jg 22 jaarboek 2 - Reynaertgenootschap

jg 22 jaarboek 2 - Reynaertgenootschap jg 22 jaarboek 2 - Reynaertgenootschap

reynaertgenootschap.be
from reynaertgenootschap.be More from this publisher
14.09.2013 Views

Tiecelijn 22 mensen kunnen helemaal niet met elkaar opschieten. De Schepper dreigt de wereld schoon te wassen en als Wisahkitsjak zich daar ook weer niets van aantrekt, komt de zondvloed. Zoals hierboven beschreven ontkomt Wisahkitsjak en schept met ‘zaadaarde’ een derde wereld. Daar maakt hij op bevel van Kisemanitou twee kleibeelden: een man en een vrouw. Wat nu volgt is misschien al wel door christelijke invloed geïnfecteerd. Vandersteene schrijft: ‘Vóór God aan die beelden leven gaf, nam hij de onderste rib van elk. […] Van de twee ribben die God uit de kleimensen had genomen, maakte hij nu een jongen en een meisje. […] Van die twee ‘Kleimensen’ stammen de Kries af in rechte lijn tot op heden ten dage. Van de twee ‘Ribbenmensen’ stammen de andere mensen af tot nu toe. De eerste mensen waren nooit ziek want ze hadden tovermedicijn. Zij hadden van Wisahkitsjak ook het geheim om vuur te maken en waren zeer gelukkig.’ Een trickster Waarschijnlijk kende Vandersteene de term ‘trickster’ niet. Maar zijn omschrijving van Wisahkitsjak en zijn selectie verhalen laten duidelijk een personage zien dat in grote trekken beantwoordt aan de omschrijving van Paul Radin. 7 Behalve als schepper treedt Wisahkitsjak op als vernieler, hij is een bedrieger die heel dikwijls zelf bedrogen wordt, hij is impulsief en overmoedig, hij is bereid te geven en neemt wat hem zint. Spot en humor zijn nooit veraf. ‘Er zijn honderden Wisahkitsjakverhalen en er worden er steeds bij gemaakt,’ schrijft Vandersteene. Van die ‘honderden’ zijn er heel wat (Engelstalige) terug te vinden op het internet. Googelend met namen als Wisakedjak, Wisakaychak, Weesack-kachack, Wisagatcak, Wis-kay-tchach, Wissaketchak, Woesack-ootchacht vind je veel variaties en aanvullingen op Vandersteenes selectie. Ik las ergens dat de verhalen pas goed tot hun recht komen als je ze niet moet lezen, maar kan beluisteren in de oorspronkelijke taal. Je moet dan wel een mondje Cree leren en de winter afwachten. Want ’s zomers wordt er niet verteld, dan moet er gewerkt worden. Wie toch zijn tijd verlummelt met vertellen in de zomer, zal zijn leven vergald zien door hagedissen die zijn bloed zuigen. ~ 18 ~

Noten ~ 19 ~ Tiecelijn 22 1 Roger Vandersteene, Wabaska of tien jaar indiaan met de indianen, De Panne, Uitgaven Voorposten, 1956, p. 131-132 ) 2 Ik schrijf ‘indianen’ zodat iedereen weet waar het over gaat. Politiek correct heeft men het tegenwoordig over ‘native Americans’ of ‘first nations people’. 3 R. Vandersteene, Wabaska, p. 88. 4 R. Vandersteene, Wabaska, p. 131-147. 5 Als Vandersteene het heeft over ‘Watsjak de muskusrat’ of ‘Magkesis de vos’ en ‘Amisk de bever’ bedoelt hij niet de dieren een eigennaam te geven zoals bijvoorbeeld Reynaert of Isegrim. ‘Mahkesis’, ‘amisk’ en ‘wacask’ zijn de gewone Cree-woorden voor respectievelijk vos, bever en muskusrat. 6 R. Vandersteene, Wabaska, p. 87-96. 7 P. Radin, The Trickster. A study in American Indian mythology, Londen, 1956, p. ix-x.

Tiecelijn <strong>22</strong><br />

mensen kunnen helemaal niet met elkaar opschieten. De Schepper dreigt de<br />

wereld schoon te wassen en als Wisahkitsjak zich daar ook weer niets van aantrekt,<br />

komt de zondvloed. Zoals hierboven beschreven ontkomt Wisahkitsjak<br />

en schept met ‘zaadaarde’ een derde wereld. Daar maakt hij op bevel van Kisemanitou<br />

twee kleibeelden: een man en een vrouw.<br />

Wat nu volgt is misschien al wel door christelijke invloed geïnfecteerd. Vandersteene<br />

schrijft: ‘Vóór God aan die beelden leven gaf, nam hij de onderste rib van<br />

elk. […] Van de twee ribben die God uit de kleimensen had genomen, maakte<br />

hij nu een jongen en een meisje. […] Van die twee ‘Kleimensen’ stammen de<br />

Kries af in rechte lijn tot op heden ten dage. Van de twee ‘Ribbenmensen’ stammen<br />

de andere mensen af tot nu toe. De eerste mensen waren nooit ziek want ze<br />

hadden tovermedicijn. Zij hadden van Wisahkitsjak ook het geheim om vuur te<br />

maken en waren zeer gelukkig.’<br />

Een trickster<br />

Waarschijnlijk kende Vandersteene de term ‘trickster’ niet. Maar zijn omschrijving<br />

van Wisahkitsjak en zijn selectie verhalen laten duidelijk een personage<br />

zien dat in grote trekken beantwoordt aan de omschrijving van Paul Radin. 7<br />

Behalve als schepper treedt Wisahkitsjak op als vernieler, hij is een bedrieger die<br />

heel dikwijls zelf bedrogen wordt, hij is impulsief en overmoedig, hij is bereid te<br />

geven en neemt wat hem zint. Spot en humor zijn nooit veraf.<br />

‘Er zijn honderden Wisahkitsjakverhalen en er worden er steeds bij gemaakt,’<br />

schrijft Vandersteene. Van die ‘honderden’ zijn er heel wat (Engelstalige) terug<br />

te vinden op het internet. Googelend met namen als Wisakedjak, Wisakaychak,<br />

Weesack-kachack, Wisagatcak, Wis-kay-tchach, Wissaketchak, Woesack-ootchacht<br />

vind je veel variaties en aanvullingen op Vandersteenes selectie. Ik las<br />

ergens dat de verhalen pas goed tot hun recht komen als je ze niet moet lezen,<br />

maar kan beluisteren in de oorspronkelijke taal. Je moet dan wel een mondje<br />

Cree leren en de winter afwachten. Want ’s zomers wordt er niet verteld, dan<br />

moet er gewerkt worden. Wie toch zijn tijd verlummelt met vertellen in de zomer,<br />

zal zijn leven vergald zien door hagedissen die zijn bloed zuigen.<br />

~ 18 ~

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!