jg 22 jaarboek 2 - Reynaertgenootschap

jg 22 jaarboek 2 - Reynaertgenootschap jg 22 jaarboek 2 - Reynaertgenootschap

reynaertgenootschap.be
from reynaertgenootschap.be More from this publisher
14.09.2013 Views

Tiecelijn 22 Ik heb De zieke leeuw vertaald naar de editie van Dümmler. De 34 elegische disticha van het origineel heb ik omgezet in jambische regels van zeven voeten. Een prozavertaling van dit gedicht is te vinden in de inleiding van de Nederlandse vertaling van de Ecbasis captivi (Geert van Tussenbroek, De Ontsnapping van een gevangene. Nederlandse prozavertaling van het middeleeuwse dierenepos ‘Ecbasis cuiusdam captivi per tropologiam’, Zaltbommel, 1999). Literatuur • G.J.M. Bartelink, Een thema uit de fabelliteratuur en het dierenepos in de Middeleeuwen, in: Lampas, 10 (1977), p. 283-301. • Ernst Dümmler (ed.), Poetae Latini aevi Carolingi I, Berlijn, 1964, p. 62-64. • Jan M. Ziolkowski, Talking Animals. Medieval Latin Beast Poetry 750-1150, Philadelphia, 1993. ~ 322 ~

de wolf De lupo ~ 323 ~ verTaling / Tiecelijn 22 Mark nieuWenHuiS Een wolf greep telkens weer de schapen van een herder wanneer ze over uitgestrekte weiden dwaalden. De herder kon met kracht het roofdier niet verslaan en trachtte hem met list toen in de val te lokken: hij boog een stramme eik met zoveel kracht omlaag dat 5 de boom de grond kon raken met zijn brede kruin; hij maakte met een knoop een strik vast aan de boomkroon, een strik die losvast was bevestigd aan een stok. De strik werd door de stok zo op de grond gedrukt dat wie de stok beroerde in de strik zou sterven. 10 En zo had hij een lamskop in de strik gelegd, dat wie de kop beroerde ook de stok bewoog. De wolf liep naar die vindingrijke val zodra de herder weg was, greep meteen de lamskop beet, maar toen bewoog de stok: de strik sloot strak rondom 15 zijn nek zodat de stramme eik de wolf omhoogtrok. De herder zag de rover hangen, gevangen, en pakte heel wat stenen om hem dood te gooien. Hij sloeg hem duizend wonden om hem af te maken, maar kon die kwade geest niet uit zijn lijf verdrijven. 20 Tenslotte trok hij hem omlaag voor nog meer slaag en beet de wolf, zijn knuppel hoog geheven, toe: ‘Met stenen lukt het niet, dus sla ik nu je kop tot pulp en maak die tot een grafgift voor mijn schapen.’ Meteen riep toen de wolf: ‘Heb meelij, beste herder, 25 en luister kort naar wat ik zeggen wil, ik smeek je. Als jij de goedheid hebt om mij te laten leven, geef ik in viervoud al mijn roofbuit aan je terug. Ik heb niets bij me, maar als jij me laat vertrekken, krijg jij een bruikbaar pand dat mijn bedrog voorkomt: 30

de wolf<br />

De lupo<br />

~ 323 ~<br />

verTaling / Tiecelijn <strong>22</strong><br />

Mark nieuWenHuiS<br />

Een wolf greep telkens weer de schapen van een herder<br />

wanneer ze over uitgestrekte weiden dwaalden.<br />

De herder kon met kracht het roofdier niet verslaan<br />

en trachtte hem met list toen in de val te lokken:<br />

hij boog een stramme eik met zoveel kracht omlaag dat 5<br />

de boom de grond kon raken met zijn brede kruin;<br />

hij maakte met een knoop een strik vast aan de boomkroon,<br />

een strik die losvast was bevestigd aan een stok.<br />

De strik werd door de stok zo op de grond gedrukt<br />

dat wie de stok beroerde in de strik zou sterven. 10<br />

En zo had hij een lamskop in de strik gelegd,<br />

dat wie de kop beroerde ook de stok bewoog.<br />

De wolf liep naar die vindingrijke val zodra<br />

de herder weg was, greep meteen de lamskop beet,<br />

maar toen bewoog de stok: de strik sloot strak rondom 15<br />

zijn nek zodat de stramme eik de wolf omhoogtrok.<br />

De herder zag de rover hangen, gevangen,<br />

en pakte heel wat stenen om hem dood te gooien.<br />

Hij sloeg hem duizend wonden om hem af te maken,<br />

maar kon die kwade geest niet uit zijn lijf verdrijven. 20<br />

Tenslotte trok hij hem omlaag voor nog meer slaag<br />

en beet de wolf, zijn knuppel hoog geheven, toe:<br />

‘Met stenen lukt het niet, dus sla ik nu je kop<br />

tot pulp en maak die tot een grafgift voor mijn schapen.’<br />

Meteen riep toen de wolf: ‘Heb meelij, beste herder, 25<br />

en luister kort naar wat ik zeggen wil, ik smeek je.<br />

Als jij de goedheid hebt om mij te laten leven,<br />

geef ik in viervoud al mijn roofbuit aan je terug.<br />

Ik heb niets bij me, maar als jij me laat vertrekken,<br />

kri<strong>jg</strong> jij een bruikbaar pand dat mijn bedrog voorkomt: 30

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!