jg 22 jaarboek 2 - Reynaertgenootschap
jg 22 jaarboek 2 - Reynaertgenootschap jg 22 jaarboek 2 - Reynaertgenootschap
Tiecelijn 22 De bundel refereert overduidelijk aan een voortijd die niet ongedaan kan worden gemaakt: hij kan alleen opgeroepen, betreurd of ‘vergeten’ worden in verzen die subtiele varianten zijn van elkaar. Of zoals de dichteres getuigt in het prachtige slotgedicht, waarin alle motieven voor het laatst over elkaar heen schuiven: Ze had talent voor wie zich dicht tegen de grond drukt, was begiftigd met zwaarmoedigheid. Ze had een hoofd. Er zat een gat in, maar geen mens die er naar keek. Ze had een lichaam, niemand las het. Misschien moest ze wat zijn. Ze viel als een hond in slaap tussen de boeken. Schreef hetzelfde gedicht, steeds weer. Lies van Gasse, Hetzelfde gedicht steeds weer, Wereldbibliotheek, Amsterdam, 2008, ISBN 978 90 284 2273 5, 61 p. Een korte versie van deze tekst verscheen eerder in Streven, jg. 76, april 2009/4, p. 380-381. ~ 438 ~
herinneringen aan boekhouder van heT rusTeloze Gedichten van Norbert de Beule 1 ~ 439 ~ recensie / Tiecelijn 22 yvan de MaeSScHalck De bel gaat. Voor de zoveelste keer. We zijn maar met z’n vieren, op de leraar Grieks na welteverstaan. Hij houdt niet op kanttekeningen te maken bij elk vers, elk woord, elk symptoom van de eerste zang van Homeros’ Ilias. Een tekst om van te houden, om van te gruwen. Een tekst die ik nooit zal begrijpen, nooit zal vergeten. De klank van de dood bijvoorbeeld. In vers honderd en zoveel, wanneer de lijken luidruchtig knetteren op ontelbare brandstapels. Je hóórt het zo, betoogt onze leraar. Ik schrijf het bedoelde vers over, zoals ik het me herinner: ‘aiei de purai nekuoon kaionto thameiai’. De klanken geven de betekenis weer. Toch? We laten het ons gezeggen. Zoals, voegt hij eraan toe, in J.W.F. Werumeus Bunings Maria Lecina. Een lied in honderd verzen met een zangwijs. Ons toen volkomen onbekend. En hij reciteert voor onze dove oren Bunings bronzen ballade. Tientallen jaren later galmen ze na in de gedichten van Norbert de Beule: ‘Honderd klokken doen de kerkklok bonzen // Honderd
- Page 388 and 389: Tiecelijn 22 ~ 388 ~
- Page 390 and 391: Tiecelijn 22 ~ 390 ~
- Page 392 and 393: Tiecelijn 22 ~ 392 ~
- Page 394 and 395: Tiecelijn 22 ~ 394 ~
- Page 396 and 397: ecensie Tiecelijn / Tiecelijn 22 22
- Page 398 and 399: van Esopus in het Latijn en Reynaer
- Page 400 and 401: ecensie / Tiecelijn 22 de zoveelsTe
- Page 402 and 403: Tiecelijn 22 en de verantwoording b
- Page 404 and 405: Tiecelijn 22 In zijn één na laats
- Page 406 and 407: Tiecelijn 22 De blijkende wonden va
- Page 408 and 409: Tiecelijn 22 De castratie van de pa
- Page 410 and 411: Tiecelijn 22 die nog niet vertrouwd
- Page 412 and 413: Tiecelijn 22 19 Van Oostrom, 2006,
- Page 414 and 415: Tiecelijn 22 buitenlandse rappers a
- Page 416 and 417: Tiecelijn 22 voor het gerechtshof (
- Page 418 and 419: Tiecelijn 22 Een tweede door de tra
- Page 420 and 421: Tiecelijn 22 ‘after-reek’, die
- Page 422 and 423: Tiecelijn 22 minister het hele boek
- Page 424 and 425: Tiecelijn 22 laatste begrijpelijk.
- Page 426 and 427: Tiecelijn 22 als door (de) politici
- Page 428 and 429: Tiecelijn 22 een overdaad aan leuge
- Page 430 and 431: Tiecelijn 22 Anthea in Gaza bij het
- Page 432 and 433: Tiecelijn 22 Durrell, Hugo Claus, E
- Page 434 and 435: ecensie Tiecelijn / Tiecelijn 22 22
- Page 436 and 437: Tiecelijn 22 mij / in de aarde gele
- Page 440 and 441: Tiecelijn 22 klokken kloppen aan mi
- Page 442 and 443: Tiecelijn 22 gebril(l)d. Voor ik ke
- Page 444 and 445: Tiecelijn 22 jewelste. Getallen vat
- Page 446 and 447: Tiecelijn 22 Kal Krol Mok Plomp Pos
- Page 448 and 449: Tiecelijn 22 die eenzamer waren dan
- Page 450 and 451: Tiecelijn 22 dat laatste is Kwelgee
- Page 452 and 453: Tiecelijn 22 geleerden. Het zij zo,
- Page 454 and 455: universiteit blijkbaar vereist, of
- Page 456 and 457: Terwijl ‘Pharaïldis loopt’ en
- Page 458 and 459: his neck. (...) He fell for five-an
- Page 460 and 461: in memoriam Tiecelijn / Tiecelijn 2
- Page 462 and 463: Tiecelijn 22 hij waarover hij het h
- Page 464 and 465: Tiecelijn 22 maar ook de nieuwe gen
- Page 466 and 467: Tiecelijn 22 uit de meest heerlijke
- Page 468 and 469: Tiecelijn 22 een lezing. Hierdoor b
- Page 470 and 471: 16 02 08 In het gemeentehuis van St
- Page 472 and 473: Tiecelijn 22 Orde van de vossenstaa
- Page 474 and 475: Reynaerdofiel les gaf of school lie
- Page 476 and 477: verslag / Tiecelijn 22 Tricky reyna
- Page 478 and 479: Tiecelijn 22 De les begint met een
- Page 480 and 481: Tiecelijn 22 de ‘absolute’ waar
- Page 482 and 483: Tiecelijn 22 2. de verhalen, hun mo
- Page 484 and 485: Tiecelijn 22 3. het schrijven van e
- Page 486 and 487: auTeurs / Tiecelijn 22 22 Yvan de M
herinneringen aan boekhouder<br />
van heT rusTeloze<br />
Gedichten van Norbert de Beule<br />
1<br />
~ 439 ~<br />
recensie / Tiecelijn <strong>22</strong><br />
yvan de MaeSScHalck<br />
De bel gaat. Voor de zoveelste keer. We zijn maar met z’n vieren, op de leraar<br />
Grieks na welteverstaan. Hij houdt niet op kanttekeningen te maken bij elk<br />
vers, elk woord, elk symptoom van de eerste zang van Homeros’ Ilias. Een<br />
tekst om van te houden, om van te gruwen. Een tekst die ik nooit zal begrijpen,<br />
nooit zal vergeten. De klank van de dood bijvoorbeeld. In vers honderd en<br />
zoveel, wanneer de lijken luidruchtig knetteren op ontelbare brandstapels. Je<br />
hóórt het zo, betoogt onze leraar. Ik schrijf het bedoelde vers over, zoals ik het<br />
me herinner: ‘aiei de purai nekuoon kaionto thameiai’. De klanken geven de<br />
betekenis weer. Toch? We laten het ons gezeggen. Zoals, voegt hij eraan toe,<br />
in J.W.F. Werumeus Bunings Maria Lecina. Een lied in honderd verzen met een<br />
zangwijs. Ons toen volkomen onbekend. En hij reciteert voor onze dove oren<br />
Bunings bronzen ballade. Tientallen jaren later galmen ze na in de gedichten<br />
van Norbert de Beule: ‘Honderd klokken doen de kerkklok bonzen // Honderd