14.09.2013 Views

jg 22 jaarboek 2 - Reynaertgenootschap

jg 22 jaarboek 2 - Reynaertgenootschap

jg 22 jaarboek 2 - Reynaertgenootschap

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

~ 253 ~<br />

Tiecelijn <strong>22</strong><br />

Reynaert terug naar het wak / De vos bespot de wolf (I 766-946)<br />

Schreeuwend komt Reynaert aanrennen en roept Isegrim op om zich onmiddellijk<br />

uit de voeten te maken (wel wetend dat de wolf daar niet toe in staat is),<br />

maar Isegrim maant zijn neef tot kalmte: ‘Staak je geraas! Er is geen donderbui<br />

om bang voor te zijn, geen aardbeving of dag des oordeels!’ (I 775). Maar daar<br />

vergist de wolf zich deerlijk, want voor hem breekt de dag aan waarop hij door<br />

de dorpers aan een godsoordeel zal worden onderworpen (I 977).<br />

Isegrim zegt zelf: ‘De vangst is nog maar net begonnen!’ (I 778). Het Latijn<br />

(captio) kan hier echter even goed vertaald worden met het dubbelzinnige ‘mijn<br />

vangst’. Er volgen in deze passage nog heel wat grappen en woordspelingen met<br />

‘vangen’: capere heret in unco (I 791) letterlijk ‘het vangen hangt aan de haak’; captus<br />

es a captis (I 809), ‘je bent gevangen door je vangst’ (letterlijk: je bent gevangen<br />

door wat je hebt gevangen/door je gevangenen), en in I 889 wordt Isegrim<br />

aangeduid als ‘de gevangen vanger’ (captus captor). 8<br />

De gevangen vanger is een uitwerking van een van de hoofdmotieven van de<br />

Ysengrimus, het omkeren van rollen, en komt ook voor als de bedrogen bedrieger<br />

(luditur illusor, I 69), de winnende verliezer (cessit victoria victis, IV 761) en<br />

de geroofde rover (raptor eras, nunc raptum, VI 539-540). Natuurlijke machtsverhoudingen<br />

tussen roofdier en prooi, groot en klein, worden in de Ysengrimus<br />

stelselmatig omgekeerd. Zo wordt ook Reynaert, de meesterbedrieger, zelf een<br />

keer in de luren gelegd door de haan Sprotien (De vos en de haan).<br />

Reynaert wil niet langer wachten, nu heeft híj haast (prodest accelarare mihi,<br />

I 784), zoals eerder de wolf (I 608) en de pastoor (I 754) haast hadden. ‘Blijf<br />

staan!’ roept de wolf, in het Latijn fige gradum (I 793). Met dezelfde woorden<br />

haalt Reynaert in Isegrims eed (VI 510) de wolf over om zijn poot in een wolfsklem<br />

te steken, waardoor hij gevangen wordt (capitur, VI 511), zoals in Isegrim<br />

visser. Deze uitdrukking herinnert sterk aan siste gradum uit Vergilius’ Aeneis<br />

(VI 465). Aeneas, afgedaald in de Onderwereld, vraagt Dido om niet weg te<br />

lopen: ‘Blijf staan (siste gradum) en verdwijn niet uit mijn blik. Voor wie vlucht je<br />

(quem fugis)? Dit is het laatste woord dat het lot mij tot jou laat spreken.’ 9 Quem<br />

fugis (Aeneis VI 466) verwijst onmiskenbaar naar quos fugis (Y. I 793). Isegrim<br />

speelt dan de rol van Aeneas, Reynaert die van Dido. Elders in de Ysengrimus is<br />

ook een komisch-misplaatste verwijzing verwerkt naar twee emotionele scènes<br />

in de Aeneis (de ontmoetingen tussen Aeneas en de schimmen van zijn vrouw<br />

en zijn vader). 10

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!