14.09.2013 Views

jg 22 jaarboek 2 - Reynaertgenootschap

jg 22 jaarboek 2 - Reynaertgenootschap

jg 22 jaarboek 2 - Reynaertgenootschap

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Tiecelijn <strong>22</strong><br />

In het artikel Vrede en Pays in Van den vos Reynaerde heb ik vanuit dit hoofse<br />

perspectief aannemelijk proberen te maken dat het slot letterlijk gelezen kan<br />

worden. Van Daeles argumenten om het slot te lezen als ontmaskering van<br />

de hoofse illusie, zijn voor mij niet overtuigend. Naast het karakter van de<br />

luipaard Firapeel, bleken ook het eerverlies van koning Nobel en de overlevering<br />

van Belijn aan de beer en de wolf anders geïnterpreteerd te kunnen worden. 34<br />

De overlevering van Belijn speelt nog steeds een rol in de discussie over de<br />

interpretatie van het slot. Jef Janssens noemt hem het slachtoffer van de zoen.<br />

Paul Wackers vraagt zich in een mail aan mij af: ‘vinden middeleeuwers het<br />

terecht dat Bellijn wordt geofferd, zo ja waarom dan en wat zegt dat over hun<br />

mentaliteit?’ Voor die vraag beantwoord kan worden, moet eerst aan de orde<br />

komen of de rechtsgang in overeenstemming is met de regels.<br />

Koning Nobel is in een vete geraakt met zijn baronnen Bruun en Isegrim, nadat<br />

Reynaert hen heeft beschuldigd van een samenzwering tegen de koning. Door<br />

de bemiddeling van de luipaard Firapeel komt aan deze vete een einde. Koning<br />

Nobel en zijn baronnen verzoenen zich met elkaar. Omstreeks 1400 is de tekst<br />

lichtjes bewerkt en voorzien van een vervolg. Die tekst kennen we als Reynaerts<br />

historie. Daarin wordt na de verzoening de hofdag voortgezet. Een vervolg was<br />

niet mogelijk geweest als het rijk van koning Nobel was opgehouden te bestaan.<br />

De laatste regel van de Reynaert ‘ende maecten pays van allen dinghen’ (A 3469),<br />

bleek dus geen cynisch slot te zijn. De hoofse wereld maakte geen plaats voor<br />

chaos. De allesvernietigende vete die het rijk van koning Nobel dreigde ten<br />

onder te brengen was bezworen met een zoen. Door het maken van een zoen<br />

konden beide partijen hun eer bewaren.<br />

Koning Nobel vreesde dat hij zijn eer en zijn leven zou verliezen in de vete<br />

met Bruun en Isegrim. Met de zin: ‘ic mine eere hebbe verloren’ (A 3403-3404)<br />

wordt bedoeld dat het onvermijdelijk is dat hij zijn eer zou verliezen, zoals blijkt<br />

uit de daaropvolgende zin: ‘dat het gaen sal an mine eere ende an mijn leven’<br />

(A 3410). 35 Door het koene optreden van Firapeel heeft de koning zijn eer kunnen<br />

bewaren. De tekst maakt er dus geen melding van dat de koning imagoschade<br />

opgelopen heeft doordat hij geloof hechtte aan het leugenverhaal van<br />

Reynaert.<br />

De genade die de vorst Reynaert verleend had, was namelijk niet onconditioneel.<br />

Het was een verzoening waarbij als voorwaarde was gesteld, dat Reynaert<br />

zich trouw aan de koning moest betonen. Als hij dat niet deed, dan zou<br />

de wraak van de koning over hem komen. Dat is dan ook wat er gebeurt aan<br />

~ 298 ~

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!