14.09.2013 Views

jg 22 jaarboek 2 - Reynaertgenootschap

jg 22 jaarboek 2 - Reynaertgenootschap

jg 22 jaarboek 2 - Reynaertgenootschap

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

~ 255 ~<br />

Tiecelijn <strong>22</strong><br />

verborgen wilde houden (III 1013-1070). Evenals de wolf verbindt de vos purperen<br />

staatsiekleding met het motief van de tegenstelling tussen arm en rijk.<br />

‘Waar wacht je op?’ (quid heres, I 801) vraagt Isegrim tenslotte aan Reynaert<br />

(letterlijk: ‘Waarom zit je vast?’). Maar het is natuurlijk Isegrim zelf die vastzit.<br />

Dadelijk zullen we zien dat de vos niet zal nalaten om de wolf daar op te wijzen.<br />

Wanneer Isegrim Reynaert om hulp smeekt, tot twee keer toe, heeft de vos zijn<br />

vijand waar hij hem hebben wil en leest hem dan triomfantelijk de les (ovans,<br />

I 802). Ook in Aan het hof van de koning neemt hij triomfantelijk juichend<br />

(ovans, III 1021) het woord om de wolf te sarren. Eerst wrijft hij Isegrim in<br />

dat hij hem nog zo had gewaarschuwd: ‘Je hebt schade en schande en verdriet<br />

opgevist! Wie jou beklaagt, verdient hetzelfde. Wat had het voor zin te roepen<br />

‘Denk eraan maat te houden’? Omdat je de maat hebt overschreden, zit je in de<br />

problemen. Je bent gevangen door je vangst. De maat is ten onder gegaan en jij<br />

bent er samen mee ten onder gegaan. En nu wil je dat ik blijf en je help?’ (I 805-<br />

810). Het motief ‘maat houden’ hebben we eerder gezien toen Reynaert, voor<br />

het vissen, zijn oom tot matigheid maande. Het is hier gekoppeld aan het motief<br />

‘vangen/gevangen worden’, de straf voor onmatigheid.<br />

Reynaert gaat voort met Isegrim de les te lezen: ‘Een gelukkig man (felix) wil<br />

zijn lot (fortuna) niet met dat van een ongelukkige (misero) verbinden. Wij<br />

verschillen veel van elkaar: ik sta en jij ligt. Je weigerde te blijven staan toen je<br />

stond, je bent uit vrije wil gevallen. Nu wil je weer opstaan. Als je dat kunt heb<br />

je geluk. Wie staat kan makkelijk vallen, maar wie gevallen is heeft moeite om<br />

op te staan. Zolang men er profijt van heeft om aan zichzelf te denken dient<br />

iedereen aan zichzelf te denken. Zij die gevallen zijn, manen degenen die staan<br />

om niet te vallen. Vallen doet beseffen hoe goed het is om te staan. Laat daarom<br />

degenen die staan, blijven staan en degenen die liggen, als ze kunnen, overeind<br />

komen. Als degene die gevallen zijn niet overeind kunnen komen, laat ze dan<br />

maar liggen’ (I 813-8<strong>22</strong>). De vos speelt hier met de bijbelse tegenstelling staanvallen-opstaan.<br />

11<br />

Vervolgens meldt Reynaert dat hij weggaat. Dan gooit Isegrim het over een<br />

andere boeg, die van de naastenliefde (pietas, I 828). Het is wel heel erg wrang<br />

dat uitgerekend de wolf hier over begint; hij heeft immers geen boodschap<br />

aan pietas (‘De vroomheid (pietas) van een monnik gaat heviger tekeer dan de<br />

wreedheid van een wolf ’, I 643). En eerder had Reynaert al gezegd dat pietas<br />

de wolf ten enenmale vreemd is (I 570). Later komt de vos daar weer op terug

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!