14.09.2013 Views

jg 22 jaarboek 2 - Reynaertgenootschap

jg 22 jaarboek 2 - Reynaertgenootschap

jg 22 jaarboek 2 - Reynaertgenootschap

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

~ 247 ~<br />

Tiecelijn <strong>22</strong><br />

heb. (…) Hoe meer je mij verschuldigd bent, hoe minder je voor mij overhebt.<br />

Alleen de allerslechtsten vergelden kwaad met kwaad en daarom zal ik je raad<br />

geven zodat je niet omkomt’ (I 593-94, 596-598). Maar al in de eerste regel van<br />

het verhaal bleek dat Reynaert op wraak uit is. Door oom Isegrim in de waan te<br />

brengen dat neef Reynaert betrouwbaar is, kan de vos de wolf nog makkelijker<br />

in de val lokken.<br />

Vervolgens weidt de vos uit over vissen, die met zo ontelbaar velen zijn dat ze<br />

door ruimtegebrek sneven. De situatie is dermate ernstig, aldus Reynaert, dat<br />

een visser (Isegrim natuurlijk!) welkom is: ‘Ik geloof niet dat er iemand beter<br />

dan jij is toegerust om die met zoveel monsterlijke vissen volgepropte vijver te<br />

legen. Al zijn de uithoeken van je maag nog zo talrijk en uitgestrekt, als je daar<br />

niet verzadigd raakt zul je dat nergens’ (I 603-606). De tekst geeft voor visser<br />

captor, letterlijk ‘vanger’ (I 602). Maar de echte vanger is Reynaert, en de wolf<br />

zijn vangst. Isegrims maag wordt, zoals vaker (I 582, 631, 1054), in hyperbolische<br />

termen beschreven.<br />

Dolblij om het vooruitzicht dat zijn maag gevuld zal worden loopt Isegrim met<br />

open ogen in de val: ‘Juichend riep de ander: ‘Zijn we gek geworden, Reynaert?<br />

Waarom staan we hier nog? Vooruit! Ik sterf als ik niet ga vissen! Als je wilt<br />

dat ik in leven blijf, breng me dan naar die vissen!’’ (Ille reclamat ovans: ‘Furimus,<br />

Reinarde? Quid istic figimur? Accelera! Mors, nisi piscer, adest!’ (I 607-608). In<br />

het licht van het vervolg zijn deze woorden hoogst ironisch. Ovans (juichend)<br />

zullen we later weer tegenkomen, maar dan is het lachen Isegrim al vergaan en<br />

juichen de dorpelingen wanneer ze de wolf ontdekken. Isegrim is inderdaad<br />

gek geworden (furimus) dat hij zich zo door Reynaert laat beetnemen. Wanneer<br />

de wolf eenmaal vastzit in het ijs zal de vos niet nalaten hem deze opmerking<br />

betaald te zetten (‘Oom, je bent toch niet in de war (furis)?’, I 878). Nu Isegrim<br />

nog kan bewegen stelt hij het voor alsof hij vastzit (figimur), maar wanneer hij<br />

straks echt vastzit in het ijs heeft hij het aanvankelijk niet eens door. En als hij<br />

in leven wil blijven moet hij juist niet meegaan naar de vissen. Dat hij het er<br />

uiteindelijk levend van afbrengt, is uitsluitend te danken aan de onhandigheid<br />

van het oude vrouwtje dat hem om zeep wil helpen. Ook accelera komt later<br />

terug wanneer de rollen zijn omgedraaid en de vos de vastzittende wolf tot<br />

spoed maant. Isegrim kan echter geen gevolg geven aan deze oproep, zoals de<br />

vos donders goed weet.<br />

Reynaert heeft zijn oom nu zover gekregen dat deze er zelf om vraagt, tot twee<br />

keer toe (I 609, 615), om naar de plek gebracht te worden die de vos voor zijn

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!