14.09.2013 Views

jg 22 jaarboek 2 - Reynaertgenootschap

jg 22 jaarboek 2 - Reynaertgenootschap

jg 22 jaarboek 2 - Reynaertgenootschap

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Tiecelijn <strong>22</strong><br />

wat verschillen: de gebeurtenissen spelen zich af voor Kerstmis, het wak is<br />

door dorpelingen gemaakt zodat het vee daar kan drinken, de wolf gaat vissen<br />

met een emmer aan zijn staart, Reynaert lokt niet vanuit het dorp een stoet<br />

dorpers mee, maar de wolf wordt ontdekt door een dienaar van Constant des<br />

Granges; Isegrim wordt door Constant en diens honden aangevallen en met een<br />

zwaardhouw van zijn staart beroofd in plaats van met een bijl door Aldrada.<br />

Al het verbale vuurwerk, Reynaerts zorgvuldige voorbereiding van de list,<br />

Isegrims rol als geestelijke en de carnavaleske elementen die de Ysengrimus zo<br />

uitzonderlijk maken, ontbreken in de Roman de Renart.<br />

In Van den vos Reynaerde komt de visvangst terloops ter sprake in Reynaerts<br />

biecht:<br />

‘Sint dedic hem meerren scamp<br />

Up thijs daer icken leerde visschen,<br />

Daer hi mi niet conste ontwisschen.<br />

Hi ontfincker meneghen slach.’ (A 1504-1507)<br />

Deze verzen volgen onmiddellijk op het verhaal met de kruinschering, en dat<br />

is ook in branche III van de Roman de Renart de volgorde, 33 dus het ligt voor de<br />

hand dat ook in dit geval een Franse tekst Willems bron was.<br />

Balduinus Iuvenis, de dichter van Reynardus vulpes (de Latijnse vertaling/<br />

bewerking van Van den vos Reynaerde) heeft de visvangst veel uitvoeriger<br />

beschreven dan in de ons bekende versies van Willems tekst: ‘Daarna praatte ik<br />

hem aan om op het ijs vissen te gaan vangen; nadat hij zijn staart in het water<br />

had gestoken, bleef hij zo zitten. Het was koud en er heerste hevige vorst, die het<br />

water deed bevriezen, en ik zei: ‘Pas op dat ge niet beweegt terwijl ge zit!’ Toch<br />

beweegt hij zachtjes zijn staart, en zegt tegen mij: ‘Waarde neef, er is hier veel<br />

vis, ik merk het.’ ‘Houd op,’ zei ik toen, ‘beweeg die (staart) niet meer terwijl de<br />

vissen aan komen zetten.’ Hij zit daar maar en blijft in het water vastzitten. Ik<br />

merk het, de dag breekt aan, ik hol weg, loop door het dorp, vuur dan de mensen<br />

aan en hits de honden op; ik ga er vandoor, maar ook de mensen en honden<br />

komen, hij probeert zijn staart uit het water te trekken, slaagt daar niet in, blijft<br />

in het water vastzitten. Hij wordt opgemerkt, allen gaan hem te lijf, er wordt<br />

aan hem gerukt, hij wordt met knuppels geslagen: ze menen dat hij er zo door<br />

de houwen en de honden geweest is. Eén heeft er ook zijn zwaard getrokken, hij<br />

slaat, hakt hem zijn staart af en gewond ontkomt die stakker ternauwernood’<br />

(663-678). 34<br />

~ 266 ~

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!