14.09.2013 Views

jg 22 jaarboek 2 - Reynaertgenootschap

jg 22 jaarboek 2 - Reynaertgenootschap

jg 22 jaarboek 2 - Reynaertgenootschap

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Tiecelijn <strong>22</strong><br />

Na Boormans verhaal is neef Jan veel milder. Hij complimenteert Boorman<br />

omdat hij toch ‘een gewetenszaak’ heeft gemaakt ‘van een kwestie waarin niemand<br />

u iets verwijten mag, ook die klant niet, omdat de God van de handel [Hermes]<br />

met vlammend zwaard aan uw zijde staat. […] Ik geloof dat u een licht is<br />

opgegaan. Beter laat dan nooit.’ Laarmans daarentegen kri<strong>jg</strong>t geen mededogen:<br />

‘Jij, ellendeling, heb jij er dan helemaal geen hinder van? [...] als Boorman die<br />

zure appel doorbijt, dan is Boorman genezen. Maar Frans zal branden’ (HB, p.<br />

374-376). Geen respijt voor de leerling, ook niet als de leraar/transformator het<br />

licht ziet? Zelfs als neef Jan tegen het eind van het boek Lauwereyssen ‘murw<br />

gepredikt’ heeft, zodat ze aanvaardt dat Boorman haar terugbetaalt en dat die zo<br />

van zijn wroeging afraakt, kri<strong>jg</strong>t Laarmans nog een veeg uit de pan: ‘Zorg vooral<br />

dat de heer B. medekomt want die speelt een hoofdrol. Zeg hem niet waar het<br />

om gaat. Maar dat jij branden zal daar kan je staat op maken’ (HB, p. 407). Dat<br />

doordrammen over het helse vuur voor Laarmans lijkt wat overdreven, maar<br />

als je het ‘adderengebroed’ ziet als een verwijzing naar die strafrede uit Matteüs<br />

dan heeft het wel zin, want dan is het een toespeling op de verhouding leraar/<br />

leerling daarin: ‘Gij doorkruist zee en land om één bekeerling te maken, maar als<br />

hij het geworden is, maakt gij hem tot een hellekind, tweemaal erger dan gijzelf<br />

(Matteüs, 23, 15)’. En het is duidelijk dat neef Jan Laarmans ziet als de discipel,<br />

zelfs een die te laf is om zijn positie te erkennen, vandaar zijn verwijtend ‘zit<br />

daar niet als een Petrus die deze man niet kent.’ Laarmans wil inderdaad wat<br />

afstand scheppen, want over ‘het been’ had hij voordien al bedacht: ‘ik kende<br />

Boorman en wist dat hij mij te sterk was. Indien ik één atoom aanvaardde zou<br />

hij weldra volkomen gelouterd en ik met alles beladen zijn […] Hoe hij het kwijt<br />

moest raken, dat was zijn zaak, maar ik wies alvast mijn handen in onschuld’<br />

(HB, p. 370-371)… als een moderne Pilatus.<br />

Boormans ‘lijden en opstanding’<br />

Als neef Jan Laarmans verwijtend vergelijkt met Petrus die niet wou toegeven<br />

hoeveel hij met Christus te maken had (zie boven) dan heeft hij gelijk, want net<br />

als Petrus verloochent Laarmans naar eigen zeggen (HB, p. 409) zijn meester<br />

drie keer (de eerste keer bij Jan, de tweede keer op de veiling waar Boorman in<br />

de boeien geslagen wordt (HB, p. 399) en de derde keer bij het terugzenden van<br />

zijn contract (HB, p. 409)). In de scène van de veiling wordt bij dat verloochenen<br />

overigens ook weer verwezen naar het lijdensverhaal van Christus. Vergelijk<br />

~ 160 ~

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!