14.09.2013 Views

jg 22 jaarboek 2 - Reynaertgenootschap

jg 22 jaarboek 2 - Reynaertgenootschap

jg 22 jaarboek 2 - Reynaertgenootschap

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Tiecelijn <strong>22</strong><br />

Dan haalt Aldrada uit om Isegrims kop af te hakken. De wolf ontsnapt echter<br />

aan de dood door zich achterover te werpen, zodat de bijl zijn doel mist en in het<br />

ijs terecht komt. Voor Aldrada nogmaals uithaalt roept ze een bonte verzameling<br />

dubieuze heiligen aan (II 59-96), onder wie Brigida, die geen mededogen<br />

kent met wolven (seva lupis, I 68). De uitvoerigste beschrijving in deze volkse<br />

canon (plebeius canon, II 60) is gewijd aan de Gentse heilige Pharaildis (Sinte-<br />

Veerle), die volgens Aldrada’s vita (II 73-94) haar oog zou hebben laten vallen<br />

op Johannes de Doper. Haar vader reageerde op de verliefdheid van zijn dochter<br />

door Johannes te laten onthoofden en sindsdien werd ze achtervolgd door het<br />

sissende hoofd. 25 Het motief van afgehakte dan wel sissende hoofden verbindt<br />

dit merkwaardige verhaal met Aldrada’s poging Isegrims hoofd af te hakken. 26<br />

Pharaïldis heette volgens Aldrada vroeger Herodias, maar ook nu vergist het<br />

oudje zich: het gaat om Herodias’ dochter Salome.<br />

Er is al veel geschreven over dit apocriefe vita van Pharaïldis, te veel om hier te<br />

bespreken. Volgens de mijns inziens meest overtuigende interpretatie van deze<br />

passage, van Wim Verbaal, gaat het hier om spot ten koste van de Sint-Baafsabdij.<br />

Aldrada’s naam verwijst naar Landrada, een obscure heilige wier relieken in<br />

Sint-Baafs werden bewaard. Aldrada’s volkse canon is de weerspiegeling van<br />

de verzameling twijfelachtige heiligen van de Sint-Baafs, waar een deel van de<br />

relieken van Sint-Pharaïldis werd bewaard. Ook de naam van de dorpspriester<br />

met zijn bedenkelijke levenswandel, Bovo (samen met Aldrada de enige met<br />

name genoemde mensen die handelend in het verhaal optreden), verwijst naar<br />

de heilige Bavo, de stichter van de Sint-Baafs. 27<br />

Na deze apocriefe litanie verhaspelt Aldrada een aantal bekende gebeden<br />

(II 97-100), en dan trekt ze ten strijde. Haar weinig heroïsche tweegevecht met<br />

de weerloze wolf wordt met filmische effecten geïllustreerd: er wordt ingezoomd<br />

op de bijl, die in slow motion neerdaalt (II 103-113) en uit haar hand glipt; ze<br />

gaat onderuit op het ijs en mist Isegrims kop, maar scheidt wel zijn staart van<br />

zijn romp. Haar slapstickachtige aanval eindigt ermee dat ze met haar mond<br />

tegen het achterste van de wolf aan glijdt en zijn pontificale kont kust (II 119-<br />

28). Naast Aldrada’s mond komt ook haar neus in beeld: ‘Alsof het een pleister<br />

was, werd haar kus op de wond gedrukt en haar neus bracht zijn gapende aars<br />

verlichting (agit veniam)’ (II 1<strong>22</strong>-123). Voigt tekent hierbij aan dat veniam agere<br />

‘op de knieën gaan’ betekent, maar volgens Mann past de betekenis ‘verlichting<br />

brengen’ beter in de context; Aldrada heelt dan als het ware het letsel dat ze<br />

Isegrim met haar bijl heeft toegebracht. 28<br />

~ 264 ~

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!