14.09.2013 Views

jg 22 jaarboek 2 - Reynaertgenootschap

jg 22 jaarboek 2 - Reynaertgenootschap

jg 22 jaarboek 2 - Reynaertgenootschap

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Tiecelijn <strong>22</strong><br />

(perfide, I 889). De vos reageert door Isegrim te beschuldigen van gedrag waar<br />

hij zelf in uitblinkt: ‘Toen sprak de pestkop: ‘Oom, ik ben je altijd van dienst,<br />

terwijl jij altijd valstrikken (laqueos) zet en hinderlagen legt’’ (I 893-894). Ook<br />

hier weer beschuldigt de vos Isegrim schijnheilig van sluwe streken – Reynaerts<br />

eigen handelsmerk. In onder andere De verdeling van de buit blijkt dat ondubbelzinning:<br />

‘Daarop zette hij een val (laqueos) die zijn doortrapte (callida) wensen<br />

kon verwezenlijken en omdat hij niet op zijn kracht vertrouwde, riep hij zijn<br />

sluwheid (fraude) te hulp’ (VI 135-136).<br />

Vervolgens onderbouwt Reynaert zijn weigering om Isegrim te helpen door<br />

zijn vrees uit te spreken dat de wolf dan een klacht tegen hem zou indienen bij<br />

de synode (I 899-910). Zo zet de vos Isegrim een streek betaald die de wolf hem<br />

eerder had geleverd in De geschiedenis met de ham (I 417-470). Op Reynaerts<br />

klacht dat de wolf de ham onrechtvaardig had verdeeld, had Isegrim namelijk<br />

geantwoord, onder verwijzing naar de Regel van Benedictus, dat een advocaat<br />

die de wolfsmonnik voor een synode zou verdedigen tegen Reynaerts aanti<strong>jg</strong>ingen<br />

door de rechters in het gelijk gesteld zou worden. In beide gevallen wordt<br />

de synode voorgesteld als de plaats waar Isegrim, als geestelijke, in strijd met het<br />

recht zijn gelijk haalt, als een instrument van de hoge geestelijkheid om arme<br />

drommels als de vos van hun recht te beroven.<br />

Ik laat Reynaert aan het woord: ‘Als ik uit verlangen jou te bevrijden één haring<br />

uit je netten zou schudden, zou me dat duur komen te staan. Ik twijfel er niet<br />

aan dat je zou besluiten om bij de eerstvolgende synode een klacht in te dienen<br />

als je je met mijn hulp los zou kunnen worstelen. Je zou zeggen dat je je net al<br />

lang geleden had uitgeworpen, dat je een goede vangst had gedaan en met Gods<br />

hulp een nog betere vangst zou gaan doen. Dat je schatten had gevonden als ik<br />

je had laten doorgaan, maar dat ik het niet kon uitstaan dat je geluk had. Dat ik<br />

je met uit de lucht gegrepen dreigementen in paniek bracht, dat je onnodig op de<br />

vlucht was geslagen en dat niet alleen wat je zou gaan vangen, maar zelfs dat wat<br />

je al gevangen had door mijn bedrog (fraude, I 908) verloren ging. Zo zou je je<br />

beklagen dat een voortreffelijke oogst en voedsel voor tien jaar door mijn bedrog<br />

(fraude, I 910) verloren gingen voor jou. Nu heb je absoluut geen geldige reden<br />

om me te kunnen haten of op legitieme wijze je beklag te kunnen doen. Je weet,<br />

en het doet je verdriet dat je dat weet, dat ik me regelmatig verdienstelijk voor jou<br />

heb gemaakt en de wet en het fatsoen verbieden dat onschuldigen geweld wordt<br />

aangedaan. Wie je niet met het recht kan wurgen, drijf je met listen (astu, I 915)<br />

in het nauw. Als er geen aanleiding is, wil je kwaad doen door middel van bedrog<br />

~ 258 ~

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!