14.09.2013 Views

jg 22 jaarboek 2 - Reynaertgenootschap

jg 22 jaarboek 2 - Reynaertgenootschap

jg 22 jaarboek 2 - Reynaertgenootschap

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Tiecelijn <strong>22</strong><br />

(I 859, 917). Isegrim doet vervolgens een beroep op goed fatsoen en Reynaerts<br />

eer (I 829), maar de vos legt uit dat een wijs man (sapiens, I 841) eigenbelang<br />

dient te stellen boven naastenliefde (I 833) en eer, waarmee hij de bal weer naar<br />

Isegrim terugkaatst. Een wijs man als de wolf zou dat toch moeten begrijpen...<br />

De oppositie wijsheid-dwaasheid, een carnavalesk motief, speelt een belangrijke<br />

rol in de Ysengrimus. In de middeleeuwse komische traditie staat dwaasheid<br />

tegenover wereldse wijsheid en kri<strong>jg</strong>t een bevrijdende rol toebedeeld; in het<br />

Gentse dierenepos wordt sapientia evenwel op ironische wijze verheerlijkt en<br />

staat voor het vermogen de eigen belangen te behartigen, terwijl degene die zich<br />

daarin laat aftroeven door een ander een dwaas is. 12<br />

Voor Reynaert echt op de vlucht slaat doet hij twee keer alsof hij de benen<br />

neemt (I 849, 869), maar komt dan weer terug om de wolf te sarren. Zijn eerste<br />

zogenaamde vlucht breekt hij meteen weer af: ‘Hij sloeg zich op zijn misdadige<br />

borst en zei opnieuw, alsof hij er berouw van had dat hij leugens had verteld (falsa<br />

locutum, I 851): ‘Oom, vrees niet! Mijn woorden hebben niets te betekenen!<br />

Ik kletste maar wat omdat ik je aan het schrikken wilde maken. Nu spreek ik de<br />

waarheid, nu spreek ik zonder bedrog!’’ (verax absque dolo, I 854). Met de mededeling<br />

dat er een priester vergezeld door een menigte in aantocht is spreekt hij<br />

inderdaad heel even de waarheid. Tegelijk herinnert de vos Isegrim fijntjes aan<br />

zijn avontuur in het klooster wanneer hij opmerkt dat de pastoor en de dorpers<br />

zijn verwaarloosde tonsuur komen herstellen en de schande van zijn uittreden<br />

gaan uitwissen (I 855-858), een verwijzing naar Isegrims rol als geestelijke. In<br />

het vervolg zullen we dit motief nog meermalen tegenkomen. 13<br />

Reynaert zinspeelt met zijn tonsuurgrap op de klappen die de pastoor en<br />

de dorpers de wolf zullen geven en zegt dan: ‘Als de heilige golf je hoofd heeft<br />

overspoeld, zal je naar waarheid zeggen dat Gods gulheid overdadig is (I 861-<br />

862). Dit is een verwijzing naar het kloostergebruik om wijwater te sprenkelen<br />

voor de eerste kruinschering van een novice. 14 Met zijn verwijzing naar Gods<br />

overdadige gulheid (plena dei sit copia, I 861) zet de vos Isegrim zijn grootspraak<br />

betaald over zijn voorkeur voor tarbot boven krab en walvis boven dolfijn:<br />

‘Kleine beetjes zijn van de duivel, volle overvloed van God’ (copia dei, I 696).<br />

Isegrim heeft nu wel door dat Reynaert hem erin heeft geluisd en noemt hem<br />

een verrader (perfide, I 877). De vos valt hem in de rede en vraagt of hij wel goed<br />

snik is (furis, I 878). Zo pakt hij zijn oom terug omdat deze aan zijn verstandelijke<br />

vermogens twijfelde (I 625-626, 657-658). Spottend vraagt hij Isegrim:<br />

‘Je zit nog steeds te vissen en je zweert dat je je terug wilt trekken? Je zegt dat<br />

~ 256 ~

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!