14.09.2013 Views

jg 22 jaarboek 2 - Reynaertgenootschap

jg 22 jaarboek 2 - Reynaertgenootschap

jg 22 jaarboek 2 - Reynaertgenootschap

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Tiecelijn <strong>22</strong><br />

dat laatste is Kwelgeest in ieder geval: een speurdersroman haut de gamme.<br />

Het verhaal speelt zich af in het denkbeeldige plaatsje Kwelgeest, dat behalve<br />

een psychiatrische instelling ook een tennisclub (Providentia) herbergt, en<br />

in het minder denkbeeldige Leiden. In de club komen de Leidse professoren<br />

graag vertier of soelaas zoeken, al was het maar om de kommer en kwel van<br />

hun academische beslommeringen even te vergeten. Van meet af aan volgen<br />

de auteurs een dubbel spoor dat tot op het bittere einde consequent wordt<br />

doorgetrokken.<br />

Zo gaat het in deze campus novel om de eerste versie of oudste druk van<br />

de Uilenspiegelverhalen, die van vóór 1510 zou dateren en door een zekere<br />

Waldemar Isfeld in het Duitse Eschweiler achter de hand wordt gehouden. Job<br />

Deerlijk, die op De Scheve Kloot, ‘een Nederduytse klucht over een brillenmaker<br />

en tien boeven’ (p. 57) is gepromoveerd en het onbetamelijk vindt dat iemand<br />

een (het?) sleutelstuk van de Uilenspiegelstudie weigert door te geven of te<br />

publiceren, doet er alles aan die unieke tekst te bemachtigen. Maar daar ziet<br />

hij om een ongewone reden uiteindelijk van af. Het is hem bovendien gegeven<br />

een alsnog onbekende H-historie te ontdekken op het perkament waarmee een<br />

erg oud tennisracket is omwikkeld en dat ook nog eens een heuse palimpsest<br />

blijkt te zijn (zie p. 219). De vondst doet hem duizelen en trekkebekken,<br />

haalt hem uit zijn evenwicht en doet hem, overigens niet voor de eerste keer,<br />

tijdelijk belanden in Kwelgeest, waar hij geestelijk vertroeteld wordt door ene<br />

Pharaïldis, die steeds weer ‘madonna’s met kind’ schildert en zich blijkbaar<br />

inbeeldt dat de labiele, uiterst beminnelijke Job Deerlijk haar geliefde zoon is.<br />

Job kan in psychisch moeilijke omstandigheden gelukkig rekenen op zijn kranige<br />

vrouw Clara Parsijn en hun zoon Pieter, die het tenniscentrum uitbaat en<br />

wat sportlessen versiert. Voorts verstaat hij zich goed met Slim Bensoussan,<br />

die net als hij verbonden is aan de werkgroep Westerse antropologie en, naar<br />

eigen zeggen, ‘meer geïnteresseerd’ is ‘in de bredere vragen over Uilenspiegel’<br />

(p. 125). Pal tegenover Job staat Max Cobbe, die de leerstoel Moderne antropologie<br />

bekleedt, en na het emeritaat van vakgenoot Falings, op zoek is naar<br />

een waardige opvolger. Cobbe heeft de handen vol met de ‘benoemingscommissie’<br />

en wil, na de afzegging van een zekere Krumm, vooral voorkomen dat<br />

Job Deerlijk, die voor de post heeft gekandideerd, in overweging zou worden<br />

genomen. Zijn voorkeur gaat overduidelijk uit naar de vrij schimmige, excentrieke<br />

Waldemar Isfeld, van wie hij hoopt dat hij zijn beruchte Uilenspiegeldruk<br />

naar Leiden meebrengt om hemzelf en zijn vakgroep de nodige glans te<br />

~ 450 ~

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!