14.09.2013 Views

jg 22 jaarboek 2 - Reynaertgenootschap

jg 22 jaarboek 2 - Reynaertgenootschap

jg 22 jaarboek 2 - Reynaertgenootschap

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Tiecelijn <strong>22</strong><br />

Wildi minen wille doen<br />

Dat ghi mi leet daer si zijn,<br />

Daer mede mochti die hulde mijn<br />

Hebben, al haddi minen vadre<br />

Doot ende mijn gheslachte algadre.’<br />

Reynaert sprac: ‘Neve, houddi hu spot?’<br />

‘Neenic, Reynaert, also helpe mi God.’<br />

‘Weet God, Tybeert, wistic dat,<br />

Ghi soutter sijn noch tavont sat.’<br />

‘Sat, Reynaert? Dat ware vele.’<br />

‘Tybeert, dat sechdi thuwen spele.’<br />

‘In doe, Reynaert, bi miere wet.<br />

Haddic een muus ende waer so vet,<br />

In gaefse niet omme eenen busant.’<br />

‘Tybeert, gaet met mi te hant.<br />

Ic leede hu daer ter selver stat<br />

Daer icker hu sal maken sat,<br />

Eer ic nemmermeer van hu sceede.’<br />

‘Ja ic, Reynaert, up die gheleede<br />

Ghinghe ic met hu te Mompelier.’<br />

‘So gaen wi dan, wi sijn hier<br />

Al te langhe’, sprac Reynaert. (1119-1156)<br />

Het karakter van deze dialoog is opvallend levendig en dynamisch. Hoe doet<br />

Willem dat? Voor de indruk die het gesprek maakt zijn verschillende technieken<br />

verantwoordelijk. In sommige verzen wordt bijvoorbeeld een sprekersaanduiding<br />

als seit hi weggelaten (zie vers 1129 en 1133) en zijn de spreekbeurten kort,<br />

slechts één vers, soms zelfs minder (zie vers 1142 en 1146). Soms wisselen de<br />

sprekers zelfs in een vers van beurt (zie vers 1132). De dieren lijken gehaast te<br />

spreken en elkaar in de rede te vallen. De actie van de een ontlokt een reactie bij<br />

de ander, die weer vraagt om een antwoord, net als in een alledaags gesprek in<br />

de werkelijkheid.<br />

Maar niet alleen dialogen, ook gesprekken tussen verschillende personages<br />

weet Willem zo levendig te stileren. Op de luidruchtige hofdag (246-316)<br />

bijvoorbeeld, waar de dieren zich bij Nobel beklagen. Iedereen wil zijn zegje<br />

doen. Tibeert spreekt tegen de koning, de bever Pancer dient hem van repliek,<br />

waarna wolf Ysengrim zijn goedkeuring grommend laat merken – ‘Bi Gode,<br />

Pancer, ghi secht waer!’ (170). Vervolgens neemt Grimbeert het woord, om het<br />

~ 284 ~

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!