jg 22 jaarboek 2 - Reynaertgenootschap

jg 22 jaarboek 2 - Reynaertgenootschap jg 22 jaarboek 2 - Reynaertgenootschap

reynaertgenootschap.be
from reynaertgenootschap.be More from this publisher
14.09.2013 Views

Tiecelijn 22 aan het schaakbord van de wereld, maar in de voorchristelijke polytheïstische godenwereld is dat niet het geval. In Loki lijkt het negatieve te overwegen, maar toch helpt hij de andere goden wanneer hij de reus misleidt. Hermes lijkt positiever, maar hij doodt Argus om Zeus te helpen in alweer een overspelig avontuur: door Zeus te helpen werkt hij diens eega Hera tegen. Volgens H. Hyatt leven in de Afro-Amerikaanse cultuur ook relicten voort van zo’n voorchristelijk polytheïsme, en dus is de ‘duivel’ uit de teksten van Robert Johnson geen zuivere voorstelling van het kwaad. Het contract waarmee Johnson zijn ziel aan de duivel verkoopt, betekent dan ook niet dat hij daardoor echt verdoemd is. Op basis van de teksten van Johnson situeert regisseur Walter Hill in zijn film Crossroads het pact met de duivel op een kruispunt. Het kruispunt is uiteraard symbolisch voor de plaats waar keuzes gemaakt moeten worden. Het is echter niet een weg die zich in tweeën splitst, bijvoorbeeld met een dwingende keuze tussen goed en kwaad, maar een plaats waar je verschillende kanten uit kan. Via een kruispunt kan je in een andere wereld (de onderwereld dus) terechtkomen, en toevallig of niet, ook Hermes is de god van de kruispunten, 17 net als Papa Legba. Laarmans ondertekent zijn contract met Boorman niet op het kruispunt zelf, maar in een café ‘om de hoek’, even na hun eerste ontmoeting in een andere gelegenheid in een zijstraat die Laarmans kiest om zijn mededemonstranten te ontlopen (L, p. 254 en 255). Ook hier wordt het kiezen in verband gebracht met een ‘gekozen weg’ in de letterlijke zin van het woord. Maar evenmin als Legba, Loki of Hermes in de voorchristelijke overlevering past Boorman in een duidelijke tweedeling tussen goed en kwaad. Voor een vlotte zakenman bestaat er altijd een alternatieve optie, lijkt het wel. Elsschot maakt er zelfs letterlijk melding van aan het eind van Lijmen, als Laarmans de laatste termijn moet gaan incasseren bij de firma Lauwereyssen. Op dat moment stelt Boorman hem een keuze voor: Laarmans mag de laatste kwitantie geven zonder geld te incasseren ofwel incasseren voor eigen rekening. Op weg naar de smederij wordt Laarmans gewaar ‘dat wij met ons drieën waren. Aan mijn rechterhand liep mijn schutsengel, en links werd ik een donkere gedaante gewaar.’ De zwarte gedaante suggereert het geld te incasseren en zelf te houden, de engel wijst op ‘een glimlach van dat half verrotte mens.’ Dat lijkt een mooie invulling van de tweestrijd tussen goed en kwaad, engel en duivel, uit de monotheïstische godsdiensten. Maar Boorman past daar niet in, want ‘’t was mij opeens alsof ik een derde stem hoorde, die van Boorman. Hij zei dat het onzin was, en dat ik zowel de glimlach als het geld ~ 156 ~

~ 157 ~ Tiecelijn 22 kon krijgen, als ik het maar handig genoeg inpikte’ (L, p. 357). Als Laarmans haar dan het saldo wil kwijtschelden, besluit mevrouw Lauwereyssen dat ze van Boorman geen cadeaus kan aannemen, en Laarmans gaat zijn ‘vernedering bij Dikke Jeanne verdrinken’ (L, p. 358). Een andere Boorman Het verhaal lijkt daarmee keurig afgerond, maar vijftien jaar na Lijmen (1923 18 ) wordt de draad terug opgenomen in Het Been (1938), dat je als het tweede luik van het verhaal kunt zien, en waarin zowel Laarmans als Boorman terug van de partij zijn. 19 Bij het begin van Het Been komt de ik-verteller per toeval beroepshalve in contact met Laarmans, die dan opnieuw bediende is geworden. De verteller kijkt verbaasd naar ‘wat er overschoot van de directeur van ’t Algemeen Wereldtijdschrift voor Financiën, Handel, Nijverheid, Kunsten en Wetenschappen’: geen gold-tipped sigaretten meer, en terug het begin van een sik. Laarmans getuigt: ‘Boorman had mij opgetuigd, Boorman heeft mij afgetakeld. De naam van Boorman zij geloofd’ (HB, p. 365 20 ). Met scheepstermen wordt hier de oude spreuk ‘God geeft, God neemt, de naam van God zij geloofd’ geparafraseerd. Boorman als god? Een god uit de onderwereld dan toch, een demon, die de metamorfose van Laarmans tot ‘man van de wereld’ weer ongedaan gemaakt heeft nadat die zijn contract had teruggestuurd. Als je Boorman vergelijkt met andere ‘tricksters’ of demonen, komt Laarmans er gemakkelijk vanaf: hij komt zonder problemen weer terecht in de wereld waar hij vandaan kwam, en Boorman heeft zijn plaats als directeur van het Wereldtijdschrift weer ingenomen. De cirkel is rond. Net als Lijmen is Het Been opgebouwd als raamvertelling waarin Laarmans zijn verhaal doet aan de naamloze ik-verteller. In dat verhaal, één lange chronologisch geordende flashback, probeert Boorman aan mevrouw Lauwereyssen het geld terug te bezorgen dat hij haar via haar bestelbon met het Wereldtijdschrift afhandig gemaakt heeft. Dat lijkt niet alleen vreemd, het is het ook. De Boorman uit Het Been heeft zowaar een gedaanteverwisseling ondergaan. Niet alleen lijkt hij na haar overlijden meer begaan met zijn echtgenote Martha dan voordien (‘zolang ik bij hem in de leer was geweest had hij haar nooit bij name genoemd, terwijl hij nu geregeld aan Martha refereerde als was ik aandeelhouder in dat mens,’ (HB, p. 367) stelt Laarmans), maar nadat hij mevrouw

Tiecelijn <strong>22</strong><br />

aan het schaakbord van de wereld, maar in de voorchristelijke polytheïstische<br />

godenwereld is dat niet het geval. In Loki lijkt het negatieve te overwegen, maar<br />

toch helpt hij de andere goden wanneer hij de reus misleidt. Hermes lijkt positiever,<br />

maar hij doodt Argus om Zeus te helpen in alweer een overspelig avontuur:<br />

door Zeus te helpen werkt hij diens eega Hera tegen.<br />

Volgens H. Hyatt leven in de Afro-Amerikaanse cultuur ook relicten voort van<br />

zo’n voorchristelijk polytheïsme, en dus is de ‘duivel’ uit de teksten van Robert<br />

Johnson geen zuivere voorstelling van het kwaad. Het contract waarmee Johnson<br />

zijn ziel aan de duivel verkoopt, betekent dan ook niet dat hij daardoor echt<br />

verdoemd is. Op basis van de teksten van Johnson situeert regisseur Walter Hill<br />

in zijn film Crossroads het pact met de duivel op een kruispunt. Het kruispunt is<br />

uiteraard symbolisch voor de plaats waar keuzes gemaakt moeten worden. Het<br />

is echter niet een weg die zich in tweeën splitst, bijvoorbeeld met een dwingende<br />

keuze tussen goed en kwaad, maar een plaats waar je verschillende kanten<br />

uit kan. Via een kruispunt kan je in een andere wereld (de onderwereld dus)<br />

terechtkomen, en toevallig of niet, ook Hermes is de god van de kruispunten, 17<br />

net als Papa Legba.<br />

Laarmans ondertekent zijn contract met Boorman niet op het kruispunt zelf,<br />

maar in een café ‘om de hoek’, even na hun eerste ontmoeting in een andere<br />

gelegenheid in een zijstraat die Laarmans kiest om zijn mededemonstranten te<br />

ontlopen (L, p. 254 en 255). Ook hier wordt het kiezen in verband gebracht<br />

met een ‘gekozen weg’ in de letterlijke zin van het woord. Maar evenmin als<br />

Legba, Loki of Hermes in de voorchristelijke overlevering past Boorman in een<br />

duidelijke tweedeling tussen goed en kwaad. Voor een vlotte zakenman bestaat<br />

er altijd een alternatieve optie, lijkt het wel. Elsschot maakt er zelfs letterlijk<br />

melding van aan het eind van Lijmen, als Laarmans de laatste termijn moet gaan<br />

incasseren bij de firma Lauwereyssen. Op dat moment stelt Boorman hem een<br />

keuze voor: Laarmans mag de laatste kwitantie geven zonder geld te incasseren<br />

ofwel incasseren voor eigen rekening. Op weg naar de smederij wordt Laarmans<br />

gewaar ‘dat wij met ons drieën waren. Aan mijn rechterhand liep mijn schutsengel,<br />

en links werd ik een donkere gedaante gewaar.’ De zwarte gedaante suggereert<br />

het geld te incasseren en zelf te houden, de engel wijst op ‘een glimlach van dat<br />

half verrotte mens.’ Dat lijkt een mooie invulling van de tweestrijd tussen goed<br />

en kwaad, engel en duivel, uit de monotheïstische godsdiensten. Maar Boorman<br />

past daar niet in, want ‘’t was mij opeens alsof ik een derde stem hoorde, die van<br />

Boorman. Hij zei dat het onzin was, en dat ik zowel de glimlach als het geld<br />

~ 156 ~

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!