14.09.2013 Views

jg 22 jaarboek 2 - Reynaertgenootschap

jg 22 jaarboek 2 - Reynaertgenootschap

jg 22 jaarboek 2 - Reynaertgenootschap

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Tiecelijn <strong>22</strong><br />

het zaak voor ons te waken over goede voornemens.<br />

Gelukkig hij die luistert naar het woord des Heren; 395<br />

wanneer de Rechter terugkeert zal hij veilig zijn.’<br />

Nog amper uitgesproken springt de wolf hem naar<br />

de keel, de vos verwondt hem ernstig aan zijn heupen:<br />

de ezel wordt verscheurd, verslonden. Zo wordt dus<br />

de valsheid van hun o zo vrome biecht bewezen. 400<br />

Door tamme wolvenwreedheid, hemelse vossenlist<br />

raakt hij die goed is klem en wordt verlost wie slecht is.<br />

In deze fabel wordt een kraai beloond, een duif<br />

geslagen, worden slangen rijk en schapen arm.<br />

Waarom omringt hem licht in wie het duister heerst? 405<br />

Rechtschapen mannen dienen donker licht te mijden!<br />

Waarom is hij van buiten wit wiens hart pikzwart is?<br />

Rechtschapen mannen dienen duister wit te mijden!<br />

Waarom is hij wiens geest zo leeg is vol van woorden?<br />

Rechtschapen mannen dienen hol geklets te mijden! 410<br />

Nawoord<br />

De wolf, omstreeks 1100 in de Loirestreek geschreven, kende getuige het grote<br />

aantal handschriften waarin de tekst is overgeleverd, een behoorlijke verspreiding<br />

en populariteit (Voigt 1878, p. 208). Van de hier vertaalde oorspronkelijke versie<br />

zijn twee bewerkingen uit de veertiende eeuw bekend, Ovidius de lupo (Ovidius<br />

over de wolf) en Luparius in Avernum descendens (Het verhaal van de wolf die<br />

in de onderwereld afdaalt). Anders dan in de oorspronkelijke versie treedt de<br />

wolf in deze beide teksten wel daadwerkelijk in het klooster in. Op basis van de<br />

handschriftelijke overlevering concludeert Voigt dat deze twee bewerkingen in<br />

de Lage Landen zijn geschreven (Voigt 1878, p. <strong>22</strong>).<br />

Voor De Wolf was het personage van de wolfsmonnik al bekend uit de Ecbasis<br />

captivi (Ziolkowski 1993, 203). In die tekst en in De Lupo is de wolf nog<br />

naamloos, maar halverwege de twaalfde eeuw heeft hij een naam gekregen,<br />

Ysengrimus, en dat is ook de titel van het werk waarin het personage van de<br />

wolfsmonnik het meest volledig is uitgewerkt. Vervolgens treedt Isegrim op in<br />

het volkstalige dierenepos, en beleeft ook daar kloosteravonturen (‘Ic maectene<br />

moonc ter Elmaren’, A 1483). Ook in de beeldende kunst van de middeleeuwen<br />

~ 340 ~

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!