14.09.2013 Views

jg 22 jaarboek 2 - Reynaertgenootschap

jg 22 jaarboek 2 - Reynaertgenootschap

jg 22 jaarboek 2 - Reynaertgenootschap

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Tiecelijn <strong>22</strong><br />

Even later wijst Reynaert er nogmaals op dat de wolf zich aan bedrog schuldig<br />

heeft gemaakt (fallere, I 543; perfidie I 544; fraude, I 545). Zo speelt hij de vermoorde<br />

onschuld, maar het met vossenstreken bekende publiek weet wel beter.<br />

Reynaert leest zijn oom dus uitvoerig de les en stelt zijn vraatzucht aan de kaak,<br />

met name zijn honger naar vlees. Dan leidt de vos zijn list in door schijnbaar terloops<br />

het woord vissen te laten vallen: als voormalige monnik moet de wolf niet<br />

altijd het hem door de kloosterregel verboden vlees eten maar vis, wat volgens<br />

de Regel wel mag (I 555-556). 4 Dit is de eerste keer in deze episode dat Isegrims<br />

verleden als monnik ter sprake komt. In het vervolg zullen we zien dat de wolf<br />

door de dorpers als een abt wordt gezien en door het oude vrouwtje Aldrada<br />

als een bisschop. Deze in de wolf verpersoonlijkte en dus niet zo heilige drieeenheid<br />

speelt een belangrijke rol in de Ysengrimus, maar daarover later meer.<br />

Reynaert gaat voort met het kapittelen van de wolf om de vraatzucht van zijn<br />

razende buik (insanum ventrem… ingluviem, I 557-558), hamert nogmaals<br />

op zijn roof- en vraatzucht, noemt hem nog slechter dan Satan en besluit zijn<br />

vermaning met de woorden: ‘Morele noch geschreven wet, beleefdheid noch<br />

fatsoen, ontzag noch naastenliefde (pietas) hebben aan jouw doen en laten paal<br />

en perk gesteld (modus)’ (I 569-70). Het lijkt wel alsof Reynaert een zelfportret<br />

schetst. Over pietas (naastenliefde) en modus (mate), belangrijke motieven in<br />

deze episode en in de Ysengrimus als geheel, is het laatste woord nog niet gezegd.<br />

Belust op buit laat Isegrim weten dat hij wel oren heeft naar Reynaerts<br />

voorstel, maar met enig voorbehoud: ‘Wat je me ook opdraagt, ik zal bereidwillig<br />

gehoorzamen, als ik maar weet wat je me wilt opdragen en wat verbieden. Al<br />

je bevelen zal ik opvolgen, drie dingen uitgezonderd: weggeven doe ik niet,<br />

bescheidenheid veracht ik en eerlijkheid vervloek ik’ (nil do, sperno modum,<br />

devoveoque fidem, I 576). Deze drie principes zijn uiteraard volkomen strijdig<br />

met de Regel, die de wolf nu wel wil volgen omdat de bepaling over het eten van<br />

vis zijn maag aanspreekt. Bij de verdeling van de ham heeft Isegrim al laten zien<br />

dat het hem menens is met zijn principes. ‘Niemand die verstandig is (sapiens,<br />

I 578) betreurt het deze drie te missen,’ voegt hij er nog aan toe. De oppositie<br />

wijsheid-dwaasheid, een belangrijk motief in de Ysengrimus, komt later weer ter<br />

sprake, en dan zal de dwaasheid van Isegrims principes blijken, want hij zal het<br />

zwaar bezuren dat hij geen maat weet te houden.<br />

Schijnheilig leest Reynaert Isegrim dan nogmaals de les, maar op mildere toon,<br />

nu hij ziet dat zijn oom toehapt: ‘Men zegt van jou, en het is waar, dat je regelmatig<br />

tegen mij gezondigd hebt, terwijl ik, zoals je weet, jou vele voordelen bezorgd<br />

~ 246 ~

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!