein is de historische tekstanalyse (semiotiek, pragmatiek, dialooganalyse). Momenteel verdiept hij zich in de vroegste Nieuwe Tijd, de uitvinding van de boekdrukkunst en de Reformatie. Hij verricht onderzoek naar de Duitse en Nederlandse teksten in de Reynaert- en Uilenspiegeltradities, met bijzondere aandacht voor thema’s als de nar, de schurk, de antiheld, de outsider en de trickster.
- Page 436 and 437: Tiecelijn 22 mij / in de aarde gele
- Page 438 and 439: Tiecelijn 22 De bundel refereert ov
- Page 440 and 441: Tiecelijn 22 klokken kloppen aan mi
- Page 442 and 443: Tiecelijn 22 gebril(l)d. Voor ik ke
- Page 444 and 445: Tiecelijn 22 jewelste. Getallen vat
- Page 446 and 447: Tiecelijn 22 Kal Krol Mok Plomp Pos
- Page 448 and 449: Tiecelijn 22 die eenzamer waren dan
- Page 450 and 451: Tiecelijn 22 dat laatste is Kwelgee
- Page 452 and 453: Tiecelijn 22 geleerden. Het zij zo,
- Page 454 and 455: universiteit blijkbaar vereist, of
- Page 456 and 457: Terwijl ‘Pharaïldis loopt’ en
- Page 458 and 459: his neck. (...) He fell for five-an
- Page 460 and 461: in memoriam Tiecelijn / Tiecelijn 2
- Page 462 and 463: Tiecelijn 22 hij waarover hij het h
- Page 464 and 465: Tiecelijn 22 maar ook de nieuwe gen
- Page 466 and 467: Tiecelijn 22 uit de meest heerlijke
- Page 468 and 469: Tiecelijn 22 een lezing. Hierdoor b
- Page 470 and 471: 16 02 08 In het gemeentehuis van St
- Page 472 and 473: Tiecelijn 22 Orde van de vossenstaa
- Page 474 and 475: Reynaerdofiel les gaf of school lie
- Page 476 and 477: verslag / Tiecelijn 22 Tricky reyna
- Page 478 and 479: Tiecelijn 22 De les begint met een
- Page 480 and 481: Tiecelijn 22 de ‘absolute’ waar
- Page 482 and 483: Tiecelijn 22 2. de verhalen, hun mo
- Page 484 and 485: Tiecelijn 22 3. het schrijven van e
- Page 488 and 489: Tiecelijn 22 Thijs Tomassen (Amersf
- Page 490 and 491: sTeun / Tiecelijn 22 22 Steunabonne
- Page 493: ~ 493 ~ Tiecelijn 22
auTeurs / Tiecelijn <strong>22</strong> <strong>22</strong><br />
Yvan de Maesschalck studeerde Germaanse filologie aan de Universiteit Gent. Is leraar<br />
aan de Europese school van Brussel. Medeauteur van Lemma 5/6 en Markant 5/6, leerboeken<br />
Nederlands. Opstellen en recensies in diverse tijdschriften. Publiceerde samen met<br />
Herman Henderickx Naakt en wit, een ademende steen (2003), een thematisch overzicht van<br />
de naoorlogse Nederlandse poëzie. Bijzondere belangstelling voor het werk van Cyriel Buysse<br />
en voor de Reynaert.<br />
Jan de Putter is een amateurhistoricus, die zich bezighoudt met de Reynaert.<br />
Patrick de Rynck is auteur, redacteur en publicist met als breed domein het cultureel<br />
erfgoed. Hij werkte en werkt mee aan uiteenlopende projecten in Vlaanderen en Nederland<br />
(Open Monumentendag, Erfgoeddag, tientallen tentoonstellingen) en doet dat als schrijver,<br />
leverancier van inhouden, redacteur etc. Recente boeken: De grapjes. Een moppenboek uit de<br />
oudheid (Athenaeum-Polak & Van Gennep, 2008), De kunst van het kijken. Bijbelverhalen en<br />
mythen in de schilderkunst van Giotto tot Goya (Ludion 2008), M Leuven. Het museum en de<br />
collectie (Lannoo, 2009) en Kunstenaarsmusea in België (Ludion, 2009).<br />
Marita de Sterck doceert literatuur en antropologie aan de bibliotheekschool van<br />
Gent en geeft workshops verhalen schrijven aan jongeren. In haar jeugdromans, Kwaad bloed,<br />
De hondeneters (Querido), vind je sporen van de groeirituelen en de inwijdingsverhalen die ze<br />
als antropoloog bestudeert. In Boto (Van Halewyck), een verhaal uit het Amazonewoud, is<br />
een dolfijn de trickster. In maart 2010 verschijnt haar bundel: Bloei, 60 volksverhalen uit de<br />
hele wereld die van meisjes vrouwen maken (Meulenhoff/Manteau).<br />
Zie ook: http://users.telenet.be/marita.de.sterck.<br />
Willy Devreese is onderwijzer op rust en verzamelaar van Reynaertboeken.<br />
Wim Gielen is arts van professie, eeuwige studiosus van geneeskunde, historie en kunsthistorie,<br />
Middelnederlandse letterkunde, bibliofilie, boekgeschiedenis, heemkunde, fabelkunde<br />
en Reynaerdologie. Vanaf 1973 organiseerde hij vele Reynaerttentoonstellingen,<br />
waarvan diverse met catalogus. Daarnaast schreef hij diverse Reynaertartikelen. Een belangrijke<br />
bijdrage aan de (kunst)geschiedenis van Het Land van Hulst waren het boek en de tentoonstelling<br />
Jan Haak en zijn tijd.<br />
Peter Holvoet-Hanssen (Antwerpen, 1960) is een troubadour die oude tegenpolen<br />
weet te oversti<strong>jg</strong>en. Hij creëerde een eigen niche in de poëziebiotoop met het drieluik Dwangbuis<br />
van Houdini (1998, Debuutprijs 1999), Strombolicchio (1999, Dirk Martensprijs 2001) en<br />
de vossensprong Santander (2001). Na zijn ‘anti-roman’ De vliegende monnik (2004) verscheen<br />
het alweer lovend ontvangen Spinalonga (2005, driejaarlijkse Cultuurprijs van de Vlaamse<br />
Gemeenschap 2008). Het slot van zijn eerste poëziereis – spelend met toeval en niet-toeval,<br />
evenwicht en onevenwicht – ging de stilte van de dieperik in: Navagio (Prometheus, 2008).<br />
Werkt nu in Oostende aan een prozaproject. Met echtgenote/jeugdauteur Noëlla Elpers bemant<br />
hij www.kapersnest.be.<br />
~ 486 ~ ~ 486 ~