14.09.2013 Views

jg 22 jaarboek 2 - Reynaertgenootschap

jg 22 jaarboek 2 - Reynaertgenootschap

jg 22 jaarboek 2 - Reynaertgenootschap

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Tiecelijn <strong>22</strong><br />

botte boeren zijn, of hebben ze het verkeerd geleerd van de pastoor die het zelf<br />

ook niet zo goed weet?<br />

De pastoor roept de dorpers op om in het geweer te komen met de woorden:<br />

‘O goede mensen, allen die willen verdienen dat ik voor hen bid en een hart hebben<br />

dat trouw is aan mij en aan God, kom snel mee!’ (I 754-756). Nu is proceres<br />

probi (letterlijk: brave edellieden) wel iets teveel van het goede voor deze boeren.<br />

Het is tekenend voor de diepgang van ‘s mans vroomheid dat hij eerst vraagt<br />

naar hun trouw aan hem en dan pas naar hun trouw aan God. 7 ‘Kom snel mee!’<br />

(accelerate, I 754) vormt een aardige echo van Isegrims oproep aan Reynaert om<br />

snel op pad te gaan naar de visplaats in I 608: ‘Vooruit! (accelera) Ik sterf als ik<br />

niet ga vissen!’ En zo maant de pastoor zijn kudde om snel achter de vos aan te<br />

gaan, zoals de wolf haast had om zich door Reynaert naar zijn visstek te laten<br />

brengen.<br />

Gejaagd grijpen de dorpers naar wapens (arma, I 757), nou ja, wapens: ‘Allen<br />

grepen wapens. Alles wat zij zagen, zagen zij als wapens. (…) Ontelbare<br />

mensen wierpen hun voortvluchtige vijand ontelbare voorwerpen achterna: de<br />

misdienaren schalen, kruisstaven, kandelaars, reliekhouders; de koster de kelk;<br />

de pastoor zelf de Bijbel. Tierend en met gebalde vuisten raasde de pastoor voor<br />

iedereen uit’ (I 757, 760-764).<br />

Het landschap waar deze woeste bende doorheen raast bestaat deels uit bergen<br />

en dalen, die zich eerder laten lokaliseren in een fictief, literair landschap dan in<br />

de omgeving van Gent, waar de Ysengrimus zich afspeelt. Dezelfde formulering<br />

als in het Gentse dierenepos (per iuga, per valles, I 759) komen we tegen in<br />

Metamorphoses XIV 425, het verhaal over de nimf Canens en haar geliefde<br />

Picus, die door de tovenares Circe in een specht was veranderd. Zoals we eerder<br />

gezien hebben verwees de dichter van de Ysengrimus met de zinsnede nacta<br />

locum (I 667) mogelijk naar hetzelfde verhaal. Komische contrasten schuilen<br />

in de zangkwaliteiten van de nimf (haar naam betekent ‘zingend’) tegenover de<br />

pastoor en de dorpelingen die kerkliederen verhaspelen, en in de Metamorphoses<br />

dwaalt een nimf door bergen en dalen op zoek naar de door haar beminde koning<br />

Picus, terwijl de Vlaamse dorpers achter een fel gehaat roofdier aan jagen.<br />

~ 252 ~

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!