14.09.2013 Views

jg 22 jaarboek 2 - Reynaertgenootschap

jg 22 jaarboek 2 - Reynaertgenootschap

jg 22 jaarboek 2 - Reynaertgenootschap

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

~ 167 ~<br />

Tiecelijn <strong>22</strong><br />

13 H. Hyatt, Hoodoo-Conjuration-Witchcraft-Rootwork, Beliefs Accepted By any Negroes and<br />

White Persons, Cambridge/Maryland, Western Publications, 1973.<br />

14 Zie het artikel van Caroline Olsson in deze bundel.<br />

15 Als je als mannelijk schepsel per se een vogel wil gebruiken als alter ego in een amourette,<br />

is een zwaan eigenlijk geen slechte keuze, want enkel bij de familie van de eendachtigen (eenden,<br />

ganzen, zwanen) en de struisvogels heeft het mannelijk dier een penis. Wat zou je als aanrander<br />

van de eerbaarheid moeten doen in de vorm van een kanarie?<br />

16 Het is natuurlijk wel Laarmans die de studie voorleest, maar ze is uitgewerkt met de volzinnen<br />

van Boorman, vandaar ook dat er hier en daar nog ‘piano’s’ staat waar het eigenlijk over<br />

keukenliftjes moet gaan.<br />

17 De oude Grieken plaatsten ‘hermen’ bij grenzen (bijvoorbeeld als afbakening van weiden),<br />

kruispunten van wegen, vóór poorten en huisdeuren, en soms ook bij graven. Ze hadden de bedoeling<br />

de god Hermes te eren, als beschermer van wegen en reizigers (naar Wikipedia).<br />

18 De jaartallen zijn niet die van de datum van uitgave, maar de vermeldingen van Elsschot<br />

zelf aan het eind van de tekst in het Verzameld Werk waaruit ik citeer. De eerste versie van<br />

Lijmen verscheen in De Vlaamse Gids in 19<strong>22</strong>-1923.<br />

19 Boorman en Laarmans duiken ook op in andere romans, maar daarin wordt niet verder gewerkt<br />

met het thema van het ‘tijdschriften lijmen’. In Het Been is weer de onbenoemde ik-verteller<br />

aan het woord die het verhaal van Laarmans aanhoort, maar in alle andere latere romans van<br />

Elsschot is de verteller Frans Laarmans, al komt de naam vaak enkel terloops te pas. Het karakter<br />

van die Laarmansfiguur is in de andere romans meestal dat van de eerder brave en rechtschapen<br />

burger met een of ander sympathiek aandoend klein kantje (bijvoorbeeld de ijdelheid van de<br />

would-be zakenman in Kaas, het ‘verzwi<strong>jg</strong>en om bestwil’ in Pensioen, of het erotische fantasietje<br />

in Het Dwaallicht) zonder reminiscenties aan een of ander Wereldtijdschrift. Boorman is nog van<br />

de partij in Kaas (1933) en Het Tankschip (1942). In Kaas is Boorman (adres: Villa des Roses (!)<br />

te ‘Brasschaet’) een adviseur voor ‘kooplieden en agenten die moeite hebben met hun verkoop’ en<br />

hij geeft aan Laarmans inderdaad enkele tips, al blijft het bij één les en moet Laarmans het daarna<br />

zelf rooien. In Het Tankschip heeft Boorman een truc bedacht om een schip te verkopen zonder<br />

belasting op de meerwaarde te betalen door het gratis weg te geven. Uiteraard tot voordeel van<br />

hemzelf en de ontvanger van het gratis schip, Jack Peeters, die meteen de raad kri<strong>jg</strong>t om het schip<br />

pas van de hand te doen als het oorlog wordt, kwestie van de ‘belegging’ nog meer te laten renderen.<br />

Het boek eindigt dan ook met de zin ‘Op de oorlog, Frans, want oorlog is een zegening. En<br />

het kapitalisme heeft toch zijn goede kant, is ’t waar of niet?’ Een cynische opmerking van Peeters,<br />

die voortbouwt op de demonische analyse van Boorman. En voor de volledigheid: eigenlijk wordt<br />

de naam ‘Laarmans’ al gebruikt in Een ontgoocheling, als de kleine Karel De Keizer in een episode<br />

van zijn niet al te schitterende carrière op kantoor komt bij mijnheer Albert: ‘Laarmans heet je, is<br />

’t niet?’ ‘Neen, mijnheer, ik heet De Keizer.’ (p. 141 in het Verzameld Werk).<br />

20 W. Elsschot, Het Been, in Verzameld Werk, Amsterdam, P.N. van Kampen en Zoon, 1957,<br />

p. 365.<br />

21 I.v.m. ‘adderengebroed: Matteüs, 3, 7 en Lucas, 3, 7. De strafrede tegen de Farizeeën is<br />

Matteüs hoofdstuk 23. Voor alle duidelijkheid: volgens professor Schilders in: Profeten en evan-

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!