14.09.2013 Views

jg 22 jaarboek 2 - Reynaertgenootschap

jg 22 jaarboek 2 - Reynaertgenootschap

jg 22 jaarboek 2 - Reynaertgenootschap

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

– Subiet, mijn sukkelarkie (sukkel)!…<br />

– Madamkie, ’k verkope blinkdozen van vier frank en half van één om<br />

mijn broerkies t’ onderhouden.<br />

– Geef er vier, mijn manneken.<br />

– Merci. God zal ’t u lonen.<br />

– Mijnhere, mijn moeder heeft heur verleden weke doodgedronken<br />

en mijn vader is stekeblind… ’k Ben allene op de wereld… Gaat ge<br />

geen blinkdozegie (doosje ) kopen aan vijf frank?<br />

– Geef er drie. Voilà, en bid een Onze Vader voor mij.<br />

– Bedankt Menhere, ’k ga d’r vijf lezen.<br />

En als de deur toe was:<br />

– ’t Naaste jare als ’k niet vergete!<br />

– Mijnhere Paster, gaat ge geen blinkdozegie kopen aan… zes frank?<br />

Mijn moeder heeft de tering en mijn vader gaat doppen. (stempelen)<br />

– Hier mijn brave jongen, geef er twee!<br />

– Massoeurki (zuster), gaat ge niet enkele blinkdozen kopen voor<br />

het klooster? Mijn vier broers zijn binnen bij de Xaverianen en mijn<br />

vader is straatarm… ’t is zeven frank voor ’n dozegie.<br />

– Hoeveel? Zeven frank! Ge vraagt gij nogal deure zulle, manneken,<br />

elders verkopen ze dat vier frank!<br />

– Vier frank? vroeg Peegie verbaasd, ik kanne dat ook. Gauw zesse<br />

voor zesendertig frank!<br />

– Alzo zij we ’t akkoord ventje, geef d’r zes! (p. 64-65)<br />

~ 131 ~<br />

Tiecelijn <strong>22</strong><br />

Peegie heeft nog zes blinkdozen en hij waagt zich binnen bij een apotheker. Hij<br />

is geen schooier, maar ‘hun kot is afgebrand’. Ze hebben ‘geen roste kluite (rooie<br />

duit) meer’. Hij geraakt in de keuken en smult er aan ‘een omelette en een dikke<br />

stute’. De voordeur gaat intussen weer open voor een nieuwe klant, die Savatte<br />

blijkt te zijn. Peegie wordt de stille en ongeziene getuige van hoe Savatte de apotheker<br />

er inpakt.<br />

– Dag menheer de apotheker, slecht were hé!<br />

– Ah ja. ’t Is de tijd van het jaar hé, mijne man.<br />

– Ja’t, d’eerste koude en de letste zijn te mijden lijk de peste, zei mijn<br />

pere altijd en ’k zou ’t geloven ook. ’k Peinze da’k een vallinge (verkoudheid)<br />

vaste hebbe.<br />

En de man hoestte ne keer ferme. Hebt ge geen dozegie valdaaigies<br />

(een doosje pillen tegen verkoudheid), dat verfrist ’t kelegat.<br />

– Heel geerne, hierzie, mijn man, ’t is 5 frank.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!