14.09.2013 Views

jg 22 jaarboek 2 - Reynaertgenootschap

jg 22 jaarboek 2 - Reynaertgenootschap

jg 22 jaarboek 2 - Reynaertgenootschap

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Tiecelijn <strong>22</strong><br />

Noten<br />

1 Bron is de dbnl (www.dbnl.org), onder canonenquête. Zie Wackers 1999, p. 11 over de<br />

meesterwerkstatus van de tekst.<br />

2 Van Mierlo 1950, p. <strong>22</strong>1. Jonckbloet 1888, p. 386. Een recente beschouwing over de kunstwaarde<br />

van Van den vos Reynaerde biedt Van Oostrom 2006.<br />

3 In oudere edities van de Reynaert heeft men meer aandacht voor de vorm van de tekst, hoewel<br />

de beschouwingen daarin zich voornamelijk concentreren op de metrische aspecten van<br />

Willems verstechniek, vanuit de gedachte dat de middeleeuwse auteurs zich zouden conformeren<br />

aan bepaalde metrische wetmatigheden. Zie Van Driel 2003.<br />

4 Meer over de mogelijkheden van esthetisch onderzoek: Van Driel 2007, Hoofdstuk 1. Op<br />

deze studie is onderhavig artikel gebaseerd.<br />

5 Jonckbloet 1856, xxiii-xxvi.<br />

6 Hoewel Hellinga (1956, p. 17) later zou spreken van een ‘meesterlijk commentaar’. De onderzoeker<br />

Muller (1934, p. 66) moest weinig hebben van commentaar van Buitenrust Hettema,<br />

in het bijzonder van zijn klankobservaties.<br />

7 Buitenrust Hettema 1909, p. xxxii, xxxv-xxxvi.<br />

8 Buitenrust Hettema 1909, p. xxxii.<br />

9 Citaten uit de Van den vos Reynaerde zijn, soms met aanpassingen, ontleend aan Bouwman<br />

en Besamusca 2002.<br />

10 Lulofs 2001, p. 242-243.<br />

11 Voor de metingen naar het voorkomen van parallellisme in de Middelnederlandse verhalende<br />

poëzie verwijs ik naar Van Driel 2007, hoofdstuk 4. Daaruit blijkt dat 8,4% van de verzen<br />

van Willems tekst betrokken is bij een parallelle constructie; voor Vanden levene ons Heren is de<br />

betreffende score 18,6%.<br />

12 Lulofs 2001, p. 281.<br />

13 Van Driel 2007, p. 111-115.<br />

14 Ik citeer Floris ende Blancefloer naar Mak 1970.<br />

15 Een ander voorbeeld: neem een moment van smart in de Reynaert en één in Floris ende<br />

Blancefloer. De vos zegt slechts ‘Van zorghen suchtic ende beve. Ic ga in vresen van der doet’<br />

(1434-a), terwijl Blancefloers verdriet wordt uitgebouwd tot een heuse lamentatie van meer dan<br />

dertig verzen (724 e.v.)!<br />

16 Van middeleeuwse epische werken is niet zelden meer dan helft van de verzen in directe<br />

rede gesteld. Zie Van Driel 2007, hoofdstuk 5, dat een analyse biedt van de conversaties in de<br />

Middelnederlandse epiek.<br />

17 Van Driel 2007, p. 97-104.<br />

~ 288 ~

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!