14.09.2013 Views

jg 22 jaarboek 2 - Reynaertgenootschap

jg 22 jaarboek 2 - Reynaertgenootschap

jg 22 jaarboek 2 - Reynaertgenootschap

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Tiecelijn <strong>22</strong><br />

en de verantwoording bij deze vertaling. Laten we de afzonderlijke onderdelen<br />

nader gaan bekijken.<br />

De inleiding<br />

De inleiding bestaat uit twaalf paragrafen waarin Posthuma kleine beschouwingen<br />

op de lezer loslaat en zijn uitgave toelicht en motiveert. In Een heksenkring<br />

van vertalingen becommentarieert hij deze vertaling, naast die van vele<br />

anderen. Vertalingen verouderen en dat is niet het enige. Door de veroudering<br />

zou ‘een tekst steeds verder van ons af komen te staan en ten slotte definitief uit<br />

het zicht verdwijnen, als hij niet juist opnieuw door vertalers gereanimeerd zou<br />

worden.’ Posthuma vergelijkt zijn vertaling met die van Ernst van Altena uit<br />

1979. 9 Naast bewondering voor wat hij omschrijft als ‘een virtuoos werkstuk,<br />

humoristisch, vol schitterende taalvondsten, geheel vrij van de stijlbreuken die<br />

veel twintigste-eeuwse vertalingen van middeleeuwse literatuur plegen te ontsieren’,<br />

heeft hij ook enkele kritiekpunten op zijn illustere voorganger.<br />

Van Altena verandert de naam van de haan Crayant in Kraaiant (cursivering<br />

door Posthuma) waarmee Van Altena de Franse komaf van de haan verdoezelt.<br />

Ook bij de beschrijving van de kippenbegrafenisstoet laat Van Altena details<br />

weg die door Willem heel expliciet zijn beschreven. ‘Die ene hane hiet<br />

Cantaert, / Daer wijlen na gheheeten waert / Vrauwe Alenten goeden hane’<br />

(vs. 295-297 10 ). Dit vertaalt Van Altena op de volgende manier: ‘De ene was<br />

de kemphaan Cantaert, / die kon zingen naar zijn landaard / en zijn naam<br />

ontleende aan / een befaamd voorvader haan.’ Posthuma vertaalt deze versregels<br />

als volgt: ‘De ene, Cantaert was zijn naam, / genoot als cantor grote faam /<br />

(naar hem was ook de haan genoemd / om wie vrouw Aaltje werd geroemd.)’<br />

Posthuma gist naar de argumentatie van Van Altena om vrouw Alente maar<br />

weg te moffelen in zijn vertaling. Dit staaltje van Willems bijzondere humor<br />

– mogelijk verwijst hij met een knipoog naar de kokkin uit de keuken van zijn<br />

opdrachtgeefster, een plaatselijk bekend boerinnetje of een in de volksmond<br />

of literatuur genoemd vrouwspersoon – zou in een vertaling niet weggelaten<br />

mogen worden volgens Posthuma. 11<br />

Hij wijst ook op een aanpassing in een andere vertaling en wel die van Jan<br />

Frans Willems. In diens Reynaertvertaling van 1834 is de dorpspastoor een<br />

ongewijde koster geworden. Volgens Posthuma toont deze vertalerethiek, die<br />

~ 402 ~

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!