14.09.2013 Views

jg 22 jaarboek 2 - Reynaertgenootschap

jg 22 jaarboek 2 - Reynaertgenootschap

jg 22 jaarboek 2 - Reynaertgenootschap

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Tiecelijn <strong>22</strong><br />

De castratie van de paap door Tibeert<br />

Een goede graadmeter van de (zelf)censuur van de vertaler of de uitgever is<br />

natuurlijk nog steeds de passage waarin Tibeert de kater de pastoor tussen<br />

zijn benen springt en hem op onfortuinlijke wijze beschadigt. Ik kan de lezer<br />

geruststellen. Posthuma windt er geen doekjes om, er is geen woord Frans bij.<br />

Met zichtbaar genoegen vertaalt hij deze beruchte passage als volgt: ‘Tybeert<br />

gaf zich rekenschap / van het dodelijke gevaar / en schraapte al zijn moed bij<br />

elkaar / en maakte de pastoor te schande / met zijn klauwen en zijn tanden /<br />

en sprong, als een kat in nood, / de pastoor recht naar zijn kloot / en beet van<br />

‘t beursje zonder naad / waar een man de klok mee slaat / de helft af en die<br />

plofte neer!’<br />

De verantwoording en aantekeningen<br />

Het boek sluit af met aantekeningen in het hoofdstuk Bij deze vertaling. Allereerst<br />

gaat Posthuma wat uitgebreider in op zijn bronnen. Met name de editie<br />

van Lulofs was voor hem een bron van inspiratie. De aantekeningen beslaan<br />

nog geen zes pagina’s en bevatten 38 toelichtingen op onduidelijke passages of<br />

Latijnse zinsneden uit de oorspronkelijke tekst.<br />

Bij de aantekening over de Roman de Renart schrijft Posthuma ten onrechte<br />

dat de branches geschreven zijn in het laatste kwart van de twaalfde eeuw. De<br />

laatste branches werden tussen 1205 en 1250 geschreven. 26 Opmerkelijk is dat<br />

Posthuma bij de aantekening over de fabel van de kikkers en de ooievaar zich<br />

plotseling licht ergert aan de kennis van Lulofs, wiens editie hij even daarvoor<br />

juist zo bewonderde. Posthuma valt tegen hem uit als hij schrijft: ‘Lulofs, die<br />

altijd precies weet wat er in de hoofden van de dieren omgaat, meent dat Reynaert<br />

die verandering heeft aangebracht omdat koning Nobel gekwetst zou<br />

kunnen zijn als het koningschap met een slang geassocieerd zou worden.’ Vergeet<br />

Posthuma dat Lulofs hier exegetische commentaar levert?<br />

Een kanttekening wil ik nog maken bij ‘trappistenbier’. In A staat op deze<br />

plaats ‘Hem langhet omme cloester bier’ (v. 1955). Posthuma vertaalt deze zin<br />

als: ‘Hij dorst al naar trappistenbier’. Een aardige vondst, ware het niet dat het<br />

bereiden van ‘cloesterbier’ in de middeleeuwen een negatieve connotatie had.<br />

Het betreft hier ‘een metaforische aanduiding voor het bereiden van lichame-<br />

~ 408 ~

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!