jg 22 jaarboek 2 - Reynaertgenootschap
jg 22 jaarboek 2 - Reynaertgenootschap jg 22 jaarboek 2 - Reynaertgenootschap
poezie / Tiecelijn 22 peTer holvoeT-hanssen Zeevos zodra ik op mijn poten stond: met hagel in de kont zat van kabaal en kunstlicht enkel wolken als kompas langs kruimels bos in stof en stank alleen bij jou in rust waar moeten wij nu heen zo moe en altijd opgejaagd niet onderdanig aan de lijn en daarom nergens thuis behalve aan het strand: het leeft ons uit – strooi mij in zee je kan mij altijd opvissen want waterzout onthoudt je hand zoals zigeunervuur je ogen nooit vergeet mijn moer de wind zingt gaten in de rotsen blaast ons weg de zon ziet rood vergroot en strooit geen klatergoud: het hek is van het wolkendek schat voel de vissen hebben het te warm dus snij mijn tong in negen stukken doden weten dat de tijd maar tijdelijk is huilend bij zijn eigen graf voor vissersharten te klein – kraak de hemel keer het tij © Peter Holvoet-Hanssen opgedragen aan Noëlla Elpers van Het Kapersnest ~ 378 ~
FOXstrot Norbert De Beule (dichter) en Sander De Clercq (fotograaf) werken samen aan een voorstelling rond Reynaert. Geschikt voor leerlingen van het vijfde middelbaar en uiteraard ook voor iedereen die de aap, de beer, … of de schalkse vos in zichzelf wil ontdekken. Norbert De Beule www.norbertdebeule.be Sander De Clercq www.sanderdeclercq.be ~ 379 ~
- Page 328 and 329: Tiecelijn 22 een leeuw mag niet ver
- Page 330 and 331: Tiecelijn 22 ook hij vertrok naar g
- Page 332 and 333: Tiecelijn 22 ‘Sta op nu, heer.’
- Page 334 and 335: Tiecelijn 22 wordt aangeklaagd omda
- Page 336 and 337: Tiecelijn 22 aan beide kanten trek
- Page 338 and 339: Tiecelijn 22 vertrapt het mooie gra
- Page 340 and 341: Tiecelijn 22 het zaak voor ons te w
- Page 342 and 343: Tiecelijn 22 p. 126), wat niet stri
- Page 344 and 345: Zo gaat het ook met mij wanneer ik
- Page 346 and 347: iconografie Tiecelijn / Tiecelijn 2
- Page 348 and 349: Tiecelijn 22 A Kartons voor de glas
- Page 350 and 351: Tiecelijn 22 B8 Pelgrim Reynaert ne
- Page 352 and 353: Tiecelijn 22 A4 ~ 352 ~ A3
- Page 354 and 355: Tiecelijn 22 A8 ~ 354 ~ A7
- Page 356 and 357: Tiecelijn 22 N.A2 ~ 356 ~ N.A1
- Page 358 and 359: Tiecelijn 22 N.A5 ~ 358 ~ N.A4
- Page 360 and 361: Tiecelijn 22 B1 ~ 360 ~
- Page 362 and 363: Tiecelijn 22 B3 ~ 362 ~
- Page 364 and 365: Tiecelijn 22 B5 ~ 364 ~
- Page 366 and 367: Tiecelijn 22 B7 ~ 366 ~
- Page 368 and 369: Tiecelijn 22 B9 ~ 368 ~
- Page 370 and 371: Tiecelijn 22 C1 ~ 370 ~
- Page 372 and 373: Tiecelijn 22 C3 ~ 372 ~
- Page 374 and 375: Tiecelijn 22 C5 ~ 374 ~
- Page 376 and 377: Tiecelijn 22 C7 ~ 376 ~
- Page 380 and 381: Tiecelijn 22 ~ 380 ~
- Page 382 and 383: Tiecelijn 22 ~ 382 ~
- Page 384 and 385: Tiecelijn 22 ~ 384 ~
- Page 386 and 387: Tiecelijn 22 ~ 386 ~
- Page 388 and 389: Tiecelijn 22 ~ 388 ~
- Page 390 and 391: Tiecelijn 22 ~ 390 ~
- Page 392 and 393: Tiecelijn 22 ~ 392 ~
- Page 394 and 395: Tiecelijn 22 ~ 394 ~
- Page 396 and 397: ecensie Tiecelijn / Tiecelijn 22 22
- Page 398 and 399: van Esopus in het Latijn en Reynaer
- Page 400 and 401: ecensie / Tiecelijn 22 de zoveelsTe
- Page 402 and 403: Tiecelijn 22 en de verantwoording b
- Page 404 and 405: Tiecelijn 22 In zijn één na laats
- Page 406 and 407: Tiecelijn 22 De blijkende wonden va
- Page 408 and 409: Tiecelijn 22 De castratie van de pa
- Page 410 and 411: Tiecelijn 22 die nog niet vertrouwd
- Page 412 and 413: Tiecelijn 22 19 Van Oostrom, 2006,
- Page 414 and 415: Tiecelijn 22 buitenlandse rappers a
- Page 416 and 417: Tiecelijn 22 voor het gerechtshof (
- Page 418 and 419: Tiecelijn 22 Een tweede door de tra
- Page 420 and 421: Tiecelijn 22 ‘after-reek’, die
- Page 422 and 423: Tiecelijn 22 minister het hele boek
- Page 424 and 425: Tiecelijn 22 laatste begrijpelijk.
- Page 426 and 427: Tiecelijn 22 als door (de) politici
poezie / Tiecelijn <strong>22</strong><br />
peTer holvoeT-hanssen<br />
Zeevos<br />
zodra ik op mijn poten stond: met hagel in de kont<br />
zat van kabaal en kunstlicht enkel wolken als kompas<br />
langs kruimels bos in stof en stank alleen bij jou in rust<br />
waar moeten wij nu heen zo moe en altijd opgejaagd<br />
niet onderdanig aan de lijn en daarom nergens thuis<br />
behalve aan het strand: het leeft ons uit – strooi mij in zee<br />
je kan mij altijd opvissen want waterzout onthoudt<br />
je hand zoals zigeunervuur je ogen nooit vergeet<br />
mijn moer de wind zingt gaten in de rotsen blaast ons weg<br />
de zon ziet rood vergroot en strooit geen klatergoud: het hek<br />
is van het wolkendek schat voel de vissen hebben het te warm<br />
dus snij mijn tong in negen stukken doden weten dat<br />
de tijd maar tijdelijk is huilend bij zijn eigen graf<br />
voor vissersharten te klein – kraak de hemel keer het tij<br />
© Peter Holvoet-Hanssen<br />
opgedragen aan Noëlla Elpers van Het Kapersnest<br />
~ 378 ~