14.09.2013 Views

jg 22 jaarboek 2 - Reynaertgenootschap

jg 22 jaarboek 2 - Reynaertgenootschap

jg 22 jaarboek 2 - Reynaertgenootschap

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Tiecelijn <strong>22</strong><br />

om geroepen) wanneer een feestdag een smulpaap ervan heeft verzekerd dat zijn<br />

gezangen met allerlei goeds beloond zullen worden’ (I 1043-1046). 19<br />

En dan storten de pastoor en zijn kudde zich op de wolf. ‘Ach, hoe ongelijk<br />

was de strijd (bellum) die Fortuna leverde!’ (I 1051). Een opeenstapeling<br />

van vergelijkingen illustreert het geweld: ‘Zoals onder platgestampt doek<br />

samengeperste lucht klinkt wanneer een voller de vuile klei eraf heeft gewassen,<br />

of zoals een lange lat op veren kussens neervalt, of zoals trommels waar men<br />

met de hand op slaat, of zoals de buik van een ton kraakt wanneer hij door een<br />

steen getroffen wordt, zo klonk de wolvenromp onder de reusachtige knuppels.<br />

(…) Zo heb ik duizend dorsvlegels op de open marktplaats graankorrels uit<br />

de aren horen slaan’ (I 1055-1060, 1063-1064). Scènes waarin de wolf wordt<br />

afgetuigd worden in de Ysengrimus vaker geïllustreerd met vergelijkingen uit<br />

de sfeer van ambacht en huishouden – niet bepaald verheven zoals de epische<br />

vergelijkingen uit het klassieke epos, maar toegesneden op de boerenknokploeg<br />

die de wolf afrost. Zo ook in Isegrim landmeter, wanneer vier rammen Isegrim<br />

in elkaar beuken: ‘Daarop vielen ze hem allen onverschrokken aan, op dezelfde<br />

manier, zo zegt men, als een stamper in een pot harde bonen plet’ (II 683-<br />

684). En nogmaals wanneer de wolf – weer – vastzit, in een deuropening, in<br />

De bedevaart: ‘Zoals onder hamerslagen een tang het ijzer in haar greep houdt,<br />

zo plette en walste de juichende gans zijn staart. Zoals een goed gehanteerde<br />

handzame bijl planken houwt, zo rukte de haan hem zijn haren met vlees en al<br />

tot op het bot uit’ (IV 645-648). 20<br />

Aldrada’s aanval (II 1-135)<br />

Wanneer haar metgezellen zijn uitgeraasd en vermoeid zijn gaan zitten, werpt<br />

Aldrada zich op als scherprechter om Isegrims doodvonnis te voltrekken. Ze<br />

wordt meermalen als boerin aangeduid (II 52, 103, 125), is oud (II 128), mist<br />

heel wat tanden, hakkelt, lispelt en kwijlt (II 7-10). Volgens een glos in een van<br />

de handschriften zou ze de vrouw van pastoor Bovo zijn. 21 In een parodie op<br />

een episch tweegevecht gaat dit aftandse oudje, onvermoeibaar en woest als een<br />

berserker, de weerloze wolf te lijf met het meest ontzagwekkende wapen van<br />

alle dorpers: met beide handen zwaait ze een reusachtige bipennis, een dubbelbladige<br />

bijl (II 5, 46, 115). In Ovidius’ Metamorphoses XII 611 is dat het wapen<br />

van de Amazonenkoningin, in Vergilius’ Aeneis behoort het tot de uitrusting<br />

van Camilla, een strijdlustige jongedame die met de koningin van de Amazonen<br />

~ 262 ~

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!